Openbaring van de Heer A 2011 - Zaterdag 1 en zondag 2 januari 2011
Ze wisten van toeten, daar in Jeruzalem.
Komen daar mensen uit het Oosten en die stellen een paar lastige vragen. Heel Jeruzalem, de koning voorop, ongerust. Nochtans hadden ze het kunnen weten. Het antwoord stond in hun heilige boeken.
Maar blijkbaar was men daar toen niet zo mee bezig. Waar ze wel mee bezig waren, dat vertelt Mattheus niet.
Het is wel duidelijk waarom hij die mensen uit het Oosten wijzen noemt. Die weten waar het op aan komt, en zij hadden oog voor het licht dat in de nacht was opgegaan. Het is ook geen toeval dat hij die mensen uit een ander land laat komen.
Van in het begin van zijn evangelie wil Mattheus, die voor zover we iets over hem weten, zelf een gelovige Jood was, duidelijk maken, dat het niet voldoende is om Jood, een lichamelijke afstammeling van Abraham te zijn.
De échte erfgenamen van Abraham zijn de mensen die open staan Gods aanwezigheid in deze wereld. Die zien het licht in de duisternis. En Jood of heiden zijn, vreemdeling of autochtoon, daar komt het helemaal niet op aan.
Daarom ook dat in het verhaal van Mattheus die ster boven Jeruzalem verdwijnt. Jeruzalem is de plek van het ongeloof. Als de wijzen hun gelovige tocht verder zetten, is ook de ster weer daar.
Een toehoorder in de Oudheid zag er misschien nog meer in: de ster was toen ook een symbool van macht, koningen en heersers geloofden dat zij onder een goede ster geboren waren.
Deze ster staat boven een kindje, en wie met de juiste ogen kijkt, herkent in dat kind de herder en leidsman over wie Jesaja het in de eerste lezing heeft. Niet iedereen ziet dit: dit geheim wordt geopenbaard aan eenvoudigen en wijzen en dat is misschien hetzelfde...
De zondag van vandaag heeft de naam Openbaring des Heren.
In onze westerse kerk passeert die zondag een beetje kwansuis, een evangelie zoals er veel zijn, denken we misschien. Maar in de oosterse kerk is dit feest zo mogelijk belangrijker dan Kerstmis: zij vieren het openbaar worden van de werkelijke betekenis van Jezus. Het is tenslotte niet voldoende dat Jezus geboren wordt, en onder ons leeft, hij moet ook herkend en erkend worden.
In ons volksgeloof zoals men dat noemt, is dit verhaal over de herkenning van Jezus wel een belangrijke rol is blijven spelen.
Ja, ik heb het over de drie koningen. En niet alleen kinderen, maar ook grote mensen, verkleden zich deze dagen en gaan op pad. Ik weet het wel, ze zingen om snoep te krijgen, of centjes, of een borrel.
Maar achter die eeuwenoude traditie zit meer dan folklore. Daar zit het geloof in, dat wat in het evangelie verteld wordt, in ons heel gewone leven van elke dag gebeurt. Het verhaal over de openbaring van de Jezus werkt in twee richtingen.
Jezus wordt geopenbaard aan wie in hem wil geloven.
Zo wordt ook geopenbaard wie elke mens in het diepste van zichzelf is. Door God zijn wij geroepen om koningen te zijn. Door God worden we opgeroepen om eerbied te hebben voor elkaar. De schijn kan helemaal anders zijn: een kind van arme ouders, in armoede verwekt en geboren: de zoon van God?
Laat me niet lachen, zei Herodes. Een gewone mens, met gebreken, met fouten, die mens naast ons, in huis, of op de hoek van de straat, iemand om te eerbiedigen en te huldigden? Dat is teveel gevraagd, zegt het gezond verstand.
Ik denk soms dat het evangelie niet af was, toen de laatste evangelist zijn ganzenveer neerlegde. Onder andere Felix Timmermans schreef het verder, in En waar de sterre bleef stille staan.
Pitje Vogel, Suskewiet en Schrobberbeeck zijn personages uit het evangelie. Die clochards en zatlappen, zij vinden het kindeke Jezus.
Die mannen met hun snotneuzen openbaren zich als de échte drie koningen, als de wijzen van hart. En zoals de wijzen Jezus herkennen, zo herkent het kindje ook wie die zwervers zijn.
Voor hen is hij gekomen, zij zijn hem evenveel waard als al diegenen die in mooie paleizen wonen.
Er loopt op dit ogenblik een film over dat toneelstuk van Timmermans. En de acteurs zijn allemaal gehandicapten.
De regisseur kon geen betere keuze doen.
Als wij echt willen geloven, dan proberen wij ook naar elkaar, naar ieder van ons, ook naar de minsten en de waardelozen te zien met de blik van Jezus. Die blik openbaart ons de koninklijke waardigheid die de Vader ieder mens gegeven heeft.
Kunnen wij dan bij het begin van het nieuwe jaar een beter voornemen maken dan dat wij voor ieder mens op onze weg willen zijn als de wijzen uit het Oosten: dat wij hem hulde brengen, en onze schatten voor haar of hem te voorschijn halen.
Want op het einde van ditzelfde Matteusevangelie zal staan: wat je voor de minste van de mijnen doet, heb je voor mij gedaan.
Gelukkig Nieuwjaar!
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|