In de Eerste lezing lezen we: 'Niemand in de wereld' – naar een joods verhaal
Een leerling zei:
'Weet je, ik kan zelfs een bedelaar doen bidden.'
En hij vertelde:
'Een bedelaar wilde brood, maar ik zei:
je moet eerst tot God bidden.
Dan pas kun je het brood krijgen dat je vroeg.'
Toen de rabbi dit hoorde, werd hij kwaad.
'Mijn zoon', zei hij, je bedoelde het goed, maar je handelde verkeerd.
Er zijn momenten dat men moet handelen alsof er geen God in de wereld is.'
'Geen God in de wereld?' vroeg de leerling.
'Maar rabbi, hoe kan jij dat zeggen, je hele leven is gebaseerd
op het dienen van God en het doen van de wil van God?'
'Je hebt me gehoord, zei de rabbi, geen God!
Als er iemand in nood bij jou komt,
dan moet je handelen alsof er niemand in de wereld is:
geen God en geen ander mens die kan helpen, behalve jijzelf.'
'Maar hoe staat het dan met zijn ziel?', vroeg de leerling.
'Zorg jij maar voor je eigen ziel', antwoordde de rabbi,
'maar zorg eerst voor het lichaam van die bedelaar'.
"Zorg eerst voor het lichaam van de bedelaar". Die zin uit de eerste lezing zou ook door die engelen kunnen uitgesproken zijn, die in het verhaal van hemelvaart zeggen: "Wat staan jullie naar de hemel te gapen?" Hemelvaart en Rerum Novarum, het feest van de zorg voor de ander, horen samen.
En dat feest is een politiek feest. Van ver of dichtbij, de 'bewegingen' hebben nog altijd met politiek te maken.
Hoe, politiek? Ik weet het wel. Dat woord heeft – helaas - voor velen een negatieve klank. En er is uiteraard 'slechte' politiek. Maar dat is geen 'echte' politiek.
Politiek is een Grieks woord, het betekent 'de gemeenschap', de mensen met wie we samenleven. En een ouwe Griek heeft gezegd: de mens is een politiek beest. Wij zijn allemaal politieke beestjes. Want we leven samen. Echte politiek, goede politiek, dat is meewerken aan een goede samenleving. Wij doen aan goede politiek, als we beseffen wat het antwoord is op de vraag van Kaïn. "Ben ik soms de hoeder van mijn broeder?" Het antwoord is: ja, wij zijn de hoeders van onze zusters en broeders. En wie dat zijn, hebben we in het evangelie gehoord: de mensen naast ons, die ons nodig hebben, te beginnen met de kleinsten en de minsten.
Politiek is dus ook niet alleen een zaak van partijen en ministers.
Al wat wij doen om goed samen te leven met mensen naast ons, in onze eigen buurt, onze kleine 'polis', dat is politiek. En dat is belangrijker dan we beseffen. Er wordt soms gezegd: die bewegingen, dat sterft uit. Alleen maar oude mensen. Maar weten jullie hoeveel 60-plussers er in België zijn? In 2020 waren dat er 2.928.217. Ieder van ons is maar een druppeltje in de zee. Samen zijn we een grote golf.
De mensen van goede wil, en daar horen ook de jongeren bij, en de kameraden van de eerste mei, zijn een beweging die de mentaliteit in onze samenleving in de goede richting kan sturen, en ook de 'grote' politiek.
We hebben alle reden om fier te zijn op Rerum Novarum, en om te feesten.