--- Zorgvuldig zoeken ---
We hebben het allemaal thuis al wel eens meegemaakt. We hadden iets mooi en keurig weggelegd, op de voorziene plaats en we vinden het niet meer terug. Wie heeft dat weggenomen of verkeerd gelegd? Alleen zorgvuldig zoeken, overal, ook op de minst voor de hand liggende plaatsen, kan uitkomst bieden.
Erger is het als het gaat om een kostbaar of onmisbaar voorwerp. Iets wat veel waard is of een speciale betekenis heeft. Zoals die vrouw in het evangelie, die een zilverstuk kwijt was. En nog erger was het voor die herder. Die miste een schaap, een levend wezen, voor hem onmisbaar in zijn kudde. Natuurlijk gaat die overal zoeken, zorgvuldig zoeken, urenlang.
Je komt wel eens een flyer tegen waarin iemand vraagt uit te kijken naar een verdwaalde hond of een verloren gelopen kat. Voor die mensen is zo een dier soms van levensbelang.
En nog veel erger is het wanneer het gaat om kinderen die spoorloos zijn. Twintig jaar is het geleden dat in ons land de zaak Dutroux losbarstte. De meesten onder ons herinneren het zich nog heel goed. Hoe hij werd opgepakt en meteen een nooit geziene volkswoede ontketende. Twee meisjes die door hem waren ontvoerd, werden levend teruggevonden. Voor vier anderen was het helaas onherroepelijk te laat.
Naar die meisjes was vele weken, maanden, zelfs jaren gezocht. En het was echt wel zorgvuldig zoeken. Tientallen, honderden vrijwilligers werden bereid gevonden om diverse terreinen te onderzoeken en uit te kammen. Met man en macht werd er onverdroten gezocht en gespeurd. Uiteindelijk tevergeefs. Want het spreekwoord luidt dan wel: wie zoekt die vindt. Maar dat klopt helaas niet altijd, ook al wilde men het niet opgeven.
Dat de ouders en nabestaanden, de familieleden en vrienden van de betrokken meisjes het nooit opgaven is logisch. Maar vele mensen bleven zoeken, ook zij die er niet echt bij betrokken waren. En ook al heeft het niet gebaat, op de een of andere manier waren die zoekacties toch hoopgevend.
Even terug naar die herder die op zoek gaat naar dat ene schaap dat verloren gelopen is. Eentje uit de kudde van honderd. Wie geen herder is of er geen affiniteit mee heeft, zegt misschien: ach, één schaap uit de honderd dat je kwijt bent, zo erg is dat toch ook weer niet. Je hebt er nog 99 gezonde over en dat eentje kun je toch wel vervangen.
Maar die herder redeneert zo niet. En Jezus blijkbaar ook niet. Hij vraagt dat we niet alleen zorgen voor de 99 die braaf bij de kudde blijven, maar ook voor dat eentje dat verdwaald is. Of misschien wel gewoon weggelopen. Misschien wel opzettelijk, omdat het zich niet thuis voelde in de kudde. Het wilde misschien in eerste instantie niet gezocht en gevonden worden. En dan doet het uiteindelijk allicht deugd dat die herder het op zijn sterke schouders neemt en terug naar de kudde draagt.
Waar het tenslotte thuis hoort.
We hebben daar trouwens beelden voor, ook in onze taal en die beelden komen ook al uit de Bijbel. We noemen zo iemand het zwarte schaap. De kleur geeft aan dat hij er niet bij hoort. Of we spreken over een zondebok, iemand op wie we de problemen van de kudde kunnen afwentelen en die we voor alle fouten van de anderen kunnen laten boeten.
Wij durven die honderdste wel eens aan zijn lot overlaten. Die leerling in de klas die niet goed meekan en er dan maar stilletjes bij zit. Die nooit gevraagd wordt op een feestje en met wie niemand in de groep wil meewerken. Die jongen die in de jeugdbeweging altijd vervelend doet en de boel op stelten zet. Die collega op het werk die er de kantjes afloopt of geregeld te laat komt.
We zijn gemakkelijk content als die 99 anderen meewillen. Ook onze maatschappij heeft vaak te weinig oog voor dat honderdste schaap. Ook al is dat niet het meest sympathieke, niet het vrolijkste schaap. Ook al is hij of zij aan de drank, gebruikt hij drugs of komt hij als vluchteling uit een ander land met een andere cultuur en andere gebruiken.
We kunnen hier moeilijk anders dan denken aan Jordy, de achttienjarige jongen die eenzaam stierf in een tentje in de Blaarmeersen in Gent. Hij stierf helemaal alleen, waarschijnlijk van honger en ontbering. Hoe kan zoiets in deze tijd, in deze maatschappij? Er wordt nochtans heel wat gedaan om jongeren in probleemsituaties te helpen en op te vangen. Zowel door de overheid als door vrijwilligers met allerlei privé-initiatieven.
Maar Jordy was het honderdste schaap en voor hem was dus geen gepaste, geen geëigende oplossing of begeleiding. Hij hoorde blijkbaar op geen enkele manier nog bij de kudde. Het heeft weinig zin hierbij te gaan zoeken naar schuldigen. Maar laten wij als christenen toch die boodschap van Jezus ter harte nemen. Het is goed te zorgen voor de 99 schapen. Maar ook het honderdste heeft een herder nodig. Een herder die uitmunt in zorgvuldig zoeken.
Ook als dat schaap zelf misschien liever niet gezocht wordt