3de zondag jaar C 2007 (1 Kor 12, 12-30 en Luc. 4, 14-21) - 20 en 21 januari 2007
Vorige week hadden wij een eerste gebedsviering op zondag en ging het evangelie toevallig over Jezus eerste openbaar optreden. Vandaag mag ik als leek een homilie houden over Jezus allereerste predikatie in de synagoge van Nazaret. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Volgens het verhaal van Lucas brengt Jezus het er helemaal niet slecht van af. De reacties van de Nazareners zijn positief. Alle ogen zijn op Hem gevestigd. Ik zie ze al gniffelend mekaar aanstoten en fluisteren: kijk, dat is toch Jezus, de zoon van Mieke en van Jozef de timmerman.
Jezus leest een tekst uit Jesaja, geschreven in de ballingschap. We weten niet over wie het eigenlijk gaat dat vermeldt Jesaja niet maar Jezus merkt op: hé, dat stukje is op mij van toepassing! Hij herkent zichzelf in het gesprokene en neemt daarom ook spontaan de verklaring, de homilie, voor zijn rekening.
Misschien is dat wel wat een predikant moet doen: niet enkel de inhoud van een lezing vertalen naar de toehoorder van vandaag, maar zo mogelijk ín de tekst inkruipen en zeggen: wat raakt mij hier en waarom? Hoe voel ik mij aangesproken en wat wil ik hierover verder vertellen? Alleen op die mannier zullen de mensen ook door zijn woorden geraakt worden.
Jezus ontdekt dat Hij een taak te vervullen heeft, dat Hij een roeping heeft. Ook ik heb hier een taak, en misschien wel jullie allemaal.
Paulus vertelde ons vorige week in zijn brief aan de Korinthiërs, hoe alle kundigheden, alle taken door mensen opgenomen, eigenlijk gaven zijn van dezelfde Geest, die alles in allen tot stand brengt.
Vandaag gaat Paulus in de eerste lezing verder op dezelfde weg. Wij doen niet alleen alles in dezelfde Geest, wij vormen ook samen één lichaam, één team waarin ieder zijn eigen taak vervult.
Denk gewoon aan deze kerkdienst. Er is niet alleen de voorganger, die wordt bijgestaan door de lector. Maar de koster kwam al een half uurtje eerder om alles klaar te zetten, de lichten en de kaarsen aan te steken, de micros op te zetten, brood en wijn klaar te zetten en de misblaadjes klaar te leggen. De bloemenschikker was gisteren al aan het werk om een aantal bloemstukken te maken. En het parochiesecretariaat zorgde vorige week al voor het kopiëren van de misblaadjes, waarvan de tekst de week dáárvoor al werd samengesteld door één van de liturgiegroepjes. De organist of de muzikant kreeg vorige week al een misblaadje. Die zit al enkele dagen zijn partituren in te studeren. En gisteren werd ook al gezorgd dat vandaag de verwarming aan zou staan. Ook vandaag was er voor enkele mensen nog extra werk aan de winkel: vanmiddag zorgde weer iemand voor de nevendienst en waren weer enkele meisjes aanwezig voor de opvang van de jongste kindjes. Weet je dat bijna al deze mensen nog een apart seintje krijgen van het secretariaat?
Luister eens naar de mededelingen straks. Daar komen weer andere mensen ter sprake in verband met andere activiteiten die door onze gemeenschap gedragen worden: doopsel- en vormselcatechese, ziekenzorg, het voorbereiden van de lichtmisviering of de psalmenavond, door de mazen van het net en noem maar op. En vergeet niet de beurtrol van de mensen die straks na de viering de Lucaszaal, het Klokske of het SAC willen openhouden.
En misschien heb ik de voornaamste groep nog vergeten: dat zijn jullie allemaal! Want wat is een eucharistieviering zonder kerkgangers?
Hoewel de ene groep niet altijd weet wat de andere persoon precies doet of omgekeerd, zijn ze wel allemaal op mekaar ingesteld en van elkaar afhankelijk.
Al die mensen dragen hun steentje bij, leggen hun centje of briefje in de schaal, want koken kost geld.
Ben ik de predikant vergeten? Die heeft vandaag maar een kleine rol te vervullen: gewoon maar even op een rijtje zetten hoeveel mensen er hier, los van elkaar, aan hetzelfde doel werken: een levende gemeenschap in Christus.
Misschien wil ik vandaag alleen de spiegel zijn van Jezus woorden: de Geest van de Heer rust op mij. Hij heeft mij gezonden om aan iedereen de Blijde Boodschap te brengen, aan de kleinsten en de minsten het eerst. En ik ben blij dat ik er lang niet alleen voor sta. Amen.
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|