Debat over moeilijke situatie in Brusselse scholen, problemen met moslimjongeren en radicalisering, ...
Debat over moeilijke situatie in Brusselse scholen, problemen met
moslimjongeren en radicalisering, ...
1.Inleiding en situering: kentering in debat?!
In de context van
de aanslagen in Parijs verschenen ook een aantal bijdragen en analyses over de
problemen in het Brussels onderwijs en over het voorkomen van de radicalisering.
We verheugen ons over het feit dat in een aantal analyses de ware oorzaken van
de leer- en gedragsproblemen van allochtone jongeren tot uiting kwamen. In punt
2 vatten wede analyse van Brusselse
leerkrachten en van prof. Mark Elchardus samen. Tot nog toe domineerde het
weldenkende knuffel- en victimisatie-discours ten aanzien van allochtone (moslim)jongeren,
een discours dat zelfs de agressie en
rancune van een aantal van een aantal van die jongeren in de hand werkte. Er
was ook weinig begrip voor de nefaste gevolgen van de Vlaamse leerlingen.
We merkten eind
november tegelijk datpolitiek correcte
sociologen als Dirk Jacobs (ULB), Ellen
Huyghe (UGent), Tim Reeskens (Utrecht) ... zichonmiddellijk geroepen voelden om de getuigenissen en analyses van de Brusselse leerkrachten,prof. Mark Elchardus ... te weerleggen. Ze pakten eens te meeruit met de discriminatie in het onderwijs als
belangrijkste oorzaakvan de leer- en
gedragsproblemen en van de radicalisering (zie punt 3). Elchardus werddoor Reeskens zelfs als een afvallige
bestempeld.
2 Van negatie problemen door de vele politiek
correcten ...naar recente en brede
erkenning
2.1Ontkenning van problemen
De grote
problemen van de Brusselse scholen zijn al lang gekend, maar ze werden lange tijd
genegeerd door de beleidsmensen, de politiek correcten, de sociologen, het
Steunpunt-GOK... Zelfs de directeurs van de GOK-steunpunten
ontkenden de specifieke taal- , leer- en gedragsproblemen van allochtone
leerlingen. In een publicatie van 2004beweerden Kris Van den Branden, Piet Van Avermaet & Ferre Laevers :
Van zodra kinderen van een andere etnische afkomst slechter presteren, is
er sprake van systematische
kansenongelijkheid en discriminatie. Het leerpotentieel en de bereidheid
leerinspanningen te leveren zijn immers gelijk verdeeld over de verschillende
volkeren en bevolkingslagen (Steunpunt GOK; Beter, breder en met meer
kleur, 2004). Het Steunpunt NT2 ontving in deperiode 1990-2010 12,5 miljoen euro voor de
uitbouw en ondersteuning van NT2, maar verklaarde al vlug dat NT2 overbodig
was. In 2007 drukte prof. Ides Nicaise de
gangbare sociologische verklaring en vergoelijking zo uit: De jonge
allochtone leerlingen zijn (taalkundig) niet gehandicapt; het gaat enkel om
achterstelling in de maatschappij en op school (De school van de
ongelijkheid,EPO)Volgens Nicaise
en Co zijn ze ookqua intellectuele
aanleg even getalenteerd. We mochten volgens Nicaise & CO ook geen heil
verwachten van intensief NT2 en achterstandsdidactiek, want die waren volgens
hem gebaseerdop het deficit-model,
op de theorie van de socio-culturele handicap.
2.2Recente
& rake uitspraken van Brusselse leraren
We volgden eind
november j.l. met aandacht de bijdragen over het Brussels onderwijs. We zijn verheugd dat de
leer-, taal- en gedragsproblemen niet
langer verdoezeld werden. In de bijdrage Wat
moet er van die jongens worden?in
De Standaard van 22 novembermaakten leerkrachten
in scholen in en rond Brussel zich grote zorgen over het je-men-foutisme bij een deel
van de moslimjongeren. Zij stelden dat
het moeilijk is om les te geven in dergelijke klassen: Veel van die gasten hebben geen getuigschrift lager school, maar
stromen door op basis van leeftijd. Ze leveren geen taken n, studeren amper
voor toetsen.En dan hun houding: ze
snauwen meer dan ze spreken. Leerkrachten die tegengas geven worden afgedreigd
of beschimpt. Straffen hebben weinig impact. Stagebegeleiders zijn bang om
sommige van die onhandelbare jongeren naar bepaalde bedrijven te sturen. Omdat
ze te laat komen, weinig ijver aan de dag leggen. Ze volgen kantoor, maar ze
spreken onvoldoende Nederlands om de telefoon te beantwoorden. Wat de leraars
beangstigt, is het je-men-foutisme. Ze lijken in niets geïnteresseerd. ...
thuis krijgen die leerlingen weinig of geen steun. Ze lijken verweesd op te
groeien.
We zijn alvast
ook tevreden dat nu ook de grote taalproblemen breed erkend, i.p.v. ontkend
worden. Zo gafde Brusselse
Groen-schepen Analisa Gadaletavolmondig toe: Sommige jongeren spreken amper de taal; zelfs dat is hen niet gevraagd (ZENO, De
Morgen, 21 november).Groen-partijvoorzistster Meyrem
Almaci bestempelde in 2003 de
vraag voor meer Nederlands nog als een vorm van taalfetisjisme vanuit vele
scholen, dat averechts werkt in de emotionele binding met de eigen taal.Socioloog Koen Pelleriaux
(adjunct-directeur ministerie van onderwijs) beweerde destijds dat die
leerlingenvolgens hem wel voldoende
Nederlands kenden.
2.3Gewaagde
analyse van prof. Mark Elchardus
Ook prof. prof.-socioloog Mark Elchardus mengde zich in De Morgen en in De Standaard in het debat.Socioloog
Tim Reeskensschreef in een reactie dat hij Elchardus
omwille van zijn (rechtse) uitspraken niet langer beschouwde als een voorvechter vanprogressief intellectueel Vlaanderen (zie punt 3.2).
In de bijdrage in ZENO van 28
november j.l. wees ook Elchardus op de groteleer- en disciplineproblemen - en
op deze met de moslimleerlingen in het bijzonder. Hij stelde: Het grootste probleem, om man en paard te
noemen, doet zich wel voor bij de moslimjongeren. Hoe je het ook
draait of keert, je belandt altijd weer
bij het probleem van de discipline in klas. Ik ken leerkrachten die de helft
van hun tijd met disciplinering bezig zijn, waardoor slechts de helft van de
tijd nog naar lesgeven gaat. Al ze hun diploma secundair onderwijs op zak
hebben, hebben die leerlingen alles welbeschouwd drie jaar les gehad.Een andere vraag luidt: gaat het hier om wat
die groep leerlingen meebrengt van thuis, of iets wat op school met de jongeren
gebeurt? Als blijkt dat die jongeren
dingen aanbrengen die ingaan tegen de geest van wat ze op school leren, dan is
dit een serieuze hinderpaalvoor
het onderwijs.
In de De Morgen van 18 november
reageerde Elchardus al op de stelling dat de radicalisering een gevolg was van
achterstelling. Hij poneerde: Het lijkt
er op dat radicalisering zich vooral voordoet in landen waar wel goede
onderwijskansen worden geboden .Elchardus
nam ook afstand van de velen die stellen dat de terreur helemaal niets met de Islam
te maken heeft: Ontkennen dat de
moordenaars gemotiveerd worden door hun geloof, is een gevaarlijk ontkennen van
evidentie. Hij poneerde verder nog: We moeten slechts nieuwkomers toelaten in een mate die compatibel is
met het behoud en de ontplooiing van dat samenlevingsmodel. We moetendat model verdedigen tegen zijn belagers. We
moeten de soort samenleving die onze grootouders en ouders hebben opgebouwd,
kordaat verdedigen en ook voortvarend uitdragen naar de mensen die ook zo
willen leven. ... Het zou ook oneerlijk zijn als de scholen
het gelag moeten betalen voor de collectieve fouten uit het verleden i.v.m. de
migratie... Dit zijn vraagstukken die niet over een nacht ijs opgelost zullen
raken. En ook de scholen zullen die problemen dus niet zomaar kunnen
oplossen.
Noot.Eind november wees de bekende Engelse
socioloog Frank Furedier ook nog op
dathet klassieke victimisatie- en
knuffeldiscours van veel vakgenotenen
politiek correcten precies agressie en rancune
bij die jongeren uitlokte: The most
powerful driver of jihadist influence in the West is the sacralisation of
victimhood. In
recent decades, the victim has acquired a quasi-sacred status. Competitive
claims-making about victimisation has become widespread, and misfortune is
frequently represented through the prism of victimisation. From a victim of
bullying to a victim of a heart attack, the variety of victimizing experiences
is continually expanding. Coincidentally, one of the most powerful themes promoted
in radical jihadist propaganda is there presentation of Islam as the universal victim
of Western aggression.Dit is ook een stelling die Malika Sorrel (ex-lid
Hoge Raad voor Migratie in Frankrijk) al lange tijd bleef verkondigen -ook in haar pas verschenen boek Décomposition
Française.Jammer genoeg moffelden de
politiek correcte leden van de Hoge RaadSorrels analyse weg. In de context van de radicalisering en de aanslagen
in Parijs krijgt Sorrel momenteel in
de media veel aandacht en lof. Volgens Morel werd veel te weinig ingezet op
doorgedreven integratie, kennis van het Frans, enz.
3. Politiek correcte verweer van Dirk Jacobs,
Ellen Huyghe en Tim Reeskens
Een aantal sociologen
waren doodongelukkig met de recente uitspraken
van prof. Elchardus,met de
uitsprakenvan de leerkrachten over
allochtone jongeren, e.d. Dit kwam
duidelijk tot uiting op twitter enin de
reacties en standpunten van Ellen Huyghe
(UGent), Dirk Jacobs (ULB) en Tim Reeskens (U Utrecht).
3.1Reactie
van Ellen Huyghe (UGent)
De Gentse
sociologe Ellen Huyghe publiceerde in De
Standaard van25 november een
reactie op de pessimistische uitlatingen van de leerkrachten in DS van 22
november onder de titel Hoe moet een
worstelende leraar zelf de jongeren steunen. Haar basisstelling luidde dat
de houding en problemen van van die
allochtone jongeren vooral een gevolg zijnvan discriminatie in het onderwijs: Een
op de vier jongeren met een etnisch-culturele achtergrond zegt dat hij in zijn
onderwijsloopbaan ongelijke behandeling heeft ervaren. Uit eigen onderzoek
blijkt bovendien dat een op de drie leerlingen uit diezelfde groep zich geen
deel voelt van de school. Dat is problematisch omdat jongeren die zich niet
thuis voelen opschool vatbaar zijn voor
antischoolculturen en hun kansen op ee n diploma verkleinen doordag ze zich
uitgesloten voelen op school. Huyghe pakt dus uit met het klassieke
victimisatie- en knuffeldiscours.
3.2Reactie
van Tim Reeskens op Elchardus
In een reactie-bijdrage
- aanbevolen op twitter door Dirk Jacobs
- betreurde de Utrechtse socioloog Tim Reeskens de uitspraken van prof.
Elchardus in De Standaard:. Reeskens poneerde: De Brusselse socioloog Mark Elchardus was ooit een voorvechter van
progressief intellectueel Vlaanderen. Maar hij valt in zijn recente diagnose
terug op een conservatieve reflex die zelfs de legitimiteit van de sociologie
in vraag stelt.Reeskens betreurde
dat Elchardus geen sociale (lees: sociologische) oorzaken voor de agressie en rancune
vooropstelde. Reeskens:Mensen die onzekerheid ervaren vallen
makkelijker terug op het geloof omdat deze antwoorden biedt op existentiële
vragen. ...Mensen vinden in hun
zoektocht naar een sociale identiteit eerder heil vonden in de radicale islam
omdat België hen, ondanks alles, weinig houvast gaf.De oorzaak moet dus ook volgens Reeskens
vooral gezocht worden in ons falend land en falend onderwijs.
Reeskens betreurde ook heel sterk dat
Elchardus een link legde naar de Islam en verder stelde: We moeten slechts nieuwkomers
toelaten in een mate dit compatibel is met het behoud en de ontplooiing van ons
samenlevingsmodel.
3.3 Jacobs: onderwijs deugt niet
& discrimineert allochtone jongeren
Ook socioloog Dirk Jacobs (ULB) kon in de
ZENO-bijdrage (28 november) over het Brussels onderwijs zijn mening kwijt over
het onderwijs in Brussel.Zijn analyse
verschilde heel sterk van de analyse van de Brusselse leraren en van Elchardus.
Jacobs
nam afstand van de analyses die we hiervoor in punt 2 beschreven en pakte uit
met de stellige uitspraak:Het debat over taal, religie, etnische
afkomst en sociale achtergrond is een debat over het geslacht der engelen. Voor
de achterstand van allochtone jongen worden nu eens sociaal-economische, dan
weer culturele argumenten aangevoerd. Ik vind die discussie niet to the point.
Wat zijn dan volgens Jacobs wel de
belangrijkste oorzaken van het zwakke presteren en hoe kan men ze verhelpen? We
lezen: De grootste uitdaging is de
extreme sociale en etnische segregatie in ons onderwijssysteem. Hij
reptemet geen woord over de gevolgen
van de immigratieenover wat Elchardus bestempelde alsde
dingen die moslimjongeren van huis uit meebrengen en die ingaan tegen de geest
van wat ze op school leren.Prof. Bea
Cantillon (UA) ergerde zich al op
een KBS-studiedagvan 2007 mateloos aan
het simplistisch en politiek correct standpunt van Dirk Jacobs.Ze stelde
kritisch: het veelal herleiden van de problemen van allochtone leerlingen tot
sociale discriminatie is een heel grote vergissing is. De problemenzijn ook cultureel, religieus,
levensbeschouwelijk. Verder zijn er ook de grote taalproblemen. Kleuters
beginnen al met een grote achterstand. De leerproblemen hebben verder ook te
maken met het feit dat de ouders niet geïntegreerd zijn of zich niet laten
integreren. Zij vormen een gesloten gemeenschap.Deze specifieke problemen worden veelal
ontkend of sterk gerelativeerd. Deze waarheid past niet binnen het politiek
correcte denken over de multiculturele samenleving en over gelijke kansen. Wie
in Vlaanderen stelde dat de grote schooluitval ook een gevolg was van ons
(mild) migratiebeleid, wordt al vlug als racist bestempeld. De politiek
correcte rapporten over migratie van de Koning Boudewijn Stichting van Dirk
Jacobs en CO verzwegen steeds de belangrijkste oorzaken van de problemen.
De oplossing vanJacobs ziet er ook nogal simpel uit: Als samenleving moeten we er in de eerste
plaats, net als de Finnen, van uitgaan dat elk kind een goede school verdient.
Dat is niet wat vandaag gebeurt. Alle actoren moeten overtugd worden van het
belang van een goed functionerend onderwijs. De studiekeuze vastleggen op een
later tijdstipin het secundair kan een
deel van de oplossing aanleveren.
In het FinseHelsinki waar men ook een toename van deallochtone leerlingen kent, worstelt men
evenzeer met die problemen. Elchardus stelde overigens dat radicalisering zich zelfs vooral
voordoet in landen waar goede
onderwijskansen worden geboden. Elchardus toonde veel begrip voor de grote
problemen van de Brusselse leerkrachten en schuift die niet zomaar op naam van
het onderwijs, de leerkrachten, onze maatschappij... Dronkers e.a. stelden ook
vast dat allochtone leerlingen met Marokkaanse, Turkse ...roots in alle landen
vrij zwak presteren en dit in tegenstelling met b.v. leerlingen met roots in
Zuid-Oost Azië.
Volgens
Elchardus, Dronkers, de leraren ... spelen culturele en etnische factoren,
anderstaligheid, laaggeschooldheid van de ouders. .. wel een belangrijke rol. Bij huwelijksmigratie gaat het zelfs vaak om
een ongeschoolde moeder of vader. Het is ook bekend dat er b.v. nog veel
leerlingen zijn van de derde generatie die gebrekkig Nederlands spreken. Jacobs beweert ten onrechte dat het hier
telkens zou gaan om een debat over het geslacht van de engelen.
Jacobs verwacht ook nog steeds veel heil van de invoering van een
gemeenschappelijke eerste graad s.o. De Leuvense onderzoekersJan Van Damme en CO die het onderwijsrapport
in De
sociale staat van Vlaanderen- 2013 opstelden denken
daar totaal anders over. Zij stellen dat de beperkte(re) schooluitval in
Vlaanderen mede een gunstig gevolg is van early tracking (differentiatie vanaf 12
jaar) en van het vroegtijdig aanbieden van technische opties.Dit is ook de visie van de
praktijkmensen. En dit blijkt ook uit de massale ondertekening van de petitie
van Onderwijskrant (2012).
Bij de punten die Jacobs niet to the
point vind, vermeldt hij merkwaardig genoeg ook de taalproblematiek.Ook een 30-tal universitaire
taalachterstandsnegationisten ontkenden de voorbije jaren de taaltijdbom en
kantten zich tegen de invoering van intensief NT2 vanaf de eerste dag van het
kleuteronderwijs. Een van hen, Helene Passtoors, beschuldigde ons zelfs van
racisme omwille van het feit dat we gewaagden van taalachterstand en ijverden voor NT2. We besteedden sinds 1993 in
Onderwijskrant heel wat bijdragen aan deze thematiek en trokken geregeld aan de
alarmbel.Ook groepen bezorgde Brusselse
ouders deden dit al vanaf 1993 (zie punt 5).De Brusselse klokkenluiders kregenhet hard te verduren vanwege politici e.d. (zie punt 4).
4Sjoerd Karsten en Philippe van Parijsover gevolgen van migratie
De Nederlandse professor Sjoerd Karsten, een autoriteit inzake de
GOK-problematiek, verwoordde in 2007 zijn grote zorgen over de prestaties van
de migrantenleerlingen van moslimorigine (Opinio, 2-8 februari 2007).
Hij stelde o.a.: Als de instroom van migranten uit herkomstlanden met een
laag onderwijspeil van Turken en Marokkanen, en van asiel-zoekers uit vooral
Afrika gewoon blijft doorgaan, danzullen wij de achterstanden in het
onderwijs nooit inlopen. De belangrijkste oorzaak van de grote groepen
allochtone probleemleerlingen bij elkaar in zwarte scholen is de
ongecontroleerde migratie van de afgelopen decennia. En van de vervolgmigratie
door huwelijken en gezinshereniging, waardoor we steeds opnieuw moeten beginnen
met dat moeizame proces van integratie.
Ook de progressieve filosoof Philippe Van Parijs erkende de migratie-gevolgen
en steldeeen paar jaar geleden dat de
mate van ongelijkheid in Vlaanderen mede beïnvloed werd/wordt door ons
migratiebeleid: Als je mensen niet-selectief binnenlaat, krijg je veel
laaggeschoolden die ook weinig verdienen, wat bijdraagt tot de ongelijkheid.
Van Parijs wees ook op het grote belang van de kennis van het Nederlands.
Als men voor een niet-selectief migratiebeleid opteert, dan moet men ook
accepteren dat dit extra onderwijsproblemen oplevert. In plaats van dit te erkennen, ontkennen de vele politiek
correcte denkers de taal- , leer- en gedragsproblemen ... Ze poneren liever
beschuldigend dat de problemen van deze leerlingen vooral veroorzaakt zijn door
de school die deze leerlingen discrimineert. Dat de minister van onderwijs veel
extra geld investeert in het onderwijs aan allochtone leerlingen zullen Jacobs
en co ook nooit vermelden. Ze zwijgen ook over de nefaste gevolgen voor de
Vlaamse leerlingen.
5Alarm Ouders voor scholen van
1999 miskend
Al in 1999 sloeg de
Brusselse actiegroep Ouders voor scholen groot alarm en wees op de
nefaste gevolgen voor de allochtone én voor de Nederlandstalige kinderen. De
migranten lopen een al te grote achterstand op en de Nederlandstalige kinderen
verzuipen, ze nemen taalfouten over van de klasgenoten en passen zich aan het
lagere tempo aan. De Ouders voor scholen werden voor conservatief
uitgescholden en kregen heel weldenkend Brussel over zich heen (Geert
Selleslach, Het leven zoals het is: Onderwijs in Brussel, Samenleving
en Politiek, 2004 nr. 2). Selleslach betreurde in dezelfde
Sampol-bijdrage dat ook socioloogKoenPelleriauxbeweerde ook dat er in
het Nederlandstalig onderwijs geen grote groep Franstalige kinderen
bestaat. ... De allochtone leerlingen kennen vaak wel Vlaams, maar
omwille van de noodzaak met hun ouders spraken ze op straat Brussels Frans,
aldus Pelleriaux.
Selleslach schreef verder: De
eenvoudige vraag naar kwaliteit stellen was voldoende om heel weldenkend
Brussel over zich heen te krijgen. Ook de reactie van de Sp.a was ronduit
bedroevend. Hou je mond, jullie goedverdienende middenklassers, jullie kunnen
je eigen boontjes doppen. Jullie hebben niet te klagen, was de teneur.
Voormalig staatsecretaris Robert Lathouwers liet zelfs geen kans onbenut om de
actiegroep ouders voor de scholen in het openbaar te berispen. Zelfs taalbegeleider Werner Schrauwen
van het Nascholingscentrum Brussel Hoofdstedelijk Gebiedliet zich in het tijdschrift VONK (juli
2007) heel sceptisch uit over de taalplannen van minister Vandenbroucke: Meer
Nederlands, wordt immers snel minder mijn moedertaal (Frans, Arabisch ).
Ook al in 1993 ergerden zich al veel Brusselse leerkrachten en oudersaan de vele weldenkenden en
GOK-ideologen die de taal- en disciplineproblemen sterk relativeerden en zelfs
negeerden. (Zie: Bernard Daelemans, Vlaamse beweging en multicultuur, Meervoud,
december 1995). In zijn beleidsplan 2004 onderschatte ook minister
Vandenbroucke nog schromelijk de grote problemen. Hij schreef heel
optimistisch: Het project Voorrangsbeleid Brussel (VBB) zette de afgelopen
jaren goede resultaten neer.In
ons interview met Vandenbroucke wezen we er op dat hij zich deerlijk vergiste
omtrent de kritieke situatie in Brusselse scholen. Maar hij ontkende dit.
Minister Crevits: relatief weinig scholuitval in Vlaams onderwijs. Masterplan dus op kwakkel gebaseerd.
Minister
Crevits op 25 november in Parlement: Europees
streefdoel inzake schooluitval is 10%; in Vlaanderen uitval van slechts 7%.
Maar geen erkenning van Masterplan-kwakkel
1Crevits : slechts 7%
schooluitval.We drongen aan afstand te
nemen van stemmingmakerij van Van Damme
en CO.
1.1Relatief weinig schooluitval in Vlaanderen
Verleden
woensdag stelde minister Crevits in het Vlaams Parlement: Het Europees streefdoel inzake schooluitval is 10%; in Vlaanderen
bedraagt de uitval 7%.In het kader
van het debat over de hervorming van het s.o. werd de voorbije jarensteeds gesteld dat Vlaanderen kampioen was
inzake schooluitval en dat enkel een radicale structuurhervorming van het s.o. (gemeenschappelijke eerste graad
e.d.) verlossing kon brengen. De uitspraak (bekentenis) van Crevits is
belangrijk. Voor het eerst wordt impliciet erkend dat de pleitbezorgers van de
structuurhervorming van het s.o. en de beleidsmakers jarenlang de burgers
wijsgemaakt hebben dat Vlaanderen kampioen schooluitval was en dat dit een
gevolg was van onze slecht functionerende eerste graad. Het omgekeerde is waar!
In
Onderwijskrant hebben we die Masterplan-kwakkel steeds weerlegd. We stelden
o.a. dat uit de Eurostat-cijfers bleek dat Vlaanderen al jaren relatief weinig
schooluitval kent, opvallend minder dan het Europees streefcijfer van 10% en minder dan in andere landen. Volgens de Eurostat-cijfers was er in 2014 in
Vlaanderen amper 7% schooluitval (= jongeren tussen de 18 en 24 jaar zonder
diploma.) We presteerden ook beter dan de andere landen: Duitsland,Zweden & Denemarken: 10%, Frankrijk:
9,5%, Luxemburg: 10%, Nederland: 8%, Finland: 8%;Italië: 16% ...Zelfs in Finland, een land met weinig
allochtone en arme kinderen ligt de schooluitval volgens de officiële Europese
cijfers hoger. We zijn dus allesbehalve kampioen zittenblijven. Niet enkel in
2014, Ook de jaren ervoor behaalde Vlaanderen steeds de Europese topscore (7,5%
in 2013). We verwezen ook herhaaldelijk naar de officiële Eurostat-cijfers in
VRIND, maar die werden door de beleidsmakers en door de vele
schooluitval-kwakkelaars genegeerd.
In onze
eenzame strijd tegen de schooluitval-kwakkel voelden we ons ookin de steek gelaten door de academici.We waren wel aangenaam verrast dat Leuvense
onderzoekers,Jan Van Damme en Co in het overheidsrapport De sociale staat van
Vlaanderen-2013 voor het eersttoegaven dat deschooluitval in
Vlaanderen beperkt is.Ze voegen er
zelfs aan toe dat hetVlaamse
Gewestinzake schooluitval aanleunt bij
Finland, een land dat als een modelgeldt. Het rapport De sociale staat
...verscheen eind december 2013. Er
werd achteraf geen ruchtbaarheid aan de uitspraken over schooluitval.
Vermoedelijk omdat een paar van de opstellers, de professoren Nicaise en De
Fraine voorheen nog geregeld lamenteerden over de grote schooluitval. Het
rapport bevestigde zelfs wat we de voorbije jaren en op de hoorzitting (2011)
altijd gesteld hebben: dat de beperkte schooluitvalmede te wijten was aan de differentiatie
vanaf de eerste graad waardoor minder
leerlingen vroegtijdig gedemotiveerd geraken. In Onderwijskrant nr. 169 gingen we in een bijdrage meer
uitvoerigin op dit rapport (zie www.onderwijskrant.be). Maar dit alles was blijkbaar nog niet
voldoende om de schooluitval-kwakkel de kop in te drukken (De Leuvense
onderzoekers baseren hun schooluitvalcijfers op het aantal jongeren die bij het
stopzetten van hun studies s.o. nog geen diploma behaalden. Er zijn nog
jongeren die achteraf een diploma behalen en in de Eurostat-berekening worden
die jongeren niet als schooluitvallers beschouwd. De Leuvense cijfers liggen
dan ook wat hoger dan die van Eurostat).
1.2Stemmingmakerij24-25 november en
weerlegging door Crevits
De vele
pleitbezorgers van een radicale structuurhervorming, de meeste
beleidsmakers,de onderwijssociologen,
de kopstukken van de onderwijsnetten,...bleven de voorbije jaren dus steeds maar verkondigen dat Vlaanderen
kampioen schooluitval was.Ook minister
Crevits lamenteerde de voorbije maanden nog over de grote schooluitval; en we reageerde hier op via twitter en
facebook.
De Gentse
sociaal-pedagoog en OESO-expert Dirk Van Damme wekte op 24 november j.l. eens
te meer die (valse) indruk. Van Damme
poneerde datvolgens een OESO-studie
inons land 1 op 6 van de 25 à 34
jarigen geen diploma s.o. behaalde. En hij koppelde daaraan de stelling
datons secundair onderwijs dringend en
drastisch hervormd moet worden. In punt 2 diepen we de uitspraken van Van Damme
verder uit. Die uitspraken leidden onmiddellijktot veel (instemmend) gelamenteer in de media
en vanwege een paar leden van de commissie onderwijs. Zo beweerde Caroline
Gennez (Sp.a) op de website van de sp.a : Het
vandaag gepubliceerde OESO-rapport 'Education at a glance 2015' wijst opnieuw
op een hoge ongekwalificeerde uitstroom in Vlaanderen. Hervorming secundair
onderwijs dringend en noodzakelijk.
De
stemmingmakerij leidde de dag er op tot
een dringende vraag van Caroline Gennez in het Vlaams Parlement. Minister
Crevits repliceerde dat Gennez zich vergistte. Zijstelde dat er in Vlaanderen eigenlijk relatief
weinig schooluitval was. Ze verwees naar het Eurostat-cijfer van 7% voor 2014. Omdat we op de hoogte waren van de vraag die
Gennez zou stellen, hadden we vooraf minister Crevits en andere parlementsleden
bestookt met de juiste cijfers omtrent schooluitval ook omdat Crevits en tal
van leden van de commissie onderwijsde
voorbije maanden en jaren de schooluitval-kwakkel hielpen verspreiden. In
een interview van 22 augustus 2014 in De Morgen, in een interview van 18
januari 2015 in De Standaarden elders stelde ook minister Crevits nog dat
de schooluitval een enorm probleem was.
Ze verzweeg ook steeds de gunstige en landenvergelijkende Eurostat-cijfers die
nochtans ook al jaren in VRIND vermeld werden. We deden dus op 24 augustus en
op 25 augustus (voormiddag) ons best om minister Crevits en andere
beleidsmakers te informeren en onder druk te zetten. En de Gentse pedagoog
Pedro De Bruyckere plaatste in de voormiddag van 25 augustus ook nog een tabel
met de evolutie van de schooluitval op zijn facebook.
We waren dus
op 25 november verheugd dat eindelijk de belangrijkste beleidsmaker de
jarenlange schooluitval-kwakkel weerlegde (zie verder in punt 3). Crevits kreeg voor haar uitspraak ook onmiddellijk
de steun van Kris Van Dijck (N-VA). Noch
Crevits, noch Van Dijck, noch Kathleen Helsen (Cd&V), noch De Ro (Open VLD)
... erkenden echter expliciet dat het hier ging om een jarenlange kwakkel die
door de beleidsverantwoordelijken als argument gebruikt werd voor de dringende
hervorming van het s.o. Wie A zegt, zou ook B moeten zeggen, maar dit is
blijkbaar te veel gevraagd.
2Recente stemmingmakerij van Dirk Van Damme en co
2.1Stemmingmakerij & Belgentruc van OESO-expert
Op dinsdag 24
november pakte de Gentse sociaal-pedagoog & OESO-expert Dirk Van Damme dus
uit met hoge cijfers over de schooluitval in ons land. Hij deed dit op radio.1
en in een OESO-rapport. Van Damme stelde dat volgens een OESO-studie inons land 1 op 6 van de 25 à 34 jarigen geen
diploma s.o. behaalde. We lazen in een Belga-bericht en elders: Van Damme
voegde er aan toe dat ons landmet dat
cijfer heel wat hoger ligt dan de cijfers van de landen waarmee ons land
vergeleken zou moeten worden. Met dat percentage vroegtijdige schoolverlaters
scoort België slechter dan gemiddeld: in de 21 EU-lidstaten die ook lid zijn
van de OESO is15 procent. Alle
buurlanden doen het bovendien beter, in Duitsland en Luxemburg heeft maar 13
procent geen diploma secundair.
Van Damme
paste eens te meer de zgn. Belgentruc toe. Hij verzweeg dat men inzake onderwijs en schooluitval een sterk
onderscheid moet maken tussen de situatie in Vlaanderen en deze in Franstalig
België waar er veel meer jongeren geen diploma behalen. Hij wekte dus op gezag van de OESO bij de
argeloze luisteraar/lezer de indruk dat er ook in Vlaanderen veel schooluitval
is en meer dan in andere landen.Via
twitter wezen we Van Damme er onmiddellijk op dat hij op die wijze de mensen
misleidde en dat dit laatste ook bleek uit de commentaar in de media en op
twitter. Ook prof. Wim Van den Broeck
twitterde meteen: OESO-verantwoordelijken
ge(mis)bruiken wetens-willens Belgische cijfers over schooluitval voor
Vlaanderen. Geloofwaardigheid?
Van Damme
regeerde op onze twitter-kritiek met de uitvlucht dat hij niet over Vlaamse
cijfers beschikte en dus enkel de Belgische kon vermelden. De voorbije jaren lamenteerde Van Damme
overigens al geregeld over de hoge schooluitval in Vlaanderen. In een
Knack-bijdrage en in de context van de goedkeuring van het Masterplan van 12
juni 2013 stelde hij op 1é juni 2013: Een
kleine twintig procent (!) van de leerlingen behaalt geen diploma. Voor die
groep werkt het huidig systeem gewoon niet goed.In het tijdschrift Sampol (Samenleving en
Politiek) van september 2013 schreef hij:
De ongekwalificeerde uitstroom is het Vlaamse onderwijs onwaardig verwees
naar onze gedifferentieerde structuur 1ste
graad en verwachtte veel heil van het Masterplan. Van Damme past dus al jaren
de Belgentruc toe en verbindt hieraan conclusies over het Vlaams s.o.
2.2Reacties op uitlatingen Van Damme: hoge uitval (tot 20%) is schande
Van Dammes
vernietigende uitsprakenwerden prompt
overgenomen en nog wat aangedikt op de websites van dereactie.be,Het Laatste Nieuws, Belga e.d. Ook in
reacties via tweets poneerden leden van de onderwijscommissie als Caroline
Gennez (Sp.a),...dat Vlaanderen heel slecht presteerde inzake
schooluitval.
Vanaf die
dinsdagvoormiddag haasten we ons om via twitter en ons facebook Van Damme
terecht te wijzen samen met de mensen die sympathiseerden met zijn
uitspraken.We stelden immers vast dat Van
Dammes uitspraken veel deining veroorzaakten in de pers en ook onmiddellijk misbruikt werden door
politici als Caroline Gennez. Op de
website van de sp.a beweerde Gennez : Het
vandaag gepubliceerde OESO-rapport 'Education at a glance 2015' wijst opnieuw
op een te hoge ongekwalificeerde uitstroom in Vlaanderen. (Nvdr: Gennez
veranderde hierbij in België door in Vlaanderen). We lazenverder: 17,3%
van de 25-34 jarigen verlaten de schoolbanken zonder enige kwalificatie of
diploma. sp.a-onderwijsspecialist Caroline Gennez pleit voor een grondige
hervorming van het secundair onderwijs.Het beleid moet dus dringend een
tandje bij steken. De lang voorbereide hervorming van het secundair onderwijs
moet er nu eindelijk komen ... Tussendoorbracht Gennez het zogezegd slecht presteren van ons s.o. ook nog eens in
verband met de recente aanslagen in Parijs. Ze schreef: De OESO gelooft dat dit (hervorming s.o.) ook het welbevinden van
jongeren kan versterken, niet onbelangrijk in deze tijden van angst en
wanhoop.
De krant Het Laatste Nieuws blokletterde: Bijna
twintig procent van de Belgen tussen 25 en 34 jaarheeft geen diploma. We lazen verder:De
OESO-cijfers bewijzen voor Vlaams Parlementslid voor sp.a Caroline Gennez de
noodzaak van een hervorming van het secundair onderwijs. Dit zijn dramatische
cijfers, want zonder diploma maak je nauwelijks kans om een job te vinden.
Op de
deredactiebe. klonk het gelamenteer zo: OESO
drukt België met neus op schoolverlatersprobleem.Ons land ligt met dat cijfer
hoger dan de cijfers van de landen waarmee België vergeleken zou moeten worden,
schrijft de OESO in haar rapport. Dirk Van Damme, onderwijsexpert bij de OESO,
vreest voor de gevolgen voor de jongeren zonder diploma op de arbeidsmarkt.
"Men komt niet alleen zonder diploma op die arbeidsmarkt, maar ook met
heel weinig vaardigheden en dan kom je heel gemakkelijk in een spiraal van
langdurige werkloosheid en maatschappelijke uitsluiting terecht." Van
Damme wil niet meteen de relatie leggen tussen deze cijfers en de
gebeurtenissen van de voorbije dagen en weken (gedesillusioneerde jongeren die
op het slechte (terreur)pad komen, nvdr.), "maar er is absoluut een
verband tussen schoolse mislukking en het gevoel bij een deel van de
migrantenbevolking dat ze eigenlijk uitgesloten worden."
3 Crevits wijst Gennez terecht in Parlement 25 november
3.1Kritiek van Caroline Gennez (sp·a) in Parlement
Dringende
vraag van Caroline Gennez: Voorzitter, de
OESO doet interessant studiewerk over de staat van het onderwijs in ons land en
in 34 OESO-landen. Het is altijd interessant om te kijken wat de meest recente
bevindingen zijn. Uit de Education at a Glance 2015 komt heel duidelijk naar
voren dat in ons land 18 procent, of bijna een vijfde, van de 25- tot
34-jarigen geen diploma heeft en dus een vogel voor de kat is op de
arbeidsmarkt.(NvdR: Van Damme sprak
over 1 op 6). De cijfers zijn Belgisch,
Vlaanderen doet het met 14 procent iets beter. Vlaanderen doet het beter, maar
als we ons willen vergelijken met de top, dan doen we het eigenlijk niet zo
goed. Landen als Duitsland, Zwitserland, Finland en Oostenrijk hebben maar een
schooluitval van 10 procent. Dat is de kop van het peloton. Daar moeten we wat
sp.a betreft, op mikken. Waar Gennez op de Spa.website schreef datde 18%het cijfer was voor Vlaanderen, stelde ze nu na de kritiek die we haar
onmiddellijk toestuurden dat het cijfer voor Vlaanderen 14 % zou zijn. Die
14% heeft Gennez uit haar duim gezogen, het rapport bevat immers geen apart
cijfer voor Vlaanderen. En volgens de OESO-tabel hebben Duitsland en Oostenland
een score van 13% en niet van 10%.
3.2Crevits: Europees streefdoel is 10%, Vlaanderen heeft maar 7%schooluitval
Het antwoord
van minister Crevits luidde: Ik ben
hetniet eens met uw cijferanalyse. Ik
verwijs naar wat Pedro De Bruyckere vanmiddag op de sociale media heeft gepost,
namelijk dat de schooluitval in Vlaanderen 7 procent bedraagt (cf. Eurostat-cijfer
voor 2014).10 procent is ons
streefdoel, zegt u zelf, maar we zitten nu alop 7 procent. Betekent dit dat we geen inspanningen meer moeten doen?
Neen. Het betekent wel dat ik eerst wat lof wil geven aan de inspanningen die
in de voorbije jaren zijn geleverd om de strijd tegen het ongekwalificeerd
schoolverlaten op te voeren. Het blijkt dat het beleid ook resultaten heeft
geboekt. We moeten uiteraard nog een tandje bij steken. De modernisering van
het secundair onderwijs kan helpen. We
moeten echter niet moderniseren om te moderniseren, maar wel zodat de groep
jongeren voor wie voltijds onderwijs nu geen optie is, via een beter stelsel
van leren en werken en duaal leren aan de slag kan gaan. Ook in VRIND kon
men de vorige jaren al de gunstige Eurostat-cijfers voor Vlaanderenterugvinden, maar de ministers en
schooluitval-kwakkelaars negeerden/verzwegen steeds die Europese topscore.
3.3Commentaar: Crevits: ok! Reacties
van onderwijscommissieleden?
We verheugen
ons over de reactie van Crevits.Zelf
hadden we daar op aangedrongen en
aangetoond dat Gennez vals speelde. Crevits kon dit ook nog moeilijk loochenen
en stelde dus dat het Vlaams onderwijs ook inzake schooluitval goed presteerde.
In
Onderwijskrant stellen we ook al vele jaren dat we voor de groep leerlingen die
al op 15-16 jaar schoolmoe is, het duaal leren moeten stimuleren en beter
uitbouwen. Dit was overigens ook al in 1983 ons bezwaar tegen het zomaar
verlengen van de leerplicht tot 18 jaar.Maar aangezien de hervorming duaal leren nog niet is uitgevoerd, kan
die hervorming uiteraard onze (lage) schooluitval nog niet gunstig beïnvloed
hebben.
Enkel Kris
Van Dijck (N-VA) sloot zich eventjes aan bij het standpunt van minister Crevits
dat er weinig schooluitval was. We waren
benieuwd naar de reactie Kathleen Helsen
(Cd&V)die in het verleden steeds
lamenteerde over de heel hoge uitval.Helsen
kon moeilijk toegeven dat ze zich had vergist,
omdat ze dan ookmoest toegeven dat haar
pleidooi voor een radicale hervorming van de structuur van het s.o. op een
kwakkel gebaseerd was. Helsen trok zich aldus uit de slag:Minister,
de hoge schooluitval is reeds jaren onze grote bekommernis. Vanuit het beleid
moeten we zeer goed kijken op welke manier we kunnen remediëren. In uw planning
hebt u daarvoor reeds goede initiatieven genomen en in het vooruitzicht
gesteld. Het is zeer belangrijk dat we de modernisering van het secundair
onderwijs doorvoeren. Ook deOESO
benadrukt dat het belangrijk is dat we daaraan werken en juiste keuzes maken. Je
moet maar durven: na de uitspraak van Crevits en geconfronteerd met een tabel
waaruit blijkt dat Vlaanderen al vele jaren ook inzake schooluitval goed
presteert.
Jo De Ro (Open Vld)die al in een tweet gelamenteerd had over de
hoge schooluitval volgens het OESO-rapport en hierbij geen onderscheid maakte
tussen Vlaanderen en Franstalig België, reageerde eerder ontwijkend:Minister,
het gemiddelde of het nu zeven, tien of veertien is is beter dan een aantal
jaren geleden. Dat zegt u terecht. Als je wat meer inzoomt op de cijfers, merk
je dat er in bepaalde steden en bepaalde groepen veel hogere cijfers zijn. Dat
verontrust onze partij. We mogen terecht spreken over vogels voor de kat.We moeten niet alles tegelijk aanpakken,
maar ons focussen op het stuk van het secundair onderwijs waar het niet goed
zit.
We antwoordden De Ro dat de vaststelling dat er in Vlaanderen niet veel meer, maar
minder schooluitval is op zich wel heel belangrijk is omdat precies de
pleitbezorgers van een radicale hervorming de (kwakkel van) de hoge
schooluitval als argument gebruikten. Het feit dat er in bepaalde regios 4x
meer schooluitval is, toont precies ook aan dat de schooluitval geen verband
houdt met de structuur van het s.o., maar met specifieke leerlingkenmerken als
het onvoldoende beheersen van het Nederlands. Daarom pleiten we al 20 jaar voor
intensief NT2-onderwijs vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs. Jammer
genoeg is dit nog steeds niet het geval.
4 Besluit : geen schooluitval-kwakkel meer?
Kwakkels over
grote schooluitval, over groot aantal zittenblijvers in de eerste graad s.o.,
over PISA-resultaten... zijn moeilijk de kop in te drukken. Wim Van
den Broeck twitterde terecht: OESO-verantwoordelijken
ge(mis)bruikenwetens-willens Belgische
cijfers over schooluitval voor Vlaanderen. Geloofwaardigheid? Iets later
volgde een andere tweet: Sedert jaren
keert dit refrein terug: cijfers over het Vlaams onderwijs in de media blijken
achteraf vaak fout, maar zelden volgt een rectificatie. Dit is niet ernstig.
Zo hebben Monard en andere beleidsmakers nooit de grote kwakkel van 1991 over 9
à 10% zittenblijvers in het eerste jaar van het s.o. willen rechtzetten. De
meeste mensen geloven nog steeds dat dit het geval is.
Zal de
bekentenis van Crevits het einde betekenen van de schooluitval-kwakkel? We
vrezen ten zeerste dat dit niet het geval zal zijn. Door de recente
stemmingmakerij over schooluitval vanwege Van Damme en Co werd de kwakkel over
de hoge schooluitval nog verder verspreid en uitvergroot. Minister Crevits nam
er wel even afstand van in het Parlement, maar hieraan werd geen ruchtbaarheid
gegeven in de media. In haar tussenkomst na de weerlegging van Crevits, gewaagde
Kathleen Helsen overigens zelfs opnieuw van de hoge schooluitval. We merken
ook dat andere commissieleden het stilzwijgen verkozen ook Elisabeth Meuleman van Groen die zo vaak poneerde dat
Vlaanderen kampioen zittenblijven was. Tot onze verwondering ging ook pedagoog-politicus
Koen Daniëls die frequent twittert over de onderwijsactualiteit er niet op in.
Opmerkelijk was ook dat de onze onderwijssociologen die de voorbije jaren zo
graag poneerden dat Vlaanderen kampioen zittenblijven was, de uitspraak van
Crevits doodzwegen. En ook
onderwijskundigen als Bieke De Fraine (KULeuven) en Martin Valcke die ook zo
graag uitpakten met die kwakkel, kozen voor het doodzwijgen. Ook de kopstukken
van de onderwijsnetten zwijgen. Zelfs de kopstukken van de leraren-vakbonden vonden
het blijkbaar niet nodig om die belangrijke bekentenis van minister
Crevitsmee te delen aan hun leden.Die bekentenis houdt nochtans een compliment
in voor de zo vaak bekritiseerde leraren nu ook opnieuw in de uitspraken van
Van Damme en Co.
Zelfs
Crevitsmedewerkers die in hun tweets elk stapje en zuchtje van Hilde
onmiddellijk en euforisch rapporteren, zwegen dit keer over haar weerlegging
van de schooluitval-kwakkel. Zo krijg je zelfs de indruk krijgen dat Crevits
eerder met tegenzin en onder druk bekende dat het Europees streefdoel 10%
bedraagt en dat Vlaanderen amper 7% schooluitval kent.We merkten ook dat Crevits wel A zegde, maar
geen B. Ze is blijkbaar ook niet bereid om te besluiten dat het Masterplan mede
uitging van de kwakkel over de grote schooluitval.
Minister: Terug opsplitsen van grote scholen(groepen) s.o. in Nederland
Terug opsplitsen van grote scholen(groepen) s.o. in Nederland
Bussemaker: mbo's (hogere cyclus tso/bso) met meer dan 5000 leerlingen verplicht opsplitsen
Diverse media maken melding van de plannen van minister Bussemaker voor het verplicht opsplitsen van mbo's met meer dan 5000 leerlingen. De opgesplitste eenheden, mbo-colleges of vakcolleges, mogen een eigen naam gaan voeren en krijgen een eigen directeur die over onderwijs gaat en zijn domeinspecifiek. Wel blijven zij onder bestuur staan van de colleges van bestuur van de roc's.
BON pleit al sinds haar oprichting voor kleinschaligheid en het ontmantelen van de mega roc's en hbo's. Vanuit dat standpunt zouden we dus blij moeten zijn met het beleidsvoornemen van de minister. Wij vrezen echter dat het een grotendeels een cosmetische ingreep is omdat de verdeling van de middelen nog steeds door de colleges van bestuur van de roc's geschiedt en geld leidend is en blijft voor bestuurlijke keuzes.
Waarom kiest de minister niet gewoon voor de terugkeer naar mts en meao? Die hebben in het verleden uitstekend gefunctioneerd en beroepsbeoefenaren opgeleverd die Nederland welvarend hebben gemaakt. De genoemde reden: uitwisseling tussen opleidingen, is er met de haren bijgesleept. Welke meerwaarde heeft het uitwisselen tussen opleidingen verpleegkunde en ICT?
Wellicht zijn er in beperkte mate dezelfde vakken, maar de doelgroep verschilt flink, al die uitwisseling kost ook overlegtijd en energie en uitwisseling tussen gelijksoortige colleges lijkt inhoudelijk meer voor de hand te liggen en die vallen niet onder hetzelfde roc-bestuur. Wij zien geen werkelijk voordeel van een losgezongen roc-bestuur boven een aantal zogenaamd verder onafhankelijke vakcolleges. Het lijkt wel of de minister persé wil voorkomen terug te keren naar een uitstekend werkend systeem. Aangezien we de minister niet willen beschuldigen van irrationele sentimenten vermoeden we dat zij een andere reden heeft: ze wil de financiële verantwoordelijkheid bij de schoolbesturen laten en de lumpsum in stand houden. Dar vereist een schaalgrootte die de 5000 leerlingen te boven gaat.
Het voorstel klinkt sympathiek, maar biedt geen oplossing voor geconstateerde problemen. Als je het geld bij de mega-besturen laat, worden derivatenproblemen en megalomane bouwprojecten op geen enkele manier voorkomen. Ook blijven problemen als wisselende instroom en klassengrootte gewoon bestaan, want aan de verdeling van de gelden verandert niets.
Wij pleiten voor werkelijke kleinschaligheid, voor afschaffen van de lumpsum en voor het sterk terugdringen, zoniet opheffen van de sectorradeBussemaker: mbo's met meer dan 5000 leerlingen verplicht opsplitsen
Diverse media maken melding van de plannen van minister Bussemaker voor het verplicht opsplitsen van mbo's met meer dan 5000 leerlingen. De opgesplitste eenheden, mbo-colleges of vakcolleges, mogen een eigen naam gaan voeren en krijgen een eigen directeur die over onderwijs gaat en zijn domeinspecifiek. Wel blijven zij onder bestuur staan van de colleges van bestuur van de roc's. Bussemaker wil niet terug naar de tijd van voor de fusies toen de mts en de meao nog bestonden. "Ik wil juist naar een nieuw mbo-model waarbij ook uitwisseling tussen opleidingen mogelijk moet zijn" aldus de minister.
BON pleit al sinds haar oprichting voor kleinschaligheid en het ontmantelen van de mega roc's en hbo's. Vanuit dat standpunt zouden we dus blij moeten zijn met het beleidsvoornemen van de minister. Wij vrezen echter dat het een grotendeels een cosmetische ingreep is omdat de verdeling van de middelen nog steeds door de colleges van bestuur van de roc's geschiedt en geld leidend is en blijft voor bestuurlijke keuzes. Waarom kiest de minister niet gewoon voor de terugkeer naar mts en meao? Die hebben in het verleden uitstekend gefunctioneerd en beroepsbeoefenaren opgeleverd die Nederland welvarend hebben gemaakt. De genoemde reden: uitwisseling tussen opleidingen, is er met de haren bijgesleept. Welke meerwaarde heeft het uitwisselen tussen opleidingen verpleegkunde en ICT? Wellicht zijn er in beperkte mate dezelfde vakken, maar de doelgroep verschilt flink, al die uitwisseling kost ook overlegtijd en energie en uitwisseling tussen gelijksoortige colleges lijkt inhoudelijk meer voor de hand te liggen en die vallen niet onder hetzelfde roc-bestuur. Wij zien geen werkelijk voordeel van een losgezongen roc-bestuur boven een aantal zogenaamd verder onafhankelijke vakcolleges. Het lijkt wel of de minister persé wil voorkomen terug te keren naar een uitstekend werkend systeem. Aangezien we de minister niet willen beschuldigen van irrationele sentimenten vermoeden we dat zij een andere reden heeft: ze wil de financiële verantwoordelijkheid bij de schoolbesturen laten en de lumpsum in stand houden. Dar vereist een schaalgrootte die de 5000 leerlingen te boven gaat.
Het voorstel klinkt sympathiek, maar biedt geen oplossing voor geconstateerde problemen. Als je het geld bij de mega-besturen laat, worden derivatenproblemen en megalomane bouwprojecten op geen enkele manier voorkomen. Ook blijven problemen als wisselende instroom en klassengrootte gewoon bestaan, want aan de verdeling van de gelden verandert niets.
Wij pleiten voor werkelijke kleinschaligheid, voor afschaffen van de lumpsum en voor het sterk terugdringen, zoniet opheffen van de sectorraden.
Weerlegging van stemmingmakerij over schooluitval van Gennez door minister Crevits
Vraag over schooluitval van Caroline Gennez in Vlaams Parlement en weerlegging van bewering van Gennez door minister Crevits: amper 7% schooluitval in Vlaanderen!
1.Straks vraag in Vlaams Parlement over schooluitval in Vlaanderen vanwege Caroline Gennez:. Gennez schreef gisteren in haar blog/op website sp.a : Het vandaag gepubliceerde OESO-rapport 'Education at a glance 2015' wijst opnieuw op een te hoge ongekwalificeerde uitstroom in Vlaanderen. 17,3% van de 25-34 jarige...n verlaten de schoolbanken zonder enige kwalificatie of diploma. sp.a-onderwijsspecialist Caroline Gennez pleit voor een grondige hervorming van het secundair onderwijs.
Caroline Gennez weet maar al te best dat Van Damme de Belgentruc toepaste en enkel maar een Belgische score vermeldde en niet de Vlaamse. Net als Van Damme weet ze ook dat Vlaanderen op het vlak van schooluitval VEEL beter scoort dan Franstalig België en een Europese topscore behaalt. Ze zal als lid van de commissie onderwijs ook wel bekend zijn met de officiële landenvergelijkende cijfers van Eurostat - jongeren tussen 18 en 24 jaar zonder diploma): Vlaanderen amper 7,5% in 2013 en 7% in 2014 (zie tabel hier onder in bijlage).
2.Antwoord van minister Crevits in Vlaams parlement:" We beschikken ook over cijfers voor Vlaanderen (Eurostat) en daaruit blijkt dat er slechts 7% schooluitval is in Vlaanderen -waar het streefdoel voor Europa 10% is. De voorbije jaren was er ook een daling van 14% in 1999 naar 7%." Dit betekent dat we in de eerste plaats het onderwijs zouden moeten loven om die positieve evolutie.
Jammer genoeg vermeldde minister Crevits niet dat we ook beter presteren dan de ons omringende landen en dan de Scandinavische landen. In het kader van het debat over de hervorming van het s.o. gingen pleitbezorgers van de hervorming er steeds ten onrechte van uit dat er enorm veel schooluitval was en dat dit het gevolg was van onze (eerder beperkte) differentiatie in de eerste graad.
3.Reactie va Gennez: Je zal toch niet beweren dat de cijfers van de OESO/Dirk Van Damme betwist. Alhoewel Van Damme na kritiek op zijn ongenuanceerde uitspraken toegaf dat zijn cijfer (1 op 6) enkel op België sloeg, wekte Gennez toch de indruk dat er een aparte score voor Vlaanderen vermeld werd in het OESO-rapport: ze fantaseerde dan maar: Vlaanderen 14%; Brussel 25%.
4. Ook Jo de Ro (Open Vld) had zich in een tweet over schooluitval vergaloppeerd. Hij verontschuldigde zich hier niet voor, maar redde zijn gezicht met de ontwijkende stelling: hoeveel schooluitvallers er gemiddeld zijn is niet zo belangrijk. In bepaalde steden zijn er wel veel. (Commentaar: Als men cijfers zou hebben per regio dan zou men inderdaad vaststellen dat er in de meeste Vlaamse regio's nog heel wat minder schooluitval is dan 7%).
5. Tweet prof. Wim Van den Broeck:
OESO-verantwoordelijken die wetens-willens Belgische cijfers over schooluitval ge(mis)bruiken voor Vlaanderen. Geloofwaardigheid?mmm
Caroline Gennez (Sp.a) vervalst schooluitvalscore en trekt valse conclusies over hervorming secundair onderwijs
Caroline Gennez vervalst schooluitvalscore en trekt hier vervolgens valse conclusies uit over hervorming secundair onderwijs & alludeert op verband tussen schooluitval en recente aanslagen.
(Ook volgens de VRT overigens is er is "absoluut een verband tussen schoolse mislukking en het gevoel bij een deel van de migrantenbevolking dat ze eigenlijk uitgesloten worden."
We citeren vooreerst uit Gennez': blog van gisteren - als een reactie op een uitspraak van Dirk Van Damme op radio1 over het aantal jongeren zonder diploma secundair onderwijs.
Gennez schrijft in haar blog Hervorming secundair onderwijs met duaal leren dringend en noodzakelijk van dinsdag 24 november 2015: Het vandaag gepubliceerde OESO-rapport 'Education at a glance 2015' wijst opnieuw op een te hoge ongekwalificeerde uitstroom in Vlaanderen. 17,3% van de 25-34 jarigen verlaten de schoolbanken zonder enige kwalificatie of diploma. sp.a-onderwijsspecialist Caroline Gennez pleit voor een grondige hervorming van het secundair onderwijs.
Caroline Gennez weet maar al te best dat Van Damme de Belgentruc toepaste en enkel maar een Belgische score vermeldde en niet de Vlaamse. Net als Van Damme weet ze ook dat Vlaanderen op het vlak van schooluitval VEEL beter scoort dan Franstalig België en een Europese topscore behaalt. Ze zal als lid van de commissie onderwijs ook wel bekend zijn met de officiële landenvergelijkende cijfers van Eurostat smile-emoticon jongeren tussen 18 en 24 jaar zonder diploma): Vlaanderen amper 7,5%, Germany: 10%, Finland: 9,3%; Norway 13 % Spain 24% Iceland 20
Vlaanderen presteert vrij goed en nu al een heel stuk beter dan de doelstelling van 10% die Europa op termijn stelde. Vanuit haar logica zou Gennez dus moeten besluiten dat ons secundair onderwijs goed presteert en beter presteert dan in landen met een gemeenschappelijke (comprehensieve) lagere cyclus - die zij en de Sp.a propageren.
Maar wat concludeert Gennez op basis van een vervalsing van de schooluitval-score? Ze orakelt: 'Het beleid moet dus dringend een tandje bij steken. De lang voorbereide hervorming van het secundair onderwijs moet er nu eindelijk komen, zowel om inhoudelijke als om doelmatigheidsredenen'. In de bovenbouw pleit sp.a voor domeinscholen waar jongeren met dezelfde interesses en competenties, bv. wetenschap en techniek of taal en cultuur, samen school lopen tot ze het secundair onderwijs verlaten.
Tussendoor brengt ze de schooluitval ook nog eens in verband met de recente aanslagen in Parijs e.d. Ze schrijft: De OESO gelooft dat dit (hervorming s.o.) ook het welbevinden van jongeren kan versterken, niet onbelangrijk in deze tijden van angst en wanhoop. Je moet maar durven.
Ook in de bijdrage op de redactie.be wordt hier overigens op gealludeerd: De VRT schrijft: "Van Damme wil niet meteen de relatie leggen tussen deze cijfers en de gebeurtenissen van de voorbije dagen en weken (gedesillusioneerde jongeren die op het slechte (terreur)pad komen, nvdr.), "maar er is absoluut een verband tussen schoolse mislukking en het gevoel bij een deel van de migrantenbevolking dat ze eigenlijk uitgesloten worden."(OESO drukt België met neus op schoolverlatersprobleem, deredactie.be)
Van Damme (OESO) belazert Vl ond met cijfers over schooluitval en lokt krankzinnige reacties uit in media
Dirk Van Damme (OESO) belazert eens te meer het Vlaams onderwijs door enkel uit te pakken met 'Belgische' cijfers omtrent jongeren zonder diploma s.o. en niet te vermelden dat er in 'Vlaanderen' relatief weinig zijn!
Hij laat zich ook al te graag voor de kar spannen van pleitbezorgers van een radicale hervorming van het s.o. als Caroline Genez. Zijn uitspraak over de 1 op 6 jongeren zonder diploma leidde ook onmiddellijk tot enorm veel stemmingmakerij in de media (zie bijlage). De VRT ziet zelfs een rechtstreeks verband tussen schooluitval en de recente aanslagen.
In verband met schooluitval/jongeren zonder diploma vermeldde Van Damme enkel de Belgische score volgens een bepaalde OESO-berekening.. Hij weet maar al te best dat er veel minder schooluitval is in Vlaanderen, maat laat de lezers/luisteraars in het ongewisse. Zo verzwijgt hij met opzet de Eurostat-statistiek die stelt dat de schooluitval bij 18-24 jarigen in Vlaanderen 7,5% bedraagt en niet de 1 op 6 volgens zijn berekening. Van Damme had hier moeten op wijzen en er kunnen aan toevoegen dat dit ook pleit voor de kwaliteit van het Vlaams (secundair) onderwijs - en dat dus een radicale hervorming geenszins nodig was. (In veel landen met een gemeenschappelijke lagere cyclus s.o. is er volgens de Eurostat-statistieken precies meer schooluitval.)
Via twitter wezen we Van Damme erop dat hij op die wijze de Vlamingen misleidde. Zo werd zijn uitspraak ook onmiddellijk misbruikt door politici als Caroline Genez die uit 1 op 6 onmiddellijk de conclusie trekt dat ons secundair onderwijs niet deugt en dus radicaal hervormd moet worden. (Genez wil nog steeds een gemeenschappelijke eerste graad e.d.). Ook de gewone burger zal geneigd zijn uit die berichtgeving een analoge conclusie te trekken.
Van Damme regeerde op onze twitter-kritiek met de uitvlucht dat hij niet over Vlaamse cijfers beschikte en dus enkel de Belgische vermeldde. De voor Vlaanderen gekende Eurostat-score van amper 7,5% is al lang bekend, maar Van Damme heeft deze nog nooit vermeld. Ook dit keer verzweeg hij ze. Toeval?
Tweet prof. Wim Van den Broeck:
OESO-verantwoordelijken die wetens-willens Belgische cijfers over schooluitval ge(mis)bruiken voor Vlaanderen. Geloofwaardigheid?
Bijoage: Stemmingmakerij in media:
1.Conclusie van Carolin Genez (Sp.a) in HLN:: "De OESO-cijfers bewijzen voor Vlaams Parlementslid voor sp.a Caroline Gennez de noodzaak van een hervorming van het secundair onderwijs. "Dit zijn dramatische cijfers, want zonder diploma maak je nauwelijks kans om een job te vinden. Daarom moet er dringend werk gemaakt worden van een middelbaar onderwijs dat jongeren ook de kans biedt om een vak te leren."
2. Stemmingmakerij vanwege VRT: een bericht van de VRT lezen we :" Van Damme wil niet meteen de relatie leggen tussen deze cijfers en de gebeurtenissen van de voorbije dagen en weken (gedesillusioneerde jongeren die op het slechte (terreur)pad komen, nvdr.), "maar er is absoluut een verband tussen schoolse mislukking en het gevoel bij een deel van de migrantenbevolking dat ze eigenlijk uitgesloten worden ("OESO drukt België met neus op schoolverlatersprobleem", op deredactie.be).
Bij de 25- tot 34-jarige Belgen heeft 18 procent geen diploma secundair onderwijs. Dat blijkt vandaag uit de studie 'Education at a Glance 2015' van ...
Hoe voorbereiden op leren lezen in de kleuterschool?
Oefenen op het klappen in lettergrepen, zoals schoor-steen helpt onze kleuters niet meer vooruit om woorden te kunnen splitsen in klanken, zoals z-a-k. Integendeel, het leidt tot verwarring bij de kleuters. Dit blijkt uit het onderzoek van Ukrainetz en haar collegas.
Hun onderzoek lijkt dus aan te wijzen dat we onmiddellijk kunnen starten met taakjes 3, 4 en 5: (begin)klanken laten ontdekken in een woord (klanken isoleren), klanken laten samenvoegen tot een woord (auditi...eve synthese) en een woord opsplitsen in klanken (auditieve analyse). Omdat de onderwijstijd beperkt is, laten we klappen in lettergrepen en lettergrepen samenvoegen tot een woord dus beter achterwege als we onze oudste kleuters een efficiënte stap in de goede leesrichting willen laten zetten.
Commentaar Raf Feys: Basisprincipe: zaken leren die dicht bij echte lezen staan, dus ook in kleuterschool zaken oefenen die dicht staan bij echte lezen (cf. principes van onze 'directe systeemmethodiek') :
*auditieve synthese in kleuteronderwijs is veel belangrijker dan auditieve analyse. Bij auditieve synthese ook oefeningen als ' aan' en medeklinker ervoor: m-aan en niet louter m-aa-n. *In veel landen worden ook al letters aangeleerd.
*Bij het echte lezen speelt de visuele ondersteuning van letters en lettergroepen de centrale rol. In het eerste leerjaar heeft de loutere auditieve synthese niet veel zin meer.
*In de meeste leesmethodes in Vlaanderen én Nederland worden de principes van onze 'Directe systeemmethodiek' grotendeels toegepast. Zo is het globaal lezen/herkennen van woordjes weggevallen, wordt elk nieuw woord volledig gedifferentieerd, is er meer cumumatieve opbouw en automatisatie (maar kan soms nog beter), soms nog te weinig oefeningen met m-aan i.p.v. enkel m-aa-n ...
Juf Sarah: Hoeveel stukjes hoor je in Sinterklaas? Sin-ter-klaas drie, juf! Meester Sam: Hoeveel stukjes hoor je in Piet? p-ie-t drie, juf! Waarom is de instructie van meester Sam beter dan ...