Inhoud blog
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Inspectie in Engeland kiest ander spoor dan in VlaanderenI Klemtoon op kernopdracht i.p.v. 1001 wollige ROK-criteria!
  • Meer lln met ernstige gedragsproblemen in l.o. -Verraste en verontwaardigde beleidsmakers Crevits (CD&V) & Steve Vandenberghe (So.a) ... wassen handen in onschuld en pakken uit met ingrepen die geen oplossing bieden!
  • Schorsing probleemleerlingen in lager onderwijs: verraste en verontwaardigde beleidsmakers wassen handen in onschuld en pakken uit met niet-effective maatregelen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Onderwijskrant Vlaanderen
    Vernieuwen: ja, maar in continuïteit!
    15-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onderwijs. Goedkeuring M-decreet door goedgelovige leden van de commissie onderwijs.

    Goedkeuring M-decreet door goedgelovige leden van de commissie onderwijs. Kroniek van een aangekondigd M- drama – net als met het ‘Passend onderwijs’ in Nederland.

    Vorige donderdag keurde de commissie onderwijs het M-decreet goed.  Die commissieleden beseffen o.i. niet wat de draagwijdte  van hun beslissing is. .Nederland werkt al 6 jaar aan de invoering van het decreet ‘Passend Onderwijs ‘ dat heel wat gelijkenissen vertoont.  De invoering is voorzien voor 1 augustus 2014. Het Nederlands onderwijs en de leerkrachten trekken aan de alarmbel. De invoering dreigt een catastrofe te worden. Ook voor de leerlingen met een handicap; velen dreigen per 1 augustus geen plaats te vinden.  In een blog van Bert Westenbrink  wordt die paniek vrij goed verwoord (zie bijlage).  We raden minister Smet en de leden van de commissie onderwijs aan om eens dringend op bezoek te gaan bij de Noorderburen.   

    Bijlage: Blog bert westenbrink | Passend onderwijs:  straks leuren met kinderen.  Onderwijs niet klaar voor passend onderwijs

    Nog ruim een half jaar te gaan. Dan (1augustus 2014) moet het reguliere onderwijs leerlingen met leer- en gedragsproblemen passend onderwijs geven. Gaat dat goedkomen? De kritiek op de onderwijsvernieuwing is nooit verstomd, maar wordt nu indringend. Docenten zijn er niet klaar voor. Deskundigen zeggen: stel het uit. Er dreigt geleur met kwetsbare kinderen. In de Tweede Kamer geven partijen blijk van ‘grote zorg’. Maar staatssecretaris Sander Dekker geeft geen krimp. De invoering gaat door.

    In zijn Amsterdamse woning is Dolf van Veen er eens goed voor gaan zitten. Van Veen, lector Grootstedelijk Onderwijs en Jeudgbeleid en bijzonder hoogleraar, is druk. Vorig jaar werd hij verkozen tot lector van het jaar. Bij die landelijke verkiezing zwaaide de jury hem lof toe voor zijn praktijkgerichte onderzoek naar het passend onderwijs en werd hij geprezen om zijn toonaangevende rol als inspirator. Maar nu is de inspirator vervuld van zorg over de invoering van het passend onderwijs. “En soms gaat die zorg verder,” vertelt hij. “Dan kijk ik er met angst en beven naar.” Het passend onderwijs zit in feite nog niet eens in een experimentele fase, zegt hij. “Een leerling met leer- of gedragsproblemen komt niet in een gespreid bed. Hij komt in een pand dat grondig verbouwd moet worden en waarin nog allerlei voorzieningen getroffen moeten worden, zonder dat de vakmensen een plan lijken te hebben hoe ze dat aan gaan pakken.”

    Noot van Onderwijskrant: naast de grote problemen inzake integratie/participatie in het leerproces, blijkt ook de sociale integratie en participatie vaak een groot probleem te zijn. “Studies ( Freeman & Alkin, Koster &Pijl, Nakken en Van Houten)… wijzen uit dat de sociale participatie in vergelijking met leerlingen zonder beperkingen vaak minder positief verloopt. Plaatsing van leerlingen met beperkingen in het reguliere onderwijs leidt niet automatisch tot het ontstaan van vriendschappen  of tot een toename van de acceptatie. Uit studies is b.v.  gebleken dat  leerlingen met ernstige gedragsproblemen en leerlingen binnen het autismespectrum moeite hebben om vriendschapsrelatie op te bouwen met kinderen zonder beperkingen en meer risico lopen om in sociaal isolement te geraken” (Pedagogische Studiën, 2013).

    Vanaf augustus volgend jaar moeten het reguliere basis en voortgezet onderwijs probleemkinderen passend onderwijs bieden. Kinderen met autistische stoornissen, leerproblemen, epilepsie, adhd, hoogbegaafdheid of chronische ziekten zitten straks gewoon in de klas met hun vrienden uit wijk of dorp en krijgen onderwijs op hun eigen niveau in een veilige omgeving. Dat is het idee. Die onderwijsvernieuwing moet een einde maken aan de almaar duurder wordende opvang van leerlingen met leer- en gedragsproblemen in het speciaal onderwijs.

    Van Veen maakte dit jaar op het congres van de hogescholen mensen uit het hoger onderwijs deelgenoot van zijn twijfels over de invoering van het passend onderwijs. De boodschap van Van Veen was: er zijn veel aarzelingen in het onderwijs. Sterker, het onderwijs is er niet klaar voor. Nog steeds niet.

    De infrastructuur van steun en jeugdzorg rondom de scholen brokkelt af, scholen kampen met financiële problemen waardoor interne ondersteuning verschraalt, kortom: veel leerkrachten staan er straks alleen voor. Waarbij de lector aantekende dat de pabo’s en tweedegraads lerarenopleidingen in het hoger beroepsonderwijs hun studieprogramma’s nog niet hebben toegesneden op deze

    Een belangrijke reden voor de groeiende twijfel en onrust over de invoering van het passend onderwijs is dat een substantieel deel van de leraren in het regulier onderwijs er niet klaar voor is. Ze beschikken niet over de meer pedagogische-didactische vaardigheden om leerlingen met complexe en geëscaleerde gedrags- en leerproblemen onderwijs te geven, zegt Van Veen. En dat is volgens hem niet zo raar. “We hebben veel van deze kinderen met hun probleemgedrag lange tijd gewoon geëxporteerd uit het regulier onderwijs naar het speciaal onderwijs en ons niet afgevraagd wat er nodig is om deze leerlingen verantwoord op te vangen in het regulier onderwijs.”

    Nederland koos voor passend onderwijs. Dat is niet hetzelfde als inclusief onderwijs, stelde minister van onderwijs Marja van Bijsterveldt in 2011. Plaatsing in speciaal onderwijs blijft mogelijk voor leerlingen die blind, slechtziend of spraakmoeilijkheden hebben, terwijl inclusief onderwijs uitgaat van het principe dat élk kind recht heeft op een plek in regulier onderwijs.. Maar over de vraag hoe de scholen het onderwijs moeten inrichten om die leerlingen met leer- en gedragsproblemen in een gewone klas passend onderwijs te geven woedt van dag één een discussie.

    En dat debat wordt (weer) heftiger naarmate de invoeringsdatum van 1 augustus 2014 nadert. Er komen steeds meer signalen dat het onderwijs er nog steeds niet klaar voor is, ook al is de invoering al een keer een jaar uitgesteld. CNV Onderwijs deed onderzoek en stelde vorige maand vast dat 58 procent van de ondervraagde schoolleiders van basisscholen, middelbare scholen en mbo-instellingen zich niet in staat acht om vanaf 1 augustus volgend jaar passend onderwijs in te kunnen voeren. Een ander onderzoek wees uit dat scholen in het middelbaar onderwijs leerlingen met autistische stoornissen weigeren. Het meldpunt AUTI-Weigerscholen verzamelde in een paar maanden tijd 176 meldingen van autisten die naar hun zeggen geen toegang kregen tot het middelbaar beroepsonderwijs vanwege hun stoornis.

    Het beeld tekent zich af dat het reguliere onderwijs zich geen raad weet met kinderen die leer- en gedragsproblemen hebben. Nu worden ze geweigerd aan de deur, straks wordt er met ze geleurd, omdat scholen volgens de wet passend onderwijs zorgplicht hebben. Dat betekent dat scholen binnen het samenwerkingsverband waartoe ze behoren een passende plek moeten zoeken voor een probleemkind als ze dat zelf niet kunnen opvangen. Maar hoe moet dat als leerkrachten er niet klaar voor zijn in hun overvolle klassen? ….

    “Het passend onderwijs is nog steeds overwegend een bestuurlijk verhaal,” zegt Van Veen. “Terwijl het moet gaan om de leraren, de leerlingen, het primaire proces. Er had een concreet beeld moeten zijn: hier gaan we naar toe en dat en dat hebben we nodig om daar te komen. Maar er is geen plan, er is geen plán.” De scholen en daarmee de leerkrachten moeten ondersteund worden door collega’s en andere professionals die sjoege hebben van onderwijs, die sjoege hebben van speciale onderwijszorg en vraagstukken als autisme en die leerkrachten kunnen coachen, zegt Van Veen. “Dat móet er zijn. Dat is de basis.”

    Maar zo’n structuur van ondersteuning is er niet in Nederland, voegt hij er aan toe. …

    Als preventief ambulant begeleider volgt Margreet Schipper al meer dan 20 jaar de ontwikkelingen in het reguliere basisonderwijs op negen scholen in Amsterdam. Daar krijgen in de aanloop naar het passend onderwijs al steeds meer probleemleerlingen les. Schipper ziet het aan en maakt zich zorgen. Ze treft regelmatig overvraagde leerkrachten die het idee hebben dat ze falen als ze er niet in slagen om te bepalen wat een kind precies nodig heeft. “Ik moet jonge en oude leerkrachten vaak weer oppeppen omdat ze het geloof in zichzelf kwijt zijn.”

    Leerkrachten moeten in volle klassen met kinderen van uiteenlopende ontwikkelings- en instructieniveaus rekening houden met individuele leerbehoeften, verschillende leerstijlen toepassen en kinderen hun eigen programma’s laten afwerken. Dat ze daarin regelmatig de weg kwijtraken vindt Schipper niet gek. “Leraren moeten door de grote diversiteit aan hulpbehoeften en specifieke stoornissen wel heel veel tegelijk weten en kunnen. Het zijn geen duizendpoten. In feite moet je twee goed geschoolde leerkrachten voor zo’n groep hebben.”

    Leraren lopen nogal eens vast in het voorgeschreven ‘handelingsgericht werken’. Volgens dat protocol moeten ze signaleren welke kinderen extra begeleiding nodig hebben, wat hun onderwijsbehoeften zijn en ze in groepjes plaatsen met kinderen met vergelijkbare onderwijsvragen. Voor deze groepen moet de leerkracht plannen schrijven en ze uitvoeren.In de praktijk blijkt het allemaal niet zo simpel, zegt Schipper. Gesprekken met kind en ouders om de behoeftes te inventariseren vreten tijd en de frustratie slaat toe als moeizaam tot stand gekomen groepsplannen achteraf gezien weer aangepast moeten worden. Schipper: “En dan nog: hoeveel van die gevonden behoeftes kun je werkelijk realiseren in een groep?”

    Bij aanvang van de beleidsontwikkeling van passend onderwijs werd bepaald dat het beleid van onderop vorm en inhoud moest krijgen. Begrijpelijk, stelde hoogleraar bestuurskunde Victor Bekkers van de Erasmus Universiteit in 2011. Passend onderwijs is een complexe vernieuwing in het onderwijs, ontwerp en invoering vragen om maatwerk en creëren van draagvlak, schreef hij in een essay, dat hij op verzoek van de Evaluatie en Advies Commissie Passend Onderwijs (ECPO) opstelde. Maar, gaf de hoogleraar aan, zo’n gekozen benadering van onderop zonder een duidelijke regie heeft ook een keerzijde: het gaat alle kanten op. “Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn nauwelijks belegd.” De beleidsontwikkeling van het passend onderwijs leek op ‘een stuk zeep dat steeds weer  uit je handen  glipt'. 

    …Henrik de Moel was er in maart 2012 bij, vertelt hij. De docent geschiedenis en maatschappijleer en  hoofdbestuurslid van de Algemene Onderwijsbond geeft les op het Augustinescollege in Groningen (havo, vwo). Hij staat al 14 jaar voor de klas. Veel docenten in het voortgezet onderwijs weten niet wat op ze afkomt met het passend onderwijs, vertelt hij. Wel weten ze dat ze weer een taakverzwaring voor de kiezen krijgen. De Moel: “Passend onderwijs is een bezuiniging in een mooi jasje. En nee, we zijn niet voorbereid. Maar zo gaat het vaak in het onderwijs, hè. De auto is al gestart, terwijl het rijbewijs nog gehaald moet worden.”Van tijd tot heeft hij autisten in zijn klas of zoals nu een leerling in een rolstoel. “Zo’n leerling met een fysieke handicap geeft geen enkel probleem; zij zijn vaak heel gemotiveerd. Dat is anders bij leerlingen met gedragsproblemen. Dat ligt meestal veel moeilijker.”

    Hij vertelt over de adhd’er die hij eruit stuurde met de opdracht de trap een paar keer op en neer te rennen, om overtollige energie kwijt te raken. En de leerling met PPD NOS die met iedereen in de klas ruzie maakte. Zo’n conflict tast de onderlinge verhoudingen in de klas aan, zegt hij. “Je moet realistisch zijn in extra aandacht die je aan die kinderen kunt geven. Ik heb klassen met dertig leerlingen en meer en dan gaat dat dus niet. Als ik het wel doe, lijden álle leerlingen er onder. En uiteindelijk kies je altijd voor de groep. Elke leerling heeft recht op goed onderwijs, ook die zonder label.”

    De Moel voorziet dat zorgleerlingen gedumpt gaan worden in het voortgezet onderwijs. “Scholen worden steeds meer afgerekend op hun resultaten, dus dan kun je het beste aandacht besteden aan leerlingen die geen problemen geven. De vrees is dan ook dat veel leerlingen met gedrags- of leerproblemen in de laagste regionen van het voortgezet onderwijs terecht komen. En daar maken docenten in het vmbo zich zorgen over.”

    In het organisatiemodel dat voor het passend onderwijs wordt opgetuigd, vormen samenwerkingsverbanden het cement. Er komen er 150. Binnen die verbanden moet voor elke leerling ‘een passend onderwijsarrangement’ worden gezocht. Dat vloeit voort uit de zorgplicht die in de nieuwe wet is opgenomen. Kan een school een kind met een beperking niet het gewenste onderwijs geven, dan moet het bestuur binnen het samenwerkingsverband op zoek naar een school die dat wél kan. Die zorg hebben ouders dus niet langer, zodat er ook een einde komt aan de situatie dat zíj moeten leuren met hun kind als een school het niet wil hebben.

    Mooi toch? Nou… Arga Paternotte, adviseur van Oudervereniging Balans: “Een school kan zeggen: de zorg die het kind nodig heeft kunnen wij niet leveren, hij moet naar een school tien kilometer verderop. Als ouders dat niet zien zitten, hebben ze geen recht om tegen dat besluit in beroep te gaan.” Paternotte vindt het ‘stuitend’ dat ouders geen instemmingsrecht hebben in het onderwijsplan voor hun kind. In 2011 voerde ze met Balans, de Nederlandse Vereniging voor Autisme, het Platform Verstandelijk Gehandicapten en de Chronisch zieken en Gehandicapten raad actie voor het instemmingsrecht. Vergeefs. Ouders mogen meepraten over hun kind, maar doen niet meer mee als er besluiten worden genomen, aldus Paternotte. “Nu moeten ze opkomen voor hun kind in de gesprekken met de leerkracht. En dat is moeilijk als het armoe troef is op een school, waar leerkrachten weinig ondersteuning krijgen, met overvolle klassen zitten en er niet op voorbereid zijn. Zo’n leerkracht is ook een kind van de rekening.”

    Van alle samenwerkingsverbanden in het basisonderwijs moeten 38 verbanden in totaal ruim 44 miljoen euro bezuinigen op hun ondersteuningsbudgetten. Die korting vloeit voort uit een herverdeling van de beschikbare middelen voor ondersteuning van probleemleerlingen. Regio’s waar relatief veel leerlingen speciaal onderwijs volgen moeten inleveren. De samenwerkingsverbanden hebben tot 2020 de tijd om de korting op te vangen, maar in de praktijk betekent het gewoon: minder leerlingen in het speciaal onderwijs, minder begeleiding en minder geld voor ondersteuning.

    Met name in Brabant en Limburg pakt de herverdeling slecht uit. Daar moeten álle samenwerkingsverbanden inleveren. Zo krijgt het samenwerkingsverband Breda e.o., een grote associatie van 145 scholen waar 36.000 leerlingen onderwijs krijgen, op een ondersteuningsbudget van 12,8 miljoen euro een verevening van 2,1 miljoen euro voor de kiezen. Het verband heeft zich verzet. Vergeefs. Voorzitter Jan Aarts: “Je krijgt gemiddeld hetzelfde bedrag per leerling, maar je moet leerlingen wel passend onderwijs bieden. Daar zit een tegenstrijdigheid in. Maar we hebben er mee te dealen.”

    … De Algemene Rekenkamer signaleert in het onderzoeksrapport ‘een wankel evenwicht tussen wat scholen aankunnen en wat er van ze gevraagd wordt’. De onderzoekers zien op scholen ‘zorgwekkende ontwikkelingen’ in het evenwicht tussen middelen en mensen, taken en tijd en taken en mensen. Ze schrijven: “Het ministerie van OCW laat regelmatig onderzoek doen om na te gaan of het goed gaat met het basisonderwijs. Deze onderzoeken laten geen verontrustende ontwikkelingen zien. (…) Maar op het niveau van individuele besturen, scholen en groepen, zijn de ontwikkelingen verontrustender.”

    De verontrusting zit ‘m erin dat scholen door dalende rijksbijdragen en afnemende kinderaantallen moeten bezuinigen. In feite leeft een flink aantal boven zijn stand, 20 procent van de basisscholen staat rood, aldus de Rekenkamer. Nogal wat scholen houden met buffers mensen in dienst omdat ze dat voor de kwaliteit van het onderwijs wenselijk vinden. Maar die buffers raken uitgeput. “De komende jaren moet er meer personeel afvloeien. In de afgelopen jaren is in het onderwijs meer bezuinigd op intern begeleiders, remedial teachers en onderwijs- en klassenassistenten dan op de leraren. De hoeveelheid ‘extra handen’ om leraren te ondersteunen, neemt dus af,” aldus de Rekenkamer.Zo worden schoolteams waarbinnen de leraar steun en feedback moet krijgen, langzaam maar zeker uitgekleed.

    Naast de verschraling binnen de school, wordt het er buiten ook niet beter op. Volgens de opzet van het passend onderwijs moet er afstemming komen tussen onderwijs en jeugdzorg, want ondersteuning van leerlingen moet binnen en buiten de scholen integraal worden aangepakt. In Haagse kringen spreken ze over spiegelwetgeving. De Wet op het Passend Onderwijs en de nieuwe nog vast te stellen Jeugdwet maken scholen en gemeenten samen verantwoordelijk voor een sluitend aanbod van ondersteuning en hulp aan Voorzitter Aarts van het samenwerkingsverband Breda e.o. weet inmiddels hoe dat in de praktijk uitpakt. Van plannen maken met de gemeenten is vooralsnog geen sprake, zegt hij. En dat wringt. In februari volgend jaar moeten de ondersteuningsplannen waar samenwerkingsverbanden en gemeenten overeenstemming over moeten bereiken, worden voorgelegd aan de gemeenteraden. Aarts ziet het niet gebeuren: “Geen wethouder heeft dan tijd, die is druk met de gemeenteraadsverkiezingen.”

    De fase waarin het passend onderwijs zich nu bevindt, duurt volgens lector Van Veen een jaar of zes. Is dat verantwoord als je het hebt over de opvang van kwetsbare kinderen? Van Veen: “Ik vind dat die kinderen niet terecht mogen komen in situaties waar het ontbreekt aan goede condities voor leren en onderwijzen. Zeker, er zijn goede voorbeelden maar lukraak experimenteren lijkt mij niet de weg.” De orthopedagoog Peter Mol, voorzitter van de landelijke werkgroep ambulante begeleiders, is meer uitgesproken: “Het moet ernstig overwogen worden om de implementatie nu te stoppen. De invoering rommelt van alle kanten. Waarom dat niet gebeurt? Financiële redenen. Gezichtsverlies, invoering is al een keer uitgesteld. Bagatelliseren van de problemen, wat het ministerie doet door allerlei goede voorbeelden voor te schotelen.”


    15-02-2014 om 16:32 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:M-decreet, passend onderwijs, gedragsproblemen
    >> Reageer (1)
    12-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onderwijs. O-ZON-campagne 2011 (deel 2) Prominente buitenlandse stemmen over ontscholing & herscholing van het leerproces

    1      Kritiek op ontscholing, ontsystematisering en infantilisering

     1.1 Entschulung, Entsystematisierung  und Entsymbolisierung

    Niet  enkel veel leerkrachten, maar ook  veel onderwijsdeskundigen, beleidsverantwoordelijken, publi-cisten  …  uit diverse landen pleitten de voorbije 15 jaar voor herscholing i.p.v. ontscholing van de school, reconstruire & réscolariser l'école i.p.v. détruire l'école,Typisierung i.p.v. Enttypisierung,  eine Pädagogik vom Lehrer aus  i.p.v. Pädagogik vom Kinde aus, prestatieschool i.p.v. knuffelschool, Rückkehr der Leistungsschule, école i.p.v. 'lieu de vie' of studiehuis, leerling i.p.v. lerende, kind of klant, leerkracht i.p.v. begeleider…  Het waren/zijn alle pleidooien om ons in de toekomst meer te concentreren op de leertaak van de school, voor de reductie van het curriculum én de terugkeer naar de specifieke leeropdracht, ...  Er werden/worden in de meeste landen ook tal van acties ondernomen om de anti-intellectuele trend en ontsystematisering te keren, om de fundamentele kenmerken van de school, haar ijzeren grammatica, in ere te herstellen, om de missie van de school specifieker en bescheidener te omschrijven. Het Vlaams vernieuwingsestablishment & Klasse verzwijgen angstvallig het herscholingsdebat in Europa en de VS.

    Het Franse onderwijsbeleid van de voorbije jaren stond volledig in het teken van de herscholing. Dit betekent ook een herwaardering van de klassieke leerinhouden, woordenschat en grammatica incluis. De regering Sarkozy wil nog steeds het collège unique (=middenschool) vervangen door een                gedifferentieerde structuur en 80% van de leerkrachten is het daar mee eens. In Nederland is vooral de voorbije 4 jaar een herscholingsbeleid opgestart onder het motto ‘beter presteren’ (zie bijdragen over Nederlands beleid in dit nummer). In 2004 werd ook al de gemeenschappelijke basisvorming in de lage-re cyclus s.o.  in sterke mate gereduceerd. Enkele jaren geleden stuurden ook premier Blair en 'Labour' in Engeland aan op reschooling. Zij erkenden dat hun arbeiderspartij  zich in het verleden had vergist en dat de 'do it yourself pedagogy' van het post-Plowden-tijdvak  extra nadelig was voor de arbeiderskinderen. Binnen de huidige regering van David Cameron staat de thematiek van de herscholing en het verhogen van de leerresultaten centraler dan ooit (zie White-paper en Training our next generation of outstanding teachers). In praktisch alle Westerse landen werden actiegroepen opgericht die ijveren voor herscholing en tegen ontscholende hervormingen: Beter Onderwijs Nederland, Reconstruire l’école, SOS Education, Sauver Les Lettres, Groupe de Réflexion Interdiciplinaire sur les Programmes (GRIP ) & SLECC (Savoir lire écrire compter calculer) in Frankrijk, O-ZON in Vlaanderen, ... GRIP & SLECC proberen oerdegelijke       aanpakken voor rekenen, lezen, spelling, ... te herwaarderen & te optimaliseren; ze werken hierbij met ex-perimenteerklassen. Ook in onze vakdidactische publicaties besteedden we hier veel aandacht aan.

    In deze bijdrage beschrijven we visies van een aantal onderwijsexperts die de voorbije jaren een opgemerkt standpunt innamen omtrent ontscholing en herscholing.  Prof. Franz Weinert (Max Planck-Institut) omschrijft de gevolgen van de radicale hervormingsprojecten  uit de voorbije decennia met de termen ‘Entschulung, Entsystematisierung, Entsymbolisierung und Infantilisierung  des unterrichtlichen Lernens’. De emancipatorische pedagoog Hermann Giesecke sprak over een ‘anti-intellektuellen,          anti-kognitiven und insofern auch gegenaufklärischen’ effect. De Duitse ex-president Herzog waarschuwde voor de knuffelpedagogiek. Het valt op dat de voorbije 15 jaar  in Engeland, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Québec, VS …  de talrijke ontscholingsprojecten van de voorbije decennia  door veel onderwijsexperts als nefast beoordeeld werden. Het gaat dan vooral om kritiek op de neo-   reformpedagogiek die grotendeels als een voortzetting van de reformpedagogiek wordt gezien en  om een kritiek op de nivellerende middenschool, collège unique, Gesamtschule.  Ontschoolde scholen leiden tot ontschoolde leerlingen.

     Veel auteurs wijzen ook op het paradoxaal samengaan van  twee verschillende ideologieën die het onderwijs bestoken: de koude rationaliteit van economisch rechts en de Europese Unie  die de school utilitair benadert  en de warme  ideologie van romantisch links die de ware opdracht van de school  en het prestatieprincipe ondergraaft. Jean Romain bestempelt die alliantie als "un grand danger d'appauvissement de l'expérience humaine" (Lettre ouverte à ceux qui croient encore en l'école, L'Age d'Homme, 2001). Romain e.a. verweten  linkse romantici à la Meirieu dat ook hun ideeën uiteindelijk  een deshumaniserend effect hebben en tegelijk heel nefast zijn voor sociaal benadeelde kinderen.

    Bij  de tegenstanders van ontscholing treft men volgens prof. Giesecke  “veel vernieuwers in continuiteit aan die het onderwijs proberen te optimaliseren zonder te raken aan de fundamentele pijlers van de school en met respect voor hetgeen in het verleden werd opgebouwd. Deze vernieuwers hebben        gedurende de voorbije decennia  één en ander bereikt, maar ze werden hierbij afgeremd  door  de radicale hervormers die het prestatiebeginsel sterk in vraag stelden en  voor de benadeelde kinderen -  in      tegenstelling met hun mooie  beloftes -  niets hebben gerealiseerd.“ In het verleden ging de steun van de overheid ook praktisch uitsluitend naar ontscholende nieuwlichters - ook in Vlaanderen.

    Opvallend veel herscholers zijn sterk begaan met het bieden van optimale onderwijskansen.         Gemeenschappelijk in de meeste pleidooien is de stelling dat de sociaal en/of cultureel  benadeelde leerlingen nu minder onderwijskansen krijgen omdat de slinger te sterk is doorgeslagen in de richting van ontscholing en ontsystematisering. De Engelse kennissocioloog Michael Young stelt dat het nieuwe leren “leerlingen de verkeerde boodschap geeft dat ze niet veel moeten werken om iets waardevols te bereiken in het leven”. Dit  ontscholingsconcept legt volgens Young ook de basis voor een ongelijke maatschappij. Leerlingen die kennis het meest no-dig hebben, omdat hun weinig van huis uit wordt aangereikt, steken zo op school al te weinig op. Ook de keuze van Pierre Bourdieu en co om arbeiderskinderen eerder te confronteren met de eigen arbeiderscultuur of ‘culture populaire’  (i.p.v. de ‘culture bourgeoise’) duwt deze kinderen terug in hun eigen sociale klasse. Dit is ook de basisidee in het boek 'Education and justice'  (Sage, London, 1997) van de Engelse prof. Denis Lawton.

    In dit nummer beluisteren we herscholingsvoorstellen uit verschillende landen. In deze bijdrage geven we het woord aan een aantal prominente herscholers uit Duitsland en Frankrijk. In de laatste bijdrage in dit themanummer komt de visie van één van de belangrijkste Engelse herscholers – de Engelse socioloog Frank Furedi – uitvoerig aan bod – zoals ze tot uiting kwam in zijn recent boek:  ‘Wasted. Why education isn’t educating’ In andere bijdragen beluisteren we praktijkgetuigenissen uit Nederland en Vlaanderen.

    2             Mythen und Errungenshaften

     2.1          Giesecke: ‘anti-intellektuellen und gegen-aufklärischen’ ontscholingseffect

     Een boek waarin de ontscholingsgedachte sterk bestreden wordt is  ‘Neue Mythen in der Pädogik’. Wa-rum eine gute Schule nicht nur Spass machen kann  (Donauwörth, Auer, 1999). Een algemene idee in verschillende bijdragen in ‘Neue Mythen’  is precies dat het vermeende ‘humane leren’ zijn beloftes niet houdt en dat het neue Benachteiligungen schafft en dus heel nadelig is voor sociaal en/of cognitief benadeelde kinderen en voor de zorgverbreding.  Net als vele anderen  stelt ook prof. H. Giesecke in 'Neue Mythen" dat veel moderne pedagogische the-orieën een ‘anti-intellektuellen, anti-kognitiven und insofern auch gegenaufklärischen’ effect produceren  en het onderwijs al te sterk ‘emotionaliseren’ en ‘therapeutiseren’ (p. 86). In het onderwijspedagogische en onderwijspolitieke discours werden de kernopgaven van het onderwijs vaak gedemonteerd. De leerlingen moeten dan eerder zelf                      uitvinden en zelf bepalen wat, hoe en in welk tempo ze willen leren. "Leerkrachtgeleid onderwijs wordt als ouderwets en politiek reactionair gezien. De leerkrachten zijn  geen lesgevers meer maar opvoeders en moderators van leerprocessen. De nieuwe Leitmotive van ons schoolsysteem heten 'Selbsttätigkeit', 'Leren' (nicht Lehren), 'Erziehung', 'Integration’. Ze zijn in de plaats gekomen van het klassieke vormingsbegrip".

    Het basisbeginsel van degelijk onderwijs berust volgens Giesecke op het feit dat er leraars zijn die één en ander weten of kunnen en dit wensen door te geven op een didactisch verantwoorde manier aan leerlingen die dat nog niet weten of kunnen (p. 90). Onderricht mag men niet bekijken als 'eine          feindliche Besatzungsmacht in das Leben Unschuldiger ein, wie manche Schultheoretiker zu glauben scheinen. Pas via bemiddeling door de leerkracht kunnen complexe zaken en handelingen  geleerd worden. Onderwijs vereist ook de passende distantie ten aanzien van het dagelijks leven. Onderwijs is een culturele uitvinding omdat het mogelijk maakt de onmiddellijkheid van ons bestaan te overschrijden en een voorraad (vooraf) aan kennis op te doen  in functie van toekomstige handelingen. De basispolariteit van onderwijs en leven mag niet weggewerkt worden, zoals steeds opnieuw geëist wordt  met parolen en slogans  als 'lebensnahen Schule, Schülerorientierung, Erfahrungsorientierung, Lebenswelt-orientierung, Handlungsorientierung ' …

    Giesecke: “De totale maatschappij heeft er belang bij dat de nieuwe generaties het aanwezige potentieel aan kennis en vaardigheden overnemen en kunnen aanvullen. De leerplannen moeten een minimaal  gemeenschappelijk bestand van kennis en vaardigheden vastleggen. Vanuit zichzelf is het kind niet onmiddellijk geïnteresseerd om  veel vakkennis en culturele kennis op te doen; de interesse van het kind reikt niet verder dan zijn onmiddellijke levenshorizon. Vooral ook de sociaal benadeelde kinderen hebben met het oog op hun emancipatie uit hun benadeelde situatie nood aan directe, gerichte, maar tegelijk geduldige en aanmoedigende instructie. De radicale hervormingsbeweging  heeft in tegenstelling met haar beloftes voor deze kinderen niets gerealiseerd. Integendeel."

     Giesecke betreurt  ook de steeds verder toenemende maatschappelijke en pedagogische opdrachten die aan de school toegewezen worden. De school moest volgens de ontscholers  een allesomvattende levensschool (total institution) worden, waarin de leerkrachten zo polyvalent zijn dat ze alle mogelijke problemen van de leerlingen en van de maatschappij kunnen oplossen. Door de te sterke beklemtoning van de zgn. 'Sozialpädagogisierung'  komt de kernopdracht van de school in het gedrang.  Door het feit dat de kerntaken van het onderwijs ondergesneeuwd geraakten,  is ook het beroepsbeeld van de leerkracht heel diffuus en minder aantrekkelijk geworden – nog het meest voor de jongens. De ontscholing  is volgens Giesecke  één van de belangrijkste  oorzaken van  de crisis van het leraarsberoep (Radiouitzending NDR 4 op 11.07.01: Woran erkennt man gute und schlechte Lehrer?, Internet). De kernopdracht voor de leraar moet opnieuw worden dat hij onderricht en hierop moet zijn zelfbeeld gebaseerd zijn. Er moet  dus aandacht zijn voor de begrenzing van zijn opdracht: "Een goede leraar moet in elk geval zo goed mogelijk willen onderwijzen. Als de leerkracht hier goed scoort, dan mag men er meestal ook van uitgaan dat hij ook geslaagd is voor zijn pedagogische en motiverende opdrachten en dat hij een leer-vriendelijk klimaat geschapen heeft.”

     Giesecke heeft deze ideeën meer uitvoerig uitgewerkt in drie  publicaties: Pädagogische Illusionen. Lehren aus 30 Jahren Bildungspolitiek, Stuttgart 1998 en Wozu ist der Schule da?, Stuttgart 1996 en Pädagogik: quo vadis?, Juventa-Verlag 2009. Op het Internet treft men ook tal van interviews met hem aan.

     2.2         Max-Planck-Institut: leraargeleid onderwijs is effectiever

     In Duitsland komt de  kritiek  ook uit de hoek van het wetenschappelijk onderzoek. In 1996 onderzocht het Duitse Max-Planck-Institut für Bildungsforschung het effect van directe instructie in vergelijking met de veel gepropageerde vormen van  zgn. 'open onderwijs' en deschooling (Bildungsverläufe und psychosoziale Entwicklungen im Jugendalter). Ook hier kwamen de onderzoekers  tot de vaststelling dat de resultaten van leerlingen die 'open onderwijs' genoten beduidend lager waren dan deze die 'lehrerzentrierten Unterricht' kregen. Een andere conclusie luidt: "Doorgedreven individualisering  schaadt de effectiviteit en is heel nadelig voor benadeelde kinderen".

    In het onderzoeksverslag concludeert de voorzitter, prof. Fr. Weinert: "Tot verbazing van veel         reformpedagogen blijkt uit de meeste grondige onderzoeken dat 'directe instructie' veruit het meest effectief is. Directe instructie verbetert niet enkel  de prestaties van bijna alle leerlingen, maar verhoogt ook het zelfvertrouwen in het eigen kunnen en reduceert de faalangst". 

     2.3         Leraar-publicist Michael Felten

    Leraar Michael Felten is ook één van de bekendste herscholers in Duitsland. We denken vooral aan 3 publicaties: Neue Mythen in der Pädagogik, Auer, 1998, 'Kinder wollen etwas leisten' (Kösel-Verlag, 2000) en Auf die Lehrer kommt es an! Für eine Rückkehr der Pädagogik in die Schule (Gütersloher Verlagshaus 2010). Felten bekritiseert  in dit laatste boek de reformpedagogische tijdsgeest die gebaseerd is op een gelijkheidsfictie  tussen leerkrachten en leerlingen, op een zelfstandigheidsillusie m.b.t. de zelfstandige capaciteiten van het kind en op een conflictschuw strengheidstaboe in de relatie leerkrachtleerling. Dit alles mondt uit in schoolse ver-wenning omdat de leerlingen behoed moeten worden voor grote verwachtingen en beschermd tegen slechte cijferbeoordelingen; de leerkracht  moet dus vooral speelse werkvormen  toepassen. Felten omschrijft de methodische overdrijvingen in termen van *triomf van de leeftijdsgenoten – het sociale leren van elkaar; het zoveel mogelijk leren op eigen verantwoordelijkheid of triomf van het ego; triomf van de open werkvormen en het open onderwijs; triomf van het leuk zijn en het welbevinden... 

    2.4        Duitse hoogleraar Thomas Ziehe

     Een andere bekende Duitse herscholer is de onderwijspedagoog Thomas Ziehe. Ziehe stelt in tal van publicaties dat leerkrachten moeten accepteren dat het op school vooral gaat om culturele kennis die ver af staat van de leefwereld van de leerlingen en die dus door hen op een eerste gezicht als ‘vreemd’ ervaren wordt. Voor het vreemde karakter moeten leraren zich niet excuseren en omgekeerd moeten leerlingen niet de schuld  krijgen van hun self world-gerichtheid. Leraren moeten leerlingen helpen hun motivatiehorizon te verbreden. Leerlingen mogen niet gefixeerd blijven op hun innerlijke zelf vanwege de ambivalenties die dat oproept. Leraren vervullen dus een brugfunctie tussen de self worlds van hun leerlingen en die andere werelden. Leraren kunnen en moeten ook meer gebruik maken van het verborgen verlangen van leerlingen naar het trots zijn op wat je bereikt/geleerd hebt. Ze moeten zelf uitstralen dat je verdiepen in  een vak  tot verrukking kan leiden. De leerlingen  moeten leren dat op de lange termijn aan iets werken uiteindelijk een groter gevoel van bevrediging en arbeidsvreugde oplevert dan het momentaan welbevinden.

     Scholen moeten verder meer i.p.v. minder gestructureerde situaties bieden om de diffuusheid voor     leerlingen niet nog groter te maken. Er moet een setting zijn van regels en routines die je vasthouden. De leraar is verantwoordelijk voor structuur én voor een responsief klimaat. Volgens Ziehe hebben           leerlingen in de huidige periode van individualisering juist behoefte  aan meer  i.p.v. minder structuur.  De profeten van het Nieuwe Leren en ‘open onderwijs’ hebben ongelijk, want kinderen geraken alleen maar in de war door al die vrijheid en openheid.

     2.5  Josef Kraus,  voorzitter lerarenvakbond

    Ook Josef Kraus, de bekende voorzitter van de Deutsches Lehrerverbandes, pleitte de voorbije 15 jaar herhaaldelijk voor herscholing: eine Schule des Wissens, eindeutig, strukturierten Ergebnisorientierten Unterricht, Schule des lebendigen  Wissens statt der sterilen technisch gespeicherten Daten, keine Überfrachtung von Schule durch sozialpädagogische  Aufgaben,meßbare Wissensleistung &                  Qualitätskontrolle, eine Schule der Kultur  und keine Schule des flachen Ökonomismus. Kraus spreekt zich kritisch uit over tal van pedagogische mythen: Selbstbestimmung, Selbstentfaltung, Selbsterfharung, Selbsterziehung, Selbstkonzept… Hij  betreurt dat de ‘nieuwlichters’ minder aandacht besteden aan Selbstbeherrschung, Selbstdiziplin ... Uit het louter bezig zijn met het zelf resulteert vaak: Selbstgefälligkeit, Selbstsucht, Selbstüberschätzung, Selbsttäuschung…

    We citeren nog even uit een aantal stellingen die Josef Kraus in maart 2011 verspreidde in ‘Zwanzig Wahrheiten über Schule in Deutschland’ (Internet). Kraus: “Die um sich greifende Erleichterungs- und Wohlfühlpädagogik bringt nichts. Schule ohne Leistung und Anstrengung geht nicht. Die Notengebung wurde immer und immer wieder liberalisiert oder gar abgeschafft, schwere Schulfächer konnten durch leichte ersetzt werden, und überhaupt wurde eine Pädagogik gepredigt, derzufolge Schule Spaß und Unterhaltung garantieren soll. *Die Debatte um Bildungsgerechtigkeit ist nichts anderes als der         sozialromantisch kaschierte Versuch, über die Schule Gleichmacherei zu betreiben. Wir brauchen schu-lische Vielfalt statt integrierte Einfalt. Die Gesamtschule in Deutschland ist gescheitert. ... Außerdem erzielt eine von Gleichmacherei geprägte Schulpolitik vermeintliche Gleichheit allenfalls durch Absenkung des Anspruchsniveaus.

     *Wir verzichten immer mehr darauf, von unseren Schülern konkretes Wissen einzufordern. Stattdessen schwafeln wir von Methoden-, Basis-, Horizontal-, Sozial- und Handlungskompetenzen. Wir brauchen wieder einen Primat der Inhalte vor den Me-thoden. Es ist eine Renaissance des konkreten Wissens angesagt. ... *Wir lassen unsere Muttersprache bereits in der Schule verkommen. Das Beherrschen der Mutter- und Landessprache ist das A und O jeder Bildung. Tatsache ist aber: Schule in Deutschland schafft es nicht, den Nachwuchs solide in der Mutter- und Landessprache zu schulen. (F. betreurt de uitholling van het moedertaalonderwijs.)

     *Falsch ist die Behauptung, es komme nicht auf Schulstrukturen, sondern ausschließlich auf die Art des Unterrichts an – nämlich auf einen projekt-orientierten, lehrermoderierten und schülerzentrier-ten. Unsere Schüler brauchen einen strukturierten und ergebnisorientierten (nicht nur erlebnisorien-tierten) Unterricht. Übrigens: Gerade leistungsschwächere und jüngere Kinder profitieren von einem klar strukturiertem Unterricht.  Die internationalen Abitur-Vergleiche sind falsch. Dort wo man in Europa die niedrigsten Abiturienten-Quoten hat, hat man zugleich die besten Wirtschaftsdaten: nämlich in Österreich, in der Schweiz sowie in Bayern. 

    3.     Reconstruire l'école: réscolariser

    3.1        Herscholing in Frankrijk

    In Frankrijk leidde de thematiek van de ontscholing de voorbije 15 jaar tot een nieuwe schoolstrijd.  Er verschenen  veel boeken, artikels e.d. met scherpe kritiek op de ontscholingsprojecten van de voorbije decennia. De herscholers spreken er over 'reconstruire l'école' en formuleren ook veel kritiek aan het adres van het nivellerende ‘collège unique’.

    We denken in dit verband aan de vele boeken die alle de ontscholing bekritiseren. We vermelden er enkele:  La destruction de l'enseignement élémen-taire et ses penseurs (L. Lurçat), Vers une école totalitaire (L. Lurcat), L'école desoeuvrée, la nouvelle querelle scolaire (C. Thélot en Ph. Joutard), L'enseignement de l'ignorance (J.C. Michéa), La barbarie douce (J.P. Le Goff), Oser enseigner (G. Molina), Lettre ouverte à ceux qui croient encore en l'école (J. Romain) over de 'délimitation' de l'école, L'ensignement mis à mort (Adrien Barrot)… Que vive l'école république,1999 en 'L'école de la philo-sophie, Pleins feux, 2000 (Charles Coutel); La Pédagogie du vide (Hervé Boillot en Michel Le Du) P.U.F, 1993: kritische analyse van de visie van Ph. Meirieu; L'enseignement mis à mort (Alain Barrot, Librio 2000; L'imposture pédagogique  van Isabelle Stal (2008) met vooral een kritiek op de (universitaire) lerarenopleidingen. Een fundamentele analyse treffen we ook aan in een oproep (28 pagina’s) van een aantal professoren wiskunde en wetenschappen: Les savoirs fondamentaux au service de l'avenir scientifique et technique. Comment les réenseigner, Laurent Lafforgue e.a, 2004, Internet.

    Het gaat hier telkens om vrij bekende auteurs. Ook in de  publicaties en TV-uitzendingen van Alain    Finkielkraut treffen we regelmatig een hoofdstuk aan over de ontscholing in Frankrijk. We denken verder aan de publicaties van Jean-Paul Brighelli (La fabrique du crétin: La mort programmée de l'école, ...) en aan deze van Marc Le Bris over de ontscholing in het lager onderwijs: Bonheur d'école : Peut-on encore sauver l'école française?;  Vos enfants ne sauront pas lire... ni compter!  

     3.2           Reconstruire l'école

     Vooral ook de scherpe kritieken  op de hervormingen van het secundair onderwijs  wijzen op een bitsige  schoolstrijd. Het verzet tegen het voorbije beleid wordt  deels gecoördineerd door de vereniging "Reconstruire l'école" waarvan prof. Denis Kambouchner de voorzitter is. Hij publiceerde zelf een boek hierover:‘Une école contre l'autre’. Hij verwijt Meirieu en co dat ze net als de reformpedagogen destijds de fundamentele pijlers van elk degelijk onderwijssysteem totaal in vraag stelden en dat hun alternatieve (romantische) onderwijsvisie te ver afstaat van de praktijk. Met een zinspeling op het beleidsprincipe ‘’enseigner moins pour enseigner mieux’, repliceerde Kambouchner dat hij eerder opteerde voor ‘enseigner mieux en enseignant plus’  (plus betekent hier meer aandacht voor basiskennis en basisvaardigheden).

     Zelf lazen we ook met veel interesse L'école desoeuvrée, la nouvelle querelle scolaire  (Ed. Flammarion, 1999) van C. Thélot en Ph. Joutard. Op de achterflap wordt de basisgedachte als volgt samengevat: "Sinds de jaren zeventig geeft  de onderwijspolitiek voorrang aan de visie van pedagogen zoals Meirieu en co. Men verwaarloost elementaire kennis, men minacht het lesgeven en de leerkrachten, men wil per se van het onderwijs een 'lieu de vie' maken.  De school gaat voorbij aan haar ware roeping: transmettre les savoirs et les oeuvres. In plaats van het aanmoedigen van de vlucht vooruit van vele nieuwlichters zou een verantwoorde onderwijspolitiek  eerder moeten proberen om de fundamentele evenwichten te vinden die een school nodig heeft."

     Volgens de Franse onderwijssociologe Judith Lazar hebben ontscholers als Ivan Illich, Paulo Freire,   Michel Foucault, Pierre Bourdieu, Louis Althusser, A.S. Neil, Françoise Dolto… de basisgrammatica van het onderwijs en het gezag van de school en van de leerkrachten sterk ondermijnd. Ze beïnvloedden sterk de publieke opinie en de 'Education nationale', de onderwijshervormingen van de voorbije 30 jaar (J. Lazar, Pour quoi faire?, Flammarion 2004).

     We vermelden nog een aantal werken die de analyse hiervoor ondersteunen. Jean Romain: Lettre ouverte à ceux qui croient encore en l'école, L'Age d'Homme, 2001. Zijn belangrijkste boodschap luidt: "On est en train de casser un vieux métier humaniste qui consiste à enseigner quelque chose à quelqu'un. Il faut recommencer à enseigner, re-prendre le risque de l'autorité  et réapprendre à lire, réapprendre à écrire, réapprendre à calculer. Remettons la matière au centre, parce que c'est la matière enseignée qui va faire grandir, qui va élever- c'est l'étymologie du mot èléve".

    Jean-Piere Le Goff: La Barbarie douce: la modernisation aveugle des entreprises de  l'école, 1999. In dit boek behandelt Goff veschillende thema's waaronder de vernieuwingsdwang, de managementmode, de reductie van de primaire opdracht van het onderwijs: "L'école perd sa mission première qui est de transmettre les connaissances dans une relation par essence inégalitaire entre le professeur qui a étudié pour acquérir un savoir et l'éléve qui va progressivement apprendre. L'établis-sement scolaire devient un 'lieu de vie', sorte de garderie sociale; le professeur n'a plus l'autorité reconnue, il est censé être à l'écoute de l'apprenant qui n'est plus celui qu'on 'élève', mais celui au niveau duquel on s'abaisse, toujours au détriment des plus faibles". We vermelden verder ook de tekst L’imposture pédagogique van prof. Bernard Ber-thelot (2001, de tekst staat op het Internet).

     3.3         Prof. Nathalie Bulle

    De bekende Franse onderwijssociologe Nathalie Bulle publiceerde in 2009 het boek ‘L’école et son double’ over wat er al 40 jaar misloopt met de hervormingen van het secundair onderwijs, met de ontscholing en comprehensivering. Het ontplooi-ingsmodel vanaf de basisschool samen met de invoering van het collège unique ontwrichtten volgens Bulle het destijds behoorlijk functionerende onderwijs. De vele nieuwlichters kozen voor een didactische ommekeer: voor het ontplooiingsmodel - gebaseeerd op een biologische visie à la Rousseau en Piaget. Ze stelden ten onrechte het belang van de culturele vakdisciplines en van cultuuroverdracht  à la Vygotsky in vraag.  Prof Bulle schrijft in deze context: “L’école en France est en réalité aujourd’hui dominée par des représentations de l’homme et de son développement fondées sur des bases fausses. Les conceptions aussi bien en psychologie, en épistémologie qu’en sociologie, qui ont partie liée et qui ont guidé ses transformations pédagogiques, sont à la source d’une profonde dégradation de son enseignement.”  Bulle  plaatst o.a en terecht de biologische visie van Piaget en co tegenover de culturele visie van Vygotsky waarin de kennisoverdracht centraal staat. Heel wat constructivisten beroepen zich ten onrechte op Vygotsky.

     De nieuwlichters kozen volgens Bulle ook voor het nivellerende collège unique.  Volgens haar was de invoering van comprehensief onderwijs zoals het collège unique vooral bedoeld voor de 15 procent leerlingen die zich op het einde van de lagere school in een situatie van bijna definitieve mislukking bevonden. Alle leerlingen werden de dupe van het collège unique en van de ontscholing;  nog het meest de sociaal benadeelde leerlingen. Bulle wijst ook op de nefaste invloed van het onderwijssociologisch gedachtegoed van Pierre Bourdieu en zijn vele volgelingen.

     3.4         Kritiek op ontscholing in basisonderwijs

    Voor het  basisonderwijs lijken ons de publicaties van prof. Liliane Lurçat, destijds 'directeur de              recherche au CNRS (psychologie de l'enfant) heel revelerend. Lurçat schreef ook verschillende werken over de vakdidactiek voor schrijven, lezen en rekenen voor  jonge kinderen. Een bijdrage op het Internet draagt de titel 'L'école élémentaire détruite'.

     Lurçat betreurt o.a. dat  door de hervormingen van de  voorbije decennia geraakt werd aan de funda-mentele pijlers van het basisonderwijs waardoor ook het aantal mislukkingen en het aantal kinderen met leerproblemen sterk is toegenomen. Er wordt te weinig aandacht besteed aan het onderwijzen van de basisvaardigheden;  er werd afbreuk gedaan aan de oerdegelijke methodiek van het basisonderwijs, gebaseerd op de systematische en progressieve overdracht van  kennis en vaardigheden. Door de onduidelijkheid over de juiste aanpak  en het tekort aan systematiek heerst er nu verwarring en onbegrip.  De basisvaardigheden worden niet meer bereikt door veel leerlingen die geen beroep kunnen doen op steun thuis; maar ook bij veel gewone  kinderen merkt men tal van lacunes. De toegenomen ongeletterdheid op het einde van het basisonderwijs is een product van de aantasting van de beproefde methodes. De (universitaire) lerarenopleidingen lieten de beproefde vakdidactische methodes vallen in naam van ideologische en pedagogische argumenten (pédagogisme  et constructivisme à la Ph. Meirieu, Freinet ...).  We vermelden ten slotte nog een interessant boek onder redactie van de professoren Liliane Lurçat en Laurent Lafforgue ‘La débâcle de l’école/Une tragédie incomprise‘, Xavier de Guibert, 2007.

    4.  Core Knowledge-beweging van E.D. Hirsch in de VS

    De Amerikaanse prof. E. D. Hirsch staat bekend als één van de meeste bekende en prominente Amerikaanse tegenstanders van de ontscholing. 30 jaar geleden richtte hij in de VS de zogenaamde ‘Core Knowledge-beweging op.  Hij is o.a. een pleitbezorgers van goed doordachte en gestructureerde curricula. Een paar weken geleden besteedden we al een paar bijdragen aan E.D. Hirsch op ons blog en op ons facebook.

    5. Besluit

    In deze bijdrage werd duidelijk dat er de voorbije jaren en decennia in tal van landen de  een geanimeerd debat wordt gevoerd over de ontscholing. De critici van de ontscholing zijn allesbehalve conservatieven die terug willen naar het verre of idyllische verleden. Integendeel. Het zijn meestal mensen die sterk begaan zijn met het lot van cognitief en/of sociaal benadeelde kinderen. Het zijn mensen die ook strijden voor optimalisering van het onderwijs, maar dan in continuïteit, met behoud van de waarden en aanpakken die hun deugdelijkheid bewezen hebben. In de hierop volgende bijdragen wordt dit alles verder geconcretiseerd. In de laatste bijdrage in dit themanummer komt de visie van de Britse socioloog Frank Furedi uitvoerig aan bod.


    12-02-2014 om 09:45 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:ontscholing, herscholing
    >> Reageer (0)
    11-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onderwijs. Waartoe dient de school? Herscholing nodig!

    Waartoe dient de school?

    Heribert Schopf  Wozu ist die Schule da? Soziale Funktion oder pädagogische Aufgabe?

    Conclusies:

    Das pädagogische Wozu Schule lässt sich etwa so zusammenfassen:

    *Schule ist mehr als Aufbewahrung der Schüler, denn die Schüler sind für die Schule da, nicht  umgekehrt (vgl. Koch 2002 in Reichenbach 2013, S. 15f.)

    * Schule ist zum ‘schulischen’  Lernen da! Dieses Lernen muss als schulisches Lernen erkennbar sein.

    * Schule ist dazu da, als Ort der Didaktik und der fachlichen Methode zu gelten.

    *Die Schule ist dazu da, der Ort von Vermittlung von etwas und der Aneignung von etwas zu sein, ohne dass letztere hergestellt werden kann.

    * Schule   ist   dazu   da,   dass   Lehrpersonen   sich   als   Sachautorität   ihres   Wissens   und   Könnens  erleben können und nicht als organisierende Aufsichtsbeamten.

    *Schule darf  und soll außerpädagogische Zumutungen an sie ab- und zurückzuweisen.

    * Schule reguliert das Relationsgefüge zwischen Unterricht und Erziehung und alle Versuche es aufzuweichen,   sind   zurückzuweisen.  Erziehung   ohne   Unterricht     und   Unterricht     ohne Erziehung  sind   pädagogisch     den   Lehrerinnen     und   Lehrern    und  deren    Schülerinnen     und   Schülern nicht zumutbar.

    Vielleicht braucht es dazu nun eine echte Reform im Sinne des lateinischen für re zurück und formatio:   Gestaltung,   das   wäre   eine   Reform   zur   Wiederherstellung  der   pädagogischen  Aufgabe von Schule.

     Ein Schulmeister hat lieber zehn notorische Esel als ein Genie in seiner Klasse, und genau betrachtet hat   er   ja   recht,  denn   seine  Aufgabe ist   es   nicht,  extravagante Geister  heranzubilden,  sondern   gute  Lateiner, Rechner und Biedermänner. Wer aber mehr und Schwereres vom anderen leidet, der Lehrer vom Knaben oder umgekehrt, wer von beiden mehr Tyrann, mehr Quälgeist ist, und wer von beiden es ist, der dem anderen Teile seiner Seele und seines Lebens verdirbt und schändet, das kann man nicht untersuchen, ohne bitter zu werden (Hesse 1970).


    11-02-2014 om 22:54 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:herscholing, functie onderwijs
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onderwijs. 7 jaar O-ZON. Tweede campagne in 2011 rond ontscholing, niveaudaling, nivellering, herwaardering kennis... (Deel 1)

    Inleiding : O-ZON-campagne in 2011

    Met  Onderwijskrant & O-ZON voerden we in 2007 een eerste campagne rond de thematiek van de ontscholing, niveaudaling en herwaardering van kennis ...   In 2011 voerden we een tweede campagne rond die thematiek. Ze was mede bedoeld als reactie tegen de plannen voor de structuurhervorming van het secundair onderwijs.  Bij de Vlaamse beleidsmakers en hervormers is de bezorgdheid om de ontscholing en beknotting van de talentontwikkeling nog niet doorgedrongen. In onze themanummers over ons secundair onderwijs betreurden we dat ze zich blind staren op grotendeels vermeende knelpunten en tegelijk met hun plannen de verdere ontscholing & nivellering én daling van de onderwijskansen bevorderen: middenschool met vage en structuurarme vakkenclusters en belangstellingsgebieden i.p.v. gestructureerde vakdisciplines, heterogene klasgroepen,               competentiegerichte methodiek ...

    We stuurden de voorbije jaren aan op een debat over de echte en prioritaire knelpunten.  We probeerden duidelijk te maken dat de hervormers van het secundair onderwijs blind waren voor de belangrijkste problemen van ons onderwijs: de niveaudaling, ontscholing, nivellering, onderwaardering van de basiskennis.  We vonden dat in het debat over het bieden van optimale en faire onderwijs- en ontwikkelingskansen de aanpak van de ontscholing centraal moest staan en niet structuurhervormingen die zoals in de comprehensieve landen zouden leiden tot verdere niveaudaling, nivellering, beperkt aantal toppers, minder sociale doorstroming ...  Eén van onze stellingen bij de start van O-ZON  in 2007 luidde overigens dat de  de leerlingen die cognitief en/of sociaal benadeeld waren het meest de dupe waren van de daling van de kwaliteit van het Vlaams onderwijs.  Vooral door de verhoging van de kwaliteit van het onderwijs kunnen we betere ontwikkelingskansen bieden – vooral ook aan sociaal benadeelde kinderen.

    We publiceerden o.a.  in juli 2011 een themanummer over ’ontscholing en herscholing’. Op de blog van ‘Onderwijskrant Vlaanderen’ en op ons facebook nemen we nog eens een paar bijdragen op uit dit themanummer.  We voegen er ook  aantal bijdragen aan toe over de heropflakkering van het publiek debat over deze thematiek naar aanleiding van twee krantenenquêtes in respectievelijk Het Nieuwsblad (23 augustus 2011) en De Standaard (17 september 2011). We doen dit in een aantal opeenvolgende afleveringen, vandaag deel 1.  

    We gaan ervan uit dat de thematiek nog steeds heel actueel is. Uit het septemberdebat 2011 bleek heel duidelijk dat de overgrote meerderheid van de leerkrachten en directies zich bewust zijn van het feit dat het wegwerken van  de niveaudaling en nivellering  onderwijsprioriteiten moeten zijn.  Op een recente nieuwjaarsreceptie betreurden onlangs nog directeurs uit het lager en secundair onderwijs de volgens hen aanzienlijke niveaudaling.  Het algemeen bewustzijn van het probleem is er wel, maar dit betekent nog niet dat er daadwerkelijk iets gedaan werd aan het probleem.  Merkwaardig hierbij  isdat vooral vertegenwoordigers van de onderwijskoepels en een aantal beleidsmakers nog steeds geneigd zijn de niveaudaling en nivellering te ontkennen. Dit zal in een van de volgende bijdragen duidelijk tot uiting komen.


    7 jaar O-ZON  Ontscholing & ontsystematisering = enorme verspilling talenten & centen (Onderwijskrant 158, juli 2011)                                   

      1. Actualiteit ‘ontscholing en herscholing’

     Veel Westerse landen kenden de voorbije decennia een ontscholing/ontschoolsing van het onderwijs en een daling van de eisen.  Ontscholing en nivellering gebeurden  vaak ook in naam van de democratisering en onderwijskansen.  (NvdR:  In PISA-2012 bleek opnieuw hoe zwak de comprehensieve landen  - Zweden, Noorwegen, Engeland, Frankrijk ... en zelfs Finland - scoorden. Dit wordt in die landen recentelijk ook op naam geschreven van de nivellerende en gemeenschappelijke lagere cyclus s.o. De geplande hervorming van ons secundair onderwijs zou de niveaudaling en nivelllering verder in de hand werken.)

    Bij inhouds- en structuurarm onderwijs worden benadeelde leerlingen nog meer benadeeld en kunnen ook sterkere hun talenten onvoldoende ontplooien. Zo verspilt de samenleving een groot deel van de middelen en energie die in het instituut onderwijs gestopt worden. ‘Armere’ landen als China,           Singapore, Zuid-Korea waar de ontscholing & infantilisering nog niet hebben toegeslagen, presteren het best in landenvergelijkende studies. Veel leerkrachten, onderwijsdeskundigen, beleidsverantwoordelijken, publicisten …   uit diverse landen pleitten de voorbije 15 jaar voor herscholing van de school. Ook de bekende Engelse socioloog Frank Furedi neemt het in zijn nieuw boek ‘Wasted. Why education isn’t educating’ vooral op tegen de infantilisering, de aantasting van het gezag en prestige van de leerkracht & van de vakdisciplines, het anti-intellectueel karakter ...

    In het buitenland merken we dat tal van ontscholers naarmate ze ouder werden, zich bekeerden en zelfs vurige herscholers werden. Zo evolueerde de Engelse kennissocioloog Michael Young van kennis- en curriculumrelativist tot een van de meest vurige pleitbezorgers van de ‘powerful knowledge’ van de vakdisciplines.

    In Vlaanderen merkten we onlangs dat ook Roger Standaert - directeur Entiteit Curriculum (DVO) - tekenen van bekering vertoonde. In het interview ‘Leren in de 21 ste eeuw’ van 27 juni 2011 in iSCHOOL (zie Internet) poneert de 65-jarige Standaert: “Typisch voor welvarende staten zoals Vlaanderen er een is, is dat men niet genoeg eisen stelt aan kinderen. Leren moet hier altijd leuk zijn. Men leert kinderen onvoldoende omgaan met iets dat niet vanzelf gaat. Aziaten bijvoorbeeld hebben een heel andere aanpak op dat vlak. Ze eisen discipline en leggen niet zo de nadruk op het leuke. Ik pleit ervoor dat we kinderen op een draaglijke manier voldoende uitdagen in het lerenStandaert sluit zich hier nu aan bij één van de belangrijke stellingen van de herscholers. Het belang van discipline, hoge verwachtingen en arbeidsmoraal is toch ook wat minister Smet en zijn vele reisgenoten vastgesteld moeten hebben tijdens hun studiereis in China en Zuid-Korea.

    In Nederland staat het terugschroeven van de ontscholing de voorbije drie jaar vooraan op de politieke agenda. ‘Beter presteren’ is dé slogan. De school moet opnieuw een echte leerschool worden die voorrang geeft aan de corebusiness, aan basiskennis en -vaardigheden, aan cultuuroverdracht en leerkrachtgestuurd onderwijs. De leerlingen moeten en kunnen beter presteren. In mei 2011 was er ook het parlementaire debat over de grote malaise & ontschoolsing in het hoger onderwijs. We noteerden de voorbije jaren tal van maatregelen om de controle op de leerresultaten & de corebusiness te           ve-scherpen: duidelijkere doelstellingen en leerlijnen, verplichte centrale examens voor 12- en 15-jarigen en zelfs voor de opleidingen hoger onderwijs, verscherping van het toezicht, schrappen van                       competentiegericht onderwijs in het decreet beroepsonderwijs en elders. Ook in Engeland en Frankrijk staat ‘herscholing’ centraal in het beleid.

    Bij de Vlaamse beleidsmakers en hervormers is de bezorgdheid om de ontscholing en beknotting van de talentontwikkeling nog niet doorgedrongen. In onze recente themanummers over ons secundair       onderwijs betreurden we dat ze zich blind staren op grotendeels vermeende knelpunten en tegelijk met hun plannen de verdere ontscholing & nivellering én daling van de onderwijskansen bevorderen: middenschool met vage en structuur-arme vakkenclusters en belangstellingsgebieden i.p.v. gestructureerde vakdisciplines, heterogene klasgroepen, competentiegerichte methodiek ...

    Eind juni j.l.  merkten we dat ook de redactie van het tijdschrift ‘Impuls’ de verdere nivellering wil   stimuleren: invoering middenschool; gevoelige reductie in de 1ste graad van het aantal lesuren voor basisvak-ken als wiskunde, Nederlands en Frans, versnippering van de basisvorming via toevoeging van vage leerdomeinen als economische initiatie, klassieke cultuur, artistieke opvoeding, voedingsleer, mechatronica... ; de leerlingen automatisch laten overgaan naar het 2de jaar; hoeken- en contractwerk zoals in het kleuter- en lager onderwijs,  ... Het tijdschrift Impuls (destijds Floreat) heeft zich vanaf 1968 gepresenteerd als een grote voorstander van het VSO, het ontplooiingsmodel, de nivellerende eindtermen,  het constructivistisch & competentiegericht leren dat elders mede verantwoordelijk wordt geacht voor de grote daling van het niveau & de onderwijskansen

    2.Ontscholing & ontschoolde leerlingen

     Met de overkoepelende uitdrukking ‘ontscholing van het onderwijs’ verwijzen we in de eerste plaats naar de term ‘unschooling’ zoals John Holt die in 1977 introduceerde. Voor John Holt, Carl Rogers, Ivan Illich  en de vele andere ontscholers betekende de optie voor ontscholing van het onderwijs een keuze voor kindgestuurd, structuurarm & geïnvidualiseerd onderwijs. De ontscholers kozen voor het        zelfontplooiingsmodel waarbij afstand genomen werd van de traditie van gestructureerde vakdisciplines en leerinhouden, leerkrachtgestuurd onderwijs, jaarklassen, klassikale instructie, hoge          prestatieverwachtingen, enz.  Vanaf de jaren zeventig drongen het prestatievijandig, anti-intellectueel en anti-autoritair klimaat en het ontplooiingsmodel ook in Vlaanderen door – o.a. binnen de VSO-hervorming van 1970 en binnen hervormingen in het kleuter- en lager onderwijs – zoals het Ervaringsgericht (Kleuter)onderwijs van Ferre Laevers, opgestart in 1976 met het vrij initiatief als belangrijkste werkvorm

     In Vlaanderen botsten de ‘ontscholers’ wel op meer weerstand en ‘lippendienst’ dan in andere landen.  In Onderwijskrant en elders bestrijden we zelf al bijna 40 jaar de verschillende ontscholingstendensen. In een bijdrage van 1973 in ‘Persoon en Gemeenschap’ luidde onze boodschap al: Weg met de prestatiedwang, maar leve de prestaties. Toen vanaf de jaren zeventig het jaarklassensysteem als dé oorzaak van alle mogelijke kwalen werd voorgesteld, bestempelden we de invoering ervan als de grootste sprong voorwaarts ooit en als een belangrijke GOK-hefboom. We hebben vanaf de start van het ervaringsgericht ontplooiingsmodel van Ferre Laevers in 1976 die aanpak bestreden. We namen vanaf 1993 afstand van de nivellerende eindtermen en de ermee verbonden competentiegerichte en constructivistische aanpak, van de middenschoolplannen  ... We wezen al 40 jaar geleden op de overtrokken kritiek op alles wat te maken had met de leerprestaties, examesn en punten geven in documenten als ‘Opdrachten voor een eigentijdse katholieke basisschool’ (1974).

    Ontscholing leidt tot ontschoolde leerlingen en staat haaks op de missie van Onderwijskrant, het      bevorderen van de talentontwikkeling en van de verdere democratisering van het onderwijs.  Met O-ZON en Onderwijskrant voeren we sinds begin 2007 een extra campagne rond de ontscholingstrends. Ter herinnering nemen we hier een samenvatting van ons O-ZON-manifest van 2007 op.:

     *Respect voor- en vertrouwen in de professionaliteit en ervaringswijsheid van leerkrachten.*Herwaardering van basiskennis en basisvaardigheden,van de vakdisciplines en van het belang van abstrahering, symbolisering & structuur. Geen competentiegericht  en constructivistisch onderwijs. *Herwaardering van de instructie, lesgeven en contacturen, prestatiegerichtheid, orde en discipline.*Herwaardering jaarklassen, klassikale aanpak en ‘samen optrekken’. Geen doorgedreven individualisatie, geen inclusief LAT-onderwijs.*Verhoging van het niveau van het onderwijs en van de lerarenopleidingen.*Meer niveaubewaking en controle leerprestaties.*Beter benutten van talenten van alle soorten leerlingen. Effectief achterstandbeleid.  Geen nivellering en nivellerende middenschool.*Vernieuwing in continuïteit i.p.v. doorhollings- en omwentelingsbeleid & moderniseringstover.*Verminderen van de druk en invloed van vernieuwingsestablishment, van de vele vrijgestelden voor de permanente hervorming van het onderwijs.*Afremmen en/of afbouwen van bureaucratisering en grootschaligheid, reductie van planlast, van de bureaucratische schil en overhead in het hoger onderwijs

    3. Revcent pleidooi tegen ontscholing van Jan Maschelein en Maarten Simons  

    In ‘Apologie van de school’ (Acco, 2012) houden  de Leuvense pedagogen Jan Masschelein en Maarten Simons een pleidooi tegen ontscholingsideeën à la Ivan Illich. 

    Vanaf de tweede helft van de vorige eeuw werd het voortbestaan van de school zelf ter discussie gesteld. Radicale ontscholers – waarvan Ivan Illich wellicht de meest bekende is – hielden opgemerkte pleidooien om haar een snelle dood te laten sterven; in het schools onderwijs en leren zelf zitten volgens hen de wortels van het kwaad, in haar institutionele logica is de school misdadig. Ze brengt immers, aldus Illich, vooral de valse idee bij dat men de school als instelling nodig heeft om te leren, terwijl we toch veel beter en veel meer leren buiten de school (Ivan Illich, Ontscholing van de Maatschappij’, 1971). 

    Maar misschien laat men de school vandaag, in een tijdperk van levenslang leren en (elektronische) leeromgevingen allerhande, wel een stille dood sterven – men voorspelt het verdwijnen van de school omwille van haar overbodigheid als pijnlijk verouderde instelling. De school, zo lijkt de teneur, is niet meer van deze tijd of moet zich opnieuw grondig aanpassen, en bijgevolg lijkt elke verdediging van de school op voorhand een maat voor niets, overbodig of gewoon conservatief geleuter.

    Wij weigeren echter resoluut de  veroordeling van de school te onderschrijven. Integendeel, we pleiten voor haar vrijspraak. We zijn van oordeel dat het precies vandaag, op het moment dat velen de school aanklagen omwille van haar onaangepast zijn aan de nieuwe tijden en anderen haar zelfs lijken te willen opgeven, duidelijk kan worden wat de school is en doet. En we hopen ook duidelijk te maken dat veel van de aantijgingen tegen de school zijn ingegeven door een eeuwenoude angst voor, misschien zelfs haat tegenover een radicale, maar wezenlijke eigenschap van de school: de school maakt ‘vrije tijd’ en maakt kennis en kunde tot ‘gemeen goed’, en heeft daarom het potentieel om aan iedereen  - ongeacht afkomst, talent, of begaafdheid – de tijd en de ruimte te geven om de eigen leefwereld te verlaten, boven zichzelf uit te stijgen en de wereld te vernieuwen” (p.7-8). De auteurs verwoorden in dit boekje belangrijke kenmerken en doelstellingen van de school als maatschappelijke instelling met de overdracht van cultuur (à la H. Arendt)  als belangrijkste doelstelling.

    (Dit betekent niet dat we akkoord gaan met alle opvattingen van de auteurs. Zo begrijpen we niet waarom ze niet sympathiseren met de aandacht van de herscholers voor  de schoolresultaten en voor de niveaubewaking.  Ze tonen anderzijds  te veel sympathie voor de pedagogische leerlinggecentreerde opvattingen van de Franse filosoof Jean Rancière die we eerder in het kamp van de ontscholers situeren.  Rancière bekritiseert en ridiculiseert de klassieke leraar/leerling-relatie en propageert de ‘do it yourself pedagogy’ -  net zoals de ontscholers. De leraar mag volgens Rancière zelfs onwetend zijn (Jean Rancière. De onwetende meester. Vijf lessen over intellectuele emancipatie. Leuven, Acco, 2007). Dit staat haaks op de opvattingen van Hannah Arendt die Masschelein en Simons  onderschrijven.  

    Bijlage:  inhoud themanummer : Onderwijskrant 158 over ontscholing

    In voorliggend themanummer over ‘ontscholing en herscholing’ plaatsen we opnieuw de thematiek van de ontscholing, ontsystematisering en niveaudaling centraal. In de eerste bijdrage bekijken we een aan-tal standpunten van buitenlandse prominente onderwijsexperts  over het thema ontscholing en herscholing. Het volgende artikel resumeert een recent studierapport van het Nederlands Centraal Planbureau over het dalend onderwijsniveau en het onderpresteren van de sterkere leerlingen. We tonen hierin ook aan dat de conclusies eveneens van toepassing zijn op het Vlaams lager en secundair onderwijs. In een derde bijdrage getuigen Paul Van Dam (ex-hoofd CITO-basisonderwijs), prof. Anna Bosman & onderwijzeres Liesbeth Hermans over ontscholing, niveaudaling ... in het Nederlands basisonderwijs. Hierbij aansluitend volgt een bijdrage waarin de Vlaamse onderwijzers Jef Boden en Eric Van Damme de ontscholing in het Vlaams basisonderwijs uitvoerig illustreren.

    In de vijfde bijdrage staan we stil bij de niveaudaling en grote malaise in het Nederlands hoger onderwijs. Er komen ingrijpende maatregelen om de ontsporingen en niveaudaling terug te dringen. Aangezien we in Vlaanderen voor een groot deel de Nederlandse hervormingen hebben overgenomen, is veel kritiek ook toepasselijk op ons hoger onderwijs. In een laatste en lange bijdrage formuleert prof. Wim Van den Broeck  uitgebreid  zijn visie op ontscholing en herscholing. Hij inspireert zich hierbij in sterke mate op Frank Furedi’s laatste boek ‘Wasted. Why education isn’t educating’.

    (In volgende Blogs publiceren we nog een aantal bijdragen over ontscholing en herscholing.)


    11-02-2014 om 16:59 geschreven door Raf Feys  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Tags:ontscholing, herscholing, herwaardering kennis, niveaubewaking
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs