Pasen A 2011 - Zondag 24 april 2011
Een woord kan zo oneindig veel betekenen. Met één woord kan je doden of leven geven.
Er zijn zo van die momenten of van die periodes in het leven waarop je je heel klein en kwetsbaar voelt. Alles zit tegen. Niemand houdt rekening met je. Je staat er overal alleen voor.
En dan is daar die stem die een verlossend woord spreekt. Het kan iets heel banaals zijn: iemand die gewoon vriendelijk vraagt of je een kop koffie wilt of die je vriendelijk gedag zegt op straat. Iemand ziet je, iemand vindt je blijkbaar de moeite waard. Ineens knapt er iets. Je voelt je vrij.
De knellende banden die je zo lang gevangen hebben gehouden, zijn ineens verdwenen.
Je voelt het leven weer stromen.
Misschien nog heel aarzelend,maar er gebeurt iets. Je hebt diep gezeten, heel diep. Je bevond je in het donker van een graf, geen spoor van licht te bekennen.
Maar het graf breekt open door dat ene woord, die uitgestoken hand, een blik vol liefde en begrip.
Dat is opstanding. Dat is Pasen.
Met Pasen is niet het belangrijkste de verrijzenis van het lichaam, maar dat mensen opstaan. Dat de dood niet het einde is. Pasen zegt tot ieder van ons: Er is altijd hoop, hoe duister het leven soms ook kan zijn... Er is altijd hoop!
Dit is geen goedkope boodschap van de kracht van positief denken of always look at the bright side of life. Nee, er is altijd hoop, omdat Jezus de dood heeft overwonnen. Natuurlijk, lijden en dood zullen nooit uit ons leven verdwijnen, maar Pasen heeft de bitterheid daarrond voorgoed weggenomen.
Er is altijd hoop.
Mensen kunnen elkaar doen opstaan. Jezus heeft in zijn leven al zovele mensen doen opstaan, hun waardigheid teruggegeven, hen opnieuw in de kring van de gemeenschap geplaatst. Jij hoort erbij met je verschrompelde hand! Jij die daar verlamd ligt, pak je bed en je leven weer op! Jij die door al die mannen hier veroordeeld wordt, ik veroordeel je niet!
Mensen mochten opstaan.
Ook wij zijn geroepen om elkaar te doen opstaan. Daarom was het van grote betekenis dat we in de veertigdagentijd de strijdkreet van de Burundezen als thema namen: Opstaan en doorgaan, opstaan en bevrijden, opstaan en leven!
Dan wordt het Pasen als we elkaar kunnen doen opstaan en herleven.
Daarom is het zo schrijnend dat we blijven geconfronteerd worden met verhalen over kerkverantwoordelijken die het tegenovergestelde deden, die kwetsbare kinderen misbruikten, die hun macht lieten spreken... Wat kan Pasen voor die zovele slachtoffers betekenen?
We kunnen maar hopen en bidden en er alles aan doen, opdat ook zij een woord van bevrijding en medeleven mogen horen. Dat zij gehoord worden en dat ook zij eens de kracht vinden om op te staan en in hun waardigheid hersteld te worden.
Naar hen en naar ons allen steekt Jezus zijn hand uit, zoals we het zien op de paasicoon: de steen ligt aan diggelen.
Jezus staat erboven en strekt zijn hand uit naar hen die nog in de diepte zitten.
Christus staat niet alleen op uit de dood. Hij neemt ons allemaal mee in zijn opstanding. Ieder jaar opnieuw als we de paaskaars aansteken, mogen wij weten dat God een nieuw begin met ons maakt.
De dood heeft geen blijvende macht meer. God zelf heeft de boeien van de dood verbroken.
Jezus is niet dood.
Hij leeft!
Zalig Pasen!
Met dank aan Liesbeth Verkade
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|