Negende zondag door het jaar A 2008 - 31 mei en 1 juni 2008
Eerste lezing: Romeinen 3, 21-28 Evangelie: Mattheus 7, 21-27
Mensen van Linkeroever hebben veel ervaring met het bouwen van een huis op de rots; beter gezegd met het bouwen van hun huis door het heien van palen tot op de vaste grond. De weinige huizen waarbij dat niet gebeurd is zijn allemaal gaan verzakken, door de tientallen meters opgespoten Scheldeslib waarmee de gronden jaren geleden werden opgehoogd. Jullie zullen zich zeker nog de diepe' vorm herinneren van de vloer in de zaal van het SAC. Het terras aan de voorkant helt ook zo af (en dat heeft niets te maken met de diepgaande gesprekken die er worden gehouden). Daarover heeft Mattheus het in het evangelie van vandaag. En wat dat gedeelte betreft, kunnen we hem nog goed volgen ook.
De zinnen die eraan voorafgaan, dat is een ander paar mouwen. Jezus gaat erin tekeer tegen mensen die Hem aanroepen (Heer, Heer) en zelfs tegen mensen die in zijn naam profetische woorden spreken, duivels uitdrijven of in zijn naam machtige daden verrichten. Ik ken jullie niet, zegt Jezus, jullie zijn overtreders van Gods wet. Allez, ik krijg hier als predikant meteen een dikke veeg uit de pan. Begrijpe wie het begrijpen kan.
En dan is er eerste lezing van vandaag, de brief van Paulus aan de Romeinen, de inwoners van Rome. Deze roemruchte brief, over de rechtvaardiging door het geloof, vormde in de tijd van Luther en Calvijn één van de speerpunten om hun protest tegen de kerk van Rome te verantwoorden. En dat juist nu wij deze zondagmiddag samen met onze protestantse geloofsgenoten willen gaan picknicken op het grasveld voor de kerk.
Aan de ene kant is er Mattheus die Jezus laat zeggen: als je er niks voor gedààn hebt, dan ken Ik je niet! Aan de andere Paulus die lijkt te zeggen dat we er niks voor moéten doen. Dat iedereen door God als rechtvaardige wordt aangenomen, omdat hij door zijn geloof in Christus Jezus werd verlost. Het lijkt wel een complete tegenstelling. Hoog tijd dus om alles even in het juiste daglicht te bekijken.
Beginnen we met de brief aan de Romeinen. Paulus schreef die brief speciaal aan de Romeinse burgers die, vanuit het heidendom, christen waren geworden. Hij schreef hun dat het helemaal niet nodig was zich aan de regels van de Joodse Wet te houden, zoals bijvoorbeeld de besnijdenis, de sabbat of de voedselwetten. Doordat Jezus zijn taak op aarde tot in de puntjes en helemaal tot op het einde volbracht heeft, zijn die wetten niet meer nodig, zijn de christenen nu vrij van de wet. In de tijd van Luther en Calvijn vormde de lezing natuurlijk een unieke gelegenheid om de christenen er op te wijzen dat alléén het geloof van tel was en niet de toenmalige regels van Rome. Denk in het bijzonder aan het betalen van aflaten om je hemel te verdienen, maar die in feite bedoeld waren om de bouw van peperdure kerken in Rome te financieren.
Maar dan nog lijkt het in tegenstelling met de tekst van het evangelie. In Hem geloven is niet genoeg. Wondere daden verrichten of duivels uitdrijven in zijn naam is niet genoeg. En in zijn naam profetische woorden spreken, helpt niet. Zolang jullie niet handelen naar de wil van zijn hemelse Vader, blijft Jezus rechtuit zeggen: Ik ken jullie niet. Jullie gaan in tegen de wet van God!
Wat is er dan mis met Pater Damiaan, die in Christus naam demonen verdreef en wondere daden verrichtte? Wat is er mis met Martin Luther King, die in Jezus naam profetische woorden sprak? Helemaal niets! De oplossing staat een regeltje eerder in het Mattheus evangelie: aan hun vruchten kunnen jullie hen herkennen.
Pater Damiaan heeft zeker wonderen verricht, maar heeft vooral zieke melaatsen verzorgd. Dominee King heeft inderdaad profetische woorden gesproken, maar is vooral met mensen op weg geweest. Ik mag hier staan preken zoveel ik wil. Maar zolang ik er niet naar hàndel, is mijn preken even zinloos al een onvervulde verkiezingsbelofte. Dan zal Jezus tegen mij zeggen: Ik ken je niet. Je gaat in tegen de wil van mijn hemelse Vader.
We kunnen het beschouwen als de muziek op een notenbalk. Er zijn een aantal regels waarop noten geschreven staan. Maar er staan ook noten tussen de regels. Ook die moeten we lezen. Zo niet krijgen we een schrale mi-sol-si-re toonladder.
De wetten of regels zijn belangrijk, ze geven een richting aan. Maar het belangrijkste is het geloof: de noten die op en tussen de regels staan. Zij vormen de melodie. Alleen zij maken dat er echt muziek in zit. Jullie zijn in de eerste plaats echte christenen, omdat jullie geloven. En al wie gelooft, zal juist daaruit de kracht putten om van zijn leven een mooi en aanstekelijk melodietje te maken. Amen.
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|