Inhoud blog
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Inspectie in Engeland kiest ander spoor dan in VlaanderenI Klemtoon op kernopdracht i.p.v. 1001 wollige ROK-criteria!
  • Meer lln met ernstige gedragsproblemen in l.o. -Verraste en verontwaardigde beleidsmakers Crevits (CD&V) & Steve Vandenberghe (So.a) ... wassen handen in onschuld en pakken uit met ingrepen die geen oplossing bieden!
  • Schorsing probleemleerlingen in lager onderwijs: verraste en verontwaardigde beleidsmakers wassen handen in onschuld en pakken uit met niet-effective maatregelen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Onderwijskrant Vlaanderen
    Vernieuwen: ja, maar in continuïteit!
    24-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Faire ondkansen vs egalit ideologie: passages uit bijdrage over boek ‘Ongelijk maar fair’ van prof. Marc De Vos

    Faire onderwijskansen : passages bijdrage over ‘Ongelijk maar fair’ van  prof. Marc De Vos

    Inleiding

    Bijdrage: ‘ Thomas Piketty graaft niet diep genoeg’. Jonathan Witteman over boek van  Marc De Vos’  in ‘De Volkskrant’ 24 oktober

    Hartstikke goed dat het sinds Thomas Piketty zoveel gaat over ongelijkheid, maar dat debat is wel mateloos oppervlakkig en materialistisch. De Belgische rechtsgeleerde Marc De Vos klaagt in zijn boek Ongelijk maar fair de 'persorgie' over economische ongelijkheid aan. Als we het serieus over ongelijkheid willen hebben, moet het volgens hem niet alleen over geld gaan.

    Waarover moet het dan wel ook gaan? (We beperken ons hiet tot passages uit de bijdrage die te maken hebben met opvoeding en onderwijs, met de egalitaire ideologie van veel sociologen, beleidsmakers e.d.

    1.Verschillen in genetische aanleg: vaak negatie van natuurlijke begaafdheid/getalenteerdheid  (Steeds ook in studies van Vlaamse sociologen)

    'Dat intelligente ouders meer kans maken op intelligente kinderen, is onmiskenbaar', schrijft De Vos. Natuurlijk, economisch succes hangt van veel meer af dan genen alleen. Maar voeg daarbij gezinsongelijkheid en de ongelijke gevolgen van computer- en robotisering op de arbeidsmarkt, die abstract denktalent steeds belangrijker maakt, en we zien 'economisch succes als een quasi-erfelijke eigenschap opdoemen'. Deze meritocratie heeft een kil gezicht, schrijft De Vos: we kunnen hersenen nu eenmaal niet herverdelen zoals we dat met inkomens doen via belastingen. Willen we voorkomen dat 'genen lonen zijn' en vice versa, dan moeten we vroeg durven ingrijpen voor kinderen van ouders onderaan de inkomenspiramide, bijvoorbeeld door meer belastinggeld te steken in voorschools onderwijs voor kinderen uit achterstandsgezinnen.

    2. Hoogopgeleid trouwde steeds meer  met hoogopgeleid

    'De vrouwenemancipatie heeft de ongelijkheid tussen gezinnen vergroot door de ongelijkheid binnen gezinnen te verkleinen. Vroeger bleven de meest ambitieuze vrouwen vrijgezel, nu trouwen ze met een al even ambitieuze man. Succesvolle mannen trouwden vroeger met hun secretaresse, nu trouwen ze met een medestudente van de universiteit, die nadien ook een topprofessional wordt. Artsen huwden vroeger met de verpleegster, nu met andere artsen.' Het feminisme heeft, kortom, het egalitarisme verslagen.

     'Het resultaat is: hoogopgeleid trouwt met hoogopgeleid, laagopgeleid met laagopgeleid. Relaties zijn nog nooit zo vrij geweest en de mensen kiezen in alle vrijheid om ze zeer ongelijk te maken.'

     Hoogopgeleide gezinnen bestaan vaker uit tweeverdieners dan laagopgeleide gezinnen, wat de economische ongelijkheid verdiept. 'De gelijkheidsstrijders moeten dus beseffen dat ze een oorlog strijden die ze moeilijk kunnen winnen: ik ga er niet van uit dat we manu militari gezinnen en huwelijken willen arrangeren.'

    3.  Verschillen in Opvoeding

    Kinderen in rijkere gezinnen kijken minder tv en worden dag na dag meer voorgelezen dan kinderen in armere gezinnen. 'Hoogopgeleide, hardwerkende, drukbezette ouders besteden gemiddeld meer tijd en energie aan de opvoeding van hun kinderen dan lager opgeleide, werkloze of professioneel minder actieve ouders.' Een waslijst aan Amerikaans en Europees onderzoek toont dit aan. 'Op de leeftijd van 12 jaar hebben kinderen die opgroeien in gezinnen uit de middenklasse 6.000 uren meer leertijd en leerkansen gehad dan kinderen die opgroeien in arme gezinnen. Kinderen in rijkere gezinnen kijken minder tv en worden dag na dag meer voorgelezen dan kinderen in armere gezinnen. Tussen hun eerste en tweede levensjaar horen de kinderen van ouders met een goede baan gemiddeld 11 miljoen woorden, die van ouders met een gewone baan 6 miljoen en die van ouders zonder baan gemiddeld 3 miljoen.'

    Natuurlijk, het betreft statistische verbanden, geen onwrikbare oorzaken. Er zijn genoeg alleenstaande ouders die hun kinderen fantastisch opvoeden en klassieke gezinnen die falen. Maar we moeten erkennen dat ongelijkheid van opvoeding bijdraagt aan economische ongelijkheid.

    4. Onderwijs: Niveaudaling onderwijs werkt ongelijkheid in de hand

    'Er zit een paradox in de democratisering van het onderwijs'. Het dogma dat er steeds meer hoogopgeleiden moeten zijn, heeft perverse effecten. 'De manier waarop we merite gewoontjes maken, de bijna georganiseerde afbouw van alles wat naar selectiviteit ruikt', noopt gegoede ouders het academisch succes van hun kroost deels buiten het onderwijs te organiseren, via professionele studiebegeleiding en buitenschoolse activiteiten. Het resultaat: 'een toplaag waarvan de prestaties nagenoeg onbereikbaar zijn voor buitenstaanders.'

    5. Immigratie: import van ongelijkheid & belang van intensief NT2 e.d.

    We klagen over ongelijkheid, maar voeren haar op grote schaal in, schrijft De Vos: via immigratie. Immigratie legt via kennismigranten en goedbetaalde expats 'een extra laagje vernis op de al glinsterende top van onze economische piramide', maar verbreedt vooral de onderkant van de piramide. 'Zowel in Europa als in Amerika is de onderste inkomensgroep disproportioneel een immigratiegroep die is samengesteld uit immigranten met beperkte scholing. In Europa is nagenoeg 40 procent van de niet-Europese immigranten van de eerste generatie officieel 'arm'.' 'Europa, nochtans gezegend met een van de meest genereuze welvaartsstaten, open onderwijssystemen en uitgebouwde arsenalen voor arbeidsparticipatie, veroordeelt zijn niet-Europese immigranten en hun nakomelingen nog al te vaak tot het moderne equivalent van de bedelstaf: permanente uitkeringen.'

     'Er is geen quick fix voor dit probleem. We kunnen geloven in de utopie van de gesloten grenzen en denken dat we zo immigranten kunnen buitensluiten, maar de realiteit is dat de Europese grenzen poreus zijn. Dat zien we aan de vluchtelingencrisis, dat zien we aan gezinshereniging. We gaan geen Australië worden. Dus moeten we ons afvragen hoe we mensen zo vroeg mogelijk bij de les kunnen krijgen en hun de skills kunnen geven om actief te worden in ons land.' We moeten meer geld steken in de begeleiding van mensen, om te voorkomen dat ze in een uitkering terechtkomen. Dat vergt niet alleen belastinggeld en mankracht, maar ook dat de politiek de normen en waarden achter economisch succes en participatie meer cultiveert. 'De strijd tegen ongelijkheid is ook deels een cultuurstrijd voor de traditionele waarden waarop gezinssucces, persoonlijke verdienste en het hele kapitalisme onzichtbaar maar onwrikbaar steunen.'

    De Vos wil  ook meer persoonlijke aandacht voor immigrantenkinderen, bijvoorbeeld via voorschoolse educatie. (Onderwijskrant pleit al 20 jaar voor intensief NT2 vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs. Tevergeefs!)

    6. Cultuur

    'Immigratienatie Europa' is een experiment zonder weerga voor een continent dat 'zolang zo rassenbewust is geweest', schrijft De Vos. Het vergroot onvermijdelijk de ongelijkheid. 'We zijn in Europa economisch Amerikaans aan het worden omdat we demografisch Amerikaans aan het worden zijn.'

    Discussies over de gevolgen van culturele ongelijkheid gaan nog altijd gebukt onder politieke correctheid. 'De olifant in de Europese culturele diversiteitskamer is de islam', schrijft De Vos. 'Niemand suggereert dat economische ongelijkheid 'de schuld' is van inferieure cultuur - van waar die ook komt - noch dat cultuur daarin allesbepalend zou zijn, noch dat cultuur voorbestemt.' Maar dat wil niet zeggen dat cultuur geen rol speelt.

     De Vos refereert graag aan Amerika, waar veel meer onderzoek wordt gedaan naar bijvoorbeeld de vraag waarom Aziatische immigranten als groep zo succesvol zijn, terwijl Latino's en Afro-Amerikanen het gemiddeld beduidend minder doen. Dezelfde vraag kan gesteld worden over waarom immigrantenkinderen met islamistische ouders minder goed presteren in het westerse onderwijs dan immigrantenkinderen van ouders met een andere religieuze achtergrond.


    24-10-2015 om 12:10 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Tags:onderwijskansen, egalitaire ideologie
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.M-decreet retoriek: sacrifying the education of 24 for 1 child

    M-decreet: inclusie-retoriek

    *Sacrificing the education of 24 for 1 child hardly shows respect for the education the children are receiving

    *LAT-inclusie: self-directed colouring- van inclusie-kind while the children of elites attend independent schools and all learn algebra and history,

    ...

    *We no longer celebrate academic excellence in schools. Instead, we uphold mediocrity, in the pursuit of inclusion. It’s disgusting, and it’s wrong.
    The educational kool aid of the day will continue to be drunk by those who like to believe this progressive malarkey, because it sounds so very shiny and new. Be wary of those claims which sound too good to be true. Like most things, they ring hollow after a while.

    *Haalbare versus niet haalbare inclusie:

    ------I secured my first teaching position at a time when children with physical disabilities were starting to be encouraged to attend mainstream schools. My school admitted its first child who used a wheelchair. The science labs were on the first and second floor of the building and so a lift was installed. All of this was perfectly reasonable and an example of how to include children with different needs.

    ------However, imagine that a child is particularly badly behaved. Perhaps she comes from a difficult background or perhaps she has psychopathic personality traits that mean that she lacks empathy. Perhaps the former caused the latter. Suppose we then decide to give this child a label for her poor behaviour. Let’s call it ‘antisocial behaviour disorder’. Including this child is now a quite different prospect to including the child with the wheelchair.

    I moved on from my first school when I was still quite a young teacher. My second school was in a more deprived area. I remember teaching science to Year 10 one Wednesday afternoon. A boy – let’s call him “Joe” – was misbehaving. He kept shouting out swear-words whilst I was trying to address the class. I had placed him near the front and he repeatedly turned around, saying things to the other students that I couldn’t quite hear but, from their reactions, I could tell were quite insulting.

    We had an ‘on call’ system where, in an emergency, a senior member of staff was available to come to a class

    Meer weergeven
    "Inclusion" is something that it is easy to be in favour of. However, inclusion rhetoric often conflates very different kinds of issues, ignores social consequences in order to focus on the individ...
    gregashman.wordpress.com

    24-10-2015 om 10:59 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:M-decreet, inclusief onderwijs
    >> Reageer (0)
    23-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kritiek op nieuwe leerplan geschiedenis (social studies) in Australië. (Vlaanderen quo vadis?)


    The new Australian Curriculum is profoundly flawed
    Posted: October 20, 2015 | Author: gregashman | |

    I have been worrying for some time about the results of the Australian Curriculum review. Despite encouraging signs, the end result is deeply depressing in at least one aspect; the new collapsed “HASS” curriculum involves teaching children hardly any worthwhile content. In this post, I raised the following concern:

    “We need to be aware just how horrible “Humanities and the Social Sciences,” could be in the wrong hands. We could have Dewey-inspired approaches that start with the child and their place in the world etc. rather than learning about the Romans or the Egyptians or about the countries of the world.”

    Well, that’s what we’ve got.

    A quick search of the HASS document finds no mention of the Romans or Egyptians until Year 7. Instead, in an almost complete adoption of the APPA’s submission to the review, we have a vague, inquiry-based curriculum, light on content.

    Year 1 is typical. Here students will be, “given opportunities to explore how changes occur over time in relation to themselves, their own families, and the places they and others belong to.” The history ‘knowledge and understanding’ is described as follows:

    “The content in the history sub-strand provides opportunities for students to develop historical understanding through key concepts including continuity and change, perspectives, empathy and significance. The content for this year focuses on similarities and differences in family life over recent time (continuity and change, perspectives) and how people may have lived differently in the past (empathy). Students’ understanding is further developed as they consider dates and changes that have personal significance (significance). As students continue to explore the past and the present, they begin to speculate about the future (continuity and change).”

    ‘Empathy’ as content.

    Students will be investigating the Inquiry Questions, “How has family life changed or remained the same over time? How can we show that the present is different from or similar to the past? How do we describe the sequence of time?”

    And of course, this is all written-out in a confusing and unusable way, complete with loads of little icons to indicate general capabilities such as ‘critical and creative thinking’ that the more sensible submissions to the review sought to do away with due to the fact that they cannot really be taught.

    So a complete win there for Deweyan ideology; the idea that social studies have to start with the child’s immediate universe and work outwards. This, in turn, represents a total rejection of the scientifically-based Core Knowledge argument that knowledge of the world aids reading comprehension. So it also potentially hobbles any gains available through the new curriculum’s much vaunted emphasis on phonics.

    Moreover, it is a boring and woolly curriculum for young children to follow. As a father of two young daughters, I can confirm that they are hungry for knowledge of the world, ancient and modern, near and far, and that their imaginations are not limited to their immediate vicinity. It is hard to even comprehend such a narrow perspective except through the lens of ideology. Of course, children with middle class parents will still gain a lot of world knowledge from home and so the curriculum will act to aggravate inequality.

    What a complete waste of everyone’s time.

    3 Comments on “The new Australian Curriculum is profoundly flawed”

    Tara Houle

    October 21, 2015 at 1:27 am

    I would have thought with all the backlash against inquiry based learning elsewhere, Australia would have taken notice. This is a truly abysmal prospect. New Zealand’s independent report on their failing maths curricula, specifically determined inquiry based learning as THE biggest culprit behind poor maths skills http://nzinitiative.org.nz/…/Un%28ac%…/x_show_article/1.html. This has also been confirmed by Dr. Stokke’s CD Howe report in Canada http://www.cdhowe.org/pdf/commentary_427.pdf Although these examples pertain to maths, the same is for all other subjects when it comes to poor learning strategies. By dumbing down, how does this create a more creative, innovative student?

    I am very discouraged at hearing how Australia’s curriculum review, by some of the finest educators in your country, have led to these disastrous conclusions. Perhaps a parent strike by withdrawing their children from the school system is in order. One must ask what it is, in fact, that taxpayers are paying for in your country, when it comes to your education system.

    Tempe

    October 21, 2015 at 7:54 am

    This is so disappointing and awfully depressing. I really thought this was our chance to bring about real change to the curriculum. I have honestly thought about moving to the UK to give my kids a chance at a decent education. I want them to have knowledge. And you are right, this nebulous, skills based curriculum revolving around critical/creative skills that can’t even be defined is boring, boring, boring for students. Kids love facts and yet we deprive them of them. I think the time has come for parents & teachers to fight back. Time to get our own petition up and running and sart making more noise.. This situation is ridiculous…


    23-10-2015 om 16:03 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:geschiedenis, social studies
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kritiek op technocentrisme en constructivisme in het onderwijs

    Kritiek op technocentrisme en constructivisme in het onderwijs

    1.In her editorial, Harris tries to explain “why many–if not most–large-scale technology integration efforts are perceived to have failed.” Recall Seymour Papert’s LOGO in the 1980s, Apple Classroom of Tomorrow in the 1990s, and schools that abandoned 1:1 laptops in the past few years. She offers two reasons: technocentrism and pedagogical dogmatism.

    Borrowing Seymour Papert’s coined word, “technocentric,” Harris... points to the blinders that eager policymakers, administrators, and teachers wore (and continue to wear) in embracing the next new gadget.

    Technocentrists, she says, seek “educational uses for particular technologies.” Instead, “educators must focus upon how best to assist students’ learning.” Many teachers and principals have said repeatedly to the point of the words being cliched: “integrating technology is not about technology, it is about learning.” Yet those who buy and deploy new technologies–note that most teachers are seldom involved in such decisions–continue to seek “educational uses” for the electronic devices. Thus, technocentrism rules.

    2. Kritiek op constructivisme

    Harris’s second reason is “pedagogical dogmatism.” Among academics, particularly, and many educators there is a decided tilt toward progressive pedagogy, now called in its various incarnations, constructivism. As an example she quotes Christopher Moersch, author of LoTi (Levels of Technology Implementation), a popular tool used to measure classroom use of technology. The designer expresses an unvarnished preference for one kind of teaching:

    “As a teacher progresses from one level to the next, a series of changes … is observed. The instructional focus shifts from being teacher-centered to being learner-centered…. Traditional verbal activities are gradually replaced by authentic hands-on-inquiry related to a problem….”

    Harris find the same bias toward constructivist teaching in other commonly used tools, even in the 739-page major work called Education and Technology: An Encyclopedia.

    Meer weergeven
    For many years the rhetoric and substance of national reports written by bands of technologists eager to…
    larrycuban.wordpress.com

    23-10-2015 om 16:00 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:technocentrisme, cosntructivisme
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.21st Century Skills are so 20th Century

    21st Century Skills are so 20th Century

    Prof. Kirschner: Dear readers: Please don’t jump to the wrong conclusion here. I’m not against the need for acquisition of all of those skills. ... What I am saying is that almost all of them were of the utmost necessity for a person to function well in the previous century or possibly even in all centuries since the Enlightenment/Renaissance.

    So please do me, and actually all of us, a great favour and stop propagating them as if they... were something new. If they weren’t taught in previous generations of schooling, you wouldn’t be able to do what you normally do every day as teacher or scientist (see my blog from February 2014 – Sorry it’s in Dutch – Als het onderwijs zo slecht is, waarom weet jij het dan zo goed? [If education is so bad: Why are you so damn smart?]). Stop parroting the bullshit being spread and the snake oil being sold about them by eduquacks of all shapes and colours

    Meer weergeven
    For the last few years I have been saying that the 21st century skills that educators, policy makers, newspapers, industry, and educational/societal think tanks have all been propagating to the poi...
    onderzoekonderwijs.net

    23-10-2015 om 15:57 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:21 eeuwse vaardigheden
    >> Reageer (0)
    22-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VETO klaagt over ongeïnteresseerde KUL-studenten en kwaliteit onderwijs

    Veto : Leuvense studenten klagen over kwaliteit van het onderwijs onderwijs, maar evenzeer over ongeïnteresseerde studenten in tijden van instant alles

    Vooraf:
    * Reactie van prof. em. L Vos op radio (Bende van Annemie) :
    -- (Leuvense) student is meer op individualiteit gericht dan in jaren 60 en minder op solidariteit.
    --De universiteit zelf is vandaag minder gericht op Bildung. Rector Oosterlinck bv zette economische functie voorop.

    *Nog veel werk voor rector Torfs inzake onderwijs en activeren van studenten. . Tussendoor: ook al in 1965-1969 was het vaak al moeilijk om een zitplaats te vinden in de aula's. Maar intussen bouwt de associatie KUL een nieuw universiteitsgebouw in Brugge - geraamd op 25 miljoen euro) voor een 150 studenten industrieel ingenieur, een 140 studenten hoger technisch onderwijs ... beide opleidingen met veel specialisaties. Waarom niet die 150 (Oostendse) industriële ingenieurs laten aansluiten bij Gentse hogeschool en 140 (Oostendse) hoger technisch bij VIVES-Kortrijk?

    Gepubliceerd op zo 18 okt 2015 - 20:07 -- Roderik De Turck

    Cui Bono?

    Een willekeurige maandagvoormiddag in een Leuvense aula. 300 studenten zijn fysiek aanwezig en wandelen mentaal in de twilight zone tussen Facebookprofiel en de recentste 9GAG-grap. Weinig aandacht, maar toch gaat de kwaliteit van de les of net het gebrek eraan regelmatig over de tongen.

    Saai, klassiek, ongeïnspireerd. Alsof het allemaal vanuit de prof vertrekt, quod non. Begrijpelijk, een slechte les vergeeft je eigen gebrek aan aandacht. En laten we wel wezen, in deze tijden van instant-alles heeft niemand nog tijd voor concentratie......: de Leuvense student is nauwelijks bezig met de kwaliteit van zijn onderwijs.

    Maar waarom zou u ook? De universiteit ligt van andere dingen wakker dan van makke studenten in een aula. In theorie heeft de KU Leuven drie evenwaardige taken: onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. In de praktijk leveren die twee laatste ons Harvard aan de Dijle veel meer prestige op. Een column links, een award rechts en ons professorenkorps heeft zich weer eens getoond aan de grote jongens. Die aula’s vol apathische studenten die zich door een twee uur lange, voorgelezen powerpoint sleuren, die veeg je dan snel onder de mat.

    Uiteindelijk moeten de stakkers toch een examen afleggen. Enter de universiteit als controle-instelling, bevoegd voor het certifiëren van een massa studenten die vooral uit zijn op het papiertje en onderweg steevast het pad van de minste weerstand kiezen. Met de gemakkelijkste vakken en de kortste vragenlijsten. Professoren worden op hun beurt links en rechts beloond voor goed onderzoek. Goed onderwijs daarentegen brengt niets tastbaars op.

    En zo sleuren ongeïnteresseerde studenten en proffen met andere prioriteiten elkaar de dieperik in. Beide groepen van de universitaire gemeenschap hebben dan ook een cruciale verantwoordelijkheid als het op de verbetering van ons onderwijs aankomt, hoe betuttelend dat ook moge klinken.

    Want zoals onze ietwat beter betaalde collega’s bij de VN (zie p. 6-7) kunnen bevestigen, staat of valt een instelling met de inzet van haar leden. En op onderwijsvlak blijft onze universiteit te vaak steken op "goed, maar kan heel wat beter."

    Dat kan u misschien niets schelen, maar toch zijn er weinig zaken belangrijker dan een onderwijs dat studenten aanspreekt, uitdaagt en vooruit duwt. Als onze universiteit haar onderwijsengagement serieus neemt, moet ze meer doen dan oppervlakkige vragenlijsten voorschotelen. Als onze studenten echt willen bijleren, moeten ze meer doen dan het niet invullen van die vragenlijsten. En als er niets verandert, als ons onderwijs blijft aanmodderen op dit oninspirerend en achterhaald niveau, stelt u zich best de vraag: cui bono?

    Roderik De Turck en Jasper Van Loy
    Hoofdredacteur en redacteur Student. Het editoriaal bevat een mening die gedragen wordt door de redactie.


    22-10-2015 om 12:05 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:KUL
    >> Reageer (0)
    21-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mythe van 9 à 10% zittenblijvers bij ovrgang nar s.o. (i.p.v. 2,56%). Steun bij bestrijding a.u.b.

    Pedagogische mythes zijn heel taai. Niet enkel de mythe van de zgn. leerpiramide. Zo bestrijdt Onderwijskrant al sinds 1991 de (Vlaamse) mythe van het grote aantal zittenblijvers bij de overgang naar het s.o. - maar we konden hierbij jammer genoeg op weinig steun rekenen.

    * Onderwijskrant ontmaskerde al vele jaren geleden de mythe van de leerpiramide , maar we merken dat deze mythe op bijscholingen, in publicqties over 'het nieuwe leren' e.d. nog steeds als evident werd/wordt voorgesteld. Onlangs verscheen een interessante studie over de verspreiding van die mythe in academische middens (zie bijlage).

    *Sinds 1991 bestrijden we ook al een typisch Vlaamse mythe. In het rapport 'Het educatief bestel in België' van 1991 schreven Georges Monard, Jan Van Damme, Johan Vanderhoeven ... dat er 9 à 10% zittenblijvers waren in het eerste jaar s.o. Dit werd breed uitgesmeerd in de media en dit was ook het begin van de hetze tegen onze (prima) eerste graad, van de propaganda voor een gemeenschappelijke eerste graad, van de kritiek op de opleiding van de leraars-regenten ... Een telling in 1992 van het aantal zittenblijvers door de directeur van het college van Torhout wees uit dat er 2,4% waren in het katholek onderwijs. Prof. Jan Van Damme gaf in 1994 - na een eigen telling toe - dat ze zich vergist hadden en dat er maar 3,3% waren in alle netten samen. (Momenteel amper 2,56% en in regio's als Roeselare 2 %).

    *We interviewden destijds minister Marleen Vanderpoorten en merkten dat zij er nog steeds van uitging dat er enorm veel leerlingen struikelden bij de overgang naar het s.o. We wezen er haar op dat dit een mythe was en op een kwakkel van Monard en co van 1991 berustte. Haar antwoord luidde: "Waarom zou ik meer vertrouwen moeten hebben in Onderwijskrant dan in mijn topambtenaren (Monard en Co)?" Vanderpoorten volhardde in de boosheid: er kwam in 2002 een rondetafelconferentie over de hervorming van de eerste graad s.o. en de hervorming van de regentenopleiding werd vooraan op de agenda geplaast.

    *Bij sollicaties van leraars voor een functie van directeur merken we dat ook deze nog steeds doordrongen zijn van de mythe dat er heel veel zittenblijvers zijn in het eerste jaar van het s.o. Ook de meeste politici en zelfs leden van de commissie onderwijs zijn nog doordrongen van die mythe. We betrapten er onlangs zelfs een CLB-directeur op.

    *Nog dit: er verschijnen momenteel boeken die terecht mythes als de leerpiramide, leerstijlen e.d. bestrijden. Maar waarom krijgen we geen steun bij het bestrijden van de Vlaamse mythe van het grote aantal zittenblijvers bij de overgang naar het s.o.? Die laatste mythe veroorzaakt(e) nochtans veel meer onheil dan al die andere.

    Bijlage:

    The diffusion of the learning pyramid myths in academia: an exploratory study
    .This article examines the diffusion and present day status of a family of unsubstantiated learning-retention myths, some of which are referred to as ‘the learning pyramid’. We demonstrate through an extensive search in academic journals and field-specific encyclopaedias that these myths are indeed widely publicised in academia and that they have gained a considerable level of authority. We also argue that the academic publishing of these myths is potentially harmful to both professional as well as political deliberations on educational issues, and therefore should be criticized and counteracted.


    21-10-2015 om 10:23 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.175 Onderwijskranten + dagelijkse bijdragen op blog en facebook: deel 2

    3.3 Kritisch-constructief volgen van het beleid: luis in de pels  beleidsverantwoordelijken

     

    Beginselverklaring van 1977: ”We willen op beleidsvlak ernstig genomen worden en zouden graag zien dat praktijkervaringen veel meer zouden meespelen bij beleidsbeslissingen.” 

     

    Het beïnvloeden en kritisch volgen van het onder-wijsbeleid was van meet af aan een heel belangrijke doelstelling. Als tijdschrift dat een kritische waak-hondsfunctie wou vervullen, lieten we telkens op tijd onze stem horen,  meestal tijdig en niet achteraf als het kalf al verdronken is. Zo anticipeerden we in Onderwijskrant  al vele jaren op het debat over de hervorming van het secundair onderwijs. Op die wijze konden we het ook beter stofferen en beïnvloeden.

     

    Naar aanleiding van 20 jaar Onderwijskrant  bestempelde Hein De Belder ons in De Standaard als de luis in de pels van de beleidsmakers: “Onderwijskrant is de tribune vanwaaraf redactieleden hun vermaningen uitspreken en ervoor zorgen dat in het vlees van de beleidsvoerders altijd een angel zal zitten. Als Feys en Co onder een auto zouden lopen, dan zou het muisstil worden in onderwijsland”. De Belder stelde verder: “Het is de grote verdienste van Onderwijskrant dat een aantal ontsporingen werden voorkomen en/of achteraf weer afgezwakt of rechtgezet.”  In 2008 stelden we met voldoening vast dat onze kritische analyse van de hervormingsplannen bevestigd werd in het Nederlands rapport-Dijsselbloem van de parlementaire onderzoekscommissie.  

     

    We hoopten dat het nieuwe Vlaamse beleid vanaf 1989 doordachter en serener zou verlopen, maar kwamen bedrogen uit. In een balans van  dit beleid in 2001 luidde de conclusie van Misjoe Verleyen en Ann Peuteman: “Als we bedenken wat de opeenvolgende ministers van Onderwjs allemaal hebben bedacht, doorgevoerd en afgeschaft, dan zijn de goede schoolresultaten van onze leerlingen eigenlijk een echt mirakel” (Knack, 12 december 2001). Dit mirakel is mede te danken aan het verzet tegen de afbraak vanwege Onderwijskrant en vele anderen, aan de lippendienst vanwege de praktijkmensen, aan het feit dat het vaak bij mooi klinkende slogans bleef zonder concrete uitwerking en uitvoering ...

     

    Een  oud-leraar,-directeur en -kabinets-medewerker drukte zijn beoordeling van het beleid  zo uit: “Het onderwijs wordt omgeven en gekanaliseerd door de administratie  (topambtenaren), door de onderwijs-koepels, door sociologen en onderwijskundigen, door het bedrijfsleven, waardoor de stem van op het veld geen weerklank vindt. Dat leidt al decennia tot frustraties bij de gewone onderwijsgevenden, temeer daar pogingen tot onderwijsvernieuwingen legio zijn, de vernieuwingsdrift mateloos is en de beste stuurlui vaak aan wal staan. Het is een zittende klasse die een staande klasse permanent bevoogt. Het politiek correcte denken is het grote paradigma van de smaakmakers in het onderwijs.”  (Res Publica, oktober 2012). De meeste beleidsmakers en nieuwlichters gingen/gaan ook ten onrechte uit van de maakbaarheid van de maatschappij en van het onderwijs en van de almacht van de school. Veel politici en onderwijsbobo’s ge-loofden in een volledige pedagogisering en vervol-making van de maatschappij. Ze gedroegen zich hierbij als onheilsproften én verlossers uit de ellende. De beleidsmakers geloofden vooral ook in top-down-ingrepen en  toverformules.

     

    Met onze beleidscampagnes boekten we behoorlijk veel succes.  Een paar voorbeelden. In 2012 dacht iedereen dat de hervorming van de structuur van het s.o. al beklonken was en dat verder verzet niets meer kon uithalen. We staken een tandje bij. We reageerden met een petitie die door 13.000 mensen ondertekend werd, vertolkten onze visie tijdens een hoorzitting, deden het nodige lobbywerk ...  We stellen met tevredenheid vast dat de brede/gemeenschappelijke graad er dan toch niet komt, dat onderwijsvormen als aso mogen blijven bestaan, dat er geen structuurhervorming komt ... 

     

    Onze campagne tegen de ‘moderne wiskunde’ en voor het herwaarderen en optimaliseren van het klassieke reken- en wiskundeonderwijs,  duurde meer dan 20 jaar. Nu er opnieuw gewerkt wordt aan een nieuw leerplan, zullen we die operatie weer aandachtig moeten volgen. In  de jaren negentig hadden we wel iets meer succes verwacht van onze acties tegen de uitholling van de taalvakken. In het vooruitzicht van de nieuwe eindtermen en leer-plannen publiceerden we het voorbije jaar alvast eens te meer onze kritische analyses op de blog ‘Onderwijskrant Vlaanderen’ en elders.  We voeren ook al 20 jaar  campagne  voor de invoering van intensief NT2-onderwijs vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs en zullen dat blijven doen zolang het nodig is. We merken vandaag in de ‘Gazet van Antwerpen’ dat bepaalde leden van de commissie  onderwijs daar wel oor naar hebben. De context van de komst van een groot aantal vluchtelingen is vermoedelijk een gunstig moment om dit actiepunt opnieuw  kracht bij te zetten.      

     

    Aan de hand van de 175 nummers van Onderwijskrant kan men het debat over  de hervormingen vanaf de jaren 1970 vrij goed reconstrueren. Dit is heel iets anders dan de afstandelijke en brave beschrijving van het officieel onderwijsbeleid in bijvoorbeeld het boek ‘Een kwarteeuw onderwijs in eigen beheer’ (Acco, 2013) van Fannes, Vranckx, Depaepe en Simon. De auteurs geven dit ook grif toe. In de inleiding  lezen we:“Het gekozen bronnenmateriaal betreft in de eerste plaats teksten en documenten van de beleidsmakers. ... Het gebruik van deze bronnen maakt dat de tekst onvermijdelijk gekleurd is door het ‘zelfdiscours’ van de beleidslieden” (pagina 10). Met de bekentenis over ‘zelfdiscours’ hebben de professoren  Depaepe en  Simon zichzelf voor kritiek willen indekken. Bij de ‘geraadpleegde literatuur’ komt Onderwijskrant niet eens voor. Op pagina 42 wordt Onderwijskrant wel even vermeld, maar tegelijk wordt de verkeerde indruk gewekt alsof onze campagne over niveauverlaging in het onderwijs (O-ZON-2007) enkel begaan was met het lot van de sterke leerlingen. We stelden nochtans expliciet dat de zwakkere leer-lingen nog het meest de dupe waren van niveau-

    verlaging.

     

    Sinds het Vlaams onderwijs in 1989 totaal auto-noom werd, merkten we overigens dat de kranten en de media zich steeds meer aansloten bij de visie van de beleidsmakers en veel minder openstonden voor kritische stemmen dan in de periode 1970-1990. Leraren en docenten bekenden ook minder kleur en deden aan zelfcensuur. In 1982 kreeg ons themanummer ‘Moderne wiskunde: een vlag op een modderschuit’ veel aandacht in de pers. Als gevolg daarvan keerde het wiskundetij en mochten we 1500 exemplaren bijdrukken en verspreiden. Onze recente publicaties over de hervormingsplannen s.o. kregen echter  weinig aandacht in de pers en op TV. Dit was ook het lot van onze petitie van 2012 die door 13.000 mensen in een mum van tijd ondertekend werd.

     

    In het interview van 1997 in De Standaard  vond De Belder terecht dat andere onderwijstijdschriften en -bladen, de media, de universitaire onderwijskundigen ... al te weinig begaan waren met het kritisch volgen van het beleid.  Sinds de lovende bijdrage van De Belder werden we echter nog meer ‘persona non grata’ voor Guy Tegenbos en zijn Standaard. Vanaf Tegenbos’ aantreden rond 1989 was dit al het geval. We werden sinds die tijd niet ‘als niet bestaand’ behandeld,  gewoon doodgezwegen. Tegenbos was voorheen woordvoerder van het duo Coens-Monard. Onze kritiek op het onderwijsbeleid en naderhand ook op Tegenbos’ permanente stemmingmakerij, was er blijkbaar te veel aan. Zo verkondigde Tegenbos vanaf september 1991 en gedurende 25 jaar dat het Vlaams onderwijs maar van matige kwaliteit was (internationaal gezien) en al te duur. We lieten niet na telkens het tegendeel aan te tonen.

     

    Ook in publicaties van de onderwijskoepels wordt Onderwijskrant meestal doodgezwegen. De leer-krachten, directies en schoolbesturen mogen blijk-baar niet vernemen dat Onderwijskrant hun plannen voor de hervorming s.o., bestuurlijke schaalvergroting ... niet genegen zijn. Dit wijst tegelijk op de vrees voor de grote respons. Een markant voor-beeld. Begin 2007 lanceerde Onderwijskrant de     O-ZON-campagne over niveaudaling e.d. die veel instemmende reacties uitlokte.  In september publiceerde het verbond van het katholiek secundair onderwijs een dik themanummer van ‘Nova et Vetera’ om onze aantijgingen te weerleggen -zonder de naam van Onderwijskrant en O-ZON te vermelden. Zelfs de visie  van de achterban, van de vele leerkrachten en directies s.o. die de O-ZON-stellingen onderschreven, werd genegeerd. Ook in publicaties van GO! was dit het geval. En toch brachten O-ZON en Onderwijskrant in korte tijd een breed debat op gang. Een belangrijk debat ook in het perspectief van de nieuwe eindtermen en leerplannen waarbij het gevaar voor verdere ontscholing en ontstoffing niet denkbeeldig is. 

     

    3.4    Goed doordachte theorievorming & praktijkgericht studiewerk

     

    *In de beginselverklaring van 1977 klonk het: “We betreuren  de kloof tussen deskundigen in hun ivoren wetenschappelijke toren en de sleutelaars in de praktijk, boordevol goede wil, energie en praktijkervaring. We ervaren een gebrek aan ‘kritische’ bezinning over onderwijsideeën en de onderliggende mens-, maatschappij- en toekomstvisie. We streven naar blikverruimende informatie over het onderwijs en het onderwijsbeleid die duidelijk en betrouwbaar is, naar deskundige analyses en een meer doeltreffende en gefundeerde aanpak.”

     

    We wilden de lezers ook laten kennis maken met de ‘hogere’ onderwijskunde en met de conclusies van wetenschappelijk onderzoek, maar betreurden de te grote kloof tussen de theorievorming en de onder-wijspraktijk. Ook de voorbije jaren stelden we vast dat de beleidsmakers al te veel heil verwachtten van empirisch onderwijsonderzoek, van de universitaire expertisecentra en Steunpunten en van de ‘zondagse’ onderwijskunde.  Naar de parktijkmen-sen werd/wordt weinig geluisterd. En de vele relevante en praktijkgerichte publicaties - de ‘doordeweekse’ onderwijsexpertise - krijgen weinig of geen aandacht. Nooit wordt er naar verwezen - ook niet in publicaties van de VLOR.  In de vele officiële hoorzittingen krijgen enkel universitaire onderzoekers het woord. Tegelijk lieten/laten  onderwijsonderzoekers zich al te graag voor de kar van de sponsorende overheid spannen.

     

    We streefden als Onderwijskrant  naar theorievorming en expertise die veel verder reikt dan het strikt positief wetenschappelijk onderzoek. In onze eigen publicaties illustreerden we dat onze theorievorming en standpunten in sterke mate ook gebaseerd waren/zijn op de ervarings- en praktijkkennis van leerkrachten uit het verleden en heden. Dat blijkt bijvoorbeeld in onze standpunten omtrent de structuur van het s.o, het  jaarklassensysteem, de directe instructie, buitengewoon en inclusief onderwijs,  zittenblijven, B-attesten (zie bijdrage in dit nummer) .....  Dit komt ook tot uiting  in onze vakdidactische publicaties over lezen, rekenen. Bij het opstellen van onze ‘directe systeemmethodiek’  (DSM) voor het aanvankelijk lezen putten we veel inspiratie uit getuigenissen van leerkrachten, uit vroegere methodische aanpakken en leerboekjes, uit de negatieve reacties destijds op de grote propaganda  van inspectie e.d. voor het ‘globaal lezen’  à la Decroly in de jaren vijftig ... Ook onze publicaties over rekenen, meten en metend rekenen, metkunde, spelling ... kwamen grotendeels  zo tot stand.

     

    De voorbije 38 jaar besteedden we ook veel aandacht aan de o.i. manklopende studies over zittenblijven, democratisering en sociale discri-minatie, schooluitval, spelling, nieuwe leren, e.d. Veel aandacht ging ook naar de kritische analyses van de zichzelf opvolgende modes binnen de onderwijskunde en (vak)didactiek. Zo besteedden we kritische analyses aan het oprukkende constructivistisch en competentiegericht leren. In 1974 had redactielid Raf Feys in Persoon en Gemeen-schap al afstand genomen van de rage van het gesloten didactisch model van de operationele doelstellingen en doel-middel-programmering dat o.a. door de professoren Mager, De Corte en De Block als een wondermiddel werd voorgesteld. Toen  Eric De Corte e.a. jaren laten een andere extreme visie propageerden - het open didactisch model van het constructivisme, pakten we ook die andere extreme visie aan – ook in debatten aan de Universiteit Limburg en de KUL-Kortrijk. 

         

    3.5   Instrumentalisering van vernieuwingen

     

    Bij de start van Onderwijskrant in 1977 schreven we ook dat we de instrumentalisering/materialisering  van vernieuwingen belangrijk vonden  – zoals het opstellen van  doorwrochte methodieken en leer-pakketten.  We wilden hierbij alle onderwijsniveaus en de lerarenopleidingen betrekken. We publiceerden veel vakdidactische bijdragen, waren actief in commissies voor de eindtermen en leerplannen, adviseerden educatieve uitgeverijen ...

     

    Naast gestoffeerde en onderbouwde bijdragen en analyses wilden we aanvankelijk ook veel praktijk-verslagen van leerkrachten publiceren. We namen de eerste jaren een aantal praktijkverslagen op, werkmateriaal voor thematische wereldoriëntatie e.d.. We stelden echter vast dat een tijdschrift zich niet goed leent voor dergelijk materiaal en anderzijds dat praktijkmensen niet vlug in de pen kruipen. Voor het samenstellen en  publiceren van lijvige ideeënbundels voor thematische wereldoriëntatie, geschiedenis en natuurkennis richtten we daarom in 1980 een apart (Projecten)fonds op. Dit Projectenfonds verspreidde in de periode 1980-1999 een 30.000 thematische ideeënbundels over heel Vlaanderen.

     

    4     Actietijdschrift & campagnes

     

    Onderwijskrant is een project dat verder reikt dan het uitgeven van een tijdschrift, het was/is ook een actiegroep en een actietijdschrift. We pakten geregeld uit met specifieke en dringende campagnes en acties. Bij de verschillende hervormingen en nieuwe decreten vanaf 1977 hebben we steeds actief en constructief geparticipeerd aan het debat en geregeld ook actie gevoerd. We besteedden niet enkel aandacht aan het bestrijden van bepaalde opvattingen en hervormingsplannen, maar stelden steeds alternatieven voor. Het kritisch en tegelijk constructief volgen van het onderwijsbeleid was en blijft één van onze prioriteiten. We gaan ervan uit dat progressieven zich niet mogen opsluiten in hun werk aan de basis of in de onderwijsoppositie, ze moeten ook proberen het beleid te beïnvloeden.

     

    Bij de verschillende hervormingen en nieuwe decreten vanaf 1977 hebben we geregeld campagnes opgezet en lobby-werk gepresteerd: de hervormingen van de Ierarenopleiding, VSO, VLO, OESO-voorrapport van 1991, begeleiding en nascholing, inspectie,  leerplichtverlenging, eindtermen,         zorgverbreding en gelijke onderwijskansen, onderwijsvoor-rangsbeleid, nondiscriminatiebeleid, besparingsbeleid, schaalvergroting, hervorming hoger onderwijs buiten de universiteit en enveloppefinanciering,                Bolognahervorming, inspectie, doorlichting & accreditatie, hervorming secundair onderwijs, PMS-hervorming, eindtermen en leerplannen, inclusief onderwijs, recente plannen voor comprehensivering secundair onderwijs ...

     

    Voor het lobbywerk deden we eveneens een beroep op politici – ook uit oppositiepartijen. Zo konden we via André Denys  (VLD) in 1995 bereiken dat scholen hoger onderwijs met 600 studenten zelfstandig mochten blijven, dat de betoelaging lineair werd i.p.v. meer centen naargelang de hogeschool groter was, enz. In verband met de hervorming van het s.o. spraken we de voorbije jaren ook de politieke partijen aan.  Een drietal partijen waren luister-bereid, andere niet. Het leidde niet enkel tot een uitnodiging van de hoofdredacteur als spreker op een hoorzitting, maar beïnvloedde ook de politieke standpunten omtrent de hervorming van het s.o. Onderwijskrant stelt zich ten aanzien van de politici en andere beleidsverantwoordelijken  onafhankelijk op. Het verraste ons wel dat bepaalde beleids-verantwoordelijken die niet open stonden voor een gesprek, achteraf betreurden dat anderen profijt hadden gehaald uit onze s.o.-campagne.

     

    Naast de Onderwijskrant als actie-instrument, maak-ten redactieleden ook gebruik van andere kanalen om de besluitvorming te beïnvloeden: colloquia,  kranten, petities, lezersbrieven, mede oprichten van allerhande actiegroepen,organisatie colloquia sa-men met de Stichting Lodewijk de Raet, actieve deelname aan een zestal nationale onderwijsdagen rond 1980 (1000 deelnemers in 1981 in de Blan-dijnberg). Redactieleden participeerden ook in allerhande commissies. Verschillende redactieleden engageerden zich b.v. zowel binnen de eindtermen- als binnen de leerplancommissies voor wiskunde en wereldoriëntatie en engageerden zich op het vlak van de bijscholing en het maatschappelijk dienst-betoon.

     

    5    Enkele campagnes van Onderwijskrant

     

    *De geslaagde campagne rond de ‘moderne wiskunde’ in 1982. Meteen na de publicatie van ‘Mo-derne wiskunde: ‘een vlag op een modder-schuit’ (april 1982) en de vele aandacht in de pers was het wiskunde-tij gekeerd. Er verschenen geen zegebulletins meer. Zelfs een rabiate voorstander als  prof. Warrinnier die ons in 1982 nog fel bekampte, draaide achteraf bij.  We voerden de jaren erop verder actie rond wiskunde en werkten begin de jaren negentig mee aan de opstelling van de nieuwe eindtermen en leerplannen wiskunde. Zo slaagden we erin om uit de leerplannen lager onderwijs van 1998 extreme opvattingen te bannen: zowel het extreem van de ‘hemelse’  abstracte wiskunde als dit van de aardse, contextgebonden en construc-tivistische wiskunde  (à la Freudenthal Instituut). 4 jaar geleden werd Onderwijskrant nog vanuit Nederland gefeliciteerd voor het afhouden van de Freudenthal-wiskunde binnen het lager onderwijs. Zo voorkwamen we ook een wiskunde-oorlog rond constructivistische wiskunde als in de VS, Canada, Nederland ...

    *In 1991 voerden we een intense campagne voor de invoering van zorgverbreding en we vonden gehoor bij minister Van den Bossche en zijn kabinetschef Roger Peeters. Jammer genoeg deed men iets later een beroep op de Steunpunten CEGO-Leuven, NT2-Leuven en Diversiteit en leren -Gent,  die een on-derwijsvisie vertolkten die haaks staat op effectief achterstandsonderwijs en NT2 overbodig vonden.  

     

    *Vanaf 1991 bestreden we de vele nefaste hervormingsplannen voor het hoger onderwijs en de lerarenopleidingen, de enveloppefinanciering e.d. . Later voerden we ook actie tegen de plannen voor de academisering van de lerarenopleidingen, de Bologna-hervorming, de radicale flexibilisering , de outputfinanciering, de accreditatie-aanpak ... We stonden soms alleen in die strijd, maar de voorbije jaren bleek dat onze kritiek op Bologna, enveloppefinanciering, outputfinanciering, flexibilisering, accreditatie ...  bevestigd werd. 

     

    *We besteedden sinds 1982 wel bijzonder veel aan-dacht aan de vele hervormingen van de leraren-opleidingen en participeerden in dit verband aan tal van studie- en actiegroepen. We bereikten hiermee een en ander en konden ook de academisering van de geïntegreerde opleidingen voorkomen.           We betreuren tegelijk dat de beleidsmakers geen rekening hielden met de voorspelde nefaste gevolgen van tal van hervormingen. Zo wilden we dat de sector van de lerarenopleidingen een aparte sector bleef zoals in bijna alle landen het geval is; maar Monard en Co wilden hier per se het afwijkende Nederlandse voor-beeld  volgen  en  de lerarenopleidingen  integreren binnen de multisectorale hogescholen.

     

    *In januari 2007 richtten we de actiegroep O-ZON (Onderwijs Zonder ONtscholing) op om de ontscholing en niveaudaling te bestrijden en vormen van herscholing te stimuleren. O-ZON stuurt aan op een herwaardering van basiskennis, basisvaardigheden, doorzettingsvermogen, niveaubewaking, professionaliteit van de leerkracht ...  We publiceer-den sindsdien een boek en honderden pagina’s over de O-ZON-thematiek.  Deze actie kende een groot succes. Uit recentere enquêtes bleek dat de overgrote meerderheid van de leerkrachten, docenten en professoren het O-ZON-gedachtegoed onderschreven. In het perspectief van de nieuwe eindtermen en leerplannen waaraan momenteel gewerkt wordt, is de O-ZON-thematiek weer vrij actueel. We proberen dit ook aan te kaarten bij leden van de commissie onderwijs. Zo verheugt het ons dat enkele commissieleden op 2 juli j.l. tijdens een vergadering zich zorgen maakten over de taalbeheersing van de leerlingen. Op de commissievergadering van 11 januari 2007 waren er nog een paar commissieleden die de O-ZON-kritiek afwezen en de collega’s opriepen om expliciet afstand te nemen van onze campagne. 

     

    *De voorbije 15 jaar besteedden we ook opvallend veel bijdragen en themanummers aan de hervormingsplannen voor het secundair onderwijs.  Met het nodige succes: de brede/gemeenschap-pelijke eerste graad komt er niet, de B-attesten werden in ere hersteld ...  Op 7 oktober gaf Crevits in het Vlaams Parlement zelfs toe dat Vlaanderen inzake sociale doorstroming (= gelijke kansen) heel goed scoorde.   We contesteerden al  in 2002  de conclusies van de Rondetafelconferentie. Onze petitie van mei 2012 werd vlot door 13.000 mensen ondertekend – ook al werd ze na drie weken al geboycot.  Zo doorprikten we ook de fabel van de grote consensus waarmee de beleidsverantwoor-delijken voortdurend uitpakten.  We slaagden erin de monopolisering van het debat door de voor-standers te doorbreken. Uit latere enquêtes bleek eens te meer dat de overgrote meerderheid van de praktijkmensen die voorgestelde hervormingen niet genegen waren. 

     

    In onze petitie van 2012 focusten we het meest op de nefaste gevolgen van een gemeenschappelijke en bredere graad. In dit verband bestreden we ook de vooropgestelde knelpunten: de stelling  dat onze gedifferentieerde eerste graad dé probleemcyclus was. De structuur van onze eerste graad  leidde  zogezegd tot grotere sociale discriminatie, schooluitval en zittenblijven, nefaste waterval, afremming van sociale doorstroming, zwakke leerresultaten voor de zwakkere leerlingen ... We toonden aan dat de hervormers precies de sterke kanten van onze eerste graad, de vlotte (her)oriëntering, de B-attesten als knelpunten voorstelden.

     

    We voorspelden ook dat de voorstanders er nooit zouden in slagen om deze algemene principes omtrent een gemeenschappelijke en bredere graad te doorbreken. De koepel van het katholiek onderwijs deed wel een poging om een deel van de principes te concretiseren, maar gaf al vlug die poging op. Onlangs nog bevestigde minister Crevits dat die ‘brede en gemeenschappelijke eerste graad’  en andere structuurhervormingen er dan toch niet zouden komen. We besteedden gestoffeerde bijdragen aan andere hervormingsvoorstellen als de invoering van zgn. domeinscholen. De voorbije maanden hoorden we ook hier niet veel meer over. We mogen dus stellen dat we een geslaagde campagne tegen de geplande structuurhervormingen voerden.

     

    *In verband met inclusief onderwijs, voeren we al 20 jaar campagnes tegen de vele hervormingsplannen, voorstellen van drie professoren om het buiten-gewoon onderwijs op te doeken (1996),  de adviezen en rapporten van de VLOR en van het verbond van het katholiek buitengewoon onderwijs, de vele  door de VLOR-secretaris vervalste citaten in het VLOR-advies van 1998,   ...   In februari 2007 lanceerden we een inclusie-petitie. We stelden o.a. dat inclusie enkel zinvol was voor leerlingen die voldoende profijt konden halen uit het volgen van de gewone lessen en bekritiseerden LAT-inclusie (learning apart together) of exclusie binnen de klas. We lieten de beleidsverantwoordelijken weten dat een grote meerderheid van leerkrachten en directies gekant waren tegen inclusie van leerlingen die het grootste deel van de lessen niet kunnen volgen. We wezen er ook op dat dit tot de ontwrichting van het buitengewoon onderwijs zou leiden.  

     

    We slaagden er in om de aanvankelijke inclusie-ontwerpen af te zwakken, maar stellen jammer genoeg vast dat de beleidsmensen geen rekening hielden met het feit dat de overgrote meerderheid van de  praktijkmensen het M-decreet niet haalbaar vond. We stellen vast dat  toch veel kinderen die het curriculum geenszins kunnen volgen in het gewoon onderwijs terecht kwamen. Het M-decreet nam hieromtrent geen sluitend standpunt in. We sloten ons aan bij de actie van ouders als de moeder van Flo die vinden dat  hun kind rechtstreeks naar het buitengewoon onderwijs moet kunnen i.p.v. nood-gedwongen te moeten verkommeren in het gewoon onderwijs. We stelden  ook voor om samen met een aantal ouders naar de rechter te trekken om daar het recht op (rechtstreeks) buitengewoon onderwijs af te dwingen. We zijn ervan overtuigd dat die ouders  gelijk zouden halen via de rechtbank net zoals in Duitsland  het geval is.

     

    9          Inzet voor (vak)didactiek en invloed klaspraktijk

     

    Een aantal redactieleden  investeerden de voorbije 38 jaar ook veel energie in alles wat te maken heeft met de curricula en (vak)didactiek, met wat er in klas gebeurt.  We streefden ook hier zowel het behoud van de vele sterke kanten en traditie van ons Vlaams onderwijs na, als vernieuwing in continuïteit. Enkele voorbeelden.  

     

     We zijn fier dat we de voorbije decennia onze stempel konden drukken op het wiskunde-onderwijs en hierbij voor het lager onderwijs zowel het extreem van de hemelse’ moderne wiskunde als het extreem van de aardse en constructivistische Freudenthal-wiskunde konden wegwerken. Naast de vele bijdragen in Onderwijskrant publiceerden we hier ook drie boeken over: Rekenen tot honderd, Meten en Metend Rekenen en Meetkunde (uitgeverij Plantyn). In Nederland  kwam er de voorbije 10 jaar veel kritiek op de constructivistische en ’aardse’ wiskundevisie van het Freudenthal Instituut die al te sterk ingang had gevonden in het Nederlands onderwijs. Critici als prof. Jan van de Craen beriepen zich de voorbije jaren  op de kritiek die we van-af 1988 formuleerden.

     

     *We merken dat praktisch alle recente(re) leesmethodes in Vlaanderen en Nederland grotendeels gebaseerd zijn op onze ‘directe systeem-methodiek’ (DSM)  die we al rond 1990 via Onderwijskrant breed verspreidden. In 1996 pleitte de directeur van het Steunpunt NT2-Leuven, Koen Jaspaert, nog voor de globale leesmethodiek. Ook de Freinescholen pleitten destijds voor een globale leesmethodiek à la Freinet. Vanaf de jaren zeventig deden we ons best om die foute visies de kop in te drukken. Tegelijk werkten we aan ons alternatief, de directe systeemmethodiek.

     

    Ook ‘Veilig leren lezen’ dat destijds zwoer bij de zgn. stuctuurmethodiek van C. Mommers, schakelde in recentere versies grotendeels op onze DSM over. Ontwerpers van de laatste versie deelden mee dat hun methode geen structuurmethode meer was, maar aansloot bij onze DSM. Op vraag van een paar uitgevers gaven we ook her en der mondeling uitleg. De laatste keer leverde dat ons een Hollandse peperkoek en een paar Bol.com-bonnen op. Raf Feys en Pieter Van Biervliet publiceerden in 2010 ook het boek ‘Beter leren lezen’ (Acco, 200 pagina’s), waarin naast de eigen DSM-methodiek ook de geschiedenis van de vele soorten lees-methodes wordt beschreven.

     

      *We stimuleerden en stoffeerden met succes de uitwerking van systematische spellingpakketten – ook al stond dit haaks op de visie in de eindtermen en leerplannen. Redactielid Pieter Van Biervliet patroneerde de uitgave van een eerste spelling-pakket. Raf Feys publiceerde in 1991 vereenvoudigde regels voor de spelling van de werkwoordsvormen. We vonden ze onlangs nog in een Nederlandse publicatie terug.

     

    *Ander redactieleden waren heel actief op het vlak van het werken met kinderliteratuur, filosoferen met kinderen ...

     

    *In de eerste 20 jaargangen was er opvallend veel aandacht voor wereldoriëntatie. Ook met de brede verspreiding van een 30-tal leerpakketten thematische wereldoriëntatie (1980-1993) via ons Projectenfonds  stimuleerden we de uitwerking van rijke W.O.-thema’s. Tegelijk propageerden we het behoud van voldoende cursorische aanpak voor de klassieke zaakvakken in de hogere leerjaren.  We werkten ook mee aan een cursorische methode voor geschiedenis en aardrijkskunde. Jammer genoeg werd in de leerplannen van 1998 en in de praktijk minder aandacht geschonken aan de cursorische zaakvakken. Het is dan ook geen toeval dat we b.v. voor natuurkennis zwakker scoorden voor TIMSS en voor de eindtermenevaluatie. De beleidsmakers grepen vorig jaar in en eisten dat wetenschappen (gecombinered met techniek) weer een afzonderlijk domein werd. We begrijpen niet waarom niet hetzelfde gebeurde met de andere zaakvakken. 

     

    10  Besluit

     

    We zijn best tevreden over het werk dat de voorbije 38 jaar gepresteerd werd, over de respons en over de invloed op de onderwijspraktijk en op het onderwijsbeleid. Met de Onderwijskrant-website en  met recentere initiatieven -blog, facebook & twitter - bereiken we nog een breder publiek. Wat de toekomst brengt, valt moeilijk te voorspellen. Maar sinds nummer 50 luidt het parool: we publiceren  minstens nog een volgend nummer. En zo bereikten we al nummer 175. Op naar 200?

     

     

     

     

     

     

     

     


    20-10-2015 om 11:38 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.175 Onderwijskranten + dagelijkse bijdragen op blog en facebook: deel 1

    mm

    1          175 nummers: 38 jaar (1977-2015)

     

    Voor u ligt de 175ste editie van Onderwijskrant. We zijn fier u dit jubileumnummer te kunnen aanbieden. Onderwijskrant is een product van de sociaal bewogen mentaliteit  en debatcultuur van de jaren zestig-  zeventig. De redactie wou impulsen geven voor een effectief en doordacht onderwijs en onderwijsbeleid waarin de ontwikkelingskansen van alle leerlingen centraal staan.

     

    Onderwijskrant is een ongebonden en netoverschrijdend onderwijstijdschrift - in Vlaanderen nog steeds een zeldzaam product. Onderwijskrant heeft geen opdrachtgever en geen binding met een of ander onderwijsnet, begeleiding, inspectie ... Er waren/zijn geen hoofdkwartieren die vertellen wat mag en wat niet mag. We wilden niet zomaar de spreekbuis zijn van een bepaalde partij of koepel, noch de impuls van onderwijsbegeleiders en andere vrijgestelden ...  Het contact met het onderwijsveld was/is heel               belangrijk. 

     

    Het tijdschrift stimuleert en stoffeert al 38 jaar een open debat over onderwijs. Confrontatie van              ver-schillende meningen stond en staat centraal.  In de context van de veelal eenzijdige en tendentieuze berichtgeving in Klasse, in de media ... was en blijft die ‘open- informatie-opdracht’  heel belangrijk. In Onderwijskrant verwijzen we ook naar de standpun-ten en publicaties van anderen – ook deze waarmee we het geenszins eens zijn; du choque des idées jaillit la lumière. De jongste jaren slagen we nog beter in onze informatie-opdracht via de informatie die we dagelijks verspreiden via de blog ‘Onderwijskrant Vlaanderen’, fb ‘Onderwijskrant actiegroep’ en tweets @FeysRaf. In die nieuwe initiatieven stoppen we nu zelfs meer energie dan in de samenstelling van het tijdschrift.

     

    Het eerste Onderwijskrantnummer verscheen in oktober 1977. Zelfs de grootste optimist binnen de redactie had nooit gedacht dat we ooit de 175 zouden halen. De voorbije jaren zijn overigens heel wat onderwijstijdschriften gesneuveld. Toen we in 1988 het jubileumnummer 50 opstelden, vroegen sommige redactieleden zich al af of we er niet beter mee ophielden. Na tien jaar Onderwijskrant bleek het al veel moeilijker om mensen te mobiliseren voor de onderwijszaak dan bij de start in 1977. Het klimaat was sterk veranderd en het aantal abonnees was gevoelig gedaald. 27 jaar geleden was het ook al moeilijk om nieuwe redactieleden en voldoende nieuwe bijdragen te vinden.

     

    We waren de voorbije 38 jaar telkens tevreden als er weer een nieuw nummer van de persen rolde. Er waren steeds voldoende doorzetters die probeerden een nummer  samen te stellen. Bepaalde redac-tieleden werden in tijden van nood zelfs superproductief. Na een aantal jaren moesten redactieleden bij gebrek aan centen ook het typewerk en de lay-out voor hun rekening nemen. Al vele jaren staat  bijvoorbeeld de hoofdredacteur ook in voor de lay-out. De redactieleden en auteurs betaalden de voorbije 38 jaar ook steeds de eigen verplaatsings- en schrijfkosten.

     

    2   Nieuwe succesvolle initiatieven: website, blog, facebook, twitter

     

    Onderwijskrant is sinds januari 2007 niet enkel een tijdschrift, maar ook een website waarmee we een veel groter lezerspubliek bereiken. Op de website vindt men de honderden bijdragen vanaf Onde-wijskrant nr. 133 (2005).  Momenteel staat de teller op 362.000 bezoekers. We willen op termijn  het bestand nog via een trefwoordenregister  ontsluiten.  

     

    Sinds  de hoofdredacteur met pensioen ging en een paar jaar geleden ook stopte als coördinator-docent van het Hoger Instituut voor Opvoedkunde-Brugge, investeerde hij veel tijd en energie in een aantal nieuwe initiatieven:  de nieuwe blog ‘Onderwijskrant Vlaanderen’; de facebook-pagina ’Onderwijskrant actiegroep’ en tweets @FeysRaf.

     

    Eind 2013 werd Onderwijskrant  dus ook een echte ‘krant’ met bijna dagelijks meerdere berichten en bijdragen over de actuele onderwerpen  Via blog, facebook en twitter kunnen we vlotter inspelen op de actualiteit en de aandacht vestigen op evoluties en op interessante bijdragen uit Vlaanderen en de wijde wereld. Naast de 200 pagina’s die we jaarlijks in het tijdschrift  publiceren, verspreidden we er de voorbije jaren enkele duizenden via de blog en de facebookpagina. Overname op - en verspreiding via - de facebookpagina e.d. van bezoekers, is ook een belangrijk verspreidingskanaal. Bij Onderwijskrant hebben we steeds afgezien van copyright en de lezers aangespoord om onze bijdragen en berichten te helpen verspreiden. We sturen de dagelijkse berichten en bijdragen ook naar de beleidsverantwoordelijken.

     

    Via de sociale media kunnen we ook beter   inspelen op de actualiteit van elke dag.Naast de eigen bij-dragen gaat het nog meer om bijdragen en standpunten van anderen en uit het buitenland. Het is jammer dat zo weinig Vlaamse onderwijskundigen, lerarenopleiders, begeleiders ... bijdragen op het internet plaatsen. Via die sociale media bereiken we veel meer mensen en krijgen we ook meer interactie. Op de blog ‘Onderwijskrant Vlaanderen’ noteerden we sinds eind 2013 al meer dan 22.500 bezoekers. Via ons facebook bereikten we nog meer mensen. En dan zijn er ook nog de al meer dan 10.000 verzonden tweets van Raf Feys sinds mei 2013. Deze tweets bevatten veelal ook links naar bijdragen in de (inter)nationale onderwijspers. We hopen dat er op termijn een breed netwerk van Vlaamse onderwijsblogs, facebookpagina’s, onderwijstwitteraars ... ontstaat.

     

    De blog ‘Onderwijskrant Vlaanderen’ bevat ook een trefwoordenregister. Zo zal men bij trefwoorden als  M-decreet, hervorming s.o., (grootschalige) scholengroepen ... tientallen bijdragen aantreffen.  Op de facebookpagina schommelt het aantal mensen dat een bericht bekijkt heel sterk. Met berichten en standpunten over het M-decreet bereikten we volgens de teller vaak een 1.000 bezoekers; bij meer theoretische en langere bijdragen  is dit veel minder.

     

    Op onze website www.onderwijskrant.be plaatsen we sinds 2007 vooral de nummers van vroegere jaargangen vanaf nummer 133 van mei 2005.  Momenteel al meer dan 2.000 pagina’s.  Sinds januari 2007 werd de website al 360.000 keer bezocht. Met de website beogen we een driedubbele doelstelling. We bereiken vooreerst veel meer lezers. We zorgen er tegelijk voor dat bijdragen uit vorige jaargangen ook in de toekomst toegankelijk blijven. Met een website kunnen we in geval van nood overschakelen op een elektronische editie. Als we wat tijd vinden dan nemen we in de toekomst ook nog belangrijke themanummers uit het verdere verleden op onze website op – over ‘moderne wiskunde’, zorgverbreding, eindtermen, alternatievemethodescholen, wereldoriëntatie,  onderwijsvernieuwing,  kunst en onderwijs .... Het gaat om bijdragen die niet enkel een historische waarde bezitten, maar ook nog in de toekomst het nadenken over ons onderwijs kunnen inspireren.

     

    Jammer genoeg zijn de mogelijkheden om op het internet gestoffeerde Vlaamse onderwijsbijdragen te vinden nog steeds vrij schaars. Veel onderwijs-kundigen en docenten pakken wel uit met de informatieve functie van het internet, maar verzaken zelf aan het stofferen ervan. Onderwijskrant probeert die leemte wat op te vullen en roept anderen op dit voorbeeld te volgen. We zouden ook kunnen samenwerken en een gezamenlijke onderwijswebsite, onderwijsblogpagina ...  creëren. Kwalitatief hoogstaande internetpublicaties lijken ons heel belangrijk. Veel mensen publiceren artikels en boeken die weinig gelezen worden en/of enkel gelezen worden door gelijkgezinden. Vlaamse leerkrachten kruipen ook nog  te  weinig in de  pen. Onze sociale-media-initiatieven willen hen daartoe stimuleren. Dit besef is ook bij Onderwijskrant doorgedrongen. Dit betekent echter niet dat ‘papieren’ tijdschriften onbelangrijk geworden zijn.

     

    De voorbije 15 jaar zijn ook in Vlaanderen veel onderwijstijdschriften gesneuveld: Persoon en Ge-meenschap, IVO, VONK, Katholieke Schoolgids... Het is uiterst moeilijk geworden om vrijwilligers en redactieleden te vinden die zich voor een langere periode en intensief willen engageren. Docenten van lerarenopleidingen zeggen ons dat ze als gevolg van de vele hervormingen weinig of geen tijd meer vinden voor studie- en schrijfwerk. Bij de start van Onderwijskrant in 1977 voelden veel mensen zich rechtstreeks betrokken bij de vernieuwings-beweging vanuit de basis; dit was 10 jaar later al minder het geval. Tijdschriften zagen het abonneebestand ook sterk verminderen. Weinig mensen nemen nog een individueel abonnement op een tijdschrift.

        

    3    Intentieverklaring van 1997: actualiteit en realisaties

     

    Voldoende redactieleden bleven al die tijd geloven in het unieke en waardevolle van het Onderwijs-krantproject, een tijdschrift en een project die nog steeds in sterke mate beantwoorden aan de inten-tieverklaring van 1977 in het nulnummer, maar tegelijk voortdurend in beweging waren. Het onderwijs en Onderwijskrant evolueerden de voorbije 38 jaar, maar de lezers van Onderwijskrant zullen veel van de kerngedachten van de voorbije jaargangen terugvinden in de beginselverklaring van 1977. We menen dat een groot deel van de ambities in voldoende mate waargemaakt werden/worden. We nemen de belangrijkste passages van de intentieverklaring van 1977 nog eens op.  We plaatsen  telkens commentaar en illustraties bij de oorspronkelijke  doelstellingen.

     

    3.1    Vernieuwing in continuïteit, geen neomanie

             strijd tegen ivoren-toren-beleid

     

     *1977: ”Als actieve vernieuwers willen we bijdragen tot de vernieuwing en optimalisering van het onder-wijs. Tegelijk stellen we ons echter vragen bij het vaak ongenuanceerd sloganeske en kortzichtige karakter van goedbedoelde vernieuwingspogingen.”  

     

    We streefden optimalisering en vernieuwing in continuïteit na – waarbij het behoud en het optima-liseren van aanpakken die in het verleden hun deugd bewezen hebben,  heel belangrijk zijn:Aufhebung dus -  verder bouwen op de verworvenheden en opgeslagen ervaringswijsheid.

     

    De Leuvense prof. Jan Masschelein betreurt dat ‘continue verandering’ steeds meer de norm werd. Hij schrijft: “Vasthouden kan niet meer, want het roept een beeld op van verstarring. Iets wat duurt, wat duurzaam is, is precies iets dat weerstand biedt tegen verandering. En wat duurt wordt nu precies negatief gewaardeerd (Caleidoscoop, oktober 2000).  Vanuit hun revolutionaire bevlogenheid gaan nieuwlichters er van uit dat radicaal anders steeds beter is. Essentiële vragen als: ‘wat zijn de beproefde waarden en hoe moeten we die veilig stellen’, ‘zal ons alternatief wel beter zijn’, ‘moet het wel’, ‘moet het zo’, ‘moet het nu’, ‘hebben we hier voldoende centen voor  over’, worden niet gesteld. De nieuwlichters geloven in de ‘mythe van de permanente vernieuwing’. “Zelfingenomen progressieven  bekijken het verleden alleen maar als iets om zich tegen af te zetten. Het is echter niet omdat ‘vroeger’ voorbij is of omdat ‘vroeger’ niet alles beter was, dat het nieuwe boven alle kritiek verheven is” (Knack 12.02.03).

     

    De dweperige beeldenstormers hebben voortdurend geschopt en getrapt tegen het onderwijs, maar ze hebben weinig blijvends neergezet, veel verwarring gesticht en het niveau van het onderwijs aangetast. Van de cultuuromslagen en copernicaanse revoluties kwam weinig terecht. De ‘verlossers’ wijten hun mislukking  meestal aan allerhande omstandigheden.

     

    ‘Vernieuwers in continuïteit’  worden niet gesubsidieerd en moeten veelal nog eigen centen investeren in de uitwerking en verspreiding van hun ideeën. Maar ze merken met voldoening dat onze ideeën en publicaties wel hun weg vinden in de klaspraktijk: het zo belaagde jaarklassensysteem en de ermee verbonden instructie en leerplannen bleven over-eind, onze vakdidactische publicaties drongen door in methodes voor leren lezen, rekenen, spelling ...

     

    Volgens de professoren W. Jochems en P. Kirsch-ner en het rapport ‘Dijsselbloem’ was de onder-wijsmalaise van de voorbije decennia vooral het gevolg van het feit dat “het ministerieel beleid er enkel op gericht was ‘alle kennis van het onderwijs buiten de scholen te zoeken – in  de educatieve infrastructuur (pedagogische centra e.d.) en in de onderzoeksinstellingen”.  

     

    Bij de oprichting van Onderwijskrant  in 1977 waren we er al van overtuigd dat er te weinig geluisterd werd naar de praktijkmensen. Vier redactieleden waren overigens al sinds 1972 vanuit de Stichting Lodewijk-de-Raet actief bezig met het organiseren van inspraak-colloquia over belangrijke onderwijs-thema’s. Zo kreeg onze campagne tegen de ‘Moderne Wiskunde’ in 1983 een vervolg in een druk bijgewoond colloquim over de toekomst van ons wiskundeonderwijs. Op aansturen van Jan Van Damme  moest de stuurgroep in 1992 plots totaal ‘verjongd’ & ‘bebloed’ worden - tegen de zin van Raf Feys e.a. in.  Onderwijskrant verdween uit de stuur-groep en dit betekende jammer genoeg ook het einde van de grote en open colloquia. Zo verloor Onderwijskrant een belangrijk actie-instrument. De voorbije decennia stelden we vast dat het steeds moeilijker werd om op te tornen tegen het oprukkende en uitdijende vernieuwingsestablishment, tegen de naïviteit en de vernieuwingsdrift van   nieuwlichters en  beleidsmakers.

     

    We besteedden de voorbije 38 jaar veel aandacht aan het behoud, in ere herstellen en optimaliseren van deugdelijke aanpakken. Hierbij bestreden we de permanente aanvallen op de basispijlers van degelijk en democratisch onderwijs, de vele pleidooien voor de verlossing uit de ellende vanwege de neomaniakken, onheilsprofeten, onderwijsgoeroes...  Een voorbeeld. De jaarklas werd/wordt door veel universitaire onderwijskundigen al vele decennia als de oorzaak van alle mogelijke kwalen bestempeld. We merken dat de Vlaamse beleidsmakers en nieuwlichters in hun plannen voor het onderwijs in 2030/2050 het jaarklassenprincipe eens te meer willen opdoeken. We waren met Onderwijskrant ongeveer de enigen die de voorbije decennia het het jaarklassenprincipe in het decreet basisonderwijs van 1997 bleven de scholen dit principe gewoon verder toepassen. De brede invoering van het jaarklassensysteem - met de eraan verbonden gestructureerde leerplannen, groepsinstructie e.d. - was een revolutionaire  en duurzame hervorming (zie themanummer over jaarklassen, nr. 134).

     

    Zelf investeerden we veel energie in het behoud  en optimaliseren van effectieve en duurzame zaken, in vetera et nova: het jaarklassensysteem en de ermee verbonden directe/expliciete instructie, de sterke en belaagde eerste graad secundair onderwijs, de gecontesteerde geïntegreerde leraren-opleiding, de klassieke financiering van het secun-dair onderwijs die minister Van den Bossche en Monard in 1995 wilden vervangen door de enve-loppefinanciering, het geraffineerde systeem van A-, B- en C-attesten. Jammer genoeg verloren we soms ook de strijd: tegen de enveloppefinanciering, de radicale flexibilisering en de outputfinanciering in het hoger onderwijs, de opname van de lerarenopleidingen in multisectorale hogescholen (i.p.v. behoud van aparte sector met specifieke cultuur, niveau-bewaking e.d.), ...

     

    We werkten aan de optimalisering van de vele sterke kanten van het klassiek onderwijs voor rekenen, lezen, spellen  ... En de resultaten drongen al vlug door in de klaspraktijk. Zo wordt onze ‘directe-systeem-methodiek’ voor aanvankelijk lezen grotendeels toegepast in recente leesmethodes in Vlaanderen en Nederland. We werkten voor wereldoriëntatie zowel aan het optimalisen van old basics voor geschiedenis e.d., maar tegelijk aan new basics – aan de invulling van rijke vakkenoverschrijdende thema’s (cf. ons Projectenfonds).  Vanuit ons streven naar behoud van deugdelijke aanpakken voor rekenen, voerden we een lange strijd tegen het extreem van de formalistische en ‘hemelse’  New Math en daarna tegen het extreem van de constructivistische en ‘aardse’ wiskunde.

     

    We bestreden de vele pedagogische hypes, hervor-mingen en beleidsmaatregelen die haaks staan op effectief onderwijs, op een doeltreffend achterstands- en GOK-beleid, op ontwikkelings- en doorstro-mingskansen ...,  en de pedagogische mythes als constructivisme, competentiegericht onderwijs,  kennispiramide, leerstijlen (ook deze van Vermunt voor het hoger onderwijs), meervoudige intelligentie, multitasking  ...  Over die mythes werd het voorbije jaar opvallend veel gepubliceerd; Onderwijskrant stelde ze al vele jaren geleden aan de kaak. Het verwondert ons dan ook dat er ook nog de voorbije jaren in de bijscholing zoveel aandacht ging naar de propaganda en verspreiding van die hypes.

     

    We namen de voorbij 38 jaar ook afstand van  tal van ideologieën: de egalitaire gelijke-kansen-ideolo-gie van veel sociologen en beleidsmakers, het zelfontplooiingsmodel, de ontscholingsideologie à la Ivan Illich, ... We liepen niet achter het vaandel van sociologen als Pierre Bourdieu die de school vooral zagen als de producent van maatschappelijke ongelijkheid; en evenmin van de ‘wantrouwige’ Michel Foucault,  die poneerde dat de school en de jaarklas ... vooral ingevoerd werden om de leerlingen te disciplineren. Foucault maakte ook geen onder-scheid tussen de legitieme macht van de school en de leerkrachten en onderdrukking.

     

    We bekampten van bij de start van Onderwijskrant al het anti-autoritaire  zelfontplooiingsmodel dat b.v. ook tot uitdrukking kwam in het zgn. ervaringsgericht (kleuter)onderwijs van Ferre Laevers (vanaf 1976) en het Leuvense CEGO - met het vrij initiatief en de prestatievijandigheid als centrale gedachten. In de jaren zeventig stak de prestatie-vijandigheid de kop op en werd alles wat rook naar prestaties, punten en rapporten als negatief en frustrerend bestempeld - ook in documenten als Eigentijdse Opdrachten voor een katholieke basisschool van 1974, in publicaties van VSO-coördinatoren... We reageerden in 1973 o.a. met de boutade: weg met de prestatiedwang, leve de prestaties.

     

    De voorbije 20 jaar stak de prestatievijandigheid van  de jaren zeventig weer de kop op - ook vanwege de Dienst Voor Onderwijsontwikkeling (DVO) o.l.v. Roger Standaert.   We lanceerden in 2007 de groots opgezette O-ZON-campagne tegen de ontscholing, niveaudaling, prestatievijandigheid, uitholling leer-plannen e.d. ...   Nu er momenteel gewerkt wordt aan concepten voor nieuwe eindtermen en leer-plannen is deze thematiek opnieuw heel actueel.

     

    De voorbije maanden nam de fantasierijke neo-manie ook weer toe in publicaties van - of in opdracht van - de overheid.  In ‘De Nieuwe school in 2030, een publicatie van het ‘Departement Onder-wijs, VLOR &  KBS, wordt uitvoerig geschetst hoe een toekomstige (ontschoolde) school er als een soort leerpark zal uitzien. We lezen o.a.: “In het Learning Park zullen de kinderen gecoacht worden om hun eigen leertraject aan te sturen. Vijftien tot twintig kinderen zullen samen deel uitmaken van een ‘leereenheid’ of ‘leerfamilie’. Die vervangt de vroegere klassen. Binnen  zo’n leereenheid kunnen leerlingen twee jaar ouder of jonger zijn. Leerlingen van een leereenheid brengen ongeveer de helft van de dag samen door. ’s Morgens is er een gesprekskring en ze kunnen er ook ’s avonds  één bijwonen, afhankelijk van de activiteiten.” In het recente actieplan Vlaanderen 2050 lezen we eveneens: “De school  van de toekomst is  een learning park’, waar leerlingen, ouders, leerkrachten, ondernemingen en verenigingen elkaar fysiek of virtueel ontmoeten en kunnen leren, waarin vrijetijdsactiviteiten gekoppeld worden aan het leerplan.”  (In de volgende Onderwijskrant besteden we een lijvige bijdrage aan het ontscholende ‘learning park’-concept.)

     

    Dergelijke voorspellingen doen ons denken aan deze van Ellen Key in haar boek ‘De eeuw van het kind’ van 1900; er kwam niets van terecht. De neomanie klinkt ook sterk door in het recent leerplanconcept van de koepel van het katholiek onder-wijs dat radicaal wil breken met de praktijk van de huidige leerplannen en methodes (zie volgende Onderwijskrant).

     

    We vonden/vinden ook niet dat enkel heil mogelijk was binnen het alternatieve circuit van de                 Freinetscholen en dergelijke. We merken overigens dat men ook op de Freinetscholen leert lezen, rekenen, spellen... met klassieke methodieken die we zelf hielpen optimaliseren - en niet met een nefaste globale leesmethodiek  à la Freinet e.d. De Freinet- boekvijandigheid die we nog in de jaren zeventig aantroffen in een aantal scholen, is ook al lang ver-dwenen. Zelfs de door Freinet verfoeide jaarklassen doen steeds meer hun intrede. Als reactie op het opdringen van grootschalige en anonieme scholengroepen zullen in de toekomst wellicht meer  kleine-re, autonome scholen en privé-scholen opgericht worden.

     

    De voorbije 38 jaar wezen we geregeld op het ivo-ren-toren-beleid en de vervreemding van de prak-tijk. De vernieuwingsdrift en de vervreemding zijn mede een gevolg van de toenemende bemoeienis vanuit Europese en internationale instellingen: Euro-pese commissie; Europese conferenties van de onderwijsministers, OESO, Unesco, PISA, de Wereldhandelsorganisatie, ...  Bijna wekelijks worden we geconfronteerd met een of ander Europees rapport.  Veel hervormingen  vertonen daardoor een sterk economische en utilitaire kant en kenmerken zich door formalistische stroomlijning - vooral  ook in het hoger onderwijs. Volgens Karl Dittrich, oud-directeur van de NVAO-accreditatie-organisatie leidde de europeanisering tot kwalititeitsverlies in het hoger onderwijs. Hij schreef: “Meer en meer probeert men in Brussel de regie naar zich toe te trekken. Het Europese register, de stimulans om qualitylabels op te leggen, leidde tot steeds meer gedetailleerde regels en steeds meer pogingen tot europeanisering. Het subsidiariteitsprincipe kwam steeds meer onder druk te staan door de pogingen van de EU om het (hoger) onderwijs aan regels te onderwerpen. Naar mijn overtuiging kan een dergelijke beweging slechts met kwaliteitsverlies gepaard gaan” (Q&A magazine, maart 2011). Onderwijskrant reageerde tijdig tegen tal van Europese ingrepen als Bologna die het niveau van ons hoger onderwijs hebben  aangetast. De voorbije maanden en jaren verschenen er veel kritische Bologna-evaluatie-rapporten.

     

    3.2  Externe en interne democratisering

     

    *In de beginselverklaring  van 1977 stelden we: ”We willen ons als Onderwijskrant in het bijzonder inzetten voor de verdere interne en externe democratisering van het onderwijs. Maar we hebben ook geleerd dat de school niet zomaar de maatschappelijke ongelijkheid kan compenseren en dat democratisering geen louter onderwijskundig probleem is.”

     

    Een aantal redactieleden, zelf  kinderen van handarbeiders en van de democratisering van het onder-wijs,  beseften hoe belangrijk de democratisering voor hen was geweest. We waren de voorbije 38 jaar sterk begaan met de verdere democratisering, maar geloofden wel niet dat de school almachtig was, in staat was de maatschappelijke ongelijkheid weg te werken. We waren er wel van overtuigd dat het onderwijs in 1977 al een grote ‘externe’ democratisering had meegemaakt en dit vooral ook dankzij de hoge kwaliteit van het onderwijs. Zo konden handarbeiderskinderen hun sociale handicaps compenseren en zich optrekken.

     

    De voorbije 38 jaar was het ons niet enkel te doen om de juiste kijk op faire ontwikkelingskansen, maar nog veel meer om het werken eraan op het vlak van de klaspraktijk. Bij het ontwikkelen van methodische aanpakken om de kwaliteit van het onderwijs voor lezen, rekenen ... te verhogen, zochten we  steeds naar aanpakken waar ook de zwakkere leerlingen optimaal profijt konden uit halen. We besteedden in die context b.v. veel aandacht aan onderwijsvoorrangsbeleid, zorgverbreding en achterstandsdidactiek. We kwamen/komen op voor de invoering van intensief NT2-onderwijs vanaf de eer-ste dag van het kleuteronderwijs en bestreden in dit verband de vele (taal)achterstandsnegationisten. We verzetten ons tegen de afbraak van ons buitengewoon onderwijs en streven naar optimalisering ervan. We komen op voor het recht van de ouders die niet verplicht willen worden hun kinderen te laten verkommeren in het gewoon onderwijs. We roepen hen op om samen naar het ministerie en wellicht ook naar de rechtbank te trekken.

     

    Bij het streven naar verdere democratisering bestempelden we de egalitaire en defaitistische theorieën à la Bourdieu als deterministisch,  simplistisch en ontmoedigend. We begrijpen niet dat tot op vandaag de egalitaire, simplistische en nivellerende GOK-ideologie à la Dirk Jacobs, Ides Nicaise, Orhan Agirdag ... nog zoveel aanhangers telt binnen beleidskringen.  Zelf namen we hier al in 1979  expliciet afstand van.

     

    De voorbije jaren probeerden we ook de beleidsmakers die beweerden dat de sociale (diploma)doorstroming en democratisering  opvallend kleiner waren in Vlaanderen, te overtuigen van hun ongelijk. Het Vlaams onderwijs was zogezegd minder democratisch en dat was vooral het gevolg van onze differentiatie in de eerste graad. Ook volgens een recent OESO-rapport over sociale doorstroming behaalt Vlaanderen een Europese topscore, net na Finland. Minister Crevits wees hier op 7 oktober even op in het Vlaams Parlement. Dit betekent nog niet dat de beleidsmakers bereid zijn om openlijk te bekennen dat hun aantijgingen over de grotere sociale discriminatie en schooluitval in het Master-plan e.d. op een kwakkel berusten.

     

    Met Onderwijskrant ijverden we ook voor de “interne” democratisering van het onderwijs. Enkelen van ons hadden zich in de jaren zestig al ingezet voor de democratisering van de universiteit. In 1973 formuleerde een van ons ook al een aantal voor-stellen voor interne democratisering en welbegrepen decentralisatie in een publicatie van het tijdschrift ‘De Nieuwe Maand’ over de herziening van het schoolpact. Die herziening moest volgens Raf Feys e.a. ook meer inspraak en pluralistische samenwerking  mogelijk maken.

     

    Bij het opkomen voor meer betrokkenheid en inspraak, namen we in onze publicaties tegelijk afstand van het verdacht maken van alles wat te maken had met gewettigd gezag en met discipline, van de slogan ‘interdit d’interdire’, van de anti-autoritaire en anti-pedagogische strekkingen en ‘opvoeding tot ongehoorzaamheid (G.Bott), van de onderhandelings- en knuffel-pedagogiek à la Ferre Laevers en CEGO. Die strekkingen waren vooral beïnvloed door psychiatrische theorieën à la Freud, Rogers en Co, post-moderne filosofen als Foucault die ook het gewettigd gezag in vraag stelden, ontscholers als Illich, enz. In de late jaren zestig en zeventig kwamen studenten, leraren en vele anderen wel terecht op voor meer inspraak, maar dat betekent geenszins dat ze anti-autoritaire en prestatievijandige refreintjes debiteerden.

     

    We pleit(t)en de voorbije decennia geregeld voor meer inspraak van de leerkrachten en voor vertrouwensmanagement vanwege de leidingge-venden. In management-publicaties wordt dit laatste de voorbije jaren steeds meer geprezen. Inzake democratisch bestuur hebben we ons ook steeds verzet tegen grootschalige schoolbesturen die een goed bestuur en de betrokkenheid van leraars en directeurs ten zeerste afremmen. Ons verzet tegen  recente plannen vanwege minister Pascal Smet en  de koepel van het katholiek onderwijs, is eveneens ingegeven door het streven naar goed bestuur en betrokkenheid van de praktijkmensen. Enkele redactieleden hebben de overgang naar de immense schaalvergroting in het hoger onderwijs meege-maakt en spreken in dit verband vanuit de eigen ervaring.

     

    3.3 Kritisch-constructief volgen van het beleid: luis in de pels  beleidsverantwoordelijken

     

    Beginselverklaring van 1977: ”We willen op beleidsvlak ernstig genomen worden en zouden graag zien dat praktijkervaringen veel meer zouden meespelen bij beleidsbeslissingen.” 

     

    Het beïnvloeden en kritisch volgen van het onder-wijsbeleid was van meet af aan een heel belangrijke doelstelling. Als tijdschrift dat een kritische waak-hondsfunctie wou vervullen, lieten we telkens op tijd onze stem horen,  meestal tijdig en niet achteraf als het kalf al verdronken is. Zo anticipeerden we in Onderwijskrant  al vele jaren op het debat over de hervorming van het secundair onderwijs. Op die wijze konden we het ook beter stofferen en beïn-vloeden.

     

    Naar aanleiding van 20 jaar Onderwijskrant  bestempelde Hein De Belder ons in De Standaard als de luis in de pels van de beleidsmakers: “Onderwijskrant is de tribune vanwaaraf redactieleden hun vermaningen uitspreken en ervoor zorgen dat in het vlees van de beleidsvoerders altijd een angel zal zitten. Als Feys en Co onder een auto zouden lopen, dan zou het muisstil worden in onderwijsland”. De Belder stelde verder: “Het is de grote verdienste van Onderwijskrant dat een aantal ontsporingen werden voorkomen en/of achteraf weer afgezwakt of rechtgezet.”  In 2008 stelden we met voldoening vast dat onze kritische analyse van de hervormingsplannen bevestigd werd in het Nederlands rapport-Dijsselbloem van de parlementaire onderzoekscommissie.  

     

    20-10-2015 om 11:31 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Onderwijskrant 175, historiek, 38 jaar
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs