Een mysterie is een onbegrijpelijk of onverklaarbaar feit. Veel mysteries blijven tot op de dag van vandaag voor vragen zorgen. Zo kennen wij er een paar!
Waar is God?
God is overal: in de hemel, op aarde, en op alle plaatsen.
Ziet en weet God alles?
God ziet alles, zelfs onze geheimste gedachten; Hij weet alles, ook de toekomende dingen.
Hoeveel goddelijke personen zijn er?
Er zijn drie goddelijke Personen: God de Vader, God de Zoon en God de heilige Geest.
Waarom zijn de drie goddelijke Personen maar één God?
De drie goddelijke Personen zijn maar één God, omdat zij alle drie maar één en dezelfde goddelijke natuur hebben.
In de ‘Messiasÿ komen deze drie samen!
Hij is het die door God naar de wereld wordt gestuurd en met zijn Geest de wereld inspireert, de ziel is in de geschiedenis van de mensen.
Zo heeft onze moeder de H Kerk ons onze christelijke leer geïmpregneerd.
Hoe ervaren wij dit nu 60-, 70- of 80 jaar later?
Ervaren wij niet ons hele ons leven lang, dat we ons, ten diepste, God niet kunnen voorstellen?
En toch geloven wij!
In de eerste lezing, leert het boek spreuken, hoe De Wijsheid al van ‘In den beginneÿ bij de mensen was en zit, hoe ‘de Wijsheidÿ zo al van ‘in den beginneÿ vervat is in heel de werkelijkheid, in alles wat bestaat!
Zij wordt hier voorgesteld als het troetelkind van God omdat ze in heel het scheppingswerk, aanwezig was, vervat is en werkt!
Als we dit stukje wijsheid op de catechismus vragen leggen die we zo juist hoorden, dan kunnen we die vragen toch meer vorm en zin geven dan alleen maar vanbuiten geleerd in ÿt lager onderwijs!
Daarom toch geloven wij!
Mysterie, geloven, niet vast te pakken, niet duidelijk af te lijnen!
Het behoort tot de niet-exacte wetenschappen!
En toch geloven wij!
En Manu Verhulst vraagt zich af, op een dag als vandaag, of we al eens ooit hebben gemediteerd over onze eigen ouders? Een serene overweging zonder idealisering en zonder rancune?
Dat is een heel delicate onderneming, waarbij we heel omzichtig moeten te werk gaan. Het is een aparte ervaring, we betreden de plek waar onze oorsprong ligt.
Mediteren over onze ouders is terechtkomen bij onszelf. Hun trekken zijn ook onze trekken. Wat zij er mee hebben gedaan daar zijn wij ook mee bezig. We hebben een kapitaal aan energie en mogelijkheden meegekregen, en we voelen er ons verantwoordelijk voor.
Levensgroot komt de vraag op ons af: ‘beantwoord ik aan hun verwachtingen? Ben ik de vervulling van hun leven?ÿ
Hebben we ooit al eens gemediteerd over God? Heel sereen, zonder vooroordeel en zonder meegekregen beeldvorming. Dat is een even delicate onderneming. Het is alsof we de plek betreden waar onze verste oorsprong ligt. Het is ontdekken dat iets van God in ons is meegegeven, dat God zich meedeelt, dat God relatie is, een liefdevolle relatie.
Mediteren over God is terechtkomen bij onszelf, bij onze oorsprong, bij onze eigen genesis, bij mijn menswording.
Wij mogen zijn eigen beeld en gelijkenis zijn. Levensgroot komt de vraag op ons af: ‘Beantwoord ik aan zijn verwachtingen?ÿ
Mediteren over onze ouders is iets anders dan hun stamboom opmaken of hun leven beschrijven. Mediteren over onze ouders is genieten van hun persoonlijkheden: het is herinnering, het is waardering, het is bewondering, het is liefhebben.
Mediteren over God is geen studie maken over zijn wezen. Het is geen poging doen om God te verstaan. Mediteren over God is genieten van Zijn aanwezigheid. Het is thuiskomen bij mijn oorsprong. Het is mezelf een troetelkind weten van God, van ‘in den beginneÿ
Daarom kunnen we geloven, toch?!
Bronnen: de lezingen, de catechismus, V Kabergs, M Verhulst