Vierde zondag van de advent B 2011 - Zaterdag 17 en zondag 18 december 2011
Investeren in onze kinderen
Vreselijk. Lezen in een artikel dat 20% van alle kinderen in armoede worden grootgebracht.
Maar was het ook schokerend voor mij? Niet echt.
Ik dacht zelfs dat het er meer waren.
Dagdagelijks wordt je als leerkracht geconfronteerd met kinderen die er nu eenmaal niet voor kozen om in een kansarm gezin te leven.
Al duurt het wat eer je de leefwereld van arme kinderen kent of moet ik zeggen ook erkent.
Het begint al in september. De eerste rekening: meteen 80 euro voor alle uitstappen van dat jaar en de refter van het eerste trimester.
Gelukkig maar dat de school sinds 2 jaar materiaal als pennen, potloden, latten, gommen enz moet voorzien.
Maar als een kind s morgens meldt dat het zijn huiswerk niet kon maken omdat ze thuis geen kleurpotloden hebben, dan frons je wel even de wenkbrauwen.
We zijn december en nog steeds zijn 15 % van de schoolrekeningen niet betaald.
Sinds onze school verschillende projecten heeft lopen die onze ouders meer betrokken maken en die de drempel van het directielokaal wat lager proberen maken, komen ouders met de directie praten over hun financiële problemen. Op deze manier kunnen wij een afbetalingsplan opstellen. Ouders met een afbetalingsplan krijgen geen wekelijks envelopje meer mee met een herinnering aan de niet betaalde rekening.
Geen leerkracht die in volle klas nog zal zeggen dat het stilaan tijd wordt dat vaderlief eens eindelijk zijn rekeningen betaalt.
Dit jaar zijn er wat meer afbetalingsplannen dan anders omdat we op zeeklassen gingen voor een week.
Meerdere kinderen mochten niet meegaan van hun ouders.
De directie en leerkrachten hebben de ouders persoonlijk gecontacteerd en hen verzekerd dat de financiële moeilijkheden geen reden mochten zijn om hun kind deze unieke ervaring te ontzeggen.
Het is niet eenvoudig om als school de grens te bepalen.
We zijn nu eenmaal geen liefdadigheidsinstelling.
Als je een bus reserveert, dan bereken je de kostprijs per kind, niet per betalend kind!
In november kregen we dan ook al te horen van onze directie dat het budget van het eerste trimester reeds op was
.
En wat met het uniform? Nieuwe leerlingen krijgen de tijd om hun kledij aan te passen aan ons uniform. We verwachten niet dat zij vanaf dag 2 volledig in nieuwe outfit staan. Alleen is het niet eenvoudig om dit aan andere ouders duidelijk te maken waarom nou net dat nieuwe kind een rode jas mag dragen en hun kind niet!
Af en toe worden pakketjes meegegeven met kledij. Stiekem, de zoveelste lading afdankertjes van de leerkrachten hun eigen kinderen. En ja, dat geeft voldoening.
Steeds vaker stellen we vast dat onze winterwandeling of activiteit eerder een marteling zijn dan een plezier als je hun gebrek aan warme, aangepaste winterkledij ziet. Geen muts, geen handschoenen, geen winterjas. Op zeeklassen zagen we meerdere grote koffers, met weinig inhoud, geen reservekledij
In de refter worden boterhammen gedeeld. Zo zijn ze het gewoon.
We proberen tijdens onze projecten het belang van gezonde voeding duidelijk te maken. Een pak wafels is geen middageten
al is het goedkoper dan boterhammen met charcuterie.
Een ander probleem: afwezigheden. Ik hoef u niet te zeggen dat gezonde voeding duur is. Het zijn dan ook deze kinderen die net wat meer ziek vallen of sneller thuisgehouden worden. Is je kind meer dan 4 keer ziek, dan ben je verplicht om voor elke afwezigheid (ook voor één dag) een doktersbriefje af te geven aan de school.
Gaat u voor elke verkoudheid en zelfs een griepje naar de dokter?
Een gebrekkige tandhygiëne komt wel vaker voor en de wasserette is een dure aangelegenheid
ja, dat merk je en ja, ik durf het te zeggen: dat ruik je ook wel eens
.
Uw kind kan niet puzzelen, misschien kan u dat thuis ook wat oefenen zegt de leerkracht. Tegenwoordig melden we er dan meteen bij dat er in Lidl of Aldi net een promotie is voor puzzeltjes en spelletjes.
De tijd dat puzzels, memories, lottos en dominos in iedere huiskamer lagen is lang voorbij, al zijn we ons daar niet altijd van bewust.
Leerproblemen: kan je beter niet hebben als kind uit een arm milieu.
In het gewone onderwijs zijn bijlessen, logopedie of kinesitherapie niet inbegrepen.
Erger nog: het mag eigenlijk zelfs niet georganiseerd worden in je school.
Je kan dus maar beter niet stotteren, dyslectisch zijn of motorische problemen hebben, want je ouders kunnen dit eenvoudigweg niet betalen. Of lijkt het dan beter hen naar buitengewoon onderwijs te sturen waar deze hulp wel in het pakketje zit?
Trouwens: de wachtlijst voor onderzoek kan oplopen tot 2 jaar vooraleer je kind getest kan worden op een leerstoornis, tenzij je er veel geld tegenaan kan smijten en in een privé onderzoekscentrum terecht kan, zonder wachtlijst, maar wel met een prijskaartje van 3 à 400 euro.
Je mag als school ook niet vergeten dat ouders in armoede vaak erg wantrouwig staan tegenover hulpverlening. Je moet een aanspreekpunt zijn voor opvoedingsvragen, maar in je achterhoofd houden dat ouders in armoede het vaak nooit anders gekend hebben.
Weet je wat opvalt? Als je een wafelslag organiseert voor een ziek kind, een collectebus zet voor Haïti, appels verkoopt voor kom op tegen kanker zijn het net de kansarme gezinnen die steevast bijdragen. Soms zoveel dat wij er zelf ongemakkelijk van worden. Het raakt je, het is een vreemd gevoel van solidariteit.
Vallen ze dan op, die kansarme kinderen? Nee, eigenlijk niet. De diversiteit op onze school biedt hen een stevige schuilmantel.
We zijn de tijd voorbij dat we dachten dat alleen de allochtonen de armen waren en dat we uitdrukkingen als Ze hebben wel allemaal een tv en een gsm. in de mond nemen.
We zijn de tijd voorbij dat we hierover niet met de ouders durven praten, want armoede is zo taboe.
We moeten als school in onze kinderen investeren. Soms letterlijk, maar vooral figuurlijk.
Want al kunnen we hen niet uit de vaak vicieuze cirkel van de armoede halen, we kunnen hen op school wel gelijke kansen bieden.
En daar heeft elk kind recht op.
Een getuigenis van Marianne De Backer, leerkracht aan het Sint-Annacollege van Antwerpen
|
Het is reeds de vierde zondag van de advent!
We naderen de kortste dag en langste nacht van het jaar!
De Germanen vierden rond 25 december midwinter- of joelfeesten. Feesten van dankbaarheid voor wat geweest was en hoop voor wat nog komen moest. Ze duurden 13 dagen. Er werd niet gewerkt, maar wel enorm veel gegeten en gedronken. Het waren 12 dagen feest met veel vuur om de koude te verdrijven en veel licht van het vuur, om het donker te verdrijven
Dit midwinterfeest kreeg doorheen de jaren en de kerstening, door de opkomst van het christendom, de naam Kerstfeest!
Kerstmis komt voor ons allemaal nu wel erg dichtbij!
Een interessant verhaal hoorden we in de eerste lezing..
De Hebreeuwen hadden zich ontwikkeld van half nomaden tot dorpsbewoners. Uit hun zwerverstijd bewaarden ze nog een reusachtige tent waarin de priesters in de woestijn de Sabbat vierden. Ze bewaarden in het Heilig der heiligen nog steeds de tekenen van het verbond die naar hun God, naar JHWH wezen.
David geneert zich hiervoor. Bij een koning in een paleis hoort ook een God met standing.
Daarom plant David om een tempel te bouwen. Hij legt zijn plan voor aan de profeet Natan die bij God moest polsen over die nieuwe woning die David voor Hem wilde bouwen.
Het antwoord werd duidelijk. Jij, David, wil voor mij een huis bouwen? Ik zal voor jou een huis bouwen!' antwoordde JHWH.
Sindsdien bewaren wij de opmerking als een waarschuwing dat we God niet naar onze hand kunnen zetten. Als we dat toch doen, dan gaat het niet meer over God maar over ons eigen idee. Wie God schept naar zijn eigen beeld zal ooit ontdekken dat hij voor de verkeerde geknield heeft.
God wil tussen de mensen wonen. Daar is Zijn plaats, in en met mensen alle dagen op stap gaan, zo wil God zijn. Doorheen mensen zich laten zien in de wereld, zich laten zien aan de ander. Niet in een paleis wil God wonen.
In het evangelie horen we iets soortgelijks!
Enkele weken geleden zei ik nog: wanneer de hemel openscheurt, staat er altijd iets van God te gebeuren
Met de engel Gabriël is het weer zo ver, hij komt tot Maria met de woorden: Wees gegroet Maria, vrees niet
. Hij komt van Godswege naar haar toe! En uit die woorden is het weesgegroet ontstaan dat rozenkrans mensen nog zoveel bidden!
In deze boodschap van de engel Gabriël zien we hoe wij met al ons bidden ten diepste in eerste instantie door God worden aangesproken!
We zouden beter zeggen we worden gebeden. Onze woorden zijn een gevolg van Zijn wees gegroet dat Hij voortdurend tot ons spreekt!
Als we bidden, dan bidt God eigenlijk in ons, dan is Hij het die ons zegent en prijst en aanzet om te antwoorden...
We zijn in het evangelie al 42 generaties na koning David.
Het Paleis dat God toen van Koning David niet aanvaardde, wil Hij nog steeds niet! Een timmerwerkplaats van Jozef, dàt ligt God beter.
Jozef is uitgehuwelijkt. Zijn vrouw wordt overvallen door een engel, de engel Gabriël die haar direct wil geruststellen met de woorden: Wees gegroet Maria, vrees niet
'.
En Maria een eenvoudige vrouw in de straat, wordt overweldigd en stamelt: Mij geschiede naar uw woord.' Ze begrijpt het niet maar ze is vol overgave. Ze schept zich geen God naar haar eigen behoefte. Ze bouwt geen huis voor God... ze krijgt ook van God geen huis gebouwd... maar zij wórdt het huis van de Allerhoogste.
Haar overgave aan de Eeuwige maakt haar tot Zijn woning.
Wie kon er meer, en dieper, en intenser Jezus verwachten, Gods Zoon, dan Maria!
Dat is advent, God, op onze beurt, verwachten en welkom heten! Ja, zeggen wanneer Hij vraagt of Hij mag binnenkomen.
God verwelkomen doen we door Ja te zeggen aan wat de naastenliefde vraagt! Door een lieve moeder en een goede vader te zijn, maar ook een goede buurvrouw of buurman!
Ik moet er geen tekeningetje bijmaken hé, dat het winter is en de ijzel en sneeuw heel wat oudere mensen zonder brood en toespijs kunnen zetten. Hoe ouderen mensen niet meer in staat zijn om hun stoep sneeuwvrij te maken
Daar wil God komen wonen, waar we stil en ongedwongen heel veel voor elkander doen
God verwelkomen doen de bezielde leerkrachten, zoals we in het verhaal van Marianne mochten horen.
Wat hoop ik dat we God ook dit jaar niet in een verre stal aan de rand van de weide verwachten, maar dat wij ons helemaal klaarmaken om Hem in onze open warme armen te ontvangen, zodat Hij echt zichtbaar wordt rondom ons, zodat vele mensen Hem mogen leren kennen als Ik zal er zijn, Ik ben er voor jou
.
Daarom mogen de mannen van de voetbal, de mensen van Kras, van Leesweb en van de Dobbelsteen nooit opgeven zich zo te blijven inzetten voor al die kinderen
dikke Proficiat en Bedankt!
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|