Inhoud blog
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Inspectie in Engeland kiest ander spoor dan in VlaanderenI Klemtoon op kernopdracht i.p.v. 1001 wollige ROK-criteria!
  • Meer lln met ernstige gedragsproblemen in l.o. -Verraste en verontwaardigde beleidsmakers Crevits (CD&V) & Steve Vandenberghe (So.a) ... wassen handen in onschuld en pakken uit met ingrepen die geen oplossing bieden!
  • Schorsing probleemleerlingen in lager onderwijs: verraste en verontwaardigde beleidsmakers wassen handen in onschuld en pakken uit met niet-effective maatregelen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Onderwijskrant Vlaanderen
    Vernieuwen: ja, maar in continuïteit!
    07-10-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 officiële rapporten over toekomst Vlaams onderwijs die alle aansturen op sterke ontscholing
    Officiële rapporten over eindtermen en toekomst onderwijs voorafgaand aan consultatiecampagne ‘Van Lerensbelang’: enkel pleidooien voor verdere ontscholing! Vlaanderen let op uw onderwijs!

    In vorige bijdragen maakten we al een kritische analyse van de twee recente eindrapporten  over de consultatiecampagne VanLerensbelang. We kwamen daar o.m. tot de conclusie dat beide aansturen op verdere ontscholing van het Vlaams onderwijs.

     In de context van de nieuwe eindtermen noteerden we de voorbije 2 jaar - naast de consultatiecampagne VanLerensbelang- ook een aantal pleidooien en rapporten over de toekomst van ons onderwijs die ons ten zeerste verontrusten. We noteerden enkel fantasierijke pleidooien en voorstellen voor verdere ontscholing van het vigerende onderwijs. Er werd b.v. nooit gepleit voor een herwaardering van basiskennis en -vaardigheden, voor voldoende directe instructie en cultuuroverdracht, voor het belang van de vakdisciplines, voor de herstoffing van de uitgeholde taalleerplannen, voor hogere verwachtingen voor ons kleuteronderwijs ... Integendeel!

    1 Rapport ‘Vlaanderen 2050: oktober 2015 over: De Nieuwe School

    ”We lazen op 29 oktober 2015 in De Standaard: “Borstel gaat door de eindtermen op school. Minister Hilde Crevits gaf het startschot. Zij noemt dit 'een van de meest fundamentele debatten binnen onderwijs'. 'Het gaat over het anticiperen op de samenleving van de toekomst en op het vormgeven daarvan. Eindtermen moeten in deze snel veranderende tijden zowel een houvast zijn als een dynamisch instrument om de uitdagingen aan te kunnen', zegt ze. De horizon is 2030: het jaar waarin de kinderen die nu aan de kleuterschool zijn begonnen, de middelbare school verlaten.”

    In september 2015 lanceerde de Vlaamse Regering het ‘Learning Park’-concept in haar toekomstplannen ‘Vlaanderen 2050’: “De school van de toekomst is een learning park, waar leerlingen, ouders, leerkrachten, ondernemingen en verenigingen elkaar fysiek of virtueel ontmoeten en kunnen leren. Alle belanghebbenden kunnen er 24 uur op 24, 7 dagen op 7 terecht om gebruik te maken van de aanwezige faciliteiten en elkaars kennis. Leren gebeurt immers op elk moment van de dag, zowel informeel als formeel. Het learning park is daarom een leer- en een leefomgeving van de lokale gemeenschap, waarin vrijetijdsactiviteiten gekoppeld worden aan het leerplan.”

    Het Learning Park’-concept was geïnspireerd op fantasierijke voorstellen van de projectgroep ‘De nieuwe school in 2030’. Medewerkers van departement, VLOR en Koning Boudewijn -Stichting pleiten in dit rapport voor een cultuuromslag, voor een vervanging van de school door een ‘Learning Park’. We lazen in dit rapport o.a.: “Het leer- en ontwerplab schetst een ander toekomstbeeld: op een gewone dag kunnen leerlingen gedurende enkele uren in een vaste leergroep bijvoorbeeld talen en wiskunde leren, maar het grootste deel van de dag zijn ze bezig met projecten waarin ze hun competenties actief ontwikkelen. ...Echt aansluiten bij de diversiteit van kinderen en jongeren kan maar als ze ook zelf de regie kunnen voeren en stuurlui kunnen zijn van hun eigen leren. ... In een Learning Park zullen de kinderen gecoacht worden om hun eigen leertraject aan te sturen in de richting van de competentieniveaus die ze nodig hebben en willen halen.” Dit rapport kreeg de sympathie van minister Crevits en een aantal beleidsmensen.

    2 VLOR-advies: perspectiefwissel nodig! (9.10.2015)

    Het VLOR-advies opteerde voor ‘perspectiefwissel’ en die werd aangeduid met termen ‘ontwikkelingsgerichte aanpak’, actief leren e.d.. Die termen wordt er verbonden met: *vertrekken vanuit de ontwikkelings- en leernoden, het profiel, de talenten, … van lerenden; *aandacht voor actief leren; *verantwoordelijkheid geven aan jongeren voor eigen leerproces; *‘leren’ i.p.v. ‘kunnen’ als operationeel werkwoord.” (B.v. leren getallen vermenigvuldigen i.p.v. kunnen vermenigvuldigen; een meer vrijblijvende aanpak dus).

    De COC-vakbond weigerde trecht het VLOR-advies te ondertekenen. De COC vond terecht dat de overheid en de VLOR vanuit het principe van de pedagogische vrijheid geen specifieke didactische aanpak als actief leren, ontwikkelingsgericht leren e.d. mogen opleggen. “Dat ligt niet alleen in het verlengde van het principe van pedagogische vrijheid, maar impliceert ook een bepaalde invulling van de rol en de vorming van leraren. Leraren zijn geen uitvoerders, maar geëngageerde vak-pedagogische experten die in staat zijn om in een specifieke situatie te oordelen hoe pedagogisch en didactisch gehandeld moet worden.”

    In zijn reactie op het VLOR-advies verklaarde de voorzitter van de VLOR-commissie Geert Schelstraete dat de katholiek koepel dit advies wel enthousiast onderschreef. En dat verontrust ons ten zeerste.

    Op VLOR-startdag van 17 september 2015 kwam eveneens tot uiting dat ook de VLOR-vrijgestelden en een paar professoren-sprekers aansturen op een kanteling van ons onderwijs. Voor het thema ‘het onderwijs van de toekomst’ werd een beroep gedaan op de Leuvense neerlandicus Kris Van den Branden. Hij zette meteen de toon van zijn spreekbeurt: “Met de deur in huis… De wereld is drastisch veranderd, de school niet. En dus falen onze scholen niet; ze zijn gewoon hopeloos verouderd.” Hij concretiseerde zijn betoog voor de kanteling met weinig of niets zeggende stellingen als ‘de energie die leerlingen investeren in het onderwijs moet maximaal omgezet worden in leren en ontwikkeling.’
    Van den Branden is een van de hoofdverantwoordelijken voor de uiholling van het vak Nederlands, voor de afremming van de taalontwikkeling en het niet invoeren van intensief NT2.

    3 BE10-project juli 2015

    In het Bel10 -programma van 22 juli 2015 pleitte Raymonda Verdyck, hoofd GO!-koepel, eveneens voor ontstoffing en voor het niet langer werken vanuit de vakdisciplines bij het opmaken van de nieuwe eindtermen en leerplannen.

    Ook minister Crevits en andere beleidsmakers, Lieven Boeve ... poneerden dat de eindtermen/leerplannen in sterke mate ontstoft moeten worden. De roep naar reductie van klassieke basiskennis & -vaardigheden en ontstoffing gaat merkwaardig genoeg vaak gepaard met voorstellen voor toevoeging van tal van nieuwe zaken: leren programmeren, economie, gezondheidseducatie, meer talen vanaf de kleuterschool, ... En niet minder dan drie van de negen leerplannen in het nieuwe leerplanconcept van de katholieke koepel betreffen persoonsgebonden ontwikkelingsvelden, sociaal-affectieve materies als ‘socio-emotionele ontwikkeling’, ‘ontwikkeling van een intern kompas’ en ‘ontwikkeling van autonomie’.

    4 Ouderforum KBS, eind januari 2016: zichtrekening leren openen e.d.

    Een panel van 22 ouders – geselecteerd en gedirigeerd door mensen van de Koning boudewijn-Stichting debatteerde tijdens een paar weekends over de toekomst van het onderwijs. Het verslag verscheen eind januari 2016.

    De ouders vonden om te beginnen dat het onderwijs de jongeren beter moet voorbereiden op het leven. Dat omvat onder meer omgaan met geld en het aangaan van een sociaal engagement, maar ook EHBO en debatteren leren. Bijvoorbeeld leren wat een jongere moet doen als hij een zichtrekening wil openen. Ten tweede vinden ze dat de school hun kind "beter moet voorbereiden op de superdiverse samenleving: de mens leren zien als persoon en niet als een optelsom van uiterlijke kenmerken, veel talenkennis bijbrengen, de jongeren inleiden in de cultuur- en religieverschillen en hen leren om hier op een respectvolle manier mee om te gaan.

    Ze vonden ten derde dat de school jongeren beter moet voorbereiden op de arbeidsmarkt via stages, werkervaringsprojecten en vrijwilligerswerk. "De werkplek is de ideale plaats om het probleemoplossend denken en de creativiteit aan bod te laten komen, en om theorie en praktijk te mengen", luidde het. De ouders zagen daarom de klassieke lessen van 50 minuten ook afnemen ten voordele van modulair werken en projectwerk.

    De ouders meenden ook dat jongeren betere keuzen maken als wordt uitgegaan van hun talenten, en als ze ervaring mogen opdoen in verschillende studie- en werkdomeinen. De ouders kozen voor een brede eerste graad en voor het verdwinen van onderwijsvormen aso, tso, bso en kso. De ouders zien leraars verder meer in team werken en leerlingen langer dan een jaar begeleiden en coachen.

    Er kwam veel kritiek op dit project van de KBS - in samenspraak met minister Crevits. Men wees vooreerst op een aantal fantasierijke voorstellen als leren wat een jongere moet doen als hij een zichtrekening wil openen, projectwerk, modulair werken ... Veel van de voorstellen behoren volgens de critici niet tot de taak van het onderwijs. Er kwam ook veel kritiek op het feit dat het ouderforum in sterke mate geselecteerd en gedirigeerd werd door de KBS-begeleiders en door de KBS uitgekozen adviseurs die de ouders vooraf hun visie op het onderwijs mochten meedelen. Die adviseurs hadden allen – op een paar na – geen ervaring met de onderwijspraktijk. Zo was het geen toeval dat de ouders de officiële visie van Crevits en de visie van de KBS over de structuurhervorming van het s.o. klakkeloos overnamen.

    1.5 Essay prof. Kessels: Toekomst van onderwijs in Vlaanderen. De school een aantrekkelijke plek voor leren en werken.

    In opdracht van het Departement Onderwijs , de Koning Boudewijnstichting en de Vlaamse Onderwijsraad werd aan prof. Joseph Kessels gevraagd een essay op te stellen over de toekomst van ons onderwijs. “Toekomst van het onderwijs in Vlaanderen. De school – een aantrekkelijke plek voor leren en werken in 2030”, 2013. Kessels is professor in Human Resource Development (Universiteit Twente). Het uitgangspunt van Kessels luidde: over 20 jaar is 47% van de huidige jobs geautomatiseerd en verdwenen. Wat betekent dat voor de toekomst van het onderwijs in Vlaanderen? Verdwijnt het beroep leraar? In een interview van Klasse met Kessels luidde een centrale gedachte: “Leraren zullen als mentor en begeleider een belangrijke rol blijven spelen, maar de leraar voor de klas zal verdwijnen.”
    Prof. Wim Van den Broeck reageerde terecht: "Dit is al zo vaak aangekondigd door mensen die menen in een glazen bol te kunnen kijken en ze kregen ongelijk. Er zijn goede gronden om aan dit verhaal weinig geloof te hechten. a) Ondanks het feit dat er al decennia lang gepleit wordt voor ontscholing van het onderwijs merken we dat leerlingen en studenten zelf heel graag een goede ‘klassieke’ les krijgen van een lesgever die zich niet opstelt als coach maar die iets te vertellen heeft dat de leerlingen niet uit zichzelf kunnen ontdekken. Studenten smullen van goede hoorcolleges. b Mensen blijven mensen, ondanks alle maatschappelijke en technologische veranderingen, en mensen zijn nu eenmaal verhalenvertellers en mensen luisteren ook graag naar verhalen. Een goede les is ook altijd een goed verhaal."

    Nog een aantal uitspraken van Kessels in het interview in Klasse. “Leerlingen moeten vooral een kritische bekwaamheid ontwikkelen. Die staat los van specifieke vakken, want ze moeten die op heel andere domeinen toepassen. Leerplannen kunnen nog nuttig zijn, maar de formele doelen die leraren moeten nastreven, verhinderen dat creativiteit in de klas centraal staat. Kinderen en jongeren zijn uit zichzelf creatief, dus die eigenschap kunnen de leraren voor hun lessen gebruiken. Alleen moeten de leerplannen en scholen aan leraren voldoende ruimte geven om die creativiteit ook te laten ontplooien. Als leraren die vrijheid niet krijgen, kunnen ze die ook niet aan hun leerlingen aanbieden.”

    “Een grote groep leraren staat hiervoor te springen. Deze verandering is net wat ze willen: vrijheid voor hun lesaanpak, ervaringsgericht leren, een maatschappijgerichte invulling. Een tweede groep leraren zal het er lastiger mee hebben. Deze leraren ontlenen hun identiteit sterk aan hun schoolvak, want ze identificeren zich met de inhoud ervan. Voor hen is het moeilijker te aanvaarden dat de buitenwereld die inhouden ook aan leerlingen kan aanleren, en wel veel motiverender. De school moet het daarom regelmatig met haar leraren over de noodzakelijke nieuwe aanpak hebben: de leraar als coach en de focus op kritische bekwaamheid en verschillende sets van vaardigheden. We weten nu immers nog niet welke leerinhouden leerlingen over 20 jaar moeten kennen. Als scholen die boodschap genoeg herhalen, zien de leraren in dat het hier niet om een toevallige keuze gaat, maar wel om een onvermijdelijk maatschappelijk gegeven.”

    6 en 7 Noot: de twee recente rapporten over de consultatiecampagne 'Van Lerensbelang' sturen ook in sterke mate aan op verdere ontscholing van het onderwijs.

    07-10-2016 om 16:53 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:eindtermen, ontscholing
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kritische analyse consutatiecampagne eindtermen in Onderwijskrant 177
    Samenvatting kritiek op consultatiecampagne in OKrant 197 – april 2016

    Na de aankondiging van de consultatiecampagne  publiceerden we onmiddellijk een kritische reactie op fb en op de blog Onderwijskrant Vlaanderen. We waarschuwden dat zo'n populistische en dure campagne weggesmeten geld was. Een paar maanden later, in april, waren al veel resultaten van de consultatiecampagne. We schreven in april j.l. in Onderwijskrant 177 een lijvige bijdrage over die campagne. We vatten onze kritiek nog eens samen.

    Populistische consultatiecampagne eindtermen: VanWeinigBelang! Tendentieuze toonzetting, veel energie & spektakel, vergeten basisonderwijs, weinig rendement. We vatten de kritieken nog even samen.

    1 Overtrokken ambities & tendentieuze vragen & vergeten basisonderwijs

    Minister Crevits beloofde een breed en open debat met alle betrokkenen over de nieuwe eindtermen en over de toekomst van ons onderwijs. In februari 2006 lanceerde ze onder de titel ‘van ‘LeRensbelang’ de consultatiecampagne van 50 dagen met een eigen website onsonderwijs.be. online- en offline-berichte. De campagne werd op de website gemotiveerd als volgt: “Onze samenleving verandert in hoog tempo, ons onderwijs moet volgen.” Het cliché dat we leven in een hooggespannen tijd waarin de samenleving in sneltempo verandert, dook weer op. Vanuit die toonzetting is het ook niet verwonderlijk dat dit ook leidde tot voorspelbare karikaturen over wat leerkrachten en scholen momenteel maar presteren en tot fantasierijke voorstellen voor de toekomst van ons onderwijs.

    De vier toegevoegde vragen over WAT LEREN luidden: *om zich persoonlijk te ontwikkelen, *om levenslang te leren, *om deel te nemen aan de maatschappij en *om later aan het werk te kunnen, roepen een onderwijsvisie op waarbij het vooral gaat om zelfstandig leren & leren leren, om zelfontplooiing, om arbeidskwalificaties en om maatschappelijke taken & problemen (drugs, ongezonde levensstijl, problemen van interculturele maatschappij, racisme, werking van het bankwezen, …), kortom: om een ontscholing van het onderwijs.

    We merken dat ook de COC-lerarenvakbond dit zo interpreteert (Brandpunt, maart 2016). Het gaat dus om een ’officiële’ visie waarin de typisch schoolse zaken allesbehalve prioritair zijn: de schoolse basiskennis- en vaardigheden, de cultuuroverdracht en de vakdisciplines, de expliciete instructie en de leerkracht als meester ... staan allesbehalve centraal.( Het is dan ook geen toeval dat in het eindrapport van de consultatiecampagne van oktober j.l. het het thema 14 over basiskennis niet eens is uitgewerkt.)

    De officiële toonzetting wekt ook de indruk -en tegelijk de illlusie - dat de eindtermenoperatie tot een cultuuromslag in het onderwijs moet en kan leiden. Roger Standaert die destijds als eindtermen-chef medeverantwoordelijk was voor de revolutionaire verwachtingen, heeft intussen zijn lesje geleerd, en stelt nu: “Het is logisch dat je na twintig jaar een revisie van de eindtermen voorziet. Maar de vraag is of je daarvoor de hele boel moet overhoop gooien” (Brandpunt, maart 2016).

    De toonzetting en de vier ’officiële’ vragen wekten ook de indruk dat het enkel ging om eindtermen en voorstellen voor het secundair onderwijs. De bijna 10 belangrijkste leerjaren, deze van de basisschool, vielen buiten exhibitie. Het zijn nochtans de belangrijkste voor de leer- en levenskansen van jongeren. Zo zouden we b.v. in het kleuteronderwijs nog veel vooruitgang kunnen boeken.

    2 Populistische consultatiecampagnes halen weinig uit!

    Iedere burger oproepen om zijn mening te geven over de eindtermen klinkt op een eerste gezicht wel democratisch, maar de COC-lerarenvakbond en vele anderen gewagen terecht van de valkuil van zo’n breed maatschappelijk debat. Als het over onderwijs gaat, wordt iedereen wel als een expert beschouwd. Directielid Philip Brinckman merkte op: “Zo iedereen zijn zegje laten doen. Misschien moeten we dan ook die zogezegde democratische reflex ruimer toepassen en de hele samenleving ook bevragen over de gewenste pensioenleeftijd? Dit klinkt inderdaad vrij populistisch.”

    Ook Roger Standaert verwacht weinig heil van de consultatiecampagne: “Heel wat landen gebruiken nu zo’n breed maatschappelijk debat om, vanuit democratisch oogpunt, te legitimeren wat de inhoud van het onderwijs moet zijn. Dat gebeurt dan met veel toeters en bellen en kost geld en moeite, terwijl het relatief weinig oplevert. Bovendien krijg je dan vooral wat bepaalde mensen – soms zelfs 1 persoon - bezighoudt. Je merkt dan dat één persoon heel sterk op het discours gewogen heeft” (Brandpunt, maart 2016).

    Het feit dat veel mensen en leerlingen geïnteresseerd zijn in het onderwijs, betekent nog niet dat hun voorstellen voor nieuwe eindtermen even valied, doordacht, gestoffeerd en wenselijk zijn. De huidige eindtermen/leerplandoelen, zijn geenszins perfect, maar het huidige curriculum is niet bij toeval bijeen geharkt. Men kan er ook niet zomaar ad hoc van alles en nog wat aan toevoegen, en men kan niet zomaar belangrijke zaken laten vallen. Maar de meeste mensen en jongeren die participeerden aan de consultatie kennen het vigerende curriculum niet, kennen onvoldoende het verschil tussen schoolse kennis & vaardigheden en anderzijds alledaagse en praktische kennis als het aanvragen van een zichtrekening ... Burgers en leerlingen die te weinig afweten over het huidige curriculum en over de essentiële kenmerken van het leren op school, formulereerden de voorbije maanden de meest verscheidene en fantasieirijke voorstellen. Het ging weinig over de basisvorming en zelden over het basisonderwijs, maar wel vaak over allerlei praktische zaken als het leren aanvragen van een zichtrekening en andere alledaagse kennis. Geregeld werden ook zaken die al lang tot het curriculum behoren als nieuwe eindtermen voorgesteld. De vele voorstellen wekken ook de algemene indruk dat de hoeveelheid eindtermen spectaculair moet en kan uitbreiden en dat het onderwijs almachtig is, alle maatschappelijke en andere problemen kan oplossen. Voorstellen voor het behoud van de sterke kanten van ons onderwijs, voor het behoud en de herwaardering van basiskennis- en vaardigheden en van de vakdisciplines ... werden vanuit die toonzetting zelden of nooit geformuleerd. De COC-lerarenvakbond had het eveneens over de valkuil van zo’n breed maatschappelijk debat. COC: “Waarom mag/moet iedereen meepraten over onderwijs, maar niet over andere belangrijke thema’s als verhoging pensioenleeftijd e.d.? In dit maatschappelijk debat kan iedereen dus zijn zeg doen, maar de echte experts - de leraars - mogen aan dat debat participeren zoals niet-experts.. ...

    Het Vlaams Parlement koos voor een weg waar een groots opgezet maatschappelijk debat dat de trendy woorden ‘De Nacht van het Onderwijs’ en ‘Onderwijsfestival’ niet schuwt, deel van uitmaakt. Minstens rijst toch de vraag of de samenleving het minimum dat een school dient te bereiken wel moet vastleggen via een debat van deze omvang? En waarom dan wel over deze minima en niet over andere thema’s die ook heel de bevolking raken? ... Als het over het onderwijs gaat, dan gaat men ervan uit dat iedereen stakeholder is en dat de minister dus iedereen moet uitnodigen zijn zegje te doen. “

    De consultatiecampagne vertoont ook opvallend veel gelijkenis met de spectaculaire consultatie-operatie van minister Joëlle Milquet in de Franstalige Gemeenschap – en dit in het perspectief van de opstelling van het zgn. Pacte pour unenseignementd’Excellence. Rector Rik Torfs formuleerde in zijn column 'Pacted'Excellence' van 7 maart (De Standaard) een gevatte kritiek op zo’n aanpak. Torfs: "Het pact omvat een langdurige consultatie van mensen en groepen die wij in Vlaanderen met de weerzinwekkende term van stakeholders zouden omschrijven: leerlingen, studenten, ouders, vakbonden, verenigingen, economische verantwoordelijken, politieke mandatarissen, leraren, verantwoordelijken van de onderwijsinstellingen. Al die mensen moesten actief 'participeren' aan de totstandkoming van het pact. Maar wat betekent dat in de praktijk? Om te beginnen is de stem van de onderwijswereld bij zoiets zelf minoritair. Er zijn zoveel deelnemers aan het gesprek, waaronder politici, bedrijfsleiders en vakbonden, dat de mening van het onderwijsveld er nauwelijks toe doet. Door het massale karakter van de consultatie houden de machtshebbers ook de touwtjes stevig in handen. De consultatie is zo geweldig dat ze irrelevant wordt”.

    Tot de jaren negentig waren het bijna uitsluitend ervaren leraars, vakdidactici en inspecteurs die zich inlieten met het opstellen van het curriculum en van de leerplannen. Nu moet ‘Jan met de pet’ zijn zegje doen, wordt heel veel belang gehecht aan de voorstellen en oordelen van leerlingen tussen 12 en 18 jaar, investeert men veel centen om de mening van 20 ouders - begeleid door 23 zgn. experts - te achterhalen Bij de vorige eindtermencampagne nodigde de DVO bij de advisering vooral mensen uit met de nodige onderwijskennis en -ervaring.

    2.3 Verschil tussen schoolse leerinhouden en praktische zaken & alledaagse kennis

    Veel leerlingen en burgers lijken te wensen dat leerlingen van alles leren op school; maar dat zou enorm veel leertijd vergen en die is al bij al vrij beperkt. We moeten dus prioriteit verlenen aan belangrijke leerinhouden, aan powerfulknowlegde, aan typisch schoolse zaken. Wat men op de lagere en secundaire school aan kennis en vaardigheden opsteekt, kan men achteraf op 1001 dagelijkse problemen toepassen. Hoe men een zichtrekening moet aanvragen of een belastingbrief invullen, moet je niet op school leren. Op school gaat het niet om willekeurige, sterk tijdsgebonden of vluchtige informatie. Het gaat vooral om ‘eeuwige’, ‘duurzame’ basiskennis en -vaardigheden die ons in staat stellen om steeds opnieuw informatie op te nemen en te verwerken en om een kritische houding ten aanzien van informatie e.d. aan te nemen.

    De wilde consultatiecampagne doet me denken aan de video ‘Don’t Stay in School’ (zie Internet) van de gepassioneerde rapper Dave Brown. Brown met een woedende aanval op het vigerende onderwijs waarbij bijna alles in vraag wordt gesteld: klassieke literatuur, vierkantsvergelijking, abstractere wiskunde en fysica, enz. En daarna rapt Brown een lange lijst van dingen die in de plaats moeten komen. Het gaat dan meestal om praktische zaken die ook vaak in de voorstellen op ‘onsonderwijs’ aan bod kwamen. We sommen er enkele op. Nieuws over de dagelijkse actualiteit Hoe belasting betalen? Huiselijk geweld. Hoe een vriend helpen die depressief is? Hoe stemmen bij verkiezingen? Gezondheidseducatie. Wetgeving. Financiële geletterdheid. De rechten van de mens. Kennis over aandelen en functioneren van banken. Waar komt het geld vandaan? Wat is een begroting, De kosten van opvoeding van een kind. Wat is een beëdigde verklaring? EHBO. Herkennen van meest voorkomende psychische stoornissen.Ziekten met vermijdbare oorzaken leren kennen. Hoe een huis kopen met een hypotheek? Leren tuinieren. Adviezen die duizenden levens kan redden. Hoe kan ik kinderen krijgen? Kennis van politieke systemen. Politieke partijen waarvoor ik kan stemmen. Politiek ...

    De meeste van die zaken zijn niet prioritair en vaak ook niet haalbaar – alleen al bij gebrek aan tijd. Op school onderwijzen we geen zaken omdat die praktisch en bruikbaar zijn in het dagelijks leven, aldus al Lev Vygotsky bijna 100 jaar geleden. Hij stelde terecht dat er een groot verschil is tussen schoolse en alledaagse kennis. Eindtermen en leerplannen gaan vooral over zaken die enkel via het onderwijs bereikt kunnen worden, en niet over informele kennis die je buiten de school kunt verwerven of zelfstandig op basis van wat je op school leerde. Als we focussen op praktische zaken, dan beroven we de leerlingen van de culturele erfenis waar ze recht op hebben. Er zijn niet voldoende lesuren op een dag om zowel schoolse als alledaagse kennis te onderwijzen.Als we leerlingen geen of onvoldoende taalkennis en -vaardigheden aanleren, geen vierkantsvergelijkingen en abstractere wiskunde en fysica, ... , dan brengen we ook hun verdere studies in het gedrang. Tijdens de consultatiecampagne werd ook al te vaak gesuggereerd dat veel van wat de leerlingen op school leren waardeloos of te abstract is. Ervaren leerkrachten en vakdidactici ervaarden dit alles als een belediging van hun professionaliteit.

    Veel voorstellen wekten ook de indruk dat de school alle maatschappelijke en persoonlijke problemen en problemen van de ouders moet oplossen. De COC-lerarenvakbond stelde: “De geschiedenis heeft aangetoond hoe snel de samenleving bij elk concreet probleem voor de oplossing richting school kijkt.” In de voorbije 25 jaar is er heel wat op het bord van de leraar terecht gekomen dat ver verwijderd is van zijn eigenlijke kernopdracht. ...Een beleid dat daarop verder borduurt, is geen onderwijsbeleid, maar een emo-beleid. Het gevaar bestaat dat een maatschappelijk debat niet voorbij een dergelijk emo-gehalte geraakt. Binnenkort moet iedereen weer zijn belastingbrief invullen: het gevaar is niet denkbeeldig dat straks iemand voorstelt het invullen van een belastingbrief op school aan te leren precies alsof er binnen 15 jaar nog klassieke belastingbrieven zullen bestaan.” (Noot: en inderdaad: dat werd 1 van de voorstellen.)

    2.4 Belangrijkste rol voor curriculumdeskundigen en praktijkmensen

    Eindtermen en leerplannen moeten in de eerste plaats opgesteld worden door mensen die deskundig zijn in het betreffende leerdomein,die voldoende bekend zijn met de traditie van die vakdiscipline en met de klaspraktijk voor dat vak. Als medeontwerper van eindtermen en leerplannen wiskunde, hielden ook wij destijds rekening met de verworvenheden van de wiskunde als vakdiscipline & cultuurproduct en met bestaande leerplannen. We hadden er de voorbije 25 jaar al veel over gepubliceerd en we hadden ook veel ervaring met de klaspraktijk. En achteraf legden we de voorstellen voor aan een groep praktijkmensen met een bijzondere interesse voor het vak wiskunde en met de nodige praktijkervaring.

    Op ons O-ZON-symposium (2007) wees prof. Hans Van Crombrugge op de belangrijke rol van de vakdisciplines bij de keuze van eindtermen en opstelling van een curriculum; en op de belangrijke inbreng van mensen die deskundig zijn op een bepaald leerdomein. We citeren even: “Het onderwijs heeft als eerste en laatste bestaansreden het richten van de aandacht naar de werkelijkheid. De vakdisciplines - ‘grepen uit de beproefde cultuur’ - spelen hierbij een belangrijke rol. Deze canon verschaft de inhouden, vaardigheden en houdingen eigen aan een bepaalde cultuur, wetenschap, e.d. Deze canon wordt in de eerste plaats opgesteld door de gemeenschap van mensen die deskundig zijn in het betreffende domein.”

    De Engelse kennissocioloog Michael Young verkondigt een analoge visie: “We needto put subjects (vakdisciplines) at theheart of the curriculum. Neither subjects, nor the boundaries between them are arbitrary. They are a form of specialisation of knowledge with powerful educational possibilities. There is ‘powerful knowledge’ that all pupils were entitled to. Powerful knowledge is systematic. Its concepts are systematically related to one another and shared in groups, such as subject or disciplinar associations. It is not, like common sense, rooted in the specific contexts of our experience (Bringing Knowledge Back in, 2007). This means that powerful knowledge can be the basis for generalizations and thinking beyond particular contexts or cases. Powerful knowledge is specialised. The important curriculum point about subjects is that they are based on the shared rules and knowledge of communities within which their questions, methods, concepts and criteria are debated, discussed and improved. In other words, it has been developed by clearly distinguishable groups with a well-defined focus and relatively fixed boundaries, separating different forms of expertise.”

    3 Besluit De dure en grootschalige consultatiecampagne van Crevits oogde spectaculair en er werd veel geld en energie in gespendeerd. Niet minder dan 3 dure consultatiebureaus werden ingehuurd om deze operatie te leiden.

    De opbrengst ervan is vrij mager. Die campagne wekt ook de indruk dat in het onderwijs om het even wat aan bod mag en kan komen. De meeste deelnemers waren zich niet bewust van het grote verschil tussen schoolse en alledaagse kennis, en van de belangrijke rol die de vakdisciplines, grepen uit de beproefde cultuur, spelen bij de zorgzame opstelling van een curriculum. Rector Torfs stelde dan ook terecht dat er bij dergelijke campagnes “zoveel deelnemers aan het gesprek zijn, dat de mening van het onderwijsveld er nauwelijks toe doet. De consultatie is ook zo geweldig dat ze irrelevant wordt”. Bij zo’n populaire campagnes is de stem vanuit de onderwijswereld steeds minoritair. De meeste curriculumdeskundigen en ervaren leerkrachten laten het dan afweten.

    P.S. De eindrapporten die op 4 oktober werden voorgesteld bevestigen onze vroegere waarschuwingen en analyses!

    07-10-2016 om 16:38 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:eindtermen
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leraar De Donder:eindtermendebat heeft een muis gebaard.
    Vandaag kritisch opiniestuk in De Standaard 7 oktober van leraar Johan De Donder: Het eindtermendebat heeft een muis gebaard.

    Dat langverachte grote rapport over de eindtermen bevat niets bruikbaars en kan maar beter geklasseerd worden. …Laat in een open debat iedereen ideetjes formuleren was het idee: het resultaat is een amalgaam aan voorstellen die niets te maken hebben met de eindtermen.

    (Commentaar: wat we bij de aankondiging van de populistische campagne in februari al voorspeld hebben en uitvoerig beschreven hebben in Onderwijskrant 177 van april j.l., is ook werkelijkheid geworden. We begrijpen niet dat Crevits' medewerkers, leden van de commissie onderwijs ... zoveel heil verwachtten van zo'n domme consultatiecampagne, en van de (dure) inbreng van 3 consultatiebureaus. We zouden graag ook iets vernemen over het kostenplaatje.)

    Enkele passages uit het gestoffeerde opiniestuk.

    Het rapport puilt uit van nutteloze ballast en lijst in volgorde van belangrijkheid maar liefst veertien thema’s op . Bovenaan staat ‘zelfkennis en persoonlijke ontwikkeling en onderaan – wat dacht u – algemene basiskennis. Met uitzondering van talen worden nauwelijks vakken vernoemd. Wat geen taak van de school is prijkt op nummer één en wat tot de corebusiness van het onderwijs behoort, hengelt achteraan.

    Tweede probleem is het gebrek aan originaliteit.

    Bij de meeste voorstellen hoorde ik ‘dat gebeurt nu al’ in de marge. Scholen doen het dus zo slecht nog niet. Enkele voorbeelden:. Inzicht in de maatschappelijke, politieke en mondiale context. Attitudes, vaardigheden en kennis om te willen (bij)leren. Creatief denken en kruispuntdenken. Kennis toepassen in een andere context. …het getuigt allemaal van de gebrekkige kennis van het werkveld. (Commentaar: heeft ook te maken met consultatiebureaus die de campagne mochten leiden.)

    Derde probleem is het negativisme.

    Bij elk thema staat een rubriekje ‘wat zeker niet’. Vaak is het dan ‘wat het zeker wel moet zijn.’ Ook hier enkele voorbeelden. Geen gedragsregels, normen en waarden aanleren. Geen grammatica bij talenonderwijs. De leraar niet als lesgever, maar als coach. Geen feitenkennis bij politieke en maatschappelijke vraagstukken. Geen leermethodes aanleren en geen toetsen om te evalueren. Niet denken in vakken. Geen kennis van aspecten van duurzaamheid. Geen wetenschappelijke kennis (Commentaar: het gaat veelal om alledaagse en informele kennis).

    Besluit: We moeten dringend terugkeren naar waar het echt om gaat. Onderwijsmensen moeten volgens onderwijsspecialist Kees Boele opnieuw doen waar het echt om gaat: onder-wijzen, zodat de jongeren wijzer worden. Daarom raad ik de onderwijscommissie van het Vlaams Parlement aan het eindrapprot te klasseren en in dialoog te treden met de onderwijsmensen over wat er werkelijk in de op de vakken gerichte eindtermen moet staan.

    ------------------------------------------------------------------------------

    Bijlage Veel zelfvoldoening bij de niet minder dan 3 consultatiebureaus LEVUUR, Indiville Tree Company (zie bijlagen) over de consultatiecampagne Van Lerensbelang die deze bureaus mochten leiden .

    De meeste mensen vinden de opbrengst van de campagne echter een maat voor niks. Lees b.v. de bijdrage van Johan De Donder vandaag in DS en de commentaren op ons fb. We begrijpen niet dat Crevits en Co nog steeds een beroep doen op consultatiebureaus die niets afweten over onderwijs.

    ¨(1)Bericht van LEVUUR - de participatie-expert

    Aftermovie het Onderwijsfestival 06.06.2016

    De afgelopen maanden woedde ook in Vlaanderen het maatschappelijke debat over de eindtermen van ons leerplichtonderwijs. Onder de titel 'van leRensbelang?' kon iedereen meediscussiëren; in de media, op www.onsonderwijs.be, via 200 lokale avonden, 5 provinciale avonden en 1 groots onderwijsfestival waar zo'n 700 jongeren, onderwijsprofessionals, parlementsleden en geïnteresseerde burgers en organisatie aan deelnamen. Levuur, Indiville en de Vlaamse Scholierenkoepel sloegen hiervoor op vraag van het Vlaams Parlement en departement Onderwijs de handen in elkaar. Welke vonken dit gaf op 13 mei tijdens het afsluitend onderwijsfestival in het Vlaams Parlement, kan u zien in dit filmpje: Hier vind je ook de foto’s: https://www.facebook.com/media/set/…

    (2)Bericht van consultatiebureau indiville Leuven
    Via een internetplatform (onsonderwijs.be), sociale media, scholierendebatten, provinciale nachten van het onderwijs en een onderwijsfestival verzamelden we een schat aan kwalitatieve informatie. Onze bedoeling was niet die bijzonder rijke en gevarieerde informatie te interpreteren of te selecteren, maar te bundelen tot een heldere weergave van dat publieke debat. We slaagden erin alle input in veertien inhoudelijke thema’s te groeperen en verder uit te diepen. Het zijn veertien thema’s die weergeven wat we verwachten van het onderwijs van morgen. Wat moet elke jongere op school leren om deel te nemen aan de maatschappij van morgen? Om zich persoonlijk te ontwikkelen? Om later een job te hebben? Om levenslang verder te kunnen leren? Deze vier vragen, die sneller gesteld zijn dan beantwoord, vormden de leidraad voor het grootschalige publieke debat dat Indiville in Vlaanderen organiseerde. Dat deden we samen met onze partner Levuur en Tree Company.

    (3)Treecompany Antwerpen

    Minister Crevits heeft eind 2015 een maatschappelijk debat aangekondigd in het Vlaams Parlement over de eindtermen. De centrale vraag is de volgende: Wat moeten de toekomstige eindtermen zijn? Wat is van lerensbelang voor alle kinderen en jongeren, ongeacht hun achtergrond, studie- of schoolkeuze? De ambitie is om zoveel mogelijk Vlamingen te betrekken bij dit debat zowel online als in live debatten. Tree company neemt in dit project het voortouw in het online traject. We tekenden samen met de partners het proces uit, tekenden het online platform uit en nemen ook de analyse mee op. In heel het project krijgt www.onsonderwijs.be een zeer centrale plaats. Daar kunnen burgers terecht met hun ideeën en reacties, kunnen burgers die debatten houden, hun input ingeven en kunnen ze alle informatie over het project terugvinden.

    07-10-2016 om 15:51 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:eindtermen, De Donder
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Povere eindrapporten VanLerensbelang-eindtermen + reacties
    Voorstelling twee povere eindrapporten peperdure consultatiecampagne ‘Van Lerensbelang” over eindtermen (+enkele reacties)

    Vooraf 1: Op de voorstelling van de eindrapporten merkte ex-lerares Ann Brusseel (Open VLD) fijntjes op dat de voorstellen eigenlijk geen betrekking hadden op concrete eindtermen, op richtingwijzers voor het uitwerken van lessen e.d., op het eigenlijke doel van de consultatie. Het gaat veelal om zaken die thuishoren in het ‘pedagogisch project’ e.d. Iemand anders wierp op dat het de bedoeling was dat de consultatie ging over het WAT (eindtermen), maar dat de voorstellen vaak betrekking hadden op het HOE van het onderwijs, iets waarmee de beleidsmensen zich niet mogen inlaten.

    Vooraf 2: Cluster 14 over ‘basiskennis’ in het rapport Van Lerensbelang werd niet uitgewerkt omdat die tijdens de consultatiecampagne niet echt werd geviseerd. En omdat het (bege)leidend consultatiebureau hier ook niets over afwist. (Op de voorstelling van het rapport werd gezegd dat dit te moeilijk was voor de meeste deelnemers en dat de meesten daarvoor te weinig afwisten van de huidige eindtermen. Het is nochtans die cluster die belangrijk is in functie van de eindtermen.

    Vooraf 3: Reactie rector Torfs versus Guy Tegenbos & Inge Ghijs

    *De vernietigende, maar terechte reactie van rector Torfs op 6 oktober ( op De Redactie) luidde: "Leraren moeten kinderen leren koken bijvoorbeeld, dat vinden we tussen de gesuggereerde eindtermen op school. Kan het waanzinniger? Kan het waanzinniger? Misschien weldra ook nog: hoe neem je een douche, hoe poets je je tanden, hoe tart je een leraar?"

    Commentaar: Die waanzinnige voorstellen zijn het gevolg van de waanzinnige en populistische consultatiecampagne van Crevits en Co, een campagne die ook waanzinnig veel centen gekost heeft. De(bege)leiding van de campagne werd toevertrouwd aan niet minder dan drie consultatiebureaus die niets afwisten over het onderwijs en de vigerende eindtermen. Het kostenplaatje moet hoog oplopen.

    *Guy Tegenbos prees al op 31 augustus in DS de 'ontscholende' voorstellen van de VSK-leerlingen en KBS-ouders in zijn column: “De mensen zijn nog zo dom niet." Tegenbos: "De analyses en voorstellen die de leerlingen in hun koepel uitgewerkt hebben zijn pertinent. Ze lopen parallel met de conclusie van het Ouderpanel van de Koning Boudewijnstichting over hetzelfde onderwerp".

    *Standaard-redactrice Inge Ghijs pleitte op 1 september in DS voor minder kennis op school en stelde in dit verband "De leerlingen en de ouders hebben duidelijk de weg gewezen die we op moeten. Meer aandacht voor het mens-zijn, de jongeren klaarstomen voor het leven buiten de schoolmuren en de wereld in de klas halen." We noteerden op twitter een passende reactie van prof. Wim Van den Broeck op dit pleidooi ‘Ons onderwijs is nog teveel gericht op theorie en kennisoverdracht’: “Onzin! Onderwaarderen v kennis = motor sociale ongelijkheid.”
    Reactie op tweet Vandenbroeck vanwege Dirk Van Damme-OESO: akkoord Wim dat slinger veel te sterk naar competenties is doorgeslagen. Kennis is inderdaad instrument voor emancipatie en kansen."

    Vooraf 4: In een Belga-bericht van 4 oktober lazen we dat minister Crevits zelf heel tevreden was over de opbrengsten van de consultatiecampagne: ‘Participatietraject over eindtermen is geslaagd" Crevits) “Volgens Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) is het participatietraject over de eindtermen "geslaagd". Dat zegt de minister in een reactie op de voorstelling van het Rapport "Van leRensbelang: participatief publiek debat over de eindtermen" dat dinsdagmiddag op een persconferentie werd voorgesteld. Crevits: "Het is sterk dat zoveel leerlingen, ouders, leraren en anderen hierover aan de slag zijn gegaan," aldus de minister in een persbericht."

    ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
    1. Scholierenrapport eindtermen: zacht gekookte eitjes, niet echt over eindtermen

    In het 'scholierenrapport over de eindtermen' worden 6 thema’s voorgesteld. We gaan er even op in.

    1.1 Thema 1: Klaar voor het leven na het middelbaar: temperatuur voor de was, belastingbrief invullen, worteltjes koken...

    "De duidelijke boodschap die we overal hebben gehoord is dat scholieren op eigen benen willen kunnen staan. Veel leerlingen geven aan dat ze bepaalde basisvaardigheden om te overleven missen. Ze weten perfect hoe warm het soms kan worden in de tropen, maar niet op welke temperatuur je de was moet doen. Ze kunnen vierkantswortels trekken, maar geen worteltjes koken. Ze vullen blindelings een matrix in, maar weten niet hoe te beginnen aan een belastingbrief. Echt klaargestoomd voor de toekomst voel je je op die manier niet wanneer je je diploma in de hand hebt. ‘Waarom is dit nuttig?’ is een eenvoudige en centrale vraag die bij het opstellen van de eindtermen altijd in het achterhoofd gehouden moet worden.

    1.2 Thema 6: Met beide voeten in de wereld: vak actualiteit : les over 'actuele' boerkini i.p.v. geschiedenis

    Leerlingen zijn niet enkel op zoek naar zichzelf in relatie met anderen, maar ook in relatie met de hele wereld. ‘Waarom denk ik zo en mijn buurman anders?’ ‘Hoe passen mijn eigen acties binnen grote actuele thema’s?’ ‘Hoe word ik een goed geïnformeerde wereldburger?’ Jongeren willen kritisch kunnen denken en beslissen en vragen daarvoor hulp aan het onderwijs. Meer concreet wordt een vak over de actualiteit en politiek voorgesteld. )

    Commentaar bij thema1 en 6: de scholieren hebben blijkbaar geen besef van het grote verschil tussen typisch schoolse kennis uit de vakdisciplines en alledaagse kennis die je ook buiten de school kan opsteken.

    1.3. School als total institution en leraar als maatschappelijk werker, psycholoog ... Overbevraging van onderwijs en leerkracht

    Bij de thema's 2 en 3 wordt de school opgevat als een 'total institution' die verantwoordelijk is voor de totale ontwikkeling en het totale welzijn van jongeren = totalitaire visie. Zo moet die allesomvattende en ‘almachtige’ school zelf veel aandacht besteden aan fysische en mentale gezondheid, ... Thema 2.Verbonden met elkaar :aandacht voor romantische relaties "Op een school komen leerlingen met verschillende karakters, leeftijden, gender, achtergronden en interesses bij elkaar. Een kleine versie van de diverse samenleving als het ware, en op die manier een ideaal laboratorium om te leren omgaan met verschillen. Maar tegelijkertijd krijg je ook een broeihaard van hormonen, kriebels en gevoelens als je een bende tieners bij elkaar zet. Scholieren vragen daarom ook speciale aandacht voor romantische relaties en alles wat daarbij komt kijken." Op de voorstelling werd b.v. ook terloops gesteld: “niet louter afstandelijke seksuele voorlichting, maar ook duidelijk laten merken dat seks gezellig kan zijn.”

    Thema 3.Gezond en wel. Het belang van een gezond lichaam ondervinden leerlingen het liefst letterlijk en figuurlijk ‘aan den lijve’.

    Gezondheid kan dus niet zomaar een afgebakend, af te vinken puntje in het leerplan zijn. Werken aan dit thema laat zich ook niet begrenzen door de muren van het klaslokaal. Het moet terug te vinden zijn in de hele schoolcultuur.

    1.4 Minder eisen van leerlingen en voorkomen van stress, meer succeservaringen

    Thema 4 Mentaal in evenwicht: te veel werkdruk “Een burn-out wordt in deze tijd bijna iets alledaags. Jongeren zien de oudere generaties bezwijken onder de werkdruk en merken dat zelfs klasgenoten soms een tijdje uitvallen omdat het hen te veel wordt. De stress en de prestatiedruk bij het vele schoolwerk en talrijke evaluatiemomenten vallen niet te onderschatten. Stress die bovendien niet stopt aan de schoolpoort, maar de leerlingen via digitale leerplatformen als Smartschool ook achtervolgt naar huis. De schrik om te falen zit diep. Jongeren zien dan ook een taak weggelegd voor hun leerkrachten en het onderwijs in het algemeen om hen op dat vlak de nodige ondersteuning te bieden.“

    Commentaar: veel leerkrachten en burgers vinden echter dat er op school eerder te weinig geëist wordt van de leerlingen.

    Thema 5.Eigen kracht: te weinig succeservaringen

    ‘Talent’ is een woord dat vaak gebruikt wordt in de onderwijswereld, maar in de praktijk krijgen scholieren te weinig de kans om hun eigen sterktes te ontdekken. Schoolslogans als ‘Wees wie je bent’, ‘Elk talent telt’ of ‘Doorbreek je grenzen’ zijn inhoudloos als ze enkel op papier bestaan. In de realiteit worden leerlingen vaak in dezelfde vaste mal geduwd, waardoor ze te weinig succeservaringen beleven. Regelmatig het gevoel ervaren dat iets lukt, is nochtans een prima motivator. Zo blijven scholieren zin hebben om te groeien, bij te leren en zichzelf te verbeteren.

    ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

    1.5 Reactie van leraar Philip Clericks op zijn blogspot: Luister niet naar die scholieren ·

    *Voor volwassenen die het in onderwijszaken voor het zeggen hebben, komt het er nu op aan van het hoofd koel te houden. Ze kunnen niet, zoals ik, vrolijk verklaren dat al dat gekwaak van de Scholierenkoepel maar onzin is. Kathleen Helsen (cd&v), voorzitter van de Onderwijscommissie van het Vlaams Parlement zei over de bevraging: ‘Het is nu onze opdracht om deze visie te vertalen in de eindtermen.’ Van mij mag ze dat zeggen, zeker – zolang ze het zelf maar niet gelooft, of ernaar handelt. En wat ook helemaal niet hoeft, is dat er een compromis wordt gesloten, waarbij in verschillende vakken ‘meer plaats wordt geruimd’ voor belastingbrieven en burkini’s en burgerschap en diversiteit

    *Vraag aan 17.000 kinderen welke onderwerpen ze verder uitgediept willen zien, en de kans is erg klein dat iemand van die 17 000 het binomium van Newton vermeldt, of de Corioliskracht, of de tijds- en aspectwaarde van de Griekse werkwoordstijden, of het verloop van de Peloponnesische oorlogen. Maar die belastingbrief en dat solliciteren zal er wél bij zijn. En: ‘hoe vraag je naar de weg in het Frans?’ – zelfs al heeft vandaag bijna iedereen een gps in de auto. De jongens en meisjes van de Scholierenkoepel hadden nog meer onzin gepuurd uit hun bevraging. Dat er meer onderwijs ‘op maat’ moest komen waarbij de kinderen zelf hun vakken konden kiezen, dat terwijl er nu al uit zoveel studierichtingen kan worden gekozen. Maar dát was niet genoeg. Een leerlinge vond, dit keer op het vrt Journaal, dat je ‘moest kunnen gáán voor twee uurtjes Spaans als je aan iets exotisch toe was’.

    -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

    2. Eindrapport ‘Van Lerensbelang’  (gepatroneerd door 3 consultatiebureaus)

    14 clusters Overzicht van de clusters

    1. Zelfkennis en persoonlijke ontwikkeling 2. Sociale (intermenselijke) competenties 3. Zelfredzaamheid en praktische competenties 4. Kennis en gebruik van talen 5. Kritisch en probleemoplossend denken 6. Kennis van en omgaan met politieke en maatschappelijke vraagstukken 7. Kennis van en omgaan met levensbeschouwelijke en ethische vraagstukken 8. Kennis van en omgaan met ICT en nieuwe media 9. Kennis van en omgaan met duurzaamheidsvraagstukken 10. Leercompetenties 11. Professionele competenties 12. Wetenschappelijke en onderzoekscompetenties 13. Kennis van en omgaan met kunst en cultuur 14. Basiskennis (niet uitgewerkt en niet besproken op de regionale bijeenkomsten.

    In de eerste cluster ‘zelfkennis en persoonlijke ontwikkeling’ wordt het belang van het zich ontwikkelen tot evenwichtige, veerkrachtige, gezonde, zelfbewuste mensen die zichzelf kennen en zo goede keuzen kunnen maken, benadrukt. Er wordt aangegeven dat het van belang is op school in te zetten op jongeren weerbaar maken, zodat ze zich niet laten tegenhouden door een tegenvaller maar vol zelfvertrouwen hun pad kunnen gaan.

    In de tweede cluster sociale (inter)menselijke competenties wordt veel belang gehecht aan het ontwikkelen van sociale vaardigheden en het leren kennen van en kunnen omgaan met diversiteit (in de breedst mogelijke definitie), het respectvol omgaan met andere mensen en andere meningen. Zelfredzaamheid en praktische competenties is de derde cluster over competenties en vaardigheden die leerlingen moeten voorbereiden om op eigen benen te staan. Daarvoor hebben ze onder andere praktische financiële en juridische kennis nodig. De cluster omvat ook andere aspecten die nodig zijn in het leven zoals leren gezond te leven, EHBO, veiligheid in het verkeer, dactylo en een aantal algemene praktische vaardigheden.

    De vierde cluster is deze van kennis en gebruik van talen. Nu eens wordt verwezen naar de kennis van moderne talen in het algemeen, dan weer meer specifiek naar voornamelijk Nederlands, Frans en Engels en in mindere mate Duits. Heel wat mensen benadrukken het belang van het, vooral mondeling, vlot kunnen gebruiken van talen. Terwijl anderen toch ook het belang van taaltheorie en taalbeschouwing aangeven. (Commentaar: op school is vooral ook het leren van de geschreven taal, het schrijven, heel belangrijk. Ongelooflijk dat dit niet wordt vermeld.)

    Daarnaast wordt ook verwacht dat de jongeren op school leren kritisch, out-of-the-box en probleemoplossend denken : vijfde cluster Deelnemers geven aan dat leerlingen ook over voldoende achtergrond moeten beschikken om te kunnen oordelen en zaken in een breder perspectief te plaatsen. Wat ‘de nodige achtergrond’ precies is, wordt weinig of niet expliciet gemaakt. In een zesde cluster, kennis van en omgaan met politieke en maatschappelijke vraagstukken wordt gerefereerd naar burgerzin/burgerschap, het weten hoe zich te gedragen als ‘goede’, geëngageerde burgers die elkaar ook helpen, evenals inzicht in de maatschappelijke, economische, politieke en mondiale context waarin we leven.

    Het leren kennen en leren omgaan met levensbeschouwelijke en ethische vraagstukken (=zevende cluster) kwam ook nadrukkelijk naar voren in het gevoerde maatschappelijke debat. Daarbij wordt de verwachting geuit dat jongeren verschillende wereldreligies en levensbeschouwingen leren kennen op school, maar wordt ook vaak verwezen naar het belang van filosoferen en ethisch denken. De achtste cluster ‘kennis van en omgaan met ICT en nieuwe media.’ Jongeren zouden moeten ICT-vaardig en mediawijs leren zijn, kritisch leren omgaan met allerhande nieuwe en minder nieuwe media.

    Bij de negende cluster ‘kennis van en omgaan met duurzaamheidsvraagstukken’ wordt gefocust op het leren over de fysieke wereld en hoe er zorgzaam mee om te gaan. Men verwacht dat jongeren op school het belang leren van duurzaamheid en voldoende leren over en voeling krijgen met onze planeet Aarde als een natuurlijk ‘systeem’. De tiende cluster leercompetenties omvat de attitudes, vaardigheden en kennis om (zelfstandig) te kunnen en willen bijleren. Hieronder valt ook het belang dat vaak aangehaald wordt kinderen en jongeren te prikkelen in hun nieuwsgierigheid en hun zin (goesting) om levenslang te leren.

    Onder professionele competenties (= elfde cluster) werden de ideeën geclusterd waarbij er expliciet verwezen werd naar de werkcontext. Het gaat hierbij om arbeidsgerichte competenties, als samenwerken, flexibiliteit, ambitie tonen … De twaalfde cluster ‘wetenschappelijke en onderzoekscompetenties’. Er wordt verwacht dat jongeren (wetenschappelijke) inzichten ontwikkelen, leren verbanden zien en leggen en door kennis te combineren tot nieuwe, ‘hogere’ vorm van kennis komen. Daarvoor is het ook belangrijk dat ze de juiste onderzoekscompetenties en methodieken aanleren. STEM (het combineren van Science, Technology, Engineering and Mathematics, zoveel mogelijk in concrete toepassingsdomeinen) wordt in deze cluster vaak genoemd als na te streven richting.

    Bij kennis van en omgaan met kunst en cultuur, dertiende cluster, gaat het om het leren kennen van diverse vormen van kunst en cultuur en ervan te leren genieten. Uit het maatschappelijke debat komen wel verschillen naar voor als het gaat over de ambitie die men hierin moet nastreven. Moet er gemikt worden op passief omgaan met kunst en cultuur of op het zelf actief kunst leren beoefenen?

    De laatste, veertiende cluster bevat die bijdragen met de code ‘basiskennis’. Het gaat vaak over ideeën waarin verwezen wordt naar ‘basiskennis’ zonder verder te verduidelijken wat daaronder dan moet verstaan worden.

    In de volgende fase, De Nachten van het Onderwijs, waarbij een diverse groep van mensen met elkaar in dialoog ging over wat nu effectief van leRensbelang is, werden de voorstellen verder verdiept en verfijnd. In hoofdstuk 5 kan u lezen wat hierbij allemaal aan bod kwam. Algemeen gesteld werd naast het belang van (basis)kennis, vooral ook het belang van zelfkennis, persoonlijke ontwikkeling en sociale competenties sterk benadrukt. Vaak interfereert het debat over de functie van onderwijs ook met het debat over de functie van de school ten aanzien van die van de ouders en andere actoren. Hierbij lijkt er weinig discussie over de kwalificerende functie van onderwijs, maar eens te meer over de subjectiverende en socialiserende functie. Daar waar het voor sommigen evident is dat ouders (en andere actoren o.a. jeugdbeweging, verenigingen …) hierin de voornaamste rol spelen, zien anderen hiervoor een grote verantwoordelijkheid voor het onderwijs. Zeker omdat er geen garantie is dat ouders ook effectief hun verantwoordelijkheid nemen, wordt hiervoor toch vaak in de richting van de scholen gekeken. Dit is onder andere een veel voorkomend argument als het gaat om sociale vaardigheden, omgangsvormen, beleefdheid, waarden en normen en omtrent verschillende elementen van zelfredzaamheid, maar bijvoorbeeld ook bij kunst en cultuur. Het onderwijs als vangnet voor een thuissituatie waar bepaalde elementen minder of niet worden gestimuleerd. Anderzijds wordt de subjectiverende en socialiserende functie soms in vraag gesteld omwille van het waardegebonden aspect van heel wat van de inhouden die eraan gerelateerd zijn.

    Het maatschappelijk debat geeft duidelijk aan dat men een gemis lijkt te ervaren op het vlak van de subjectiverende en socialiserende functie van het onderwijs en men in elk geval helder aangeeft te verwachten dat de school in de toekomst hier meer/ sterk op gaat inzetten. De lijst met clusters uit de 50 Dagen is hierin niet mis te verstaan. De zaken worden iets complexer als mensen het concreter proberen te maken.

    Zo waren er tijdens de Nachten heel wat gesprekken omtrent de link tussen de verschillende functies: bv. wat en hoeveel moet je weten/kennen om goed te kunnen samenleven, om jezelf te kennen … Maar ook over ‘wie heeft welke taak’ en ‘wat kunnen we verwachten voor iedereen? Wat is écht basis? Wat is écht van leRensbelang voor iedereen?’ ... Het is in de dialoog dat grijstinten ontstaan.

    -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
    Bijlage: pleidooi voor minder kennis bij begin schooljaar in ‘De Standaard’ van redactrice Inge Ghijs

    Op 2 september publiceerde redactrice Inge Ghijs in De Standaard haar pleidooi voor minder kennis in het onderwijs: "Durf de gebaande paden te verlaten' van Inge Ghijs. In de optiek van de nieuwe eindtermen concludeert ze: Ons onderwijs bereidt de leerlingen nog te veel voor op de wereld van de 20ste eeuw in plaats van op 2030. Het is nog te veel gericht op theorie en kennisoverdracht. Daar zal aan getornd moeten worden. De leerlingen (van de Vlaamse ScholierenKoepel) en de ouders KBS-project met 20 ouders) hebben duidelijk de weg gewezen die we op moeten. Meer aandacht voor het mens-zijn, de jongeren klaarstomen voor het leven buiten de schoolmuren en de wereld in de klas halen. In die zin is het experiment dat de minister gisteren voorstelde, het duaal leren, met andere woorden leren op school en op de werkplek, een goed begin. Toch zal het de vraag zijn of het parlement, de minister en de onderwijsnetten bij het bepalen van de eindtermen, de moed zullen hebben om van de gebaande paden af te wijken. Alleen een beetje schaven in de marge, is de veilige weg. Durven loslaten dat leerlingen zo veel mogelijk theorie uit het hoofd moeten leren en in het lesrooster meer tijd vrijmaken voor toekomstgerichte en praktische kennis, voor groepswerk, voor attitude- en persoonlijkheidsvorming, een pak interessanter.”

    07-10-2016 om 15:43 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:eindtermen, VanLerensbelang
    >> Reageer (0)
    05-10-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mislukte en misleidende consultatiecampagne eindtermen, maar minister Crevits is heel tevreden!

    Geïmproviseerde en slechte aanpak van eindtermendebat en valse verwachtingen, maar minister Crevits vol lof over haar consultatiecampagne!

    1. Bijdrage vandaag in 'De Standaard': voorbereiden ouderrol is geen taak voor het onderwijs

    2. Mijn commentaar van 3 oktober: Geïmproviseerde en slechte aanpak van eindtermendebat en valse verwachtingen

    3. minister Crevits vol lof over haar consultatiecampagne!

    1.Moet een school jongeren opleiden tot goede ouders? Die kwestie ligt voor in het debat over de vernieuwde eindtermen. Experts huiveren bij het idee.

    Wat moet een school kinderen aanleren in 2030? Als het van de Vlaamse opinie afhangt: ongeveer alles. Jongeren moeten niet alleen leren typen, koken, klussen, programmeren en juridische en economische contracten lezen, het onderwijs moet bij uitstek de plek zijn waar leerlingen ook zelfkennis opdoen en zelfvertrouwen kweken – en waar ze leren omgaan met alle facetten van de dood én met het toekoms­tige ouderschap.
    Dat blijkt uit het eindrapport over de nieuwe eindtermen, dat gisteren werd voorgesteld in het Vlaams Parlement. Een jaar lang discussieerden leerlingen, leerkrachten, ouders en burgers via het internet en op provinciale debatavonden over de minimumdoelen in het onderwijs van de toekomst. Met het resultaat, een catalogus aan ideeën en ballonnetjes, gaat de politiek nu aan de slag.

    Scepsis

    Maar experts waarschuwen voor sommige suggesties, zoals het belang van het voorbereiden van jongeren op hun latere rol als ouder. ‘Dat behoort eigenlijk helemaal niet tot het takenpakket van het onderwijs’, zegt professor Roger Standaert, die twintig jaar geleden mee aan de wieg stond van de eindtermen. ‘Hoe te leven, hoe op te voeden, dat behoort in eerste instantie tot de verantwoordelijkheid van de ouders, de buurt, de media. Het is te gemakkelijk om dat af te schuiven op het onderwijs, dat het al lastig genoeg heeft met het inwijden van kinderen in de taal, de wetenschapen en de wiskunde.’

    Dezelfde scepsis valt te noteren bij Lieven Boeve, de topman van het katholieke net. ‘Een school is het best in wat een school doet: algemeen vormend werken, vak­kennis overdragen. Nadenken over gezinsverbanden en familierollen behoort niet tot die taak.'

    -------------------------------------------------------------------------------

    2. Mijn commentaar: op 3 oktober formuleerde ik al volgende commentaar op mijn fb. Er volgt een bijdrage in de volgende Onderwijskrant

    Geïmproviseerde consultatie Van LerensBelang over eindtermen :

    De opbrengst van de geïmproviseerde consultatiecampagne valt uiterst mager uit en wekt tegelijk valse verwachtingen. We hebben hier tijdig voor gewaarschuwd.

    Veel van de voorstellen horen niet thuis in het onderwijs, o.a. omdat het gaat om 'alledaagse' kennis, of om zaken die mensen die degelijk onderwijs genoten hebben later zelfstandig aankunnen zoals een belastingsformulier invullen.

    Veel te veel voorstellen slaan ook op aspecten van de persoonlijkheidsvorming: sociale & affectieve vorming, attitudevorming ... Veel zaken waar de leerkrachten minder grip op hebben of die neigen naar indoctrinatie.

    Een essentieel kenmerk van het onderwijs is de beperkte leertijd. Dat betekent o.a. dat men moet voorrang verlenen aan zaken die enkel op school geleerd kunnen worden. Dat betekent ook dat men bij voorstellen voor nieuwe vakken (b.v. economie in eerste graad s.o., burgerschapskunde ...) telkens moet aangeven welke andere vakken/domeinen dan moeten wegvallen of in aantal uren verminderen.

    Bij een verantwoorde strategie zou men in een eerste fase mensen met kennis van zaken inzake vakdisciplines, leerplannen, .... en met klaservaring in lager/secundair onderwijs een eerste ontwerp laten opstellen. Daarna zou men voldoende tijd uittrekken om die voorstellen voor te leggen aan de praktijkmensen, de commissie onderwijs, onderwijskoepels, vakbonden ...

    Men zou hierbij ook vooraf moeten oplijsten welke vakken/leerdomeinen absoluut moeten blijven en hoeveel ruimte er eventueel overblijft voor nieuwe zaken. Zo zijn er m.i. b.v. voor het lager onderwijs weinig zaken die men kan laten wegvallen.
    Men zou in een eerste fase ook de vigerende eindtermen moeten evalueren. Naast de officiële eindtermenevaluatie, PISA e.d. zijn er b.v. tientallen bijdragen waarin de voorbije jaren gewezen werd op de uitholling van het vak Nederlands als gevolg van de eindtermen en nieuwe leerplannen.

    P.S. In het kader van de nieuwe eindtermen polsten de VLOR, Klasse, Commissie onderwijs ... veelal naar de mening van mensen die zelf medeverantwoordelijk zijn voor niveau-verlagende eindtermen en leerplannen zoals de Leuvense pof. Kris Van den Branden die overal werd opgevoerd.

    3.Minister Crevits vol lof over haar consultatiecampagne

    Participatietraject over eindtermen is geslaagd" (minister Crevits)

    BRUSSEL 17:43 04/10/2016 (BELGA)
    Volgens Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) is het participatietraject over de eindtermen "geslaagd". Dat zegt de minister in een reactie op de voorstelling van het Rapport "Van leRensbelang: participatief publiek debat over de eindtermen" dat dinsdagmiddag op een persconferentie van de Commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement werd voorgesteld. "Het is sterk dat zoveel leerlingen, ouders, leraren en anderen hierover aan de slag zijn gegaan," aldus de minister in een persbericht.

    "Hoewel er steeds meer wordt verwacht van ons onderwijs roept het gezond verstand om sobere en heldere eindtermen. Het eindrapport maakt duidelijke keuzes die richtinggevend zijn", gaat de persmededeling verder. "Uit het rapport blijkt overduidelijk dat welbevinden, persoonsontwikkeling en burgerschap belangrijk zijn, zeg maar leren leven: gezond zijn, goed in evenwicht, met de voeten in maatschappij staan, verbonden zijn met elkaar, kritisch leren denken, nadenken over maatschappelijke thema's, omgaan met diversiteit."

    De minister stelt bovendien vast "dat de Vlaming aansluit bij de modernisering van het secundair onderwijs met vraag naar een sterkere basisvorming, digitale en financiële geletterdheid, zelfkennis, keuze- en taalvaardigheid. De commissie onderwijs neemt deze waardevolle voorstellen nu mee in hun traject," het het voorts.

    Minister Crevits vindt het van belang "dat we daarin vertrouwen geven aan directies, leerlingen en leraren. Eindtermen mogen geen handboeien worden. Daarom moet ook de planlast bij de registratie van eindtermen naar omlaag. Het is belangrijk dat meerderheid en oppositie de krachten bundelen om tot toekomstgerichte eindtermen te komen." (BIN, POL, PLE, (AHO), nl)

    05-10-2016 om 14:51 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:eindtermen
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag van leraar: stop met loftuitingen en mooie praatjes
    Dag van de leraar: stop a.u.b. met de loftuitingen, de mooie praatjes en beloftes

    Schooljaar van afbraak i.p.v. doorbraak: een andere boodschap dan de loftuitingen, de mooie praatjes en beloftes van minister Crevits en Co, de koepelkopstukken ... op de 'Dag van de leraar'.

    (Zie ook bijlage: Van Haperen: Alternatieve troonrede op 'Nacht van de leraar')

    Vandaag veel loftuitingen aan het adres van de leraren  van minister Crevits, de kopstukken van de onderwijskoepels e.d.
    Het zal volgens Crevits en Co het jaar van de grote doorbraak van de hervormingen worden en van de herwaardering van het lerarenambt. Het zgn. jaar van de doorbraak van de grote hervormingen en de eraan verbonden zegeningen, dreigt m.i. een jaar van verdere afbraak te worden. We moeten ons meer dan ooit verzetten tegen de voor dit schooljaar geplande hervormingen.

    *Crevits en Co beloofden 2 jaar geleden ook al dat ze het lerarenberoep aantrekkelijker zouden maken. Net omgekeerde was het geval. Dit blijkt ook uit het feit dat er dit jaar opvallend minder inschrijvingen zijn voor de lerarenopleidingen. Steeds meer leerkrachtenopleiders verlaten vroegtijdig de lerarenopleiding. De geïmproviseerde proefprojecten in het kader van de hervorming van de lerarenopleidingen zullen o.i. ook geen uitsluitsel brengen. Vroegere proefprojecten zoals ‘Accent op talent’ leverden ook weinig of niets op. Het recente proefproject van de voorbije jaren in zgn. ' zwarte scholen' leverde ook weinig of iets op.

    *In een recente Hautekiet-poll bleek eens te meer dat 86% vond dat het M-decreet niet deugt. Ook dit schooljaar wordt een jaar van verdere ontwrichting van het buitengewoon en gewoon onderwijs. We merken dat Crevits zelfs de recente noodkreten van de praktijkmensen – en zelfs van Lieven Boeve begin september – niet eens wil horen. Crevits kiest voor struisvogelpolitiek en negeert de vele kritiek – ook deze van leden van de commissie onderwijs. Ze wou de evaluatie van het M-decreet vanwege de leerkrachten e.d. ook nog niet prijsgeven.

    *De eerste nefaste gevolgen van de hervormingen in het s.o. zijn al zichtbaar. Omgekeerde effecten: sterke daling van het aantal leerlingen in het tso. en dat is nog maar een begin van de ellende van het tso en van de zo belangrijke VTI's. De vele waarschuwingen werden straal genegeerd en minister Crevits liet maar begaan: geïmproviseerde invoering van STEM in aso, vrijheid en blijheid in eerste graad s.o.

    *Nog geen concretisering/doorbraak van ‘ modernisering secundair onderwijs’ en veel kritiek in recente VLOR-advies. Crevits beweerde onlangs nog: veel leerlingen kunnen al kiezen vanaf het eerste jaar, anderen kunnen die keuze nog uitstellen. Het zijn vooral de leerlingen die nu kiezen voor een technische optie die geen ‘echte’ keuze meer zullen kunnen/mogen maken. Opnieuw een aderlating voor het technisch onderwijs. . Het schrappen van de B-attesten in het eerste jaar bemoeilijkt ook de vlotte heroriëntatie.

    *Na zoveel jaar weet nog niemand precies wat belangstellingsdomeinen en domeinscholen betekenen en wat de meerwaarde zou kunnen zijn. Volgens bijna alle leerkrachten zijn domeinscholen een onding; en nergens ter wereld denkt men aan de invoering ervan. In de recente nota ‘modernisering s.o.’ van juni j.l. is de invulling van ‘domeinschool’ nog wolliger en elastischer geworden. We merken dat in het recente VLOR-advies ook die fantasierijke invulling van belangstellingsdomeinen en domeinscholen afgeschoten wordt.

    *Nog steeds geen concrete richtlijnen voor de bestuurlijke optimalisering, chaos troef op het onderwijsveld! Grootschalige scholengroepen tasten de vitaliteit en identiteit van de scholen en de betrokkenheid van leerkrachten en bestuurders aan. Crevits en Co wekken de illusie dat grootschalige scholengroepen de problemen van de nieuwe leerkrachten zullen oplossen. Na een wat moeilijke start in een van de scholen van zo’n brede scholengroep, zullen nieuwe leerkrachten echter veelal geen tweede kans meer krijgen in een school binnen de regio. Het basisonderwijs zal nog het meest dupe worden van de niveau-overschrijdende samenstelling. Het basisonderwijs wil dat niet, maar minister Crevits danst naar de pijpen van enkele kopstukken van de katholieke onderwijskoepel. De kleinere onderwijsverstrekkers verwerpen terecht de plannen en de financiële chantage - die ook in strijd zijn met de vrijheid van oprichten van scholen, maar ze krijgen te weinig steun. We merken ook dat bepaalde onderwijskoepels via de operatie grote scholengroepen steeds meer beslissingsmacht naar zich toehalen - b..; onder het mom: we zijn voortaan geen secretariaat en administratie meer (b.v. VSKO) in dienst van de lokale scholen maar een democratische ledenorganisatie. De macht van de koepelkopstukken wordt steeds groter en sommigen gedragen zich nu al als verlichte monarchen. Een paar politici hebben ook al gewezen op de gevaren van deze evolutie.

    *Via jaaropdrachten en meer uren op school doorbrengen wil men de inzet van de leerkrachten meer en meer disciplineren. Vooral de meest gemotiveerde leerkrachten en de kwaliteit van het onderwijs zullen hier de dupe van zijn.

    *De dure, maar geïmproviseerde consultatie-campagne eindtermen ‘Van Lerensbelang’ leverde al bij al heel weinig informatie op; en wekte valse verwachtingen. Geen duidelijke strategie voor de opstelling nieuwe eindtermen. We vrezen dan ook dat de opstelling een uiterst moeilijke operatie wordt en dat de nieuwe eindtermen eens te meer tot een niveaudaling zullen leiden. We merkten vorig schooljaar ook dat b.v. voor de hoorzittingen e.d. vooral weer een beroep werd gedaan op mensen die zelf verantwoordelijk waren voor de uitholling van het taalonderwijs e.d. bij de vorige eindtermenoperatie, prof. Kris Van den Branden, Martin Valcke e.d.. Mensen met ervaring in het onderwijs en met kennis van zaken inzake vakdisciplines en opstellen van leerplannen kwamen niet aan bod. In deze context nog dit: de koepel katholiek onderwijs relativeerde in zijn leerplanproject ‘Zin in leren’ ten onrechte het belang van klassieke en duidelijke leerplannen en leerboeken/methodes en het belang van kennis. Ook dit zou tot een sterke niveaudaling leiden.

    *Ten slotte nog dit: *Vandaag bejubelen minister Crevits, politici, de koeplkopstukken ... de kwaliteit van het Vlaams onderwijs en van de leerkrachten. Never change a winning team, zouden we dan denken, raak niet aan onze sterke eerste graad s.o. enz. Maar nee: er wordt radicaal hervormd en men luistert niet naar de praktijkmensen die veelal de hervormingen nefast vinden voor de kwaliteit van het onderwijs. De voorbije 2 jaar noteerden we eens te meer veel stemmingmakerij tegen ons onderwijs, maar Crevits en Co en de koepelkopstukken reageerden hier niet op. Een paar recente voorbeelden. Vorig jaar liet de VLOR b.v. prof. Kris Vanden Branden verkondigen dat ons onderwijs 'hopeloos verouderd is'. En niemand in de zaal die toen of die achteraf reageerde, ook minister Crevits niet, ook de kopstukken van de onderwijskoepels niet. Dirk Van Damme (OESO) sprak zich de voorbije maanden denigrerend gesproken over onze Vlaamse leerkrachten en ons onderwijs. Geen reactie van Crevits, Boeve en Co. Het Vlaams onderwijs presteerde vroeger nog beter, maar al meer dan 25 jaar stellen beleidsmakers en nieuwlichters dat we nood hebben aan copernicaanse hervormingen & dat 'Kurieren am Symptom' niet meer kan helpen. Er kwamen echter nooit reacties vanuit het ministerie en vanuit de onderwijskoepels op de vele stemmingmakerij tegen het onderwijs en op de vele kwakkels over zittenblijvers, schooluitval, waterval, sociale discriminatie. (P.S. Minister Bourgeois deed dit wel op 8 juni j.l. in het Parlement.) ----------------------------------------

    Bijlage Ton Van Haperen Weblog Alternatieve troonrede op 'Nacht van de leraar'

    Op de nacht van de leraar mocht ik een alternatieve troonrede uitspreken. In vijf minuten. Leden van de staten generaal Het was in de jaren zeventig dat de anonieme bron deep throat tegen de journalist Bob Woodward zei; follow the money. Woodward volgde het geld, vond een corrupte en paranoïde president Nixon, die het veld kon ruimen. Zo hoort het te gaan in een democratie. Falen opruimen is een doelstelling van alle machten en krachten in ons land. Volg het geld binnen het beleidsterrein onderwijs en ook daar blijkt een aantal zaken niet goed te gaan. Het model waarin de minister budget vrijmaakt voor beter onderwijs, dat geld stort in de lumpsum van schoolbesturen, die dat vervolgens beleidsrijk en autonoom mogen inzetten, binnen een korset van aanvullende afspraken, is een pregnant voorbeeld van structureel falen in onze democratie.

    Een aantal instellingen raakt dusdanig in de war van de spanning tussen beperkte middelen en oneindige behoeften dat ze hun bestaansrecht op het spel zetten. De angst om in dit scenario terecht te komen maakt andere instellingen risicomijdend. De daarbij horende fixatie op reserves onthoudt kinderen goed onderwijs. Ook negeren maatschappelijke ondernemers, vaak noodgedwongen, wensen van het volk. Als het volk via haar vertegenwoordigers miljoenen euro’s afdwingt om duizenden startende leraren aan het werk te houden, zijn die jonge leraren en hun baan een jaar later onvindbaar. Het algemeen vormend onderwijs flikkert in het huidige bekostigingsstelsel als een stoplicht tussen de kleuren ‘stuurloos schip’ en ‘bodemloze put’.

    Kwalijk is het negatief effect van de economisch inefficiënte constructie lumpsum op de kwaliteit van leraren. Ontwikkeling is een sluitpost in een stelsel dat de leraar als kosten ziet, terwijl de leerling de opbrengsten vertegenwoordigt. Het is begrijpelijk dat scholen grote percentages van hun budget besteden aan werving, om kinderen vervolgens in grote klassen weg te stoppen, waar ze les krijgen van een onbevoegde en goedkope leraar, die van flexibele schil naar flexibele schil hobbelt, gefaciliteerd door de firma Randstad, in een baantje waar hij de huur niet van kan betalen. Algemene vorming is een nationale kwestie. Die ons allen aangaat. Op school brengen leraren het referentiekader aan waarlangs wij met zijn allen communiceren. Zonder dat referentiekader begrijpen we elkaar slecht. Dat tast de cohesie in de samenleving aan. De op school opgedane leerbaarheid is bovendien voor altijd en stelt mensen in staat adequaat om te gaan met verandering. Onze gehele samenleving profiteert hiervan. Het is daarom zaak te komen tot een herschikking van verantwoordelijkheden. Scholen zijn goed in onderwijs. Daar ligt hun kracht. Zij gaan over het leren van kinderen. De opvoeding tot burger. Van beheer en geldstromen hebben ze aantoonbaar minder verstand. Wanbeheer heeft bovendien verstrekkende gevolgen en doet de reputatie van de sector geen goed.

    Daarom komt er vanaf het volgend begrotingsjaar een nieuwe rolverdeling. De overheid gaat over het geld en stelt regels op voor aanwending. De regels hebben betrekking op de functieomvang van leraren, de beloning en het aantal leerlingen in een klas. Die regels zijn nationaal. Schoolleiders kunnen op basis daarvan kosten declareren bij de centrale overheid. Daardoor verdwijnen de schaarstekeuzes op de werkvloer. Scholen doen voortaan waar ze goed in zijn. Daarin zijn ze vrij, mits ze aan de gangbare kwaliteitsregels en –opvattingen, gecontroleerd door de onderwijsinspectie, voldoen. De rol van de schoolleider transformeert van maatschappelijke ondernemer naar eerste onder zijn gelijken. Vanaf het komend begrotingsjaar neemt het uiteindelijk enige legitieme schoolbestuur van Nederland, de democratisch gekozen overheid, haar financiële verantwoordelijkheid in het algemeen vormend onderwijs.

    05-10-2016 om 13:40 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Tags:leraaar, dag van de leraar
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Bloggen.be, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!