Wegwijzerviering | Viering waar families met kinderen centraal staan
Ik vond in de vastenkalender van Broederlijk Delen dit jaar een tekstje en daarin staat wat het belangrijkste leesteken voor ons is. En dat is het vraagteken. Een levensgroot vraagteken. Want het is heel belangrijk dat wij onszelf regelmatig in vraag stellen. We moeten ons geregeld afvragen: waar ben ik mee bezig?
En ben ik wel goed bezig?
Anders gaan we teveel op automatische piloot leven, zoals dat heet. Dan doen we te vaak dingen omdat we dat zo gewoon zijn, omdat we het altijd zo deden, zonder erbij na te denken. En dan is ons leven niet meer in evenwicht, zoals de titel van deze viering luidt. Er moet evenwicht zijn tussen werk en ontspanning, tussen de school en de sportclub of de jeugdbeweging, tussen wat we zelf graag doen en wat anderen liever hebben, tussen plezier maken en ernstig zijn.
Daarom was Jezus ook zo kwaad in het evangelie. De mensen mochten ook wel offers brengen in de tempel, maar zij waren daar toch vooral in de eerste plaats om te bidden. En als offers brengen en kopen en verhandelen de hoofdzaak wordt, klopt er iets niet meer met de tempel en de bedoeling ervan. Dan is er dus geen evenwicht meer.
Wij hebben daarstraks ook veel vraagtekens gebruikt, toen een paar vormelingen ons hielpen om na te denken over waar we mee bezig zijn. En bij elke vraag is er een steentje gelegd op de weegschaal. En nu is het evenwicht daar verstoord, de balans helt over naar één kant. Dat gebeurt ook in ons leven, als we bij de vragen die gesteld worden, het verkeerde antwoord geven.
Straks gaan wij proberen die balans weer in evenwicht te brengen. Bij de offerande gaan er een paar mensen rond met een mandje voor de omhaling. Maar er gaan ook een paar vormelingen mee met een zakje en daarin kan iedereen het steentje leggen dat we bij het binnenkomen hebben gekregen. Zo brengen wij de balans weer in evenwicht.
Natuurlijk is dat maar symbolisch. Als we in ons leven wat meer evenwicht willen brengen, moeten we er zelf iets aan doen. Dan is het goed dat we de vragen uit het begin van deze viering weer eens overlopen. En eens kijken hoe bij ons egoïsme teveel doorweegt.
Of hoe wij te gemakkelijk jaloers zijn, of willen baas spelen, of anderen veroordelen, enzovoort.
Straks, na de communie, horen wij nog een verhaal om over na te denken. Het gaat over twee broers en zij zitten ook met een vraagteken. Maar zij geven op die vraag net het tegenovergestelde antwoord van wat wij verwachten. En wat wij zelf misschien als antwoord zouden geven. Straks komt dat verhaal, om goed naar te luisteren en over na te denken
Broederliefde (naar Anthony de Mello)
Twee broers woonden samen op een grote boerderij. Ze hadden allebei een deel van de boerderij voor zichzelf. De ene woonde aan de linkerkant, de andere aan de rechterkant. Aan hun boerderij was een groot stuk grond, vruchtbare grond, waar veel graan op groeide en kon geoogst worden. En elk jaar kende hun land een heel grote opbrengst.
En als het graan geoogst was, werd het in grote zakken gedaan en heel eerlijk verdeeld over de twee broers. Ze hadden allebei een grote voorraadschuur en in elke schuur kwamen evenveel zakken graan terecht.
Nu was de ene broer getrouwd met een lieve vrouw en ze hadden vier kinderen. De andere broer leefde helemaal alleen.
En na de oogst, toen het graan naar de schuren was gebracht, lag die broer die alleen woonde wakker in zijn bed en hij dacht: Eigenlijk is het niet eerlijk. Ik ben helemaal alleen en ik krijg evenveel graan als mijn broer met zijn vrouw en zijn vier kinderen. Hij heeft toch veel meer nodig dan ik.
En hij stond op, ging naar zijn voorraadschuur, nam een zware zak graan op zijn rug, droeg hem naar de schuur van zijn broer en legde hem daar neer.
De andere broer lag ook wakker en dacht: Eigenlijk is het niet eerlijk. Ik heb een lieve vrouw en vier kinderen. Als ik oud ben en niet meer kan werken, zullen zij voor mij zorgen. Mijn oude dag is verzekerd. Maar mijn broer is helemaal alleen, hij heeft niemand. Hij moet eigenlijk wat opzij leggen voor later, als hij oud wordt en niet meer voor zichzelf kan zorgen. Want hij zal daarvoor mensen moeten betalen.
En ook hij stond op, ging naar zijn schuur, nam een zak graan op zijn rug en droeg hem naar de schuur van zijn broer.
Elke nacht dachten die twee broers hetzelfde, en elke nacht droegen ze een zak graan naar de schuur van de andere. En wat gebeuren moest, gebeurde: op een nacht kwamen ze elkaar tegen, allebei met een zak graan op hun rug.
Toen later het verhaal bekend werd, hebben de mensen van het dorp daar een tempel gebouwd, precies op de plaats waar de twee broers elkaar die nacht waren tegen gekomen