Beetje speciale zondag, die derde zondag van de advent.
Toen de liturgische kleuren de eeuwenoude tradities nog volgden, waren de gewaden en de altaarbekleding roze. Niet omdat er een meisje geboren was, maar omdat het paars van de advent, de kleur van inkeer en boete, al eventjes gemengd mocht worden met het wit van de kerstvreugde. En deze zondag had ook een speciale naam: "Gaudete". Dat betekent: "Verheug u!". Het verwijst natuurlijk naar het naderend Kerstfeest.
Maar ik kan me voorstellen dat vandaag sommigen denken: "Verheugen? Hallo! Corona. Inflatie. Huurprijzen. Waterbommen. Poetin. China. Ethiopië. Vluchtelingen. Assisenprocessen. Kibbelkabinetten. En dan komen ze vandaag af met Welzijnszorg! Armoede! Kommer en kwel alom."
Die botsing met de harde werkelijkheid raakt aan de kern van het christen zijn. Mijn geloof wil me de moed geven om die miserie, die de wereld soms schijnt te overspoelen, niet weg te moffelen, maar serieus te nemen. Tenslotte is ons teken het teken van het kruis. We kijken onze eigen gebreken en falen en dat van deze wereld in de ogen. En het lijden kan soms heel zwaar wegen in ons leven.
Maar als mijn geloof groot genoeg is, en dat is het soms helemaal niet, dan raakt de boodschap van het evangelie me, ondanks alles. Evangelie betekent: blijde boodschap. Verheug u. De macht van het kwaad is niet onoverwinnelijk, integendeel.
En dat geloof kan dan helpen om de glans van de overwinning te zien doorschemeren, zoals het wit van kerstmis vandaag al de horizon kleurt. Het is het roze van de dageraad dat we vandaag zien. Die ochtendschemering van een nieuwe schepping kunnen we in ons dagelijks leven al zien, en dat kan ons de moed geven om te blijven geloven. Het zijn die kleine, schijnbaar onbetekenende voorvallen, de goede daden die kleine mensen voor elkaar doen, en daar spreekt Johannes de Doper over vandaag. "Wat moeten wij doen?" Niets heldhaftigs dat ons in de geschiedenisboeken zal doen belanden. Gewoon: een eerlijk mens te zijn, in woord en daad.
Niet altijd makkelijk.
Want wij zijn niet perfect. We zijn soms bang, we zijn het soms beu, we verliezen ons geduld, we willen gerust gelaten worden.
Maar als we die woorden van Johannes horen, weten wij ook dat "degene die na hem komt" geduldig en zachtmoedig zal zijn. En dat hij onze onvolkomenheid voor lief neemt. Ook als wij vallen, zal hij ons helpen om terug op te staan. Dat is de bron van onze blijdschap: hij neemt ons voor lief zoals we zijn.
En samen zijn we op weg naar de dageraad van de nieuwe schepping, die we achter donkere wolken al zien oplichten.