Met drie mensen hebben wij de teksten voor de viering vandaag bij elkaar gezocht. En voor begeleidende beelden moesten we dan ook zorgen. Maar als je op internet afbeeldingen gaat opzoeken over de heilige familie krijg je overwegend ouderwetse, mierzoete taferelen die ons doen denken aan zo een reeks beeldjes, die vroeger op een schoorsteen of een vensterbank werden geplaatst, liefst nog onder een stolp.
Het wekt de indruk dat het hier gaat over een extreem braaf, probleemloos gezin, waar ouders nooit eens boos of verdrietig waren en kinderen altijd lief en gehoorzaam. Maar eigenlijk komen we in de bijbel weinig te weten over die heilige familie en wat we te weten komen is dikwijls heel herkenbaar, zelfs voor ons, in onze tijd.
Kort na de geboorte van Jezus moesten ze al op de vlucht, bevreesd voor de wrede plannen van koning Herodes. Op last van een engel moesten ze vluchten naar Egypte. Vluchtelingen dus, op weg naar een ander land, niet wetend of ze er welkom waren en of ze onderdak zouden kunnen vinden. Als we ons verplaatsen naar onze maatschappij kunnen we de vraag stellen: voldeden ze aan de juiste kwalificaties om asiel te kunnen aanvragen?
Later vestigen ze zich in Nazaret, ook weer een andere streek, want bij de geboorte bevonden ze zich in Betlehem. Dan moeten we wachten tot Jezus twaalf jaar werd vooraleer we er in het evangelie iets over vernemen. En dan blijkt dat hij na een bezoek aan de tempel niet meer naar huis gekomen is. De nachtmerrie van elke ouder: een kind dat verloren en onvindbaar schijnt te zijn. Niemand lijkt te weten waar hij is.
Als Jezus zijn openbaar leven begint, is Jozef waarschijnlijk al overleden en is Maria dus weduwe. Zij ziet haar zoon het huis uit gaan en vraagt zich allicht af met welke vrienden hij in contact zal komen. Is hij in veilig gezelschap of loopt hij zijn ongeluk tegemoet? Af en toe komt hij even terug naar huis, ze is in zijn buurt als hij op een bruiloft in Kana water in wijn verandert en lijkt dan toch wel trots op hem te zijn.
Maar even goed zal zij zich geregeld zorgen hebben gemaakt over zijn optreden, zijn omgang met andere mensen, zijn discussies met farizeeërs en schiftgeleerden en al die verhalen die over hem verteld werden. Uiteindelijk vindt ze hem terug in Golgotha, op Goede Vrijdag. Daar maakt ze het ergste mee wat een moeder kan overkomen: haar kind zien sterven.
Zo een zeemzoete heilige familie was het dus uiteindelijk niet. En eigenlijk zit het hele leven van Jezus vol met veel gewone, zogenaamd alledaagse gebeurtenissen en taferelen. Lange tijd wordt naar hem in Nazaret verwezen als naar "de zoon van de timmerman". Zoals wij iemand soms aanduiden als: die van de kapper of die van de bloemenwinkel of die van achter den hoek. Alledaags en herkenbaar dus, ook voor ons.
In het evangelie dat we daarnet hoorden, gaan zijn ouders hem aan God opdragen in de tempel. Het was een ritueel dat thuishoorde in de traditie van die tijd en het bewijst ook dat Maria en Jozef heel nauwgezet de wet en de gewoonten van toen volgden. Jezus wordt helemaal in de traditie van zijn volk opgenomen.
En in de tempel komen ze twee oude vrome mensen, tegen, Simeon en Hanna. Twee oude mensen, die vol verlangen uitzien naar de komst van de Messias en die in het kleine kind de beloofde redder menen te zien. Ze brengen een profetische boodschap, die door de ouders nog niet helemaal wordt begrepen.
Maar eigenlijk is ook dat herkenbaar. Ook nu nog is bij een geboorte en een doopritueel de vorige, de oudere generatie vaak heel nadrukkelijk aanwezig. En ze staat ook altijd klaar met goede, of in ieder geval goedbedoelde raad. En dat er dan een hechte band kan ontstaan tussen de oudere en de jongere generatie, daar kunnen wij uit ervaring toch wel van getuigen. Onze parochie heeft als patroonheiligen trouwens nog altijd Sint-Anna en Joachim, de grootouders van Jezus. Ook oude mensen dus.
Herkenbaar, zelfs alledaags. Zo ziet de heilige familie en eigenlijk het leven van Jezus er op vele momenten uit. Zelfs de heiligste tekenen die hij aan zijn kerk gegeven heeft zijn in wezen onopvallend. Aan een eucharistieviering is niets ophefmakends. We breken en delen het brood en we drinken samen van de wijn. En het is in de gewoonheid, de alledaagsheid van brood en beker dat hij helemaal onder ons wil zijn. Niet speciaal, niet buitengewoon, een deel van het leven van elke dag bijna.
Straks nemen wij afscheid van het oude jaar en verwelkomen we 2024. En de meesten van ons gaan dat allicht doen aan een tafel met mensen uit onze vriendenkring, uit onze familie. Want met die familie voelen wij ons op deze dagen heel sterk verbonden. We zitten samen met mensen met wie we al zo vaak hebben samen gezeten. Heel gewoon, heel alledaags. Nieuwjaar vieren we met onze familie, in zekere zin ook een heilige familie.