Problemen van UGent= problemen van mammoetscholen(groepen)
Grote problemen aan UGent (zie bijlage). Ook problemen blijkbaar aan KULeuven (zie VETO eind maart). Die problemen hebben ook te maken met de grootschaligheid van die instellingen en met de bestuursvorm.
Het bestuur van mammoetinstellingen is blijkbaar een moeilijke zaak. Dat is niet enkel aan de UGent het geval, maar ook in vermoedelijk de meeste mammoetscholen hoger onderwijs - en straks wellicht ook in de grote scholengroepen lager & secundair onderwijs die men wil oprichten. . Dat staat ook te lezen in het recente VETO-nummer van de studenten van de KULeuven (zie bijlage).
Ook de Leuvense kandidaat-rectoren wezen in mei 2013 op de problemen binnen de KULeuven. Kandidaat-rector Herman Nys poneerde : De KUleuven is de laatste jaren op een heel oligarchische manier bestuurd, waarbij beslissingen van boven uit werden genomen en waarbij nauwelijks werd gecommuniceerd. Door deze beleidsstijl vervreemden mensen van de instelling. In zijn Brief aan de kiezers van 2 mei 2013 hekelde ook Rik Torfs nog vlijmscherp het democratisch deficit en de bureaucratie binnen de KU en de Associatie Leuven en wees hij op de vervreemding van het bestuur En hoe verloopt het bestuur binnen onze mammoethogescholen?
Ook de financiële problemen van UGent zijn niet uniek.
Grote scholengroepen, mammoetscholen ... maken bestuur op mensenmaat en financieel beheer als een goede huisvader uiterst moeilijk. Straks krijgen we wellicht ook binnen osn lager en secundair onderwijs te maken met grote scholengroepen van 25 à 30 scholen en uitgebreide bestuurskoepels (cf. plan VSKO-koepel katholiek onderwijs.) Met Onderwijskrant voeren we momenteel een campagne om dat te voorkomen. (www.onderwijskrant.be.; blog 'Onderwijskrant Vlaanderen).
VETO (Leuven) Gepubliceerd op zondag 29 maart 2015
Vertrouwenspersonen en meer interne mobiliteit moeten soelaas brengen( Roderik De Turck en Sam Rijnders)
Ze mogen mij nog steeds een mailtje sturen
Vorig semester legden tientallen getuigen pesterijen, machtsmisbruik en vriendjespolitiek binnen de KU Leuven bloot in deze krant. De universiteit zou een onderzoek starten, sprak rector Rik Torfs. Hoe zit het daar mee?
1. Mailtje sturen
Wie problemen heeft, mag mij een mailtje sturen, reageerde rector Rik Torfs onmiddellijk in verschillende media. Tijdens zijn kerst- en nieuwjaarstoespraken zou de zinsnede uitgroeien tot een vaste waarde.
De rector als persoonlijk meldpunt? Pestexpert Bob van der Meer gelooft er niet in. Hij begeleidde gelijkaardige gevallen in Nederlandse universiteiten en ziekenhuizen. Als de rector dat echt meent, dan heeft hij er een tweede dagtaak bij, lacht van der Meer. Het is een wassen neus. Of hij wil het brandje blussen en het probleem minimaliseren, of hij kent zijn eigen werkvloer niet.
Het is alsof een gevangene in een Noord-Koreaans strafkamp zou mailen naar Kim Jong Un, schampert een getuige. Torfs is zelf medeverantwoordelijk.
Ik heb al tien à twaalf mails ontvangen, weerlegt Torfs de kritiek op zijn oproep. Op een personeelsbestand van ettelijke duizenden kan je dat moeilijk een grote toeloop noemen, vindt ombudsman Jozef Corveleyn.
Een aantal mailers zijn al uitgenodigd voor een gesprek. Vaak is dat al voldoende. Soms kun je toch nog iets realiseren door rustig samen te zitten. Dat doet me plezier. Al kan je niet alles oplossen, reageert Torfs.
Erkent de rector niet het falen van de officiële instanties door zich als meldpunt op te werpen? Eigenlijk wil ik gewoon zeggen dat je naast alle formele kanalen ook de simpele daad kan stellen om gewoon een mail te sturen. Het is niet slecht dat de rector een last resort blijft.
Torfs beklemtoont de vertrouwelijkheid van zijn gesprekken. Ik ben er honderd procent zeker van dat niemand kan zeggen dat dat niet zo is. Wie aarzelt om mij te mailen: in een aantal gevallen hebben we effectief een hele pragmatische oplossing gevonden.
2. Vertrouwensantennes
Niet alleen de rector fungeert als ombuds in extremis. Er komen ook nieuwe vertrouwensantennes. Het zullen laagdrempelige aanspreekpunten zijn, zoals ze bijvoorbeeld al bestaan in de doctoraatsscholen, legt ombudsman Corveleyn uit. Dat is misschien een betere aanpak dan alleen maar een centrale ombuds die deel van de rectorale diensten uitmaakt, zegt hij. Door meer vertrouwenspersonen hoopt de universiteit beter en sneller te kunnen ingrijpen wanneer het misloopt.
Van der Meer gelooft niet in de oplossing. Ik heb zelf lang vertrouwd op ombudsen en dergelijke, maar die zijn er erg op gericht om oude patronen te bevestigen. Ze zijn niet onafhankelijk en niet deskundig.
Zelf wil hij werknemers verantwoordelijk maken voor elkaars psychosociale welzijn, in plaats van dat uit te besteden aan vertrouwenspersonen. Je moet de zwijgende middengroep mobiliseren. Ik adviseer altijd om eerst een anonieme en organisatiebrede enquête af te nemen over ongewenste omgangsvormen. Dan kan je de problemen niet meer ontkennen. Vervolgens stel je duidelijke regels op, die je op elk werkoverleg bespreekt. Zo los je de helft van de problemen op.
Maar een enquête alleen is onvoldoende. Je moet ook je leidinggevenden professionaliseren. Autoritair gedrag of een onmacht om met macht om te gaan veroorzaken machtsmisbruik en frustratie. Eerder wezen getuigen al op het amateurisme van academici die diensten aansturen. Academici hebben niet altijd kaas gegeten van groepsprocessen of kunnen niet altijd met mensen omgaan, bevestigt van der Meer.
Wanneer het toch misloopt, moeten tot slot zowel pesters als gepesten geholpen worden, besluit de pestexpert.
3. Interne mobiliteit
De universiteit zet vooral op dat laatste in. Wie gepest wordt, moet elders terecht kunnen. In het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk hebben we een jaaractieplan rond pesten opgesteld, vertelt vakbondsvertegenwoordiger Jon Sneyers (LBC). Dat is nog niet echt concreet, maar de focus ligt wat ons betreft op interne mobiliteit. Nu moet je intern solliciteren voor open vacatures, waarna je vaak scheef bekeken wordt.
Het is ook een piste die de rector verkiest. In mijn gesprekken kijk ik of we mensen niet van de ene plek naar de andere kunnen verhuizen. Dat zijn dikwijls schijnbaar kleine ingrepen, die toch de oplossing kunnen brengen. Al benadrukt de rector dat formeel overleg met vakbondsafgevaardigden belangrijk blijft. We hebben nu ook een directe, officieuze vergadering voor iedereen. Daar kan je ongedwongen over je problemen praten en dat maakt een menselijkere aanpak mogelijk.
Blaming the victim noemt pestexpert van der Meer het. Die oplossing wordt overal toegepast. Men plaatst het slachtoffer over, maar verandert niets aan de organisatiecultuur en het machtsmisbruik. Het probleem begint weer van voor af aan.
4. Is dat genoeg?
Hoe zit het met die organisatiecultuur binnen de universiteit? Zijn er structurele problemen? In dat geval zouden vertrouwenspersonen en meer interne mobiliteit niet volstaan. Er is geen structureel probleem, vindt Bert Overlaet, directeur van de personeelsdienst. Maar we moeten inspanningen blijven leveren. Het is niet omdat er maar enkele gevallen zijn, dat die minder belangrijk zijn. Als er sprake is van pestgedrag blijft dit onaanvaardbaar.
Daar is vakbondsafgevaardigde Sneyers het niet mee eens. Het centrale probleem in het personeelsbeleid is dat er nog steeds geen centraal beleid is. Diensten en departementen hebben veel autonomie. Eerder spraken getuigen over baronieën binnen de universiteit. Volgens Sneyers moet de personeelsdienst afdelingen met een groot verloop beter opvolgen. De bereidheid is er, maar er is veel inertie in deze universiteit.
Een universiteit is ook geen bedrijf als alle andere, klinkt het. Het draait hier om kennisverwerving en -overdracht, legt ombudsman Corveleyn uit. Er speelt een flinke dosis ambitie en workaholisme mee. Dat maakt het niet gemakkelijker. Er is veel concurrentie tussen werknemers, want vaak gaat het om immateriële zaken die moeilijk gekwantificeerd kunnen worden.
Daarin valt pestexpert van der Meer hem bij. Aan universiteiten gaat men best autoritair met elkaar om. Wetenschappers zijn best ambitieus en vechten elkaar op allerlei manieren het kot uit. Ze hebben interesse voor hun vak, maar geen empathie.
Er zou meer samenwerking en meer transparantie moeten zijn, maar dat is eigenlijk roepen in de woestijn, stelt ombudsman Corveleyn. Mensen worden uiteindelijk gepusht om individueel te presteren. Dat leidt soms tot problemen.
Vakbondsafgevaardigde Sneyers vindt het alvast positief dat het probleem bespreekbaar is. Onze instelling hecht blijkbaar veel belang aan haar reputatie. Als iets in de media komt, krijgt het meer gewicht dan wanneer je het via de geijkte kanalen signaleert. Er is nog niet veel gebeurd, maar het is wel op de agenda gezet.
Pesterijen en machtsmisbruik aan KU Leuven | Torfs: "Ze mogen mij nog steeds een mailtje sturen"