 Dat 60 een bijzonder getal is, wisten de Babyloniërs al. Ze rekenden in een talstelsel met basis 60. De reden hiervoor is wellicht dat 60 het kleinste getal is dat deelbaar is door 1, 2, 3, 4, 5 en 6. Bovendien is 60 het kleinste getal met 12 delers. Het feit dat 1 uur ingedeeld is in 60 minuten en 1 minuut in 60 seconden en dat we rekenen met zestigdelige graden hebben we hieraan te danken.

60 heeft echter ook iets speciaals te maken met priemgetallen.
60 is op 6 verschillende manieren de som van twee priemgetallen: 7 + 53 13 + 47 17 + 43 19 + 41 23 + 37 29 + 31 (een priemtweeling!).
60 = (11 + 13) + (17 + 19) dit is de som van 4 opeenvolgende priemgetallen en twee priemtweelingen.
60 is op 12 verschillende manieren het gemiddelde van twee priemgetallen: 7 en 113, 11 en 109, 13 en 107, 17 en 103, 19 en 101, 23 en 97, 31 en 89, 37 en 83, 41 en 79, 47 en 73, 53 en 67, 59 en 61 (een priemtweeling die 60 insluit).

Een 60 heeft ook iets te maken met Pythagorese drietallen: 29 + 31 = 60 1/29 + 1/31 = 60/899 en 60² + 899² = 901²
60 ligt tussen 59 en 61 1/59 + 1/61 = 120/3599 en 120² + 3599² = 3601².
De veralgemening van deze eigenschap kan je ontdekken in de bijlage.

En kan je door de cijfers 1, 9, 5 en 3 van mijn geboortejaar precies één keer te gebruiken en met behulp van de hoofdbewerkingen + en x het getal 60 vormen?
Bijlagen: Bewijs eigenschap Pythagorese drietallen.pdf (154 KB)
26-07-2013 om 00:00
geschreven door Luc Gheysens 
|