De leukste speeltijd ooit - Eerste lezing bij de wegwijzerviering
Vandaag mochten we op school heel de namiddag buiten spelen. Het was de langste en leukste speeltijd ooit. Het was nochtans slecht begonnen...
Omdat juf Lina verjaarde, was er een extra lange speeltijd. Ze had voor alle klassen een emmertje stoepkrijt meegebracht. Lena, Fatima en Arif tekenden een hinkelbaan.
Al snel kwamen anderen meedoen en dus hebben ze wel zeven hinkelbanen getekend. Daarvoor hadden ze veel plaats nodig.
Jeroen, Remko en de vaste kliek wilden knikkeren en met het stoepkrijt konden ze een heel terrein maken. Het was zo leuk dat hun terrein alsmaar groter werd. Ik deed mee met de basketballers. We hadden grote ploegen, dus we tekenden een groot veld. En toen is het mis gelopen.
Onze bal botste over het knikkerveld, de hinkelaars struikelden over de weggerolde knikkers en de wachtrij van de hinkelbaan stond vlak voor onze goal. Al snel waren we aan het roepen, trekken en duwen. De knikkers vlogen in het rond.
De directeur kwam buiten en zij keek heel boos. Iedereen was opeens muisstil.
Het was afgelopen met de lange speeltijd. Dat dachten we toch.
Maar juf Lina had een beter idee. Ze nam een stuk krijt en begon ook te tekenen.
Eerst begrepen we het niet zo goed, maar toen zagen we het. Ze tekende straten, poortjes, lijnen en trappen tussen de verschillende spelletjes. Ze verzon ook nog extra spelletjes en opdrachten. Het werd één grote Reis rond de Wereld.
Eerst hebben enkele kinderen nog mee getekend tot alles verbonden was met elkaar. Toen konden we vertrekken voor de Wereldreis op de speelplaats. Het was groot genoeg en er waren zoveel spelletjes en opdrachten onderweg zodat we allemaal tegelijk konden meedoen. Alle spelletjes apart waren al leuk, maar nu was het nog tien keer beter geworden.
Zelfs de juffen en de meesters kwamen meespelen. Ik zag dat de directeur knipoogde naar juf Lina en misschien moest ze wel een traantje wegpinken. 'We zijn één school, verbonden met mekaar.' Echt de leukste speeltijd ooit!
Hopelijk regent het niet vannacht... dan kunnen we morgen verder spelen.
Uit de liturgiemap 2021
Blijkbaar gevonden op: Bezinnen of vieren met kinderen Hand in hand zonder drempels. Uit het dagboek van Robby
De lezing van vandaag uit het Evangelie van Lucas bracht mij een beetje in de war.
Lucas vertelt over Johannes, de zoon van Zacharias en Elisabeth, die rondtrekt in de woestijn en mensen doopt in het water van de Jordaan.
"Beste mensen", roept Johannes, "bekeer je. Verander jullie manier van leven. En laat je dopen als teken daarvan. Dan zullen je zonden vergeven worden".
Zo doet Johannes wat de profeet Jesaja vroeger gezegd heeft: "Een stem roept in de woestijn: Maak de weg van de Heer in orde: maak de paden recht; vul elk dal op, maak elke berg en heuvel met de grond gelijk, maak de kronkelwegen recht, en de ruwe paden vlak. Alle mensen zullen zien dat God redding brengt.
"Maak de weg effen voor de Heer" is de oproep van Johannes de Doper. Eigenlijk zijn de mensen daar al eeuwen lang mee bezig: goede en rechte wegen bouwen tussen dorpen en steden, autosnelwegen tussen landen. Tunnels onder het water en bruggen tussen de bergen door.
Met de rivieren doen we hetzelfde: ook die maken we zo recht mogelijk. Alle bochten en kronkels eruit, zodat grote schepen snel en gemakkelijk kunnen doorvaren.
Maar dat is blijkbaar een probleem.
Vorige week zag ik op televisie een uitzending van "Wat houdt ons tegen?" waarin weervrouw Jill Peeters over het klimaat praat. Daarin kwam onder meer ter sprake dat we op zoek moeten gaan naar natuurlijke oplossingen.
De rivieren terug hun natuurlijke bedding geven. In de loop van de tijd hebben we alle bochten uit onze rivieren gehaald, om ze voor schepen beter bevaarbaar te maken. In plaats van al de natuurlijke kronkelingen langs heuvels en langs rivieren, hebben er bijna rechte kanalen van gemaakt.
Hetzelfde probleem hebben we met de wegen. Om ons snel en efficiënt van de ene naar de andere plaats te kunnen bewegen, zijn er kaarsrechte verbindingswegen aangelegd tussen onze dorpen en steden, plus loodrechte snelwegen met zo weinig mogelijk bochten. Maar iedere dag staan op al die snelle wegen de auto's urenlang in file aan te schuiven.
Zijn we eigenlijk wel goed bezig?
Wij waren misschien door Jesaja geïnspireerd. Maar we zijn, zeker volgens de klimaat-deskundigen, helemaal verkeerd bezig.
Ik was de weg kwijt en wist niet meer waar naartoe... tot ik de eerste lezing hoorde, over de kinderen op de speelplaats.
Wij deden regelmatig "telefonneke" of telefoontje, en we speelden dat op twee wijzen:
- Ofwel door in een kring te zitten en elkaars handen vast te nemen, terwijl er één persoon in het midden van de kring staat. Iemand uit de kring telefoneert naar iemand anders uit de kring en zegt: "Ik telefoneer naar...". Dan worden er kneepjes in de hand gegeven in de richting van de persoon waarnaar je telefoneert. Als de persoon in het midden de kneepjes gezien heeft, moet hij die aanwijzen en dan komt die persoon in het midden staan. Als het telefoontje is toegekomen, roept de persoon "aangekomen". Daarna mag die persoon 'bellen' naar iemand anders.
- Ofwel maakten we zelf een telefoon, uit twee conservenblikjes, met elkaar verbonden met een gespannen touwtje.
Eerst maakten we met een spijker een gaatje in de bodem van ieder blikje. Daar staken we een touwtje door en bonden dat, aan de binnenkant van de blikjes, vast aan de spijker.
Als nu twee personen elk een blikje pakken en het touw dat ertussen zit strak gespannen, dan kan je met elkaar praten.
Je hebt nu een bliktelefoon waar je echt door kunt praten. Terwijl de een spreekt kan de ander luisteren, en omgekeerd.
Plaats het blikje tegen je oor, en praat en luister om de beurt.
Maar opgelet: als het touwtje in kronkels ligt en niet gespannen is, dan zal het geluid niet van het ene naar het andere blikje gaan. Alleen als het touw gespannen is, kun je met elkaar praten.
Als wij de kronkels en knopen uit onze lijn halen, dan komen we wel tot een oplossing. Als wij luisteren terwijl de een spreekt en zelf spreken als de ander luistert, dan kunnen we echt praten. Want praten werkt
als de ander luistert.
Zie je Johannes daar in de woestijn? Hij roept ons op om beter naar elkaar te luisteren. Hij roept ons om terug met elkaar verbonden te zijn; hij roept om de bochten uit het touw weg te halen, zodat we mekaar beter verstaan.
Bijna alsof God, zoals bij de profeet Jesaja, zou zeggen: "hallo, Ik telefoneer naar jou! Maak het terug in orde met Mij!"
Dan zou jij kunnen antwoorden: "aangekomen!"