Inhoud blog
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Inspectie in Engeland kiest ander spoor dan in VlaanderenI Klemtoon op kernopdracht i.p.v. 1001 wollige ROK-criteria!
  • Meer lln met ernstige gedragsproblemen in l.o. -Verraste en verontwaardigde beleidsmakers Crevits (CD&V) & Steve Vandenberghe (So.a) ... wassen handen in onschuld en pakken uit met ingrepen die geen oplossing bieden!
  • Schorsing probleemleerlingen in lager onderwijs: verraste en verontwaardigde beleidsmakers wassen handen in onschuld en pakken uit met niet-effective maatregelen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Onderwijskrant Vlaanderen
    Vernieuwen: ja, maar in continuïteit!
    03-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwe inspectie 2.0 op basis van IKZ en duizelingwekkend referentiekader onderwijskwaliteit

    Nieuwe inspectie 2.0 op basis van IKZ en duizelingwekkend referentiekader onderwijskwaliteit – overbevraging van de school als een soort ‘total institution’ en veel extra werk- en planlast, ten koste ook van de echte kwaliteits- en niveaubewaking.  

    1.       Onderwijsinpectie 2.0 : doorlichting van IKZ van elke school, soort meta-evaluatie

    Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits: “Vanaf januari 2018 houden we de onderwijsinspectie 2.0 boven de doopvont. De vernieuwde onderwijsinspectie wordt meer dan ooit de partner van onderwijs- en CLB-teams Alles vertrekt vanuit een breed gedragen referentiekader over wat kwaliteitsvol onderwijs is en het globale kwaliteitsbeleid van onderwijsinstellingen. Vertrouwen is daarbij een sleutelwoord.” De klemtoom zal voortaan liggen op doorlichting van de ‘interne kwaliteitszorg’ van de school. De inspectie moet vooral nagaan of de school voldoende aandacht  besteed aan interne kwaliteitszorg en kan aantonen dat dit de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt; een soort meta-evaluatie dus. Men zal dus focussen op de verantwoordelijkheid van de school voor de eigen kwaliteit.

    2.       IKZ: controversiële , wollige  en tijdrovende zaak

    Wat IKZ voor een school betekent is nog steeds niet echt duidelijk. Het kan vele richtingen uitgaan.  IKZ  werd destijds als een wondermiddel voor het bedrijfsleven en later ook voor het onderwijs voorgesteld. Men verwees hierbij naar het succes van IKZ in het Japanse bedrijfsleven. Maar jaren later bleek dat de Japanse bedrijven toch allesbehalve effectief en productief functioneerden. 

    In een bijdrage over ‘kwaliteitszorg in het onderwijs’ (2000) schreef de toenmalige inspecteur-generaal Peter Michielsen:”  In de toekomst zal de inspectie wel meer en meer rekening houden met wat er op het vlak van evaluatie en interne kwaliteitszorg gebeurt. Wat de scholen zelf hebben geëvalueerd moeten wij immers niet meer doen. We moeten dan alleen controleren of het evaluatiesysteem deugdelijk is," aldus Michielsens. Een schooldirectie kan trouwens zelf beslissen om binnen de enveloppe werkingsmiddelen bijvoorbeeld 10 uren vrij te maken voor een kwaliteitscoördinator, in plaats van die uren te besteden aan kleinere klassen." De inspectie nieuwe stijl , inspectie 2.0, zou nu vanaf volgend schooljaar resoluut dit systeem toepassen.  …

    Hoe een basisschool of een secundaire school de interne kwaliteitszorg moet organiseren wordt nergens geconcretiseerd. Er wordt wel verwezen naar het ROK (Referentiekader Onderwijskwaliteit),  een duizelingwekkende opsomming van de vele taken van het onderwijs waarbij de school opgevat wordt als een total institution (zie artikel hier over in bijlage).

    Uit het verhaal van Michielsens bleek verder dat ook hij in 2000 niet goed wist wat IKZ voor een inhield. Michielsens  “Midden de jaren '90, ter gelegenheid van de schaalvergroting van het hoger onderwijs, begon de filosofie te overheersen dat de scholen zelf verantwoordelijkheid moesten nemen op het vlak van kwaliteitszorg. "Vanaf dan zag je ook dat consultantsorganisaties gespecialiseerd in IKZ, voor het onderwijs belangstelling begonnen te tonen. Zo ontwierp een projectgroep samen met hogeschooldirecties een kwaliteitsevaluatiesysteem (Proza)voor onderwijs, gebaseerd op het EFQM-model. …” Zelf hebben we enkel maar negatieve ervaringen met het IKZ-systeem dat onze lerarenopleiding rond 2000 werd opgedrongen: 2.000 PROZA-indicatoren die jaarlijks beoordeeld moeten worden op een 5-puntenschaal en waarbij in principe die score jaarlijks zou moeten verhogen. Veel hogescholen stopten hier veel energie in, maar achteraf bleek dat de PROZA-IKZ niet rendeerde, al te veel energie vergde en enkel maar veel werk- en planlast opleverde.

    In de recente documenten over de nieuwe aanpak wordt ook nergens duidelijk wat IKZ concreet betekent, welke instrumenten de school moet gebruiken, hoeveel tijd hierin geïnvesteerd moet worden,  of de aanpak in het basisonderwijs dezelfde moet zijn dan die in het secundair, enz. De overheid en inspectie beweert ook geregeld dat ook het schoolbestuur verantwoordelijk is voor de kwaliteitsbewaking. Maar de schoolbesturen werden nog niet ingelicht over de nakende invoering van de (R)OK-doorlichting; ze werden uiteraard ook niet geraadpleegd.

    Inspecteur-generaal Michielsens pleitte in 2000 wel voor die ‘nieuwe inspectie’, maar wist  ook niet welk IKZ-model bruikbaar is voor scholen. Hij stelde: “Kwaliteitsmodellen EFQM die voor profit-organisaties werden ontwikkeld zijn volgens Peter Michielsens niet klakkeloos over te nemen. "Er is zeker een vertaalslag nodig. Want we mogen absoluut de eigenheid van het onderwijs niet vergeten, de eigen doelstellingen. Daardoor is ook de resultaatmeting helemaal anders. Want het verwachtingspatroon van ouders over een school kan sterk uiteenlopen. Het ene ouderpaar kan de best mogelijke voorbereiding op de hogeschool verwachten, het andere kan van de school verwachten dat hun kind er gelukkig is. Of dezelfde ouders kunnen voor verschillende van hun kinderen andere verwachtingen koesteren. "Peter Michielsens ziet in de toekomst IKZ dieper doorgroeien in het onderwijs, met ook kwaliteitshandboeken, procedures.”  We merken dus dat de inspecteur-generaal niet precies wist wat IKZ voor een school betekent en dat hij tegelijk zich ook wel bewust was van de complexiteit zoals de uiteenlopende verwachtingen van de stakeholders. 

    We vrezen dat de brede en tegelijk wollige IKZ-opdracht die de scholen nu opgelegd wordt tot een gevoelige verhoging van de werk- en planlast zal leiden. Zo stelde inspecteur Michielsens: “Een schooldirectie kan b.v. zelf beslissen om binnen de enveloppe  bijvoorbeeld 10 uren vrij te maken voor een kwaliteitscoördinator.” Omdat het Referentiekader Onderwijskwaliteit (ROK) veel te veel verwacht van de school en de school beschouwt als een total institution (zie artikel in bijlage), zal de IKZ-opdracht een zware belasting betekenen.  Het grote aantal kwaliteitscriteria in het ROK roept nare herinneringen op omtrent het omvangrijke PROZA-referentiekader waarmee we destijds in de lerarenopleiding moesten werken.   En tussen de lijnen wordt in het ROK ook subtiel een visie op het hoe van het onderwijs opgedrongen.  Er wordt geen rekening gehouden met de scherpe kritiek op de huidige inspectie ( zie punt 3).

    3.       Geen rekening gehouden met scherpe kritiek - ook vanwege Rekenhof, nog minder controle leerresultaten 

    Minister Crevits, de inspectie, en vele anderen verwachten dus veel heil van de nieuwe doorlichting vanaf september 2018.  Zelf zijn we er veel minder gerust in.  We wezen al op de sterke toename van de werk-en planlast die zo’n IKZ zal meebrengen, e.d. We merken verder ook dat bij de hervorming geen rekening gehouden werd met de scherpe kritiek op de inspectie zoals die ook in de Rekenhof-audit van 199 geformuleerd en bevestigd werd. De grote kritiek sinds 1991 was precies dat de inspectie haar specifieke decretale opdracht,   ‘de controle van de output, van de  leerresultaten en  de leerwinst’ verwaarloosde;  en  vooral en ten onrechte  focuste op de (subjectieve) beoordeling van het pedagogisch leerproces. Ook in de Rekenhof-audit van 2011 stond die kritiek centraal.   Het Rekenhof stelde: “De doorlichtingsverslagen rapporteren weinig over de output en effectiviteit van de scholen. Er is geen of hoogstens een zeer beperkte directe meting van output. De doorlichtingsverslagen en de Onderwijsspiegels leveren geen globaal beeld op van de resultaten van de leerlingen.”  We kunnen er niet uit afleiden hoe het gesteld is met de leerprestaties binnen de afzonderlijke scholen en binnen het Vlaams onderwijs in het algemeen.  Het Rekenhof  betreurt verder “dat de inspectie zich te veel op de processen richt, waarvoor zij niet altijd bevoegd is en waarvoor overigens ook weinig (objectieve) normen bestaan.”  Zo luidde steevast de (proces)kritiek in de inspectierapporten dat de leerkrachten te veel aandacht besteedden aan directe/expliciete instructie en te weinig  aan constructivistische en competentiegerichte aanpakken. PISA-2015 wees echter eens te meer uit dat landen die meer aandacht besteden aan directe instructie de hoogste PISA-scores behaalden.

     In teksten over de nieuwe inspectie krijg je geenszins de indruk dat de inspectie zich in de toekomst minder zal inlaten met de beoordeling van het leerproces en dat ze meer aandacht zal besteden aan haar kernopdracht: de product- of outputcontrole. Integendeel.  De ROK-criteria zijn praktisch alle proces-criteria.

    In de mededeling van de nieuwe inspectie vanwege minister Crevits (zie bijlage) en in  uitspraken van inspecteurs in de commissie onderwijs van donderdag j.l. bleek  geenszins dat voortaan de product-controle, de controle van de leerresultaten  centraal zal staan. In het recent inspectierapport dat in de commissie onderwijs op donderdag 1 juni ter sprake kwam,  bleek overigens dat de inspectie i.v.m. Frans in de derde graad s.o. geen uitspraken deed over de output, de resultaten, maar enkel over de gehanteerde methodiek, over het feit dat de (eenzijdige) communicatieve aanpak onvoldoende gehanteerd werd.  Er werd ook  geen rekening gehouden met de eindtermen-evaluatie.  Zo namen de twee inspecteurs het kwalijk dat nog veel leerkrachten systematisch aandacht besteden aan de vervoeging van de werkwoorden avoir, être en aan de geschreven taal in het algemeen. Woordenschat, grammatica  mogen volgens de inspectie enkel sporadisch  en geïntegreerd aan bod komen.  En dus mogen woordenschat, de vervoeging van het werkwoord ‘manger’ enkel maar  aan bod komen binnen communicatieve interactie-activiteiten waarbij de leerlingen iets zeggen over eten en drinken.  Dus geen systematische woordenschat,  vervoegingen als  je suis, tu es, il est … Gelukkig wees een lid van de commissie onderwijs er op dat de slinger in het taalonderwijs blijkbaar is doorgeslagen en dat taal  ook inhoudelijke bagage vereist.

    In Onderwijskrant nr. 181 (mei 2017) besteedden we een bijdrage aan de nieuwe inspectie die voortaan gebaseerd zal worden op het zgn. ROK -Referentiekader voor OnderwijsKwaliteit (zie bijlage.)

    ----------------------------------------------------------------------------------------------------------

    Duizelingwekkend  Referentiekader voor OnderwijsKwaliteit: te lang & zwaar ROK/JUK                                                                            -vooral ook voor de nieuwe doorlichting van de almachtige en totalitaire school . Nog minder output-controle. 

     Onderwijskrant 181 (april-mei-juni 2017)

    1.       ROK en overbevraging van scholen

    Op 5 februari 2015 gaf Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits aan de onderwijsinspectie de opdracht om met belanghebbenden een Referentiekader voor OnderwijsKwaliteit (ROK) uit te werken. Bij de uitwerking van het referentiekader vroeg de minister om vertegenwoordigers te betrekken van onderwijskoepels en het GO!, begeleidingsdiensten, vakbonden ,leraren en andere onderwijspartners. In september j.l. werd het refentiekader gepubliceerd. 

    We krijgen geenszins de indruk dat het ROK  tegemoet komt aan de vele kritiek op de huidige overbevraging van de school en van de leerkrachten, en aan de vele klachten over de al te grote plan- en werklast. Integendeel. De taak van de school wordt nog verbreed; en de indruk wordt  ook gewekt dat de school almachtig is.  De allesomvattende IKZ  zal ook veel tijd en energie vergen van de directies, schoolbesturen en leerkrachten-  en dit op een moment waarop iedereen het eens is odr het feit dat de werk-en planlast nu al veel te hoog is.

     In de tekst over de inspectie nieuwe stijl van 1991 werd uitdrukkelijk gesteld dat de inspectie zich voortaan zou focussen op- en beperken tot de productcontrole, de controle van de leerresultaten. Men vond dat de inspectie-oude-stijl zich te veel inliet met het leerproces, met de procescontrole.  Maar in de praktijk bezondigden de inspecteurs zich na de intrede van het  decreet van 1991 toch aan al te veel procescontrole en proces-uitspraken. Ze hielden zich ook minder (i.p.v. meer)  met de controle van de leerresultaten bezig dan weleer.   We hebben hier in Onderwijskrant krachtig en tijdig op gereageerd. Zo  hanteerde de inspectie basisonderwijs voor de procescriteria in sterke mate de visie van het ervaringsgericht onderwijs van het CEGOLeuven van Ferre Laevers. En de inspectie s.o. Interpreteerde ten onrechte de tekst ‘Uitgangspunten’ bij de eindtermen’ opgesteld door Roger Standaerd & de DVO,  als een decretale tekst. Zo werd b.v. nagegaan of de scholen en leerkrachten de competentiegerichte aanpak toepasten (=leerprocescontrole) en al te weinig hoe het gesteld was met de leerresultaten (=product-controle).

     Dat de inspectie zich ten onrechte en in sterke mate inliet met de procescontrole en hierbij eigenzinnig criteria opdrong,  was ook de grote kritiek in een paar audits van de inspectie: de inspectie drong al te zeer een modieuze onderwijsvisie op. 

    Als het ROK straks het nieuwe referentiekader wordt voor de inspectie dan vrezen we dat de klemtoon evenzeer en wellicht nog meer op de procescontrole zal liggen. We hebben nog meer kritiek op de overbevraging van scholen die de aandacht afleidt van de hoofdopdracht: de leerresultaten voor de verschillende vakken. ‘In der Beschränking zeigt sich erst der Meister’, maar dit is blijkbaar niet aan de ROK-opstellers besteed. 

    2.Enkele van de vele opdrachten van de scholen en leerkrachten volgens het ROK

    *Vooreerst een reeks doelen die wijzen op een allesomvattende opdracht van de almachtige school, de school als een 'total institution'

    Het schoolteam biedt begeleiding zowel op het vlak van leren, leerloopbaan, sociaal-emotionele ontplooiing als fysiek welzijn. … Om een brede en harmonische vorming te realiseren is een evenwichtige aandacht voor de diverse cultuurcomponenten (exact-wetenschappelijk,muzisch-creatief…)                  én alle ontwikkelingsgebieden (cognitieve, sociaalemotionele en motorische vorming) cruciaal (= De school als total instituion). 

     

    Leren verloopt zowel incidenteel als intentioneel. Bij incidenteel leren is het beoogde resultaat niet vooraf bepaald. Scholen streven intentioneel of doelgericht leren na en benutten incidenteel leren. (Commentaar: in het onderwijs gaat het vooral om intentioneel leren, en niet om incidenteel, alledaags, informeel leren.)

     Het schoolteam begeleidt de lerenden via een continuüm van zorg en/of via handelingsplanning. Een gefaseerde benadering van brede basiszorg, verhoogde zorg, uitbreiding van zorg, een individueel aangepast curriculum en/of handelingsplanning vormt de ruggengraat van de begeleiding. Een sterke brede basiszorg werkt preventief.  

    (Commentaar: opnieuw een overbevraging van de leerkrachten. een individueel aangepast curriculum hoort meestal niet thuis in het gewoon onderwijs, dan gaat het meestal om kinderen die een groot deel van de gewone lessen niet kunnen volgen.

    Voor lerenden met specifieke onderwijsbehoeften plant het schoolteam redelijke en gepaste aanpassingen waaronder het inzetten van stimulerende, remediërende, differentiërende, compenserende en/ of dispenserende maatregelen. Op die manier draagt het schoolteam bij tot het realiseren van gelijke kansen voor alle lerenden en tot inclusie.

     De school beoogt bij alle lerenden persoonlijkheidsontwikkeling, deelname aan het vervolgonderwijs of de arbeidsmarkt en aan diverse facetten van de samenleving. In welke mate deze effecten op langere termijn bereikt worden, hangt af van vele factoren waarop scholen niet altijd een invloed hebben.

     Het is belangrijk dat de school alles in het werk stelt om elke lerende zoveel mogelijk ontwikkelingskansen te bieden. Ze ambieert een ruime ontwikkeling en streeft naar zoveel mogelijk leerwinst bij elke lerende. Dit duidt op de toename van kennis en vaardigheden en op de ontwikkeling van attitudes, competenties en talenten van lerenden gedurende een bepaalde periode.   

    2bis. Nog enkele veeleisende opdrachten  die vaak leiden tot een te grote plan- en werklast & daardoor ook  tot een lagere leskwaliteit en niveau-daling

     De school ontwikkelt haar kwaliteit vanuit een gedragen visie die vertaald is in de onderwijsleerpraktijk. Het schoolteam hanteert doelen die sporen met het gevalideerd doelenkader en zorgt voor samenhang tussen de doelen. De school ontwikkelt en voert een doeltreffend personeelsbeleid dat integraal en samenhangend is.   

    Scholen onderzoeken, borgen en verbeteren op systematische wijze hun onderwijskwaliteit .Ze bepalen zelf de inhoud en de methode voor de eigen kwaliteitszorg op basis van hun vaststellingen, prioriteiten of doelen.   

    Bij het zelf analyseren en evalueren van de onderwijskwaliteit gebruikt de school diverse relevante bronnen en betrekt ze belanghebbenden. De resultaten en effecten die de school bij de lerenden bereikt, vormen daarbij samen met de context- en inputkenmerken het uitgangspunt. Er is maar sprake van systematiek als de school op geregelde basis haar werking evalueert. Naast het systematische is het cyclische karakter van kwaliteitszorg belangrijk. Een cyclus herhaalt niet de vorige maar voegt er iets aan toe. Op die manier wordt bij elke cyclus kwaliteit verder ontwikkeld.

    Commentaar: het is precies mede door al die formele IKZ-opdrachten die veel plan- en werklast veroorzaken dat  de kwaliteit van de lessen gedaald is; dat de directie minder aandacht kan besteden aan de didactische begeleidingsopdrachten.  

    3. Bijlage: vier invalshoeken van ROK

    3.1.Bewaakt, verbetert en borgt mijn school haar onderwijskwaliteit kwaliteitsvol? 

    Kwaliteitszorg is gericht op het verbeteren van de onderwijsresultaten en effecten. Hiertoe zet de school acties op om binnen de eigen context en met de eigen populatie de vooropgestelde doelen te bereiken. Kwaliteitszorg impliceert ook dat de school evalueert of deze doelen zijn behaald en actie onderneemt om de realisatie ervan te borgen of te verbeteren. 

    3.2. Zijn de onderwijsresultaten en effecten optimaal en vervult mijn school haar opdracht kwaliteitsvol?    

    Kwaliteit blijkt uit de onderwijsresultaten en effecten ervan. Dit bevat onder meer de leerdoelen opgelegd door de regelgeving, tevredenheid en welbevinden, maatschappelijke participatie (loet en voet), doorstroom binnen het leertraject en naar vervolgonderwijs of arbeidsmarkt. Kwaliteitsvol onderwijs blijkt ook uit de mate waarin de school de eigen vooropgestelde doelen realiseert.   

    3.3 Ondersteunt mijn school de ontwikkeling van de lerenden (!) op een kwaliteitsvolle wijze? 

    Kwaliteit is ook zichtbaar wanneer de school rekening houdt met de leermogelijkheden en -behoeften van haar populatie en haar werking hierop afstemt met het oog op de vooropgestelde onderwijsresultaten en effecten. Bepalende factoren voor onderwijskwaliteit zijn de organisatie en opvolging van het onderwijs- en leerproces, de zorg voor individuele noden en het leer- en leefklimaat. 

    3.4.Organiseert mijn school zich kwaliteitsvol om binnen haar context en met de eigen populatie optimale onderwijsresultaten en effecten te bereiken? 

     Effectieve kwaliteitszorg, optimale onderwijsresultaten en effecten en kwaliteitsvolle ondersteuning van lerenden zijn mede het gevolg van een sterk beleid. Aspecten zoals leiderschap, de ontwikkeling van een visie en strategie, het werken met partners, het beheer van personeel, infrastructuur, uitrusting. 


    03-06-2017 om 19:38 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:inspectie: dooelichting, ROK, inspectie 2.0
    >> Reageer (0)
    31-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.M-decreet en ondersteuningsnetwerken : noodkreten

    M-decreet en ondersteuningsnetwerken : noodkreten

    1. Op de algemene vergadering van de Brugse St. Lodewijk scholen (13 scholen)

    kreeg het M-decreet veel kritiek. Het leidt tot de ontwrichting van zowel het buitengewoon als het gewoon onderwijs. Echte inclusie: Ja!, maar geen schijninclusie voor leerlingen die grotendeels het gewone curriculum niet kunnen volgen.Leerlingen met ernstige gedagsstoornissen moeten ook in een aparte setting opgevangen worden. Enz.

    Men gelooft ook geenszins dat de gecompliceerde ondersteuningsnetwerken effectief zullen zijn.

    2.Lieven Coppens: ervaren CLB-adviseur

    Welnu mevrouw Crevits, u hebt van het M-decreet geen zootje gemaakt, maar wel een compleet circus. Erger nog, u gijzelt kinderen met verschillende noden door u tergend langzame manier van werken.

    U gijzelt ook leerkrachten, leerlingbegeleiders en ouders door uw gebrek aan daadkracht en beslissingsmoed: en eigenlijk ondergraaft u uzelf door al uw beslissingen vrijblijvend te maken: uw hervorming van het secundair onderwijs is geen hervorming, want iedere school mag kiezen wat ze ermee doet. U herinterpreteert het VN-verdrag waardoor inclusie nooit inclusie kan worden.

    Het resultaat laat zich nu al voelen: leerkrachten verliezen het plezier in hun job, jonge directies houden het gemiddeld maar twee jaren vol omwille van de (administratieve) regelneverij waardoor ze geen tijd meer hebben om hun leerkrachten te ondersteunen en te coachen waar nodig. U wou uw stempel drukken op het onderwijs? Dat is u gelukt! Alleen drukt die stempel veel leerkrachten, directies, ouders en kinderen met specifieke noden dood.


    Reacties

    Sofie Baert: huilen met de pet op! Mooi politiek spelletje, nog mooier uit de media gehouden!! Petitie wordt genegeerd, schrijnende verhalen van ouders en leerkrachten worden niet beluisterd! Het is té laat.... ik verwacht drama's.... teams zijn aan het crashen, gezinnen gaan er onder door....

    2b. Koen Hallaert

    Op den duur wordt een mens daar zo moe van hé... Zo zijn er duizenden verhalen... Met pijn in het hart blijven we dit lezen als leerkrachten van het buitengewoon onderwijs. In de eerste plaats omwille van de zorg voor onze kinderen, in de 2de plaats de zorg voor ons team... Op 1 september 2018 moeten we één vestiging type basisaanbod in Brugge sluiten omwille van een sterke daling van leerlingen... In 5 jaar tijd gaan we van +/- 300 leerlingen naar +/- 100 leerlingen. 2 vestigingen is niet meer haalbaar... Zonde, zonde, zonde met veel verdriet... En toch zegt men... Er is geen vuiltje aan de lucht...

    Ook onze BUSO school krijgt harde klappen... Een 10tal leerkrachten verliezen hun job op 1 september 2017 omwille van het M-decreet... En niemand die er maar iets om geeft... Verdorie toch...

    3.Saskia Van Nieuwenhove
    26 mei om 10:34 ·

    Beste mevrouw Crevits en alle parlementsleden onderwijs,
    Mogen we nu écht eens duidelijkheid over die aanpassingen van het M-decreet en die zogenaamde nieuwe goeie maatregelen?
    Extra middelen wordt er geschouderklopt.
    Extra leerkrachten wordt er "hoera, hoera" geroepen.
    Ik zie géén extra middelen en géén extra leerkrachten, minister.
    Ik zie wél 300 leerkrachten uit het buitengewoon onderwijs verschuiven naar het reguliere onderwijs. Dé vraag is daar ook onder welk statuut. Wat met de vaste benoemingen, bvb, minister?

    (NvdR: minister Crevits vermeldt niet dat er volgend jaar weer heel wat inclusieleerlingen bijkomen!).

    En ik zie 15 miljoen euro ook herverdeeld. Ik zie daar géén extra geld. Van die 15 miljoen euro zou nu 70 % worden verdeeld naar de koepel en de netten volgens het leerlingenaantal.
    Het katholieke net krijgt zo 6.45 miljoen middelen tegenover de koepel van het GO! = 1.62 miljoen en 2.37 miljoen voor de overige. Zo ik zeg, volgens leerlingenaantal, niet volgens de zorgzwaarte van de leerlingen.

    Dit geld zou bvb naar ondersteuningsteams gaan. De overige 30 % wordt uitgedeeld volgens kinderen met een hoge zorgnood.
    Ik ga concreet naar bestaande diensten. Ik ken er wel wat.
    Zo zijn er al diensten die jaren én jaren werken en bvb GON-begeleiding geven aan kinderen met een zorgvraag.
    (Ter info voor de niet-kenners : Om leerlingen met een handicap of met leer- en opvoedingsmoeilijkheden de kans te geven om les te volgen in een gewone school, kunnen zij 'GON-begeleiding' aanvragen. GON staat voor 'geïntegreerd onderwijs').

    Zo is er een dienst met jaren en jaren ervaring die netoverschrijdend werkt. Dus ook al zijn ze verbonden aan GO! bvb, zij begeleiden ook kinderen in het katholieke net.
    Daar zijn kinderen bij met ernstig autisme. Het vraagt maanden om een vertrouwensband op te bouwen met hun begeleider.
    Eén van die begeleiders heeft 11 kindjes waarvan 7 uit het katholieke net.

    Deze GON-begeleider weet niet of hij 1 september die kinderen uit het katholieke net nog verder kan begeleiden. Ook de ouders en de scholen weten dat niet.
    Waar staat hier het kind centraal, minister, in die "hoera, hoera-aanpassingen?"
    Sterker : het is helemaal niet gezegd dat deze kinderen nog begeleiding zullen krijgen.

    Om een attest te krijgen zijn de zaken ook verstrengd.
    Zo kon je vroeger met een IQ van 70 al in type 2 zitten. Dat werd verlaagd naar 60 en nu zijn het enkel nog kinderen met een IQ van 55 of minder die type 2 krijgen. Dus iemand met een IQ van 68 valt daar niet meer onder.
    "Ah, maar dan zijn er de ondersteuningsteam", zegt u.
    "Ah ja, minister?"
    Die ondersteuningsteams zouden nu worden ingezet om de leerkrachten te versterken. Jawel, de leerkrachten. Bye bye, 1 op 1-werking met het kind. Het is zoals een dokter die niet zijn patiënt rechtstreeks helpt maar tegen een bezoeker in het ziekenhuis zegt "Ik zal u zeggen hoe je de stoma moet steken".
    Het kind centraal, minister?
    U zet nu het GO! met minder middelen. Het is een open deur dat daar nochtans de meeste expertise zit.
    Dat is historisch zo gegroeid. Dat is een stuiptrekking van die jaren dat het katholieke onderwijs elitescholen waren.
    De "moeilijke" kinderen gingen naar het GO!. Daar hebben ze dus jaren geleden al expertise opgebouwd, nog voor er sprake was van de eerste inclusie binnen onderwijs.
    Die expertise-begeleiders stappen niet naar het katholieke net.
    Zo werkt dat niet. Maar met dit nieuwe decreet kunnen zij geen kinderen meer begeleiden in dat net.
    De vraag is zelfs of ze überhaupt nog kinderen kunnen/mogen begeleiden.

    Zo ik zeg, veel strengere voorwaarden. Die kinderen die nu recht hadden op GON hebben dat helemaal niet zeker met uw aanpassingen in dit nieuwe decreet.
    Ik heb met de beste wil minister, dagen en dagen rondgevraagd maar niemand weet hoe het zal werken en werkt.

    En dat noemt u "goede aanpassingen en het kind centraal?"
    Nog nooit heb ik zo'n chaos op het terrein aangetroffen. Leerkrachten, begeleiders, ouders en last but not least alle kinderen weten niet waar ze staan.
    Het is dan ook aan de parlementsleden om duidelijkheid te scheppen en niet zomaar "ja" te stemmen.
    Slapen jullie of zo? Hallo meerderheidspartijen én oppositie?

    4.Minister Crevits, mijn kinderen vallen uit de boot - open brief van een bezorgde moeder (mevrouw Francen)

    Ook mijn zorg·dinsdag 30 mei 2017

    Geachte minister Crevits,

    Ik zit hier in de kapel van het universitaire ziekenhuis in Leuven, u wel bekend. Vanuit mijn elektrische rolstoel en met een flinke dosis pijn, wil ik u meer vertellen over de stress die het leven én uw beslissingen voor ons met zich meebrengen.
    Zelf ben ik zwaar ziek, ik mis mijn job als leerkracht lager onderwijs en later als GON-begeleidster nog iedere dag, ik ben er immers, zoals velen, voor geboren. Mijn echtgenote werkt voltijds én in bijberoep. Anders komen we er niet. Ik zit hier niet voor mezelf, ik heb net mijn jongste zoontje afgezet op de K-dienst van het ziekenhuis. Hij zal hier 5 maanden in dagopname verblijven.

    Onze oudste zoon heeft lichamelijke problemen én de diagnose ASS, die vrij snel gesteld is in het COS. Hij was pas 3 jaar. Onmiddellijk hebben we alle hulp aangegrepen die er toen was. Hij wordt twee keer per week door ons van Leuven naar het revalidatiecentrum in Aarschot gebracht, dichterbij zijn we nooit op een wachtlijst geraakt, die zijn nog steeds bevroren. We rijden tijdens de werkuren welteverstaan, want kleuters moeten overdag naar het centrum.

    Zijn superjuf doet alles wat ze kan. Jonas ontwikkelt zich goed, hij lijkt bijna geen ASS meer te hebben op school - ware het niet dat hij na school thuis iedere keer ontlaadt. Gelukkig geloven ze ons op school. Hij heeft een krak van een GON-begeleidster die hem helpt bij de psychosociale problemen die hij als 5-jarige ondervindt. Spelen met zijn vriendjes op de speelplaats in al zijn complexiteit is niet evident voor kinderen met contextblindheid. Hij is onderdanig en kan niet goed voor zichzelf opkomen.
    Hij is een slimme jongen.

    Hij heeft leren tellen, niet op een telraam, maar door ongerust de nachten te tellen tot hij zijn problemen kan vertellen aan zijn GON-begeleidster in de broodnodige gesprekjes. “Nog zoveel nachtjes en dan kan ik aan juf Hanne vertellen wat mijn hartje me zegt.” Die vertrouwenspersoon maakt het verschil voor hem. Wij mailen met de GON-juf welke dingen op zijn maag liggen, zo weten we zeker dat hij begrepen zal worden. De zorg wordt even
    overgenomen, wat de stress ook bij ons naar beneden haalt.
    Hoe moet ik mijn bijna-eersteklasser gaan vertellen dat er binnenkort geen vertrouwenspersoon meer zal zijn? Dat zijn schooljuf tijd voor hem zal moeten maken, net als voor alle andere leerlingen met een bijzonderheid, omdat de bazen van het land GON niet als waardevol genoeg meer zien?
    Wie zal onze expert zijn waar wij als ouder contact mee moeten opnemen als we zien dat onze zoon het even niet meer trekt?
    Oh, ik vergeet hierbij te zeggen dat we vanaf volgend schooljaar ná de schooluren naar het revalidatiecentrum moeten rijden, hij mag niet te veel lessen missen.

    Ik nodig u uit om hem te vertellen dat zijn juf Hanne geen gesprekjes meer zal hebben met hem maar enkel met zijn toekomstige juffen. Wel gek dat een expert niet zo bij zijn expertise mag komen! We laten een huisarts toch ook geen oorbuisjes plaatsen omdat de chirurg niet meer bij zijn patiënt mag komen?

    Dan is er zijn 29 maanden jongere broer, zijn parcours was een stuk moeilijker. De diagnose werd niet onmiddellijk gesteld. We stonden in de kou toen we op school startten. We kregen onvoldoende terugbetaling voor logopedie, ondanks het feit dat hij op percentiel 5 zit voor spraak.

    Zijn ‘ongelukkig voelen’ ging van kwaad naar erger. Het liep niet op school. De juf zag duidelijk dat hij ongelukkig was. Na lang zoeken en wachten kwamen we in het ziekenhuis terecht, op kleine k. Na 6 weken dagopname hebben ze daar ASS vastgesteld met een bijkomende taalontwikkelingsstoornis. De psychiater zei ons dat ons kind in hoge nood is, net als wij als ouders in zware stress. We hebben meer dan een jaar voor hem gevochten om hulpverleners te doen inzien dat ons kind in nood is. Nu zien ze dit, dat was een opluchting, maar wat met zorg? De psychiater vertelde ons dat hij GON zou moeten krijgen vanuit twee types, type 7 en type 9 met individuele logopedische begeleiding: dat zal het CLB voor u regelen mevrouw. Nu ook voor jullie jongste zoon naar een revalidatiecentrum rijden, zou jullie opnieuw stress brengen die zou afspiegelen op jullie kind. Die extra zorg zou broodnodig zijn. Eigenlijk is dit waar het M-decreet voor zou moeten staan: dat kinderen de hulp krijgen die ze nodig hebben.

    Maar u weet zeer goed dat dit niet het geval is, minister Crevits. Met een taalontwikkelingsstoornis krijgt een kind geen individuele begeleiding. Ook voor zijn ASS niet. We zouden wel een type 9-attest kunnen krijgen, maar die scholen gaven aan dat enkel de zwaarst ‘getroffen’ kinderen therapie krijgen, want u geeft steeds minder middelen aan type 9.
    ‘Deze kinderen moeten naar het gewoon onderwijs in het kader van de internationale rechten van het kind voor inclusief onderwijs.’
    Mooie inclusie, een plek waar een kind met ASS met minstens 20 andere kinderen in een te klein lokaal moet zitten en stress moet opstapelen om die dan op school of thuis te ontladen.
    Mooie integratie als een kind, om de juiste zorgen te kunnen krijgen, door de ouders uit de klas moet worden gehaald om naar een revalidatiecentrum te gaan.
    Mooie integratie als een kind op een overdrukke speelplaats op de tippen van zijn tenen moet staan en niet met de hulp van een expert (het heette ooit GON-begeleiding) vriendjes kan duidelijk maken dat hij niet snelsnel kan beslissen wat hij moet spelen, maar dat hij anders is en meer tijd nodig heeft.
    Ik lig al een week wakker van wat ik moet doen met mijn jongste. Ploeteren in het gewone onderwijs met een revalidatiecentrum én een grote kans op enorme stress met regressie tot gevolg? Hij is nog maar 3,5 jaar en heeft al zo’n hoge stress opgebouwd dat hij ondanks zijn bovengemiddeld IQ functioneert als een 2-jarige. Of een rustigere klas maar géén zorg op maat voor zijn spraakontwikkelingsstoornis?

    Als het echt nodig is, kan onze jongste naar het Bijzonder onderwijs, zegt u? Bent u het niet die de CLB’s vraagt zo weinig mogelijk attesten te schrijven? Want integratie is beter?
    En komen we dan in het Bijzonder onderwijs terecht, dan zijn de klassen wel klein maar is er te weinig geld voor therapie. Oh, maar dan rijden we als ouders wel naar het revalidatiecentrum… Ah nee, daar ben je niet meer welkom, je krijgt tenslotte al Bijzonder onderwijs. Dan gaan we wel naar de logopedist in de privé… Ah nee, want uw collega minister De Block maakte dat er geen terugbetaling door het RIZIV mogelijk is. Onze kinderen kosten al geld genoeg in het Bijzonder onderwijs… Oh, maar je krijgt toch wel verhoogde kinderbijslag? Bij die controlearts hoorde ik “ze zijn met zoveel hé mevrouw, die autisten, maar meneer Vandeurzen zit echt met jullie in.”

    Ga eens samenzitten met uw collega-ministers om de ontbrekende puzzelstukjes te leggen, het zijn er namelijk veel! Velen die mijn kinderen op hun pad zullen tegenkomen en waar wij niet gaan kunnen helpen. Wij als ouders die verantwoordelijk zijn voor hun goede, zo gelukkig mogelijke ontwikkeling. Wij als goede burgers die al jaren belastingen betalen die blijkbaar beter besteed worden voor militairen in de straat, waar u het blijkbaar ook niet voor hebt. Ik zag de nieuwe gevechtsvliegtuigen vanuit pure zinsverbijstering voorbij vliegen achter die controlearts. Te uitgeput en in zo’n ongeloof van dit hele systeem om nog een traan te laten…
    Waar bent u in godsnaam mee bezig? Dat ik God erbij betrek is misschien niet mooi, maar was u het niet die op uw speech in het kader van Rerum Novarum pleitte dat niemand uit de boot mag vallen? Wel minister Crevits, mijn kinderen vallen uit de boot.

    Ik verwacht van u een persoonlijk antwoord, niet de ‘copy-paste’-mail die meneer Misseeuw al honderden keren heeft moeten doormailen naar ongeruste ouders terwijl u op de luxeboot van Gert Verhulst zat.
    U bent van CD&V? Grappig, want ik meende dat het net N-VA was die pleitte voor een bedrag per kind en dus de grootte van de school en niet speciaal voor de kinderen die door goede zorgscholen de zorg proberen te geven die hun zorgleerlingen nodig hebben.
    We hebben een supergoede school, met superleerkrachten. Het ergste van al: als ouders willen we wel op straat komen om duidelijk te maken dat we tegen dit alles zijn, maar we zijn te moe, te moe om nog te strijden, te moe om deze rechtse regering te zeggen dat de kloof steeds groter wordt tussen ‘normaal’ en ‘minder normaal’, dat er veel boten in de zee zijn, maar niet genoeg voor onze speciallekes.
    Want, lieve zoon van me, de bazen van het land vinden die boten te duur, en plaatsen dat dan ook nog in het kader van de internationale rechten van het kind…

    ***
    Ondanks de duidelijke vraag naar een persoonlijk antwoord, kreeg deze bezorgde moeder op haar brief opnieuw enkel de mail ten antwoord die al tientallen ouders kregen, vanwege de adjunct-privésecretaris van het kabinet van Hilde Crevits:

    Voorzitter, minister, collega’s van de meerderheid, ik ben blij dat we in zo’n druk bijgewoonde…
    vlaamsparlement.be

    31-05-2017 om 18:17 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:M-decreet
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Debat over eindtermen in impasse!

    Hoe ver gaat de macht van de onderwijskoepels bij de invulling van de nieuwe eindtermen? Over die vraag botst CD&V met de andere partijen in het Vlaams Parlement.
    (De Tijd, 30 mei)

    ‘Een van de meest fundamentele debatten van ons onderwijs.’ Zo noemde Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) het debat over wat leerlingen in de toekomst moeten leren. De eindtermen werden twintig jaar geleden opgesteld en zijn dus aan een opfrisbeurt toe.

    Crevits bevroeg leerlingen, ouders en het onderwijsnet over hun visie op de leerstof van de toekomst. De politici namen een jaar geleden de resultaten van dat maatschappelijke debat in ontvangst, maar sindsdien bleef het stil.
    Een rondvraag bij de betrokken parlementsleden leert dat de inhoudelijke discussie over wat toekomstige leerlingen moeten kennen en kunnen nog niet is gevoerd. Eerst wilden ze de juridische contouren afbakenen, maar daar botsen ze op een uiterst gevoelig punt: de vrijheid van onderwijs.

    Beschuldigende vinger
    Zowel de N-VA, Open VLD, de sp.a als Groen hamert op de transparantie van de nieuwe eindtermen die door de onderwijsverstrekkers in leerplannen worden gegoten. ‘Duidelijkheid creëert vrijheid’, zegt Vlaams Parlementslid Koen Daniëls (N-VA). ‘Als je als leerkracht weet wat moet, weet je ook wat mag. De leerkrachten moeten het verschil zien tussen wat de overheid van hen verwacht en wat van de onderwijskoepels komt.’
    Als je als leerkracht weet wat moet, weet je ook wat mag.

    De partijen wijzen met een beschuldigende vinger naar de katholieke onderwijskoepel, die via CD&V zou weigeren om de nieuwe eindtermen letterlijk in de leerplannen op te nemen. ‘Die weerstand bij Katholiek Onderwijs Vlaanderen moeten we inhoudelijk counteren’, zegt Vlaams Parlementslid Jo De Ro (Open VLD). ‘Het doel van meer transparantie voor de leerkrachten moet voor het parlement volstaan om door te duwen.’

    Volgens CD&V en de Guimardstraat is die discussie intussen beslecht. Ze hebben er geen probleem mee dat de eindtermen zichtbaar zijn, luidt het. ‘We leggen in ons nieuwe leerplan basisonderwijs bijvoorbeeld een elektronische link naar de eindtermen’, zegt topman Lieven Boeve. ‘Leraren kunnen doorklikken naar de relevante eindtermen voor bepaalde leerplandoelen.’

    De eindtermen zijn de minimumdoelen die leerlingen voor kennis, vaardigheden, inzicht en attitudes moeten halen. Ze worden door het Vlaams Parlement vastgelegd. De onderwijskoepels vertalen die eindtermen volgens hun pedagogisch project in leerplannen. Dat is een overzicht van de leerstof die in een klas moet worden behandeld. De leerplannen worden vervolgens in onderwijshandboeken gegoten, waarmee leraars aan de slag gaan.
    Maar dat is voor de andere partijen niet voldoende. ‘Zo’n digitale link verdwijnt in de handboeken’, luidt het ook in de meerderheid. ‘Die discussie is nog lang niet beslecht. De leraars moeten zwart op wit zien wat Vlaanderen van hen verwacht.’
    Een tweede twistpunt is de invulling van een deel van de eindtermen. Naast de algemene eindtermen zijn er ook eindtermen die specifiek voor een richting gelden. De onderwijsverstrekkers willen die voor het algemeen secundair onderwijs zelf invullen.

    ‘De Vlaamse overheid heeft gevraagd dat de onderwijsverstrekkers curriculumdossiers opstellen om de inhoud van studierichtingen over de netten heen meer op elkaar af te stemmen’, zegt Boeve. ‘We stellen voor dat de onderwijsverstrekkers die richtingspecifieke eindtermen formuleren en het Vlaams Parlement ze daarna valideert.’

    Dat is ook de vraag van CD&V. ‘We moeten dat overlaten aan de experts op het terrein’, zegt Kathleen Helsen, voorzitter van de Commissie Onderwijs. ‘Dat is een andere visie op de rol van de overheid.’ Alle andere partijen noemen het logisch dat de overheid ook voor de specifieke eindtermen de pen vasthoudt.
    ‘Voor CD&V zijn die punten cruciaal, want het gaat over de vrijheid van onderwijs. Maar ondertussen is nog geen seconde gesproken over wat de leerlingen in de toekomst moeten leren’, luidt het bij een betrokkene. Helsen komt binnenkort met een voorstel. Daarna kan de inhoudelijke discussie starten.
    ‘We zijn klaar om het proces in een stroomversnelling te brengen’, zegt Vlaams Parlementslid Caroline Gennez (sp.a). Ook Elisabeth Meuleman (Groen) zegt dat dit ‘geen uitstel meer verdraagt’. De onderwijsverstrekkers waren vragende partij om de nieuwe eindtermen te laten ingaan bij de start van de modernisering van het middelbaar onderwijs op 1 september 2018. ‘Maar in onderwijstermen is dat gisteren’, zegt een gesprekspartner.




    31-05-2017 om 18:14 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:eindtermen
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.When accompanying text with images, a learner learns better. However, this only works when they are combined properly!
    Paul A. Kirschner & Mirjam Neelen When accompanying text with images, a learner learns better. However, this only works when they are combined properly! Double-Barrelled Learning for Young & Old Paul A. Kirschner & Mirjam Neelen When accompanying text with images, a learner learns better. However, this only works when they are combined properly!  A good combination of words and images … 3starlearningexperiences.wordpress.com

    31-05-2017 om 18:13 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:plaatjes
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Against the use of play as a 'priority' medium of learning in schools

    I am against the use of play as a 'priority' medium of learning in schools (kleuteronderwijs e.d.) because it is grossly unfair to disadvantaged children.

    (Sinds 1976 bestrijden we al de stelling van het EGKO -ervaringsgericht kleuteronderwijs van Ferre Laevers - dat 'vrij spel' de centrale werkvorm moet zijn in het kleuteronderwijs)

    Here are the reasons:

    Firstly, play is incredibly noisy.

    Those who arrive at reception year not speaking at all or with poor vocabulary and enunciation should not be condemned to have their lack of speaking and listening skills entrenched simply because Jemima and Jonte love to role play being veterinary surgeons. The children who can’t speak need to hear the best sentences, phrases and words and with the best enunciation; this means the teacher needs to be teaching (and this could be simply reading a lovely story and explaining things along the way) and no, working with a group while the rest of the class hoof it up in the role play areas is not good enough. There needs to be a super quiet and calm backdrop, just like those advantaged children get to experience at home when Mummy and Daddy read them a lovely story and explain what everything means.

    The above point also reminds me that we really need to ensure that the teachers in reception year, or even in nurseries, need to be very well-read and confident mathematicians so that the disadvantaged children get to experience the erudition that matches what advantaged children experience at home from their well-educated parents.
    I think many young educators in particular are unaware that the parents of advantaged children will quite happily talk about CERN at the dinner table, or even talk about the mating characteristics and genetics of snail populations when pottering about in the garden (hell I know I have!), yet teachers insist on bringing the level of conversation down with limited vocabulary and ‘relevant’ topics in the classroom.

    Secondly, play as a medium for learning is incredibly inefficient.
    Those disadvantaged children need to catch up, not fall behind, but if ‘learning through play’ were instigated for them, then we risk that they might not learn anything at all (particularly if they lack the vocabulary and general knowledge to access what Jemima and Jonte have rustled up) or even worse the wrong thing.

    Thirdly, a teacher can only ‘play’ with a small group of children at a time.
    So, while the teacher is getting excited that Jemima and Jonte have asked for clipboards and hardhats so that they can pretend to be health and safety supervisors at a meeting of the World Economic Forum in Davos, the disadvantaged children have resorted to arguing with each other, or experimenting with life-physics by stress-testing the lego area with a toy hammer. OK, so these are extreme examples of free play, but even if you use the examples of guided play whereby the teacher has set up different stations where children play ‘maths’ or ‘writing’ using the number bonds or phonemes taught first thing in the morning, the teacher cannot be at every station at the same time ensuring that 100% of the children are on the right track. Maybe the teacher could take the time to explain the purpose of each station? That would take ages and just imagine if all that time explaining ‘how to play at the maths station’ could be used to actually teach?

    Finally, if play-learning is such hard work, then why not expend all that energy efficiently?
    Research shows that the most efficient way of teaching and learning is through the use of explicit instruction. But wait, this means the children would need to sit and listen which is surely too much for their little bodies? I see no problem with this and it’s what Jemima and Jonte are expected to do at the dinner table anyway: not being allowed to talk over the adults and to listen carefully. Why not give disadvantaged children this opportunity to develop self-control, concentration and listening/questioning skills?

    So, instead of play as a go-to medium of learning, let’s have play as a medium of play (or a reward for working hard) and teaching as the main, equitable medium of learning.

    So, Tom Bennett and Tim Taylor have recently written about the use of ‘play’ as a medium for learning in the classroom and I thought I’d wade in. Tom’s position was that pla…
    thequirkyteacher.wordpress.com

    31-05-2017 om 18:11 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:spel, EGKO
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.M-decreet: kritische analyse ondersteuningsmodel

    M-decreet: Stand van zaken Ondersteuningsmodel

    Analyse

    Vanuit de VLOR (Vlaamse onderwijsraad) werden aanbevelingen gedaan die we niet terugvinden in het huidige ondersteuningsmodel:
    Ondersteuners zouden moeten ingezet kunnen worden in iedere fase van het zorgcontinuum. Dit is wat Vlor aanraadt. “De inzet van een ondersteuningsteam op fase 0 en 1 van het zorgcontinuüm mag niet enkel afhangen van het doorlopen van een handelingsgericht traject n.a.v. de vraag van een schoolteam. De Vlor is er van overtuigd dat het leeuwendeel van de middelen zal ingezet worden voor ondersteuning in de fasen 2 en 3, maar dat fase 0 en 1 er niet van uitgesloten mogen worden. Het moet daarnaast mogelijk zijn dat de ondersteuning die aan leerlingen in fase 2 of 3 van het zorgcontinuüm geboden wordt, ook kan renderen voor meer leerlingen (in fasen 0 en 1). De Vlor beklemtoont het preventieve karakter van de fases 0 en 1 en dat het welslagen van het M-decreet mee afhangt van de inspanningen in de fases 0 en 1.”

    Basiszorg moet versterkt worden, scholen moeten betere financiering krijgen. De investering in middelen voor het onderwijs van de voorbije jaren is zelfs niet voldoende om de inflatie te compenseren. Ook leidde de toegenomen leerlingengroei maar in beperkte mate tot een stijging van de werkingsmiddelen.
    ....

    Ook vanuit de VLOR horen we:

    “Voldoende financiering voor alle fases van het zorgcontinuüm. De middelen voor basiszorg en verhoogde basiszorg zijn momenteel ontoereikend. Als leerlingen specifieke onderwijs- ondersteuning nodig hebben in de ondersteuningsfase 0 en 1, moeten er ook voldoende extra middelen voorzien zijn om die noden te lenigen.”
    “Er moet absoluut vermeden worden dat er een concurrentie ontstaat tussen samenwerkings- verbanden en/of ondersteuningsteams om zoveel mogelijk scholen te ondersteunen.”
    “Omdat de focus van de ondersteuning van de individuele leerling verschuift naar de ondersteuning van de leraren, speelt het pedagogisch project een belangrijke rol bij de organisatie van de ondersteuning.”
    “Extra middelen voor de coördinatie, coaching en aansturing van de ondersteuningsteams.” Ondersteuners moeten bijgeschoold worden.

    “Het voorstel om met onderwijszones of andere van bovenaf bepaalde geografische gehelen te werken, wordt afgewezen omdat die bestaande samenwerkingsverbanden kunnen doorkruisen.”
    Volgens de VLOR is de timing van dit ganse ondersteuningsmodel op zijn zachtst gezegd ‘krap’ te noemen.
    Er moeten nog te veel elementen van het ondersteuningsmodel opgehelderd en geregeld worden zoals de regionale samenwerking tussen de verschillende actoren, de verdeling van de middelen en het competentieprofiel van de ondersteuners.

    Er is tijd nodig om samenwerkingsverbanden en ondersteuningsteams te laten groeien en operationeel te maken. Ze kunnen onmogelijk volledig operationeel zijn op 1/9/2017.
    Onder druk van een snelle invoering mogen geen beslissingen worden genomen die het langetermijnperspectief in het gedrang brengen.
    Ouders en leerlingen moeten tijdig geïnformeerd worden over de veranderingen die op til zijn.

    Er zijn heel wat legistieke wijzigingen nodig in decreten en besluiten waaronder de huidige regelgeving GON, gemotiveerde verslagen, ...
    Ook volgens de VLOR: “Samenwerking met departement Welzijn is nodig. Er moet nagedacht worden over een afstemming met de persoonsvolgende financiering. Omdat onderwijs niet stopt op school, worden er meer PAB’s gevraagd voor minderjarigen zodat bijvoorbeeld ondersteuning bij vervoer of thuis mogelijk wordt. PAB moet ook ingezet kunnen worden in de school en klas en moet vooral beschikbaar zijn voor leerlingen die dit nodig hebben.”
    We horen en lezen ook steeds hét kind en dé leerkracht. We hebben niets gehoord over verschillen in secundair en basisonderwijs. Eén leerling in het basisonderwijs heeft één leerkracht die ondersteund moet worden door een ondersteuningsteam. Eén leerling in het secundair onderwijs heeft er verschillende. Op welke manier worden de leerkrachten daar ondersteund en hoeveel tijd moet de leerkracht daarvoor voorzien? Eén leerkracht in het secundair heeft bovendien véél leerlingen.

    De vraag is natuurlijk ook wat verstaan wordt onder verhoogde zorgnood en wie dit zal bepalen. Als er geen attestering meer gebeurt door externen, zal de ‘interne attestering’ toch moeten overnemen. Wie en op welke basis zal beslissen wanneer en welke verhoogde zorgnood nodig is? Wie garandeert welk budget voor welke zorgnood door welk ondersteuningsnetwerk zal toegekend worden. Hoe lang kan ondersteuning duren? Een hele schoolcarrière lang als het moet?

    De deur staat open voor ‘ondersteuningsshoppen’, zeker als sommige ondersteuningscentra netgebonden blijven. De ondersteuningsnetwerken krijgen de volledige vrijheid hierin en er is geen enkel controle orgaan. Een bepaalde conformiteit en een werkkader en controle hierop lijkt ons nochtans aangewezen. Een leerling die in één ondersteuningsnetwerk op een bepaalde manier wordt getest en waar een bepaalde ondersteuning wordt aan toegewezen moet op dezelfde manier dezelfde hoeveelheid ondersteuning krijgen in een ander ondersteuningsnetwerk (van een ander net bv.).
    70% van de middelen worden aan de ondersteuningsnetwerken gegeven op basis van het aantal leerlingen die onder dit netwerk vallen. De motivatie is dat er een studie is die aantoont dat het vooral hoogopgeleide tweeverdieners zijn die ‘attesten jagen’ en GON krijgen en er dus een sociale correctie moet gebeuren. Jammer dat deze studie gebaseerde is op cijfers van 2010, met publicatiedatum 2012 (dus nog voor het M-decreet). Nochtans heeft dhr. Mardulier op de inclusiedag 2002 van ‘ouders voor inclusie’ gezegd dat er binnen het buitengewoon onderwijs een oververtegenwoordiging van bepaalde groepen is, zoals kinderen van allochtone afkomst en kansarme kinderen. Dus blijkbaar werden er toch veel attesten afgegeven aan kinderen van minder gegoede afkomst? Maar misschien wisten zij gewoon de weg niet naar GON? Dit is iets helemaal anders dan zeggen dat de attesten enkel worden afgegeven als ouders er de hersenen en het geld voor hebben. Een onderzoek door het COS (centrum voor ontwikkelingsstoornissen) is bovendien niet onnoemelijk duur.

    11.We vinden niets terug ivm verplaatsingsvergoedingen i.f.v. dienstopdrachten (binnen het onderwijs geldt dat er geen vergoeding is voor woon-werkverkeer met de eigen wagen: waar stopt het ene en start het andere?).
    Gezien alle middelen rechtstreeks naar de klasvloer moeten gaan: moeten dan ondersteuners zelf hun benzine betalen voor verplaatsingen i.f.v. dienstopdrachten?

    Moeten de scholen BuO dan zelf de middelen ophoesten voor de invulling van de coördinatiefunctie?

    In geen enkele passage of communicatie vinden we de rol van de ouders en het kind zelf terug. Enkel in de ‘ronde van Vlaanderen’ presentatie voor directeurs (mei en juni 2017) staat er dat buitengewoon onderwijs scholen een aanspreekpunt voor ouders moeten installeren en dat ouders betrokken worden bij het HGD traject (handelingsgericht diagnostisch traject opgesteld door het CLB). Op geen enkele manier wordt, vanuit de overheid, begrijpelijke en juiste informatie voor ouders beschikbaar gesteld!

    Voor ouders is het belangrijk om duidelijkheid te krijgen over de continuïteit van de ondersteuning. Hoeveel en in welke vorm krijgt hun kind nog ondersteuning? Vooral voor de grote groep type 9 kinderen heerst nu veel onduidelijkheid, veel kinderen hebben baat bij leerlinggerichte individuele begeleiding. Het is niet duidelijk of dit nog zal kunnen. Er heerst een sfeer van volstrekte willekeur.

    We blijven ijveren voor een gegronde inspraak van ouders zodat het doorverwijzen/attestering niet alleen afhangt van mensen die in het ondersteuningsnetwerk werkzaam zijn. Uiteindelijk zullen de ouders degene zijn die hun kind zien vastlopen en mee aan de alarmbel zullen trekken. Het kan niet dat een kind eerst herhaaldelijk tegen zijn grenzen aan moet lopen vooraleer het tot een buitengewoon onderwijs wordt toegelaten. De draagkracht van het gezin moet mee in het bepalen van de ondersteuningsnood/toegang tot buitengewoon onderwijs zitten.

    Zullen er voldoende ondersteuners zijn? Er wordt een extra budget voor 300 ondersteuners uitgetrokken. Onze vraag is van waar deze zullen komen? Hopelijk niet allemaal uit het buitengewoon onderwijs? Zoals de VLOR ook aanhaalt: “Doordat de zorgzwaarte van de populatie in het buitengewoon onderwijs toeneemt, moet de financiering herbekeken en indien nodig verhoogd worden. Leerlingen in een gespecialiseerde setting mogen niet vergeten worden.”

    Nergens vinden we ook de impact terug voor kinderen in het buitengewoon onderwijs.

    Wat als er te weinig kinderen overblijven in een buitengewone school om nog leefbaar te blijven? Er zijn nu al buitengewone scholen die de deuren moeten sluiten en waar expertise dus wegvloeit. Wat is de langetermijnvisie van de regering? Wat is ze op lange termijn van plan met het buitengewoon onderwijs en de kinderen met zware zorgnoden? Zal ze de VN volgen dat stelt dat er geen apart onderwijssysteem mag bestaan voor kinderen met een beperking? We blijven ijveren voor de keuze van een kwalitatief buitengewoon onderwijs met inspraak van ouders en kinderen. In een gewone onderwijssetting kan nooit dezelfde ondersteuning geboden worden als in het buitengewoon onderwijs zoals het nu is. Zeker voor leerlingen met zware zorgnoden is dit onderwijs onmisbaar.

    Nergens wordt vermeld dat er in de opleiding van leerkrachten een hervorming zal gebeuren om leerkrachten vanuit hun basisopleiding al competenter te maken in de omgang met leerlingen met een beperking.

    We lezen niets over het toegankelijk maken van schoolgebouwen.
    We lezen niets over leerlingenvervoer.
    We lezen niets over buitenschoolse opvang.

    We lezen niets over therapie uren zoals kine, logopedie, enz.. dat extra binnen de schooluren zou kunnen ingepast worden. Zeker voor leerlingen van type 4 is kinesitherapie onontbeerlijk. In het buitengewoon onderwijs wordt daar aan tegemoet gekomen. Moeten ouders en kinderen daar ’s avonds voor opdraaien?
    We lezen niets over wat er gedaan wordt voor de leerlingen die momenteel nergens terecht kunnen voor onderwijs op maat en nu TOAH (tijdelijk onderwijs aan huis) krijgen.
    Zullen er in totaal genoeg middelen zijn? Is de 106,8 miljoen genoeg? Niemand weet het.

    Het lijkt alsof de middelen die vroeger gingen naar leerlingen in het buitengewoon onderwijs, nu uitgesmeerd en verdeeld moeten worden over kindbegeleiding, leerkrachtbegeleiding en - opleiding, logistieke ondersteuning,.. voor in totaal véél meer leerlingen met ondersteuningsnood. Wellicht help je daar inderdaad meer kinderen mee, maar de vraag is hoe je ze helpt. Help je ze voldoende of blijft het een druppel op een hete plaat. En de vraag is of er voldoende budget blijft voor de leerlingen met zware zorgnoden.

    23.En als laatste maar niet onbelangrijke opmerking is de ethische kwestie. Hoe ga je verantwoorden dat een kind in het buitengewoon onderwijs veel meer middelen krijgt dan een kind in het gewoon onderwijs met een vergelijkbare problematiek en nood aan ondersteuning?

    Aangezien ouders voorlopig nog geen informatie krijgen of kunnen krijgen hebben wij de informatie, die momenteel voorhanden is, opgezocht en gelezen en geprobeerd om
    inclusiefbuitengewoon.be


    31-05-2017 om 18:08 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:M-decreet
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs