Onderwijs. Taalrelativisme in Vlaanderen en Vlaams onderwijs
Taalrelativisme in Vlaanderen en in Vlaams onderwijs
'Goed taalonderwijs kan ook zonder standaardtaal volgens taalrelativisten en tal van sociolinguïsten
De sociolinguïst Jan Blommaert relativeert ten zeerste het belang van de standaardtaal. Hij schreef: "Om het even scherp te stellen: de standaardvariant heeft geen intrinsieke taalkundige meerwaarde, het is dus geen betere of rijkere taal. De meerwaarde is puur sociaal en heeft te maken met wat we taal-ideologie noemen: sociaal gewortelde ideeën inbeeldingen dus die ons doen denken dat de ene taalvariant beter is dan de andere, en die ons naar die ingebeelde betere variant doen oriënteren in ons taalgedrag."
Eén van de meest relativistische taalbetogen van de voorbije jaren was ook dit van ex-leerplanvoorzitter Ides Callebaut in Wat doen we met ons taalonderwijs als er geen taalonderwijs meer is?' (School- en klaspraktijk, nr. 199, 2009). Callebaut prijst de visie van Joop Van der Horst in het boek Het einde van de standaardtaal en poneert zelfs: ook zonder de standaardtaal is goed taalonderwijs mogelijk. De taaldidactiek, de eindtermen en de leerplannen evolueren volgens de ex-leerplanvoorzitter al lange tijd in de richting van de nieuwe visie.
Callebaut schrijft dat het moedertaalonderwijs terug moet naar de idyllische situatie vóór de introductie van de standaardtaal: Als er geen standaardtaal meer is,krijgen we onze taal terug zoals die al die jaren van de mensheid geweest is, uitgezonderd de enkele eeuwen van de artificiële standaardtalen. Taal wordt dan het middel om in woorden onze eigen wereld op te bouwen en om met anderen te communiceren. We gebruiken dan taal om banden met andere mensen nauwer aan te halen. Als we afstand nemen van het gekunsteld Standaardnederlands en taalonderwijs, dan belanden we in een communicatief aards paradijs. De ex-leerplanvoorzitter spreekt zich vernietigend uit over het klassieke taalonderwijs en over de leerkrachten die de vernieuwing niet volgen, maar zijn alternatief klinkt holler en zweviger dan ooit.
In navolging van sociolinguïsten als Jaspers, Blommaert en Van Avermaet poneert ook Callebaut dat het Standaardnederlands niet langer meer een paspoort voor sociale vooruitgang is. De Antwerpse sociolinguïst Jürgen Jaspers drukt dit zo uit: Ook een succesvolle (school)loopbaan blijkt niet noodzakelijk in het AN te verlopen. Elk jaar lopen duizenden nieuwe studenten de universiteit binnen met taalcompetenties die vaak ver liggen van het AN. De kennis en vaardigheden van deze studenten zijn dus geenszins afhankelijk van een vaardigheid in het AN. Heel veel zogenaamd slechte, want dialectische sprekers, oefenen hoogkwalitatieve jobs uit in Vlaanderen. De reële sociale mobiliteit verloopt helemaal niet langs (standaard) talige paden.
Jaspers, Van Avermaet, Blommaert, Callebaut, Agirdag... beweren nu zelfs dat de grote aandacht voor het Standaardnederlands veel Vlaamse en allochtone leerlingen discrimineert. Dit is ook de basisstelling in het recente boek van Ico Maly: De beschavingsmachine. Wij en de islam, EPO, 2009.
Onderwijs. Ook Orhan Agirdag besteelt kansarme & anderstalige leerlingen
Wie besteelt kansarme en anderstalige kinderen? In elk geval de taalachterstandsnegationist Agirdag! Reactie op zijn bijdrage in Knack.
De socioloog Orhan Agirdag neemt het in zijn kritiek op minister Crevits op de website van Knack zogezegd op voor de onderwijsproblemen van kansarme leerlingen. Maar uitgerekend Agirdag bestrijdt als radicale taalachterstandsnegationist al vele jaren de invoering van intensief NT2-onderwijs, een van de belangrijkste maatregelen om anderst...alige en taalarme leerlingen meer onderwijskansen te bieden.
Hij bestempelde zelfs de pleidooien voor het aanleren van het Nederlands en voor intensief NT2 als taalracisme en als diefstal. Hij schreef Het hoogtepunt van taalracisme is de ongegronde overtuiging dat het gebruik en kennis van witte talen superieur zijn aan het gebruik en kennis van zwarte talen. In tijden waar het biologisch racisme alle politieke geloofwaardigheid heeft verloren, bedient de uitsluitingspolitiek zich uitvoerig van het taalracisme ( In: Taalbadmodel van Bart De Wever is diefstal, De Wereld Morgen, 25.06.13).
Niet minder dan 21 universitaire taalachterstandsnegationisten verspreidden in 2009 een petitie opgesteld door Orhan Agirdag met als titel: Gok Van Pascal: mythes over taalachterstand en onderwijs (De Morgen, 30.10.2009). De ondertekenaars - sociologen van UGent, HIVA-Leuven en UA, medewerkers van GOK-steunpunten, neerlandici ... gingen niet akkoord met de stelling dat veel anderstalige leerlingen een grote taalachterstand hebben en onder meer omwille hiervan opvallend minder presteren. Een taalbad/intensief NT2 haalt volgens de vele taalachterstandsnegationisten niets uit en is zelfs heel nefast.
Ook volgens zijn geestesgenoot Ico Maly (Kif Kif) wordt het pleidooi voor het aanleren van het Nederlands op school enkel gebruikt om te discrimineren. Dergelijke uitspraken lokten terecht veel verontwaardiging uit bij leerkrachten en bij veel burgers. Eddy Bonte (Hogeschool Gent) repliceerde destijds zo op de taalachterstandsnegationisten : De waarheid luidt dat het valse discours van Ico Maly, Jan Blommaert e.a. invloedrijke allochtonen er ook toe aanzet de kennis van het Nederlands te contesteren en zo de derde en binnenkort de vierde generatie verder het getto zal induwen. In een aantal landen is het vanzelfsprekend dat anderstalige kinderen zo vlug mogelijk de nieuwe landstaal leren spreken en dat daarvoor aangepast taalonderwijs vanaf de eerste dag van de kleuterschool nodig is. In Vlaanderen is er hier jammer genoeg geen consensus over en wordt intensief NT2-onderwijs door veel academische weldenkenden als nutteloos bestempeld en zelfs als discriminatie en taalracisme.
In de opiniebijdrage Hou
op met dat gekir over Vlaams stelt Geert Van Istendael vandaag in De Standaard:
Het Nederlands is een huis met vele
kamers. We moeten de verschillen van die kamers omarmen, maar begrijpen dat er
een gemeenschappelijk dak op hoort. Van Istendael pleit niet voor taalpurisme,
maar wel voor voor meer aandacht voor keurig taalgebruik en tegen de aansporing
om steeds meer het taalgebruik te laten afwijken van het AN. Hij zal het ook wel niet eens zijn met de
reactie van de Leuvense neerlandicus Johan De Schryver die poneerde :Als zelfs
beroeps-taalgebruikers op het Noord-Nederlands gebaseerde taalregeltjes
negeren, dan is het tijdverlies die (taalregeltjes) nog langer aan te leren in
het onderwijs. Hij zal het nog minder eens zijn met de relativistische
taalvisie die zelfs door bepaalde opstellers van leerplannen Nederlands
gepropageerd wordt; en die prof. Jan Blommaert
als volgt verwoordde: "Om dit even scherp te stellen: de standaardvariant
heeft geen intrinsieke taalkundige meerwaarde, het is dus geen betere of
rijkere taal. De meer waarde is puur sociaal en heeft te maken met wat we
taal-ideologie noemen: sociaal gewortelde ideeën inbeeldingen dus die ons
doen denken dat de ene taalvariant beter is dan de andere, en die ons naar
die ingebeelde betere variant doen oriënteren in ons taalgedrag."
Veelzeggend is ook dat onder het vurig AN-pleidooi van Geert Van Istendael een opiniebijdrage staat van de Gentse
neerlandicus Steven Delarue die op zijn manier het gebruik van AN in klas
relativeert en de indruk wekt dat het enkel om een symbolische strijd gaat.