Inhoud blog
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Inspectie in Engeland kiest ander spoor dan in VlaanderenI Klemtoon op kernopdracht i.p.v. 1001 wollige ROK-criteria!
  • Meer lln met ernstige gedragsproblemen in l.o. -Verraste en verontwaardigde beleidsmakers Crevits (CD&V) & Steve Vandenberghe (So.a) ... wassen handen in onschuld en pakken uit met ingrepen die geen oplossing bieden!
  • Schorsing probleemleerlingen in lager onderwijs: verraste en verontwaardigde beleidsmakers wassen handen in onschuld en pakken uit met niet-effective maatregelen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Onderwijskrant Vlaanderen
    Vernieuwen: ja, maar in continuïteit!
    20-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Commentaar bij splitsing leergebied wereldoriëntatie - Raf Feys

    Omtrent splitsing van leergebied wereldoriëntatie

    We lazen daarnet het volgende bericht: ”De Vlaamse regering besliste vandaag om het leergebied ‘Wereldoriëntatie’ te schrappen en op te splitsen in ‘Wetenschappen en techniek’ en ‘Mens en maatschappij’. Een beslissing die in de onderwijswereld op nogal wat onbegrip kan rekenen.”De plannen om het leergebied Wereldoriëntatie te schrappen en op te splitsen zijn ondergebracht in onderwijsdecreet XXIV, een verzameldecreet met allerhande maatregelen voor het volgende schooljaar, dat de Vlaamse regering vrijdag heeft goedgekeurd.”

    Onze commentaar bij dit bericht

     Zelf hebben we er steeds voor gepleit om in de hogere leerjaren - naast het aanbieden van rijke en vakkenoverschrijdende thema's - ook voldoende cursorisch onderwijs voor de zaakvakken natuurkennis, geschiedenis en aardrijkskunde te behouden. We protesteerden dan ook al in 1993 tegen de (ontwerp)eindtermen die de vakkenopsplitsing volledig lieten vallen. Voor TIMSS-wiskunde 2011 behaalden onze 10-jarigen nog de hoogste Europese score. Voor wetenschappen was de score maar matig en dit was mede het gevolg van het feit dat er sinds de invoering van de nieuwe (nivellerende) eindtermen en leerplannen minder aandacht was voor natuurkennis/wetenschappen. In de vroegere lessen natuurkennis over b.v. de hefbomen, eigenschappen van lucht ... werd er ook tegelijk veel aandacht besteed aan de technische toepassingen. We zijn dus op zich niet ongelukkig met de nieuwe maatregel, maar wel met het feit dat de onderwijswereld te weinig werd geraadpleegd.

     Vroeger was het in de lagere school ook een goede gewoonte dat een leerkracht zich specialiseerde in een van de drie zaakvakken en dan in meerdere klassen b.v. het vak natuurkennis verzorgde. Zo bereikten we meer deskundigheid.

     

     Zelf heb ik als lerarenopleider destijds honderden lessen natuurkennis/geschiedenis/ aardrijkskunde gevolgd en met de studenten helpen voorbereiden. Naast het uitwerken van rijke W.O.-thema's binnen ons Torhouts thematisch Wereldoriëntatiefonds besteedden we ook aandacht aan de vakdidactiek voor natuurkennis/geschiedenis ... Na het verschijnen van de nieuwe leerplannen namen we het initiatief om toch nog een cursorisch leerpakket voor geschiedenis en voor aardrijskunde samen te stellen (Uitgeverij Pelckmans). Jammer genoeg kregen leerkrachten die ermee werkten vaak de kritiek van de inspectie dat men niet meer cursorisch mocht werken. Hopelijk geraken we weer op het goede spoor. Ook in de buurlanden Nederland en Frankrijk werd de cursorische aanpak allang weer ingevoerd. Jammer genoeg ging er in Vlaanderen veel ervaring verloren. (Raf Feys)De Vlaamse regering besliste vandaag om het leergebied ‘Wereldoriëntatie’ te schrappen en op te splitsen in ‘Wetenschappen en techniek’ en ‘Mens en maatschappij’. Een beslissing die in de onderwijswereld op nogal wat onbegrip kan rekenen


    20-12-2013 om 22:21 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:wereldoriëntatie
    >> Reageer (0)
    19-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interview met prof. Wim Van den Broeck over zittenblijven en wetenschappelijk onderzoek

    Interview van Peter De Roover met prof. Wim van den Broeck in 'Doorbraak'

    ‘Elke vorm van mislukken uit het kinderleven willen bannen is kortzichtig’

    Prof Wim Van den Broeck over zittenblijven en wetenschappelijk onderzoek

    Zittenblijven nefast voor schoolkinderen? In 2012 werd het ‘wetenschappelijk’ bewezen, in 2013 staat de stelling op losse schroeven. Een vraaggesprek met Wim Van den Broeck, de man die de bewering onderuithaalde.

    - Peter De Roover (18.12.2013)

    In 2012 voerde het Leuvense Centrum voor Onderwijseffectiviteit en –evaluatie in opdracht van het Vlaamse ministerie van Onderwijs en Vorming een onderzoek uit naar het fenomeen ‘zittenblijven’. De resultaten van dat OBPWO-onderzoek ‘Zittenblijven in vraag gesteld’ klonken fors. De praktijk om leerlingen een jaar te laten overdoen werd zo goed als taboe verklaard. De beleidssamenvatting is nog steeds terug te vinden op de officiële webstek van het ministerie van onderwijs.

    Wim Van den Broeck – professor bij de vakgroep Klinische en Levenslooppsychologie van de VUB - analyseerde wat daarover gepubliceerd werd in de wetenschappelijke wereld en stelt vast  dat de studie van 2012 heel kort door de bocht ging. Hij besluit dat ‘zittenblijven voor sommige leerlingen de beste oplossing’ blijkt. In een aansluitende mailwissel met professor Bieke De Fraine, promotor van het OBPWO-onderzoek, erkende die laatste dat ze vandaag ‘die drastische aanbeveling (…) niet meer (zou) doen’. Opmerkelijk, dat is het minste dat kan gezegd worden, als we weten welk groot effect die ‘drastische aanbeveling’ had. Hoog tijd voor een gesprek met Wim Van den Broeck.

    Doorbraak (DB): De studie werd uitgevoerd in opdracht van het  ministerie van onderwijs. Hoe worden zo’n studies eigenlijk toegewezen?

    Wim Van den Broeck (WVdB): De administratie Onderwijs Vlaanderen besteedt opdrachten uit. De keuze van de vraagstelling is daarbij niet geheel neutraal omdat ze aansluit bij de onderwijsvisie die leeft bij de administratie. Zo wil men bijvoorbeeld via studies neurologisch bewijzen dat kinderen van 12 jaar geen keuzes kunnen maken en dat past dan wonderwel in de doelstelling om de studiekeuze te verlaten. Op zich hoeft dat nog geen probleem te zijn, indien men tenminste meerdere onderzoekscentra bij een dergelijk project zou betrekken om de objectiviteit ervan te waarborgen. Nu is dat niet het geval en ‘koopt’ men in feite wetenschappelijke ondersteuning voor opvattingen die men toch al koestert.

    DB: De studie waar we het nu over hebben, kwam met stevige beleidsadviezen op de proppen.

    WVdB: In de beleidssamenvatting staat expliciet dat het zittenblijven in het lager onderwijs moet worden afgeschaft. Dat krijgt nu zijn vertaling in de praktijk. Zittenblijven wordt geproblematiseerd en projecten als ‘samen tot aan de meet’ gaan daar nadrukkelijk van uit. Die projecten voorzien bijscholingen van leerkrachten en laten de besluiten van die studie zo doorsijpelen tot ver in de onderwijsgeledingen.

    DB: U had twijfels bij de besluiten.

    WVdB: Ik wilde wel eens weten welke wetenschappelijke argumenten men heeft om dergelijke drastische besluiten te kunnen formuleren. Ik heb het rapport opgevraagd en de wetenschappelijke artikelen daarover gelezen. Die internationale literatuur is een stuk genuanceerder en vindt in de methodologisch betere studies in elk geval geen negatieve effecten van zittenblijven. Daar komt nog bij: hoe maakt men de vergelijkingen? Zittenblijvers zijn wellicht ook de zwakkere leerlingen, dus is het niet onlogisch dat ze later minder scoren. In de wetenschap spreken we dan van selectie-bias, de startongelijkheid bij verschillende groepen die onderzocht worden. We moeten dus voorzichtig zijn. Globaal vindt men een nul-effect, maar zelfs deze conclusie is verre van zeker, juist vanwege die selectie-bias. Voor sommigen is zittenblijven geen goede zaak, voor anderen zeker wel. We zouden ons moeten richten op onderzoek naar wie er beter van wordt en hoe we het instrument goed kunnen gebruiken.

    DB: Bieke De Fraine zegt nu dat ze niet meer hetzelfde besluit zou trekken. Wat is er dan veranderd?

    WVdB: Uit de discussie die ik had met Bieke Defraine ben ik daar niet achter gekomen. Ze verwijst naar recente studies. Intussen verscheen de studie van Goos e.a., waarvan de inhoud echter al bekend was toen het rapport verscheen. Die studie komt tot het besluit dat zittenblijven slechtere resultaten oplevert dan wat leerkrachten ‘doorgaans aannemen’. Wat nemen leerkrachten ‘doorgaans’ aan? Dat lijkt mij geen hanteerbare wetenschappelijke maatstaf. Die studie werpt geen ander licht op de zaak. Ik weet dus niet waarom al niet in 2012 had kunnen vermeden worden om die radicale boodschap te brengen. Het ontbreekt onderzoekers soms alvast aan passende voorzichtigheid. Met radicale adviezen, die kennelijk gebaseerd zijn op onderzoeken die nog geen eensluidende conclusies mogelijk maken, gooit men bestaande onderwijspraktijken overhoop. Wat sommigen hopen wordt dan verkocht als een wetenschappelijke zekerheid.

    DB: De gevolgen zijn niet gering op de werkvloer van het onderwijs.

    WVdB: Pleiten voor een individueel leertraject voor ieder kind, als alternatief voor zittenblijven, klinkt misschien mooi. Maar hoe moet zoiets gebeuren in de praktijk, vraag ik me dan af, en ik denk met mij vele leerkrachten. Je kunt natuurlijk niet bij elk kind een leerkracht zetten met een apart programma per kind? Typisch is dat men een bekende praktijk wil uitbannen, maar vervolgens blijft men wel heel vaag over de oplossingen. Als zittenblijven moet worden afgeschaft, dan laten we dus overgaan ongeacht de prestaties? Dat zijn wel heel ingrijpende maatregelen die steunen op een bijzonder smalle ‘wetenschappelijke’ basis.

    DB: Spontaan denk je dan: overgaan los van de resultaten stimuleert niet meteen de inzet?

    WVdB: In de Verenigde Staten kent men de verschillende praktijken. In de jaren ’70, ’80 was men daar al bijzonder gevoelig voor de psycho-sociale gevolgen van mislukken. Kinderen zouden daar zeer onder gebukt gaan, dus moest iedereen overgaan naar het volgende jaar. Later onderzoek en de praktijk leerden dat social promotion, zoals dat heet, kinderen en jongeren juist ook kansen ontneemt omdat ze dan basiskennis missen. Het was Bill Clinton die daar in een State of the Union een punt achter zette. In sommige Amerikaanse staten steunen de scholen zich louter op de schoolresultaten om te laten overgaan. Daar wordt niet gedelibereerd. Daar blijkt dat als zittenblijven gecombineerd wordt met extra remediëring dit heel goede resultaten oplevert.

    DB: Kunnen kinderen voldoende motivatie vinden als er geen ‘punten’ worden gegeven?

    WVdB: Men vergeet in het huidige onderwijskundige denken gemakkelijk dat leren geen strikt persoonlijke zaak is. Het sociale aspect mag niet uit het oog verloren worden. Elk kind wil in een groep functioneren, gaat met anderen vergelijken. Je kan niet uitsluitend mikken op de intrinsieke motivatie, op de eigen ‘goesting’ als het ware. Zelfs studenten op de universiteit, die we toch sterk gemotiveerd mogen achten, redden het niet alleen met intrinsieke motivatie. Die geven we ook taken, deadlines en examens waarop ze kunnen zakken. Je verwacht teveel van een kind als je denkt dat het zonder externe prikkels kan functioneren. Dat leert de kinderpsychologie toch echt wel. Ouders zijn belangrijke motiveerders, leerkrachten ook. Die horen opdrachten te geven en daar een oordeel over te vellen. Daardoor geven leerkrachten en ouders ook de duidelijke boodschap dat zij het ook belangrijk vinden dat het kind dat allemaal leert, en zo gaat het kind of jongere dat ook belangrijk vinden. Intrinsieke motivatie voor een stuk leerstof ontstaat niet uit het niets, daar wordt een kind niet mee geboren.

    DB: Maar dan kan het kind ook mislukken?

    WVdB: Ik heb de indruk dat we elke vorm van mislukken uit het kinderleven willen bannen, elke frustratie ook. Het idee dat we een kind niets mogen ‘aandoen’ is erg kortzichtig, want zo bouwt het geen weerbaarheid op. Mislukken is een onderdeel van de weg naar het succes. Elke grote prestatie vraagt doorzettingsvermogen. Zich goed voelen klinkt mooi maar als we kinderen zich tot elke prijs willen laten goed voelen dan wreekt zich dat op termijn. Op oudere leeftijd is hun welbevinden dan naar de vaantjes. Het geven van kansen moet een zaak zijn van bagage meegeven, geen pamperverhaal dat kinderen losrukt van de realiteit.

    DB: Sommigen lazen uw analyse ook als een pleidooi voor meer nederigheid van de kant van onderzoekers.

    WVdB: Wetenschappers worden door hun academische overheden ook steeds meer aangepord om in de media te komen met hun onderzoek. Op zich is het natuurlijk goed dat wetenschap ook uitgelegd wordt aan een breder publiek, maar het probleem is dat de manier waarop dat gebeurt vaak geen recht doet aan de wetenschappelijke nuances. De wetenschap is doorgaans veel genuanceerder dan de krantenkoppen die er uit voortvloeien. De meeste onderzoeken zijn niet spectaculair genoeg om correct op te nemen in de media. Wat mij daarbij stoort is dat de status van wetenschap en wetenschapper daardoor eerder ondermijnd wordt, precies omdat grondigheid en degelijkheid van onderzoek niet van tel zijn in de media. En dat hebben onze academische overheden, die vooral zijn gaan denken in management termen, helemaal niet in de gaten. Media zijn vooral op zoek naar ongenuanceerde standpunten. Dat verlies aan inhoudelijke kwaliteit en ook het gebrek aan waardering voor die kwaliteit is vaak heel ontmoedigend en is m.i. een groot probleem aan het worden.

    DB: Publish or perish?

    WVdB: Het heeft te maken met de postmodernistische neiging om elk verhaal dezelfde waarde toe te kennen. Wetenschap werkt met argumenten en stellingen die worden bevestigd of niet. Zo merk ik dat de media gretig elk onderzoekje breed uitsmeren, gewoon omdat het een mooie kop oplevert, of in de maatschappelijk-ideologische kraam past, ook al gaat het dan vaak over een scriptie of masterthesis waarvan de wetenschappelijke kwaliteit soms bedenkelijk is (natuurlijk zijn er ook goede thesissen).

    Het maatschappelijk debat wordt niet gediend met een dergelijk kwaliteitsverlies. De grondigheid moet je ver gaan zoeken. Onlangs verscheen een interviewtje met mij in een krant, nadat ik lang aan de lijn had gehangen met de journalist. Toen ik het artikel las, dacht ik: daar gaat mijn reputatie.

    DB: Wetenschappelijk onderzoek moet toch breed verspreid worden bij het publiek.

    WVdB: Zeker, maar waarom moet het altijd spectaculair zijn? Het moet dikke koppen opleveren, in de aard van ‘Zittenblijven is slecht voor kinderen’. In ons onderwijs bestaat het zittenblijven al sinds mensenheugenis. Als dat dan nefast is voor kinderen, is dat natuurlijk spectaculair nieuws. Maar onlangs hoorde ik het verhaal van een moeder die een zoon heeft in het bijzonder onderwijs. Die jongen is daar zeer tevreden, door de uitstekende aanpak daar. Haar jongere dochter die in het gewoon onderwijs zit presteert ook slecht maar ze liet het kind overgaan ‘omdat de school dat adviseerde’. Dat meisje zit nu doodongelukkig in de klas, waar ze absoluut niet kan volgen. Dit is uiteraard geen uitzondering. Zulke praktijken gebeuren vanuit het dogmatisme: zittenblijven mag niet, en doorverwijzen naar het BO moet vermeden worden.

    DB: Inclusief onderwijs, alle kindjes samen, is toch het ideaal?

    WVdB: Het nieuwe decreet van Smet voorziet dat leerlingen van type1 (= licht mentaal gehandicapt) en type8 (leerstoornissen) nog maar heel moeilijk kunnen worden doorverwezen naar het bijzonder onderwijs. Daar zit het dogma van het inclusief onderwijs achter. Maar in de praktijk gaat het vaak over louter fysieke inclusie, geen echte. De kinderen zitten dan wel bij elkaar maar stellen daar de onderlinge verschillen zelf vast. Ik zie ook ongerijmdheden tussen het idee van gelijke kansen, iedereen mee, en het diversiteitsverhaal, iedereen is individueel verschillend. Maar als iedereen verschillend is, dan kunnen er uiteraard sommigen achterblijven. Kinderen moeten gerespecteerd worden in hun eigenheid maar wel allemaal samen gezet worden. Kinderen moeten het recht hebben om te kiezen maar als ze kiezen, is het ook weer niet goed want ze kunnen eigenlijk niet kiezen, heet het dan. Dit soort inconsistenties weerspiegelen het gebrek aan een coherente onderwijsvisie. Het onderwijsbeleid is duidelijk op de dool.

    DB: De sociale achtergrond zou toch geen rol mogen spelen in de schoolloopbaan.

    WVdB: Ons Vlaamse onderwijs behoort al decennia tot de wereldtop wat sociale mobiliteit betreft. Kinderen met arbeidersachtergrond gingen massaal studeren aan universiteiten vanaf de jaren ’60, ‘70. Dat was een ongelofelijk succesverhaal waar we heel erg trots op mogen zijn maar we beseften dat amper en nu zijn we dat helemaal vergeten door de niet aflatende negatieve berichtgeving over ons onderwijssysteem. Vlaanderen was een gidsland, dus aan de structuren zal het zeker niet liggen. Blijkbaar gaan beleidslieden ervan uit dat dit succesverhaal niet meer mogelijk is met de huidige achterstandskinderen en jongeren, bijv. bij anderstaligen en migranten. Daaruit spreekt een dodelijk pessimisme dat die jongeren voortdurend bevestigt in hun negatieve toekomstverwachtingen. Hoezo gelijke kansen? Deze onderwijsideologie werkt dan ook in sterke mate zelfbevestigend.

    We moeten vooral investeren in hulp bij de oriëntering. Een goede IQ-test blijft de beste voorspeller, intelligentie speelt wel degelijk een rol wat er ook beweerd wordt. Omgevingsfactoren spelen ook mee en dus worden kinderen met een armere sociaal-economische achtergrond best geholpen met een goede onderwijskeuze en inhoudelijk degelijk onderwijs. Vlaanderen heeft daar veel te bieden, laten we daar voorzichtig mee omspringen.

    19-12-2013 om 20:12 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:zittenblijven
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nacholing & professionalisering ter discussie

    Over nascholing, zelfstudie en professionalisering van leerkrachten (+lerarenopleiders, inspecteurs, CLB-mensen): veel geblaat, maar weinig wol, en vooral: veel stappen achteruit!

    We lazen over het thema professionalisering en nascholing een rake reactie van prof. Wim van den Broeck op de website ‘Duurzaam onderwijs’. Van den Broeck schrijft: ”Ik zou vooral aanraden heel erg selectief te zijn in het kiezen van nascholingen. De overgrote meerderheid is immers van bedenkelijke kwaliteit. Maar er wordt natuurlijk wel goed aan verdiend. Vele nascholingen hebben ook niets te maken met onderwijs: leerkrachten leren er vooral te problematiseren, te psychologiseren, etc. Dan is het beter dat leerkrachten zo weinig mogelijk dergelijke ‘nascholingen’ volgen.

    Het begrip professionalisering is dan ook een leeg begrip. Welke professionalisering? Wat leert men er eigenlijk? In een tijdperk waarin beleidsmakers zelf ‘vergeten’ zijn wat onderwijs nu ook al weer was, is het wellicht beter om daar eerst eens goed over na te denken, in plaats van de waan van de dag na te hollen om toch maar mee te zijn met de tijd. Onderwijs verdient beter.”

    Ook ik maak me zorgen over de echte professionalisering en vooral over het feit dat zoveel klassieke vormen van professionalisering of beroepsvervolmaking geruisloos werden opgedoekt.

     *Zelf vind ik vooreerst dat we het begrip bijscholing moeten verruimen. De belangrijkste vorm van professionalisering is nog steeds de ‘zelfstudie’. Ik vermoed dat ook prof. Van den Broeck het daarmee eens is. Dit wordt jammer genoeg ‘officieel’ niet als bijscholing beschouwd. Je mag dit niet op je lijstje van bijscholingen vermelden; bij doorlichtingen telt dat soort bijscholing niet. Leraars zijn in staat zijn om zich zelfstandig bij te scholen via het lezen en bestuderen van publicaties - via zelfstudie.

    Als lerarenopleider vond ik het dan ook mijn plicht om naast het geven van nascholingssessies, vooral aandacht te besteden aan het publiceren van bijdragen over de kern van het onderwijs: hoe kinderen lezen, rekenen, spellen, stellen … Ook dat is professionalisering.

    Jammer genoeg merk ik dat de voorbije 15 jaar veel minder gepubliceerd wordt over dergelijke onderwerpen door lerarenopleiders, inspecteurs (zie volgend punt) e.d. Als gevolg van de vele hervormingen van de lerarenopleidingen, kregen de opleiders minder de kans om geregeld in de pen te kruipen. En waar vroeger een leraar-pedagoog ook sterk begaan was met de leerinhouden en vakdidactiek, is dit als gevolg van de hervormingen op vandaag veel minder het geval. Ook de pedagogen houden zich nu meer bezig met modieuze onderwerpen en veel minder met het leren lezen, rekenen ... . Als pedagoog-lerarenopleider voelde ik me destijds door mijn verantwoordelijkheid voor vakdidactische zaken gestimuleerd om me in deze onderwerpen te verdiepen en er over te publiceren. Gezien de meeste invalshoeken bij het wetenschappelijk onderzoek van het leren lezen, rekenen ...in het basisonderwijs van psychologisch-didactische aard zijn, voelde ik me als pedagoog ook goed geplaatst om die taak te behartigen. De voorbije 100 jaar werd de vakdidactiek voor het basisonderwijs vooral door pedagogen-psychologen uitgebouwd. Door de hervorming van de lerarenopleidingen zijn er nog weinig pedagogen die zich met de vakdidactiek inlaten. Hierdoor verschijnen er ook veel minder vakdidactische publicaties. Een domper voor de professionalisering.

     

     *Prof. Van den Broeck heeft gelijk waar hij stelt: ”We leven in een tijdperk waarin beleidsmakers (en ook veel nascholers) zelf ‘vergeten’ zijn wat onderwijs nu ook al weer was”. Als we de lijstjes van nascholingssessies bekijken, dan gaat het inderdaad al te vaak om hypes als meervoudige intelligentie e.d. Ik heb zelf in het verleden als lerarenopleider nascholing verzorgd over hoe de kinderen leren lezen, rekenen, spellen, stellen…. en over thema’s wereldoriëntatie.

     Het publiceren over dergelijke thema’s in Onderwijskrant en elders, vond ik al bij al nog belangrijker dan het geven van nascholingssessies.

    *Zelf volgde ik ook geregeld de ‘Pedagogische Week’ die jaarlijks ingericht werd door de inspectie – vooral de sessies over leerplanonderwerpen. Van de inspecteurs nieuwe stijl wordt sinds 1991 niet meer verwacht dat ze zich ook verder bekwamen in de vakdidactiek en leerinhouden en dat ze daarover zelf nascholing geven. Vroeger moesten de inspecteurs ook zorgen voor nascholing van de leerkrachten uit hun kanton. Heel wat inspecteurs kropen ook geregeld in de pen. De inspectiehervorming had als gevolg dat de ‘Pedagogische Week’ wegviel en dat nog zelden een inspecteur een didactische onderwijsbijdrage schreef. Ze werden dus ook niet verplicht om zichzelf verder te bekwamen. Een domper dus voor de professionalisering van de inspecteurs zelf, én van de leerkrachten.

     *Daarnaast merken we ook dat ook de CLB-centra - in tegenstelling met de PMS-centra van vroeger - nog weinig begaan zijn met de leerinhouden, leerresultaten en vakdidactiek, de essentie van het onderwijs. Destijds stond dit in het kader van het project ‘leerzorg’ van de PMS-centra vrij centraal.

    Besluit: er werd de voorbije 20 jaar veel geschreven over professionalisering en er ontstond ook een nascholingsindustrie en een breed vernieuwingsestablishment. Maar al bij al zij we er inzake effectieve professionalisering sterk op achteruit gegaan.

    De overheid investeert wel meer centen in nascholing, maar tal van hervormingen (lerarenopleidingen, inspectie, CLB, toename planlast ... ) waren nefast voor de echte professionalisering. Prof. Van den Broeck komt terecht op voor een ander soort professionalisering. Wij betreuren ook dat zoveel belangrijke vormen van professionalisering verloren gingen.


    19-12-2013 om 18:14 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:nascholing, professionalisering
    >> Reageer (0)
    16-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Invloed van onderwijsvisie van Pierre Bourdieu in Vlaanderen

     Invloed van onderwijsvisie van Pierre Bourdieu in Vlaanderen

    We signaleren vooreerst een interessante bijdrage over het gedachtegoed van Bourdieu, Foucault ...  op de blog ‘Kwestie van verwondering) van  Bart Haers

    (zie http://kwestievanverwondering.blogspot.be/2013/12/speelt-de-geest-van-68-nog-op.html?spref=fb ).

    We voegen er nog wat commentaar aan toe over de invloed van de onderwijsvisie van Bourdieu in Vlaanderen (Raf Feys)

    Vlaanderen nog steeds in de ban van de onderwijsvisie van Bourdieu

    De Franse socioloog Pierre Bourdieu  poneerde  al in de jaren 1960 de deterministische en fatalistische stelling dat  het onderwijs steeds de sociale ongelijkheid reproduceert en zelfs nog versterkt. Er was volgens hem ook nooit sprake geweest van democratisering in de jaren vijftig en zestig.  Critici verweet hij dat ze geloofden in de ‘mythe du don de l’élève.’  Vanaf de jaren zestig bestaat er een taboe op verschillen in intelligentie en intellectuele aanleg- vooral bij  (Vlaamse) sociologen die de Bourdieu-onderwijsvisie ingeslikt hebben.  Er zijn ook nog steeds wetenschappers (?) die niet aannemen dat ‘momenteel’ de gemiddelde intelligentiescore van autochtone leerlingen uit de lagere klassen substantieel lager is dan die van kinderen in hogere klassen.

    We bestrijden de Bourdieu-ideologie al sinds 1968, maar tevergeefs.  De Bourdieu-ideologie van de sociale discriminatie en het negeren van de verschillen in intellectuele aanleg  vinden we  steevast terug  in de publicaties van onze Vlaamse onderwijssociologen, in  beleidsverklaringen,  in de uitgangspunten voor de structuurhervorming  van het secundair onderwijs … In het regeerakkoord 2004 lazen we bijvoorbeeld: "De verhoogde onderwijsparticipatie heeft geen einde gemaakt aan de sociale ongelijkheid op het vlak van de toegang tot het onderwijs. Ondanks alle inspanningen blijft het onderwijs de sociale ongelijkheid reproduceren, eerder dan te zorgen voor een betere sociale mobiliteit. De kloof tussen hoger- & lager opgeleiden wordt scherper. Het wordt een maatschappelijke breuklijn."  In 2004 was Frank Vandenbroucke minister van onderwijs en Dirk Van Damme (momenteel onderwijsexpert bij de OESO) was zijn kabinetschef. Aansluitende bij de regeringverklaring formuleerden Vandenbroucke-Van Damme ook de eerste plannen voor een structuurhervorming in het s.o, voor de invoering van een gemeenschappelijke eerste graad e.d. Ze pakten ook uit met de (dwaze) slogan: de kloof dempen (de kloof tussen de sterkere en de zwakkere leerlingen.

    Volgens het rapport-Monard luidde het belangrijkste uitgangspunt voor de dringende hervorming s.o.: “Het onderwijssysteem (re)produceert sociale ongelijkheid, veeleer dan ze te milderen. Elk scharniermoment in de onderwijsloopbaan werkt als een filter die ongelijke kansen in de hand werkt” (Bijlagen p. 73).

    Ides Nicaise fulmineerde:  ' Het is de bedoeling van egalitair onderwijs dat elke  bevolkingsgroep  evenredig participeert  aan   alle  onderwijsniveaus . De verouderde theorie over aanleg leidt een hardnekkig bestaan.  IQ meet geen aangeboren capaciteit, maar enkel aanpassing aan IQ-test ( De school van de ongelijkheid, Epo,p.88).”. Volgens hem  situeerde de sociale discriminatie zich vooral bij de overgang naar - en in het  secundair onderwijs: "Als kinderen s.o. langer de tijd krijgen om te ontdekken waar ze goed in zijn en zich pas op latere leeftijd oriënteren, pas kun je de problematische intellectuele en sociale segregatie milderen en zullen ook meer leerlingen uit lagere sociale milieus naar het aso gaan ” ( De Morgen, september 2004).  Handarbeiderskinderen moeten volgens Nicaise en co bij gelijke onderwijskansen proportioneel  vertegenwoordigd  zijn  in  het  aso, aan de universiteit (Gelijkheid in diversiteit, H’ogelijn, nr. 15, 2007).  Niemand mag volgens hem zelfs de toegang tot het aso en de universiteit geweigerd worden.

    Ook de kopstukken van het GOK-Steunpunt, de professoren Mark Van den Branden, Piet Van Avermaet & Ferre Laevers beweerden in 2005: “Het leervermogen is bij de geboorte  gelijk verdeeld  over  alle sociale  klassen “. De ongelijke deelname aan het aso was ook volgens hen een gevolg van sociale discriminatie.

    Ook prof. Mark Elchardus poneerde op 28.06.12 in  De Morgen: 'Een storend element dat opduikt in het hervormingsdebat betreft de erfelijkheid van cognitieve vaardigheden. Dat cognitieve vaardigheid sterk genetisch bepaald is, is louter een veronderstelling. Dat weten we niet.” Hij schreef dit als kritiek op de critici van een gemeenschappelijke eerste graad s.o. die wezen op de grote cognitieve verschillen tussen de leerlingen. 'Dirk De Zutter , mede-auteur van het boek ‘De school van de ongelijkheid’, schreef in ‘Visie’ “IQ is louter een cultureel gegeven” (21.09.07).

    En wat verderop in ‘De school van de ongelijkheid’ bestempelden Nicaise en De Zutter  de critici die wezen op de relatief grote invloed van de verstandelijke aanleg zelfs als sociaal-racisten: “De ideologie van aanleg draagt een ideologie uit die te bestempelen is als sociaal racisme “ (‘School v.d. ongelijkheid', Epo, 2007 p. 93). Socioloog Dirk Jacobs schreef in zijn KBS-studie van  2009: “Het is onverantwoord te  veronderstellen dat  kinderen van  laaggeschoolde  ouders gemiddeld minder intellectuele aanleg hebben.”

    Bourdieu en ontscholing

    In het zog van Pierre Bourdieu staarden Nicaise en co zich ook  blind  op  het  zogenaamde symbolisch  geweld - opleggen van de ‘hoge’ cultuur - dat dé  dominante  klasse  via  haar  greep  op  het  onderwijs  zou  uitoefenen  en  waardoor  in  principe  het onderwijs nooit kan leiden tot emancipatie en sociale  doorstroming;  een  nefast  deterministisch  en  defaitistisch denken. .  Ook professor  Roger Standaert , directeur Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DVO),  schreef in 2007 met een verwijzing naar Bourdieu:  “Kennis die bij een bepaald gevormde elite hoort, wordt jammer genoeg hoger aangeslagen dan de kennis die circuleert in het volkshuis. Weten wie Rubens was, wordt hoger aangeslagen dan weten wie David Beckham is. Kritische sociologen als Bourdieu  heeft boeken volgeschreven over ‘la distance inégale à la culture’ van een grote meerderheid van kinderen op school.” …  “Vaak is die dominantie ook te vinden in de verbale sector. De verbale cultuur wordt torenhoog hoger geacht dan de technische cultuur. Het foutloos beheersen van de regels van de uitgangen d en dt, wordt waardevoller aangezien dan de kennis van de automotor.” De Bourdieu-ideologie bevorderde dus ook de ontscholing van het onderwijs (zie www.onderwijskrant.be)

     

    16-12-2013 om 11:20 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Bourdieu, intellectuele aanleg
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Bloggen.be, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!