Foto
Blog als favoriet !

O jerum jerum jerum…

Mijn memoires

(2006, 206 p., 17,95 €)

Te bestellen via mail:

kvansteenbrugge@gmail.com

(geen verzendkosten)

Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden. 
Foto

Voor véél meer interessante verhalen: www.bloggen.be/kris

Voor talloze verhalen uit de Griekse mythologie:
www.bloggen.be/dzeus

Het toneelstuk "DE TWISTAPPEL" is een dolle klucht die gaat over de oorsprong van de Trojaanse oorlog. Voor inlichtingen: www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=855455  of mail kris.vansteenbrugge@skynet.be .

Inhoud blog
  • Onze God.
  • De voorleesclub (zwanenzang)
  • Simonneke lijdt...
  • Defensie
  • R.I.P. DDG
  • Tezepelumab.
  • Nieuwjaar 2025
  • Charlotje
  • Cattelan en zo...
  • Lisa
  • Duizend bommen en granaten
  • Help, er zijn weer verkiezingen.
  • B.B., onsterfelijk?
  • Kristiaan, veertien jaar.
  • Heksensoep
  • pestgedrag en wapengeweld
  • Uitvindingen
  • Help, ik ga te kwiste !
  • De deur dichtdoen
  • Mundus vult decipi
  • Koning voetbal
  • De Pride maand
  • Doemdenken
  • 't Klein Kasteeltje
  • Mooi zijn alle vrouwen
  • Mijmeren over Purmerend
  • Blauwblomme
  • Gelukwensen aan Joe Biden
  • Kom op tegen teelbalkanker
  • Waarde lezer van mijn blog...
  • Speechen en rode wijn
  • Jerco, B.B. en politiek
  • Nieuwjaar 2024
  • Toneel
  • In memoriam: Roger Tack
  • Lieve Astrid
  • Jumbo
  • Ontdopen.
  • Nostalgie
  • Luchtgitaar
  • Jeroentje
  • Grensoverschrijdend.
  • Kwaliteitskrant
  • De geitenbok van Firmin.
  • Culturele normen.
  • LGBTQIA+
  • Nieuwe mensen.
  • Kop op, Herman!
  • Lange wachttijden
  • Vlaanderens mooiste.
  • Hond kijkt koers.
  • Pief-paf-poef in Amerika.
  • Graaicultuur?
  • Pat, godverdomme.
  • Voor het vaderland...
  • Vermenigvuldigen.
  • Nieuwjaarswens
  • De Griekse goden en de geneeskunde (deel 1)
  • De Griekse goden en de geneeskunde (deel 2)
  • De Griekse goden en de geneeskunde (deel3)
  • Een sesquizygotische tweeling
  • Het jaar van Herakles
  • Daar zijn we weer!
  • Oude liefde roest niet, zegt men...
  • Ode aan Johan
  • Ode aan aan mijn broer
  • Hoera!
  • Met de trein naar Anne en Patershol.
  • Verzuurd
  • Een mnemotechnisch middel.
  • De zaak Sanda
  • Oekraïne, Njora, nostalgie
  • Astrid Joosten
  • Drie procent voor Oekraïne.
  • Een ongeluk komt nooit alleen...
  • Trombose of bloeding?
  • De Anquetil-kamer
  • Quox
  • Delen door zeven voor een bak triple.
  • De vorderingen van de wetenschap.
  • De prijs van het boek
  • Een nieuw boek
  • Een kutjaar.
  • Bij de start van het nieuwe jaar
  • Het plotje
  • De Bobet-kamer
  • Het blauw oog
  • Schaakgrootmeesters
  • Lukske
  • Een somber verhaal.
  • Waarde lezer
  • De Robic-kamer
  • Schaalverstorend
  • Bed en breakfast
  • Middenoorbeluchting.
  • Taalvereenvoudiging
  • Kawakaki en de Overpoort
  • Lezersreacties
  • Acumen
  • Acht frontstrepen.
  • Lodewijk Thuysbaert
  • Actuele kunst en witwas
  • Germaine
  • Fierheid
  • Un raciste qui s'ignore.
  • Discriminerende uitspraak.
  • Een gek idee.
  • Panta rhei
  • Een formidabel tussendoortje
  • Knee Active Plus
  • Songfestival
  • Wij, Heeren van Elsegem...
  • Is er leven na de dood?
  • Taalvernieuwing
  • De oude man.
  • Octavia (2)
  • Octavia (1)
  • Gesprek met P.V. over het geval K.K.
  • Hersenkronkels
  • Goede buren.
  • De Nieuwe Lente
  • Brief aan Firmin over poëzie (3)
  • Brief aan Firmin over poëzie (2)
  • Brief aan Firmin over poëzie (1)
  • Limerick !
  • Ter gelegenheid van de jaarwisseling...
  • Een vloek of een zegen?
  • Rosa Mores overleden.
  • Brief aan Karel over de economie
  • Togenbirger en het virus, P = p.f
  • Vervolg...
  • Hallucinatie.
  • De bezorgdheid van Firmin.
  • Joseph-Louis.
  • Het doemscenario.
  • Rik Vansteenbergen.
  • Eindelijk erkenning voor Kompany
  • Muggenneukerij en mierenzifterij.
  • De doodsmak
  • O tempora!...
  • Waarop kunnen wij hopen?
  • Vaarwel aan de politiek (brief aan Karel)
  • Een medicijn tegen covid-19?
  • Richtlijn
  • Filosofen!...
  • Staat er echt onheil voor de deur?
  • Welbedankt Firmin
  • De wereld in verandering
  • Coronompany.
  • Symphorosa van Puyvelde de Merlevede
  • Doemdenken.
  • De peerdepaternoster
  • Kunst in coronatijd.
  • M. en corona.
  • Anne-Mieke Vandamme.
  • De strijd tegen SARS-CoV-2.
  • Filosofen over corona
  • Creativiteit in coronatijden
  • Coronagesprek met F. Lepoint
  • Het coronavirus.
  • Gelukkig Nieuwjaar!
  • Van oud naar nieuw.
  • Plastische chirurgie.
  • 3 OV's
  • Een groot schrijver is heengegaan.
  • Le coeur a ses raisons...
  • Met een OV op stap (5)
  • Er is geen god...
  • Met een OV op stap (4)
  • Gierigheid bedriegt de wijsheid.
  • Met een OV op stap (3)
  • In de Lunch Garden.
  • Met een OV op stap (2)
  • Professor Paul Vanhoutte
  • Met een OV op stap (1).
  • Onderbroeken.
  • Artikels die beklijven.
  • Pi
  • Addendum
  • Cremco.
  • Het Wiskundeboek
  • Daar is de Tour.
  • Michiel Leenknegt.
  • Na de verkiezingen.
  • Kompany, Day 9 en blauwe maan
  • De verkiezingen van 26 mei.
  • Fiere Margriet
  • De wetenschap staat niet stil
  • Vandaag in 't Nieuwsblad
  • Vondelingen
  • Hashimoto.
  • Staken voor koopkracht.
  • Iljo Keisse.
  • Vermeersch
  • Geen standaardtaal.
  • Q-ratio
  • 2019: wensen en illusies.
  • Politieperikelen.
  • Jozefientje.
  • Over quizzen, mondharpen en trompetviolen.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    ZEVERARIJ

    FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
    01-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief aan de clubdokter van Loopclub Grijsloke.

    Beste Luc,

     

    Hiermee wil ik even terugkomen op het gesprek dat we eergisteren hadden, de dag na de 29e Dwars door Grijsloke.

    Ten eerste moet ik je  hartelijk feliciteren met je mooi resultaat in de 7 km-race, al kan ik het niet laten er onmiddellijk aan toe te voegen dat mijn prestatie, het leeftijdverschil in acht genomen, voor de jouwe voorzeker niet moet onderdoen. Zeker als we rekening houden met het feit dat ik sedert de vorige Dwars door Grijsloke, vanwege pijnlijke kniegewrichten, negen maanden lang geen meter – en dat mag zéér letterlijk genomen worden – heb kunnen trainen. Dat ik nog ooit zou kunnen hardlopen, die hoop had ik al lang opgegeven… tot ik op het schitterend idee gekomen ben, waarover ik je gesproken heb. Een behandelingsmethode zonder medicijnen, zonder operaties, zonder fysiotherapie. Een behandelingsmethode die zo effectief is geweest dat ik nu ongetwijfeld een marathon zou kunnen lopen zonder een centje kniepijn. Er weze aan toegevoegd: spijtig dat mijn oude spieren geen marathon meer aankunnen…

    De behandelingsmethode, mijn beste Luc – ik denk dat jij dezelfde mening toegedaan bent – is zonder meer revolutionair, door haar eenvoud, haar risicoloosheid, haar efficiëntie en haar absolute kosteloosheid. Mag ik dan geen aanspraak maken op een nominatie voor de Nobelprijs? Maar ach, die zal wel weer naar één of meerdere biochemici gaan.

    Ik heb je verteld dat ik op het punt gestaan heb om mijn uitvinding dan maar wereldkundig te maken via deze blog: door iedereen te raadplegen. Toen ben jij evenwel met de suggestie gekomen, waarvoor ik je heel dankbaar ben: een boek schrijven “Hoe raak ik mijn arthrose kwijt?” door professor Vansteenbrugge, titel die ik mij voor de gelegenheid zal aanmeten. Maar je vindingrijkheid gaat waarachtig nog verder: denk eraan dat je niet àlles verklapt in het boek, laat nog een tipje van de sluier onopgelicht en bewaar zodoende nog iets voor een tweede succesboek, waaraan uiteindelijk meer zal verdiend worden dan aan de Nobelprijs die je aan je neus hebt zien voorbijgaan. Welaan, mijn beste Luc, en omdat ik in een genereuze bui ben: ik beloof je nu alvast, op mijn woord van eer, een deelname in de winst! Wat had je gedacht van tien percent?

    We hebben het eergisteren ook nog gehad over het Peterprincipe. Toevallig was dat vroeger één van mijn geliefde onderwerpen. Ik heb daar zelfs eens een voordracht over gehouden, voor een serviceclub, de Kiwanis. En in mijn boek “Grijsloke 2000” heb ik er verscheidene pagina’s aan gewijd (p. 154 t/m 163). Je vindt er ook de fameuze “speech voor alle gelegenheden”. Je hebt dat natuurlijk niet gelezen, want anders zou je je dat herinneren. Dat het boek ongelezen in je kast zou staan, zou ik héél erg vinden: daarom ga ik er maar van uit dat je het niet hébt. En dan is het niet méér dan voor de hand liggend dat ik je komende zondag, ter gelegenheid van de wekelijkse looptraining, een exemplaar bezorg. Beschouw het als een geschenk, of als een voorschot op je tien percent. In het boek is ook het verhaal van de godenloop van 1996 terug te vinden: dààr hebben we het eergisteren ook over gehad.

    En nu dít nog: hoe vond je deze laatste editie van Dwars door Grijsloke? Er waren een dertigtal deelnemers méér dan vorig jaar. Een te verwaarlozen aantal, ben je misschien geneigd te zeggen. Maar toch, sedert 1990 is het aantal deelnemers jaar na jaar gedaald. En nu: een positief bilan! Steekt dat geen hart onder de riem? Welnu dan, met volle moed op naar de dertigste editie!

    En daar schiet mij nog te binnen dat we het ook gehad hebben over de rouwmaaltijd in Ellezelles, waarbij de Clostridium bacterie ontdekt werd, die het gif botuline produceert. Dit heeft zich wel degelijk voorgedaan in 1895! De herberg waar de dramatische gebeurtenissen zich hebben afgespeeld staat er nog steeds. Lees in dat verband op mijn blog www.bloggen.be/kris  twee verhalen d.d. 09 en 25 oktober 2007. Overigens is Ellezelles geen onbelangrijke gemeente: naast de plaats waar de botulismebacterie is ontdekt, is het ook de geboorteplaats van twee van de beroemdste Belgen aller tijden: René Magritte en… Hercule Poirot, allebei Walen. Voor de goede orde: Poirot is een fictief personnage en de ontdekker van de botulismebacterie is een Vlaming, de Gentse professor van Ermengem.

    Tot zondag?

     

    Met warme, collegiale groeten,

     

    Kris.

     

    P.S. Het toeval wil dat ik diezelfde maand oktober 2007 een artikel op de blog heb geplaatst, dat handelt over het Peterprincipe (18.10.2007: De percussieve sublimatie).

    01-09-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaanderens mooiste.

    Dit bericht heeft als doel u te laten weten dat Vlaanderens populairste massasportevenement ook dit jaar plaatsgrijpt op de laatste zaterdag van augustus in de kleinste gemeente die ons land ooit rijk is geweest, en dat u daar hartelijk welkom bent.

    Voor alle mogelijke inlichtingen over deze stratenloop verwijs ik u naar  www.grijsloke.be .

    Brandt u misschien van nieuwsgierigheid om te weten waarom de kapel hét symbool is van “Vlaanderens allermooiste”, dan zit u goed op www.bloggen.be/pierpont (27.7.2009, “Het mirakeldorp”).


    11-08-2009 om 12:17 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    03-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De crisis is voorbij.

    Of de crisis voorbij is? Weet ík het? Ik heb u, beste lezer, gewoon in ’t ootje genomen. Kwestie van lezers te lokken. Wat wij zo graag willen, daarover lezen wij immers graag. Tenzij u behoort tot die enkelen die profiteren van “slechte tijden” – zoals de boeren tijdens de oorlog – wenst u toch ook niets liever dan dat de crisis zou voorbij zijn. Want u behoort toch ook tot diegenen die hun job of een groot deel van hun spaargeld verloren hebben? Van “crisis” heb ik geen verstand. Men heeft mij verteld dat deze crisis ontstaan is in Amerika: mensen hebben daar leningen aangegaan die ze niet kunnen afbetalen en – floep! – de hele wereld in de miserie. Begrijpt u dat, beste lezer? Zelfs Jack Vanlichtervelde, die nochtans economie gestudeerd heeft, begrijpt het maar half.

    Ik verkondig u dus allesbehalve het einde van deze crisis, al dient gezegd dat mijn verhaal wel iets met “crisis” te maken heeft, zij het dan één van enkele tientallen jaren geleden. Maar in feite gaat dit verhaal over een boek van ene Emiel van Put, een auteur die mij tot voor enkele dagen te enen male onbekend was. Hoe het boek mij in handen gekomen is vertel ik even niet. Daar hebt u dus het gissen naar.

    Naar de schrijver Emiel van Put heb ik mij rot gezocht op ’t internet, maar pover is het resultaat. “De crisis is voorbij” zou wel eens zijn meesterwerk kunnen geweest zijn. Het is vermoedelijk uitgegeven rond 1943-44. Hij zou ook nog een boek geschreven hebben over ene “Gravin Johanna”. That’s all. Het gaat hier dus om een vrij onbekende schrijver. Waarom onbekend? Is Emiel van Put dan misschien geen goede schrijver? Hoe komt het dan dat ik zijn boek in een tijdspanne van anderhalve dag, in één adem als het ware, uitgelezen heb, terwijl ik er weken over gedaan heb om mij doorheen de helaasheid en de godverdomse dagen van de alom gelauwerde Dimitri Verhulst te worstelen? En dan wil ik het nog niet eens hebben over het verdriet van België van een al even gelauwerde schrijver…

    En toch is er méér terecht gekomen van mijn zoektocht op ’t internet. Op een site waar boeken te koop aangeboden worden, heb ik “De crisis is voorbij” gevonden: te koop voor twee schamele euro’s, plus een vijftal euro verzendkosten. Dat was een week geleden. Op heden is het boek van de site verdwenen. Verkocht? Ongetwijfeld! Voor twee euro! Wat mag de koper zich gelukkig prijzen. Mijn exemplaar doe ik alvast niet van de hand voor twee euro. Nog voor geen honderd euro. Misschien wel voor tweehonderd euro. Omdat ik de centen goed kan gebruiken, als aanvulling bij mijn pensioen(tje). Al zal het met pijn in ’t hart zijn dat ik afstand zal doen van dit – bijna – uniek “meesterwerk”. Twee honderd euro, verzendkosten inbegrepen. En wat het boek zo kostbaar maakt en waarvan de andere verkoper ongetwijfeld onwetend was: de tekening op de cover is van niemand minder dan Willy Vandersteen himself… en die is wél bekend. Geïnteresseerd, beste lezer? Haast u dan maar, want er zullen meerdere gegadigden zijn.





    03-08-2009 om 21:45 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doutzen.

    Het zal u ongetwijfeld niet onbekend zijn dat ik in het weekend een trouwe lezer ben van de krant. Er staan vaak zéér interessante artikelen in. Zo heb ik dit weekend, in een krant waarvan ik, om redenen die ik reeds eerder heb aangehaald, de naam niet meer wens te vermelden, een artikel gelezen over Doutzen Kroes. Het artikel is van de voortreffelijke Dietert Bernaers. En voor die rari nantes die het niet zouden weten: Doutzen Kroes is een Nederlands topmodel uit Oostermeer, die voor mijn part best de titel van “mooiste vrouw ter wereld” mag krijgen. Ze is 24 jaar oud, bloedmooi en ze verdient 4,3 miljoen euro per jaar. Dat laatste staat ongeveer gelijk met de ontslagpremie van een topbankier. Niets bijzonders dus. Wel bijzonder is: dat geld voor Doutzen – zo beweert zij in het artikel van Bernaers – helemaal niets betekent. Ze leeft nog precies op dezelfde manier als zes jaar geleden toen ze nog naar de middelbare school ging: ze koopt pas een nieuwe broek als de oude versleten is en ze gaat op reis met een rugzak. Ze geeft dus bijna niets uit. Barslecht voor de economie in deze tijden van crisis, hoor ik u al zeggen. Geld mag immers niet opgepot worden. Maar dat is nu precies wat Doutzen niet doet, haar geld oppotten. Ze geeft het uit aan een internationale organisatie die strijdt tegen aids, en ze gaat in de toekomst nog veel meer van die dingen doen. Ze heeft geld zat om links en rechts wat te helpen en – zo zegt ze – “dat vind ik dan ook het enige interessante aan geld”.

    Het kan Doutzen Kroes verder geen bal schelen dat ze aan de top staat in de lijst van de rijkste modellen ter wereld, of in de lijst van de “meest begeerde vrouwen” ter wereld. Verder vindt ze het spijtig dat er geen lijst bestaat van de meest intelligente vrouwen, want slechts in dié rangschikking zou ze op nummer één willen staan. En toch zou ik die bloedmooie dame de raad willen geven zich maar te houden bij de titel van “de mooiste”, want de kans dat ze ook nog eens “de intelligentste” is, moet – rekening houdend met de grootte van de totale wereldbevolking – geschat worden op één op een paar miljard.

    In het interview beweert ze ook dat de roem haar hoofd niet op hol brengt, dat ze alles kan relativeren – heb ik het ooit anders gehoord? – Het zouden vooral haar ouders zijn die haar snel met beide voetjes op de grond zetten, als er al enig gevaar zou zijn dat ze zou beginnen te zweven. Zo zat ze in New York eens aan tafel met Bono van U2. Apetrots belde ze haar pa om dat te zeggen. Waarop deze antwoordde: “En dan? Pas als Bono naar zijn vader belt en zegt dat hij met Doutzen Kroes aan tafel zit, heb je wat bereikt.” Nu wil het toeval dat ikzelf die hele Bonobo van haar noch pluimen ken. Mocht ik dus ooit met die kerel van U2 én met Doutzen aan tafel zitten, ik zou wel weten over wie ik naar huis zou bellen. En ik meen te mogen veronderstellen dat Dietert er ook zo over denkt, te oordelen naar de foto, waarop hij, fier als een pauw, poseert naast het mooie kippetje met de gouden eitjes….





    02-08-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aan de mannen van de Kloosterhoek.

    Beste mannen van de Kloosterhoek,

     

    Laat ik al maar direct beginnen met een rechtzetting. Met “de mannen” bedoel ik natuurlijk ook de vrouwen van de Kloosterhoek en evenzeer de jongsten, die nog geen echte mannen en vrouwen zijn, maar het ongetwijfeld zullen worden. Vergelijk het een beetje met de “man overboord”, die ook een vrouw kan zijn…

     

    Het is mijn zoon Peter die mij er attent op maakte dat er een website bestaat van de Kloosterhoek. Hij heeft er zijn eerste twee levensjaren doorgebracht en nog wel in het huis dat van oudsher bewoond werd door de hoofdonderwijzer ofte directeur van de aanpalende gemeenteschool. Toen ik in 1964 in het huwelijksbootje stapte met de oudste dochter van de hoofdonderwijzer, verhuisde deze laatste naar een nieuw huis, waardoor het “schoolhuis” vrijkwam. Zo gebeurde het dat mijn vrouw en ik er onze intrek in namen. We hebben er drie gelukkige wittebroodsjaren doorgebracht. Zij was zelf onderwijzeres in die gemeenteschool en ikzelf heb in dat schoolhuis gedurende een korte tijd een huisartsenpraktijk uitgeoefend.

     

    Mijn schoonvader was dus het hoofd van de gemeenteschool. Er kwamen alleen jongens naar zijn school. Er zijn maar weinig mannelijke Elsegemnaren uit die tijd die in die gemeenteschool niet de wonderlijke kunst van het lezen, het schrijven en het rekenen hebben geleerd – en er zijn belangrijke journalisten, schrijvers, ingenieurs en professoren uit voortgekomen.  Eén van die weinigen was ikzelf. Hoe dat te verklaren is? Ik woonde in de Broekstraat en zowel het schooltje van Grijsloke als dat van Kaster waren dichterbij. Vader vond de weg naar die beide schooltjes – die ik te voet en als ik wat groter was, met de fiets moest afleggen – een stuk veiliger dan de weg naar de school van de Kloosterhoek. Ik heb zodoende de eerste helft van mijn lager onderwijs in Grijsloke gedaan, de tweede helft in Kaster. En dat had dus niets te maken met de mogelijkheid dat mijn vader het onderwijs dààr hoger zou aangeslagen hebben.

    Heb ik dus nooit bij meester Anckaert op de schoolbanken gezeten, ik heb er wel de dochter aan de haak geslagen. Ik heb een tijdje gedacht dat ik daar eigenlijk geen recht op had, precies omdat ik daar nooit naar school ben geweest. Mijn schoonvader was evenwel zo tactvol om daar nooit een opmerking over te maken. Meester Albert! Geboren en getogen was hij op de Kloosterhoek en hij heeft er ook zijn levenstaak vervuld: de jeugd van Elsegem kennis en levenswijsheid bijbrengen. Hij is ongetwijfeld de meest legendarische figuur van de Kloosterhoek en misschien wel van het hele dorp. Weinigen hebben hem beter gekend dan ik. Met liefde heb ik over hem geschreven op mijn weblog (www.bloggen.be/kris) op 3 juni 2006, enkele dagen na zijn overlijden: In memoriam Albert Anckaert. Met liefde heb ik hem herdacht op diezelfde weblog op 20 oktober 2006: Allerheiligen. En met evenveel liefde heb ik enkele dagen later (24 oktober 2006) zijn kleine kantjes belicht: De erfenis van de Bisschoppelijke Normaalschool.

     

    Op jullie website heb ik de foto uit de krant bewonderd: allemaal inwoners van de Kloosterhoek. Helaas, amper een paar komen er mij bekend voor: allemaal “nieuwe mensen”. Wat tolt onze wereld toch in een razend snel tempo voort! O jerum jerum jerum…

    Kan ik jullie een plezier doen met enkele oude foto’s van de Kloosterhoek? Misschien heb ik er wel een paar van de school. Die school! Hoe lang is dat nu ook al weer niet geleden dat die school ter ziele is gegaan?

     

    Met bergen van sympathie,

     

    Kris Vansteenbrugge,

    www.bloggen.be/kris

    www.bloggen.be/pierpont

    www.bloggen.be/dzeus (voor de classici onder de Elsegemse jeugd).

    31-07-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het mirakeldorp.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dat Grijsloke vrijwel ongeschonden uit de Grote Oorlog van 1914-18 was gekomen, vonden de inwoners van ’s lands kleinste gemeente – slechts 0,78 km² groot – een goddelijk mirakel. Ze hadden gebeden tot de Heer en tot de Heilige Maagd en hun gebeden waren verhoord. Om hun dank te betuigen bouwden ze een kapel, op het kruispunt van de Bouvelostraat en de Dolderstraat. De kapel staat er helemaal te velde en in heel Vlaanderen is er geen mooiere. Tientallen jaren lang trokken de vrome Grijslokenaren, iedere zomer, in processie van de kerk naar de kapel. Onder een gouden baldakijn droeg de priester het Allerheiligste. Grote heiligen werden uitgebeeld en stapten mee. Heilige psalmen en dito litanieën stegen op uit jeugdige kelen. Frisse meisjes strooiden bloemetjes op de weg. Wie van de ouderen uit de streek herinnert zich niet die heerlijke telkens weerkerende gebeurtenis? Aan alle mooie liedjes komt evenwel een einde. In Grijsloke, zoals overal elders werd de dorpsprocessie afgeschaft, zowat een halve eeuw geleden. Maar Grijsloke was rijp voor een nieuw mirakel…

    Dat mirakel kwam er in 1981 met “Dwars door Grijsloke”. Als embleem voor deze jaarlijkse stratenloop kozen de organisatoren de Bouvelokapel, die ondertussen een beetje in de vergetelheid was geraakt. Voor de deelnemers werd een medaille ontworpen, waar de kapel centraal stond en die door Jan Bauwens in lyrische bewoordingen werd bezongen: “… En daar, van licht vervuld, … waakt helder de kapel als ’t oog van een tevreden moeder, die ons de schuld ontneemt en onze sterfelijkheid bergt. En drieërlei van aard en vorm zijn zij toch één geworden: de vreugdemens die speelt, de weelde van de aarde die het leven geeft, en ’t huis van God dat al dat schone eens tot zich zal nemen … De medaille van Grijslokes loopfestijn, zwanger van mysterie en lichtend leven. Een kunstwerk waarin het diepste van de menselijke ziel een bedding krijgt.”

    En weer voltrok zich een wonder: in minder dan geen tijd groeide “Dwars door Grijsloke” uit tot de populairste en succesrijkste stratenloop van Vlaanderen. Voor de tiende editie, in 1990, waren er meer dan tweeduizend deelnemers ingeschreven, zijnde zes maal de bevolking van Grijsloke. Ongetwijfeld had de Allerhoogste hier weer de hand in, misschien wel op voorspraak van de Heilige Maagd. En ook nu toonde Grijsloke zich dankbaar. Ieder jaar werd begin mei een bedevaartloop georganiseerd naar Onze Lieve Vrouw van Kerselare, en de week vóór de grote wedstrijd werd er in de kerk van Grijsloke een mis opgedragen om de Heer al bij voorbaat te danken voor het welslagen van de koers. Dit jaar is de mis op 22 augustus om 17.00 uur. Alle parochianen en supporters van Dwars door Grijsloke worden uitgenodigd om op die dag samen te komen om mis te vieren en te bidden. Dan wordt het op zaterdag 29 augustus weer een succes, een hoogdag! En bij de start van de koers zullen de kerkklokken weer luiden!…

    27-07-2009 om 03:47 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Horizon verruimd.

    ’t Is weeral enkele weken geleden dat ik de weekendkrant becommentarieerd heb. Dan wordt het maar weer eens tijd, dacht ik zo. Laten we beginnen met het regionaal niveau, om dan verder via het nationaal niveau op te stijgen naar het mondiaal niveau.

     

    In mijn geboortedorp is er een jongen van amper zestien jaar die met goed gevolg deelgenomen heeft aan een wedstrijd tot het bekomen van een studiebeurs om klassieke filologie te gaan studeren in Engeland, aan de universiteit van Cambridge. De studie neemt een aanvang na de grote vakantie en waarheidshalve dient vermeld dat de knaap dan reeds zeventien zal geworden zijn. Waarom het artikel mij getroffen heeft? Het heeft te maken met een gevoel van lotsverbondenheid. Ook ik was zestien jaar toen ik met goed gevolg deelnam aan een wedstrijd tot het bekomen van een studiebeurs. Die studiebeurs had ik broodnodig want ons gezin had moeite om de eindjes aan elkaar te knopen, met dat armzalig loon van vader. Ook ik was net zeventien toen ik, meer dan een halve eeuw geleden, mijn studies aanvatte aan de universiteit, niet van Cambridge, maar van Gent. Dat vond ik al behoorlijk ver van huis. Klassieke filologie was toen evenwel het laatste waar mijn gedachten naar uitgingen. Ik vond die dode talen nutteloos en tijdverspilling en de verhalen uit de klassieke mythologie vond ik je reinste onzin. Mijn vader vond dat ik geneesheer moest worden – in Vlaanderen was het woord “arts” toen alleen nog bekend in de samenstellingen “tandarts” en “veearts”. Het waren lange en moeilijke studies. Als ik u, beste lezer, hierbij vertel dat ik ieder jaar slaagde in de eerste zittijd, dan doe ik dat niet zonder enig gevoel van fierheid. Want naast de studies was er ook mijn studentikoze carrière, waaraan ik meer dan gewone zorg besteedde. Maar toch houdt de vergelijking met de jonge classicus-in-spe uit mijn geboortedorp hier niet helemaal op: toen ik drieënveertig was ben ik mij voor de klassieke cultuur – die onzin! – beginnen interesseren en tot op de dag van heden is het mijn grote hobby gebleven. Overigens moet het mij van het hart dat ik te doen heb met de jonge knaap. Niet omdat hij te jong zou zijn voor de studie, wel integendeel. Toen ikzelf zeventien was kon ik al niet meer zo goed leren als op mijn veertiende en daarna ging het steeds moeizamer, jaar na jaar. Daar staat natuurlijk tegenover dat geen twee personen dezelfde zijn, of ’t zouden eeneiige tweelingen moeten zijn. Ten bewijze daarvan: Joost van den Vondel leerde Latijn toen hij reeds hoogbejaard was. Zal de jongen wel aarden in Engeland? En Latijn leren in ’t Engels is toch nog anders dan in je eigen moedertaal! Maar misschien kan hij geen studiebeurs krijgen om aan een Vlaamse universiteit te gaan studeren, omdat zijn ouders net iets te veel verdienen? Ik moet bij deze gelegenheid denken aan een jongen die samen met mij in Gent studeerde. Hij had rijke ouders – ze hadden thuis een zeepziederij – en hij was de enige, bij mijn weten, die toentertijd met de auto naar de les kwam, een chique sportwagen nog wel. Hij had een studiebeurs die groter was dan de mijne, want zijn vader verdiende officieel… niets. Dit natuurlijk helemaal terzijde.

    Ik blijf het spijtig vinden dat de ongetwijfeld begaafde jongeling niet zal genieten van ons Vlaams universitair onderwijs, dat alleszins op een zéér hoog niveau staat. Ten bewijze daarvan de tweeëntwintig studenten die het gebouw naast mijn huis in Kortrijk betrekken. Ze spreken stuk voor stuk Engels en het merendeel is, naar ik vermoed, de Nederlandse taal niet machtig. Allemaal buitenlanders die zich aangetrokken voelen door ons degelijk universitair onderwijs. Enkelen onder hen zijn Polen en er zijn ook Portugezen bij. Mogelijkerwijze misschien ook Engelsen, wie weet… uit Cambridge? Het moge de begaafde jongen uit mijn geboortedorp evenwel een troost wezen dat hij dank zij zijn Engelse studiebeurs ruimschoots de regionale pers heeft gehaald en nu reeds een halve BV is. En, hij kan toch nog altijd terugkrabbelen, nietwaar?

     

    Laten we opstijgen tot het nationale niveau. Met gegevens die nu eens niet uit Het Laatste Nieuws komen, net zo min als het verhaal over de toekomstige Cambridge-student. En, laat ik het nu maar bekennen: sedert de tegenvallende politieke enquête van 06.06 l.l. (zie deze blog d.d. 09.06.2009) begin ik te twijfelen aan de krant die ik sedert mijn kinderjaren trouw ben gebleven – op drie weken na, gedurende enkele jaren, tijdens de Ronde van Frankrijk, vanwege de tekeningen van Buth in Het Volk. Twijfelen, of ik het niet eens over een andere boei moet gooien, of ik mijn horizon niet moet verruimen. En had ik ook niet gezworen mij niet meer met politiek in te laten? Maar dat betekent dan toch niet dat ik de samenstelling van de nieuwe Vlaamse regering niet mag betreuren, zeker? Welnu, ik treur om het feit dat Frank Vandenbroucke, in veler ogen ’s lands meest bekwame politicus, er niet meer bij is. Zijn vader was auteur van een lijvig boek, “Klinische Fysiologie”, dat jarenlang een standaardwerk is geweest voor de studenten in de geneeskunde, zowel in Leuven als in Gent. En de brave Frank, de sukkel, spreekt dan nog zijn dank uit – wie dankt hij eigenlijk? – omdat hij vijf jaar minister heeft mogen zijn. Zou hij dat echt menen? En zo mogelijk nog meer treur ik om Veerle Heeren. Wat zal ik haar lief snoetje missen op het televisiescherm: een lust voor het oog, een verademing in barre tijden, een van de dingen die nog een beetje zin gaven aan het leven...


    Wat het hoogste niveau betreft, het mondiale dus, laat ik enkel de beelden spreken. Duizend maal dank, Chris Snick en Dirk Draulans, dat gij honderdduizenden Vlaamse mannen verlost hebt van een beangstigend schuldgevoel. Onze neiging om gefascineerd te staren naar het welgevormde achterwerk van leden van de andere sexe – het weze nu voor eens en voor altijd duidelijk – is niet abnormaal. Wel integendeel. Onze wereldleiders, in dit geval Obama en Sarkozy, hebben dat ook. Het is een reflex, dat wij mannen echt niet kunnen beheersen, zelfs niet tijdens een G8-wereldtop: zoiets als het terugtrekken van je hand bij het aanraken van een hete plaat. Oef, dat dàt nu eindelijk eens wetenschappelijk bewezen is door Dirk Draulans en wereldkundig gemaakt door Chris Snick. In de krant van 11 juli, waarvan ik de naam voor één keer onvermeld laat.





    13-07-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tolardrieheuvelenloop en de Tontekapel.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Deze foto prijkt op het doodsprentje van Mevrouw Madeleine ISERBYT, weduwe van de heer Henri GLORIEUX: de Tontekapel met vooraan de vol geregende sporen van de landbouwtractor van zoon Louis.
    Onderaan dit verhaal vindt u een foto van de eerbiedwaardige Tolardriehoeve, die dateert van 1773, alsook een foto van de mooie oprijlaan naar de hoeve, met rechts het woonhuis van de boer-filosoof (beide foto's van Dirk Vanneste, Kooigem).




    Eén van de bijzonderste sportgebeurtenissen in Zuid-Westvlaanderen is de Tolardrieheuvelenloop in Kooigem. Bijzonder is ongetwijfeld het aantal deelnemers dat ook dit jaar beperkt blijft tot twee. Ei zo na was het aantal dit jaar nochtans uitgebreid tot drie – een toename met vijftig percent! – doch een enkelfractuur en een niet al te vlotte revalidatie hebben daar anders over beschikt. Ook een beetje bijzonder misschien is het feit dat deze loopwedstrijd pas om de twee jaar plaatsgrijpt: in de julimaand van de “onpare jaren”. Sta mij toe hier te vermelden dat Briek Schotte, “de ijzeren Briek” en tezelfdertijd “de laatste der Flandriens”, precies tijdens die onpare jaren de teugels liet vieren. Al doet dat hier natuurlijk niets ter zake.

    Dit jaar is er dus weer Tolardrieheuvelenloop. Het parcours is hetzelfde als twee jaar geleden. De deelnemers ook. Mijn trouwe lezers weten dus precies waar de klepel hangt. De anderen, of diegenen wier geheugen het al een beetje laat afweten, kunnen mijn weblog (www.bloggen.be/kris) raadplegen, de dato 23.6.2007 en 11.7.2007. Ook dit jaar zijn er dus drie heuvelen en brengen de lopers even een bezoek aan de Tolardriehoeve van Louis Glorieux. Dat oponthoud is wel niet helemaal orthodox, maar het is een verplichting tegenover Louis, de sponsor! Louis is niet alleen boer – en wat voor één: de beste van uren in de omtrek! – maar ook filosoof, een combinatie die vroeger wel meer bij boeren voorkwam. Maar Louis is een nederig man die niet wenst bejubeld te worden en daarom wil ik nu liever enkele zinnetjes wijden aan die andere grote vedette van de loopwedstrijd: de Tontekapel.

    Over die Tontekapel, waar de lopers voorbijkomen na ongeveer 7 km., lees ik op het doodsprentje van de moeder van Louis, Madeleine Iserbyt, godvruchtig overleden op 29 september 2008, in den ouderdom van 95 jaar: “Haar diep godsvertrouwen en mariale vroomheid liggen uitgedrukt in de Tontekapel, nabij de hoeve. Nooit liet ze na de kapel met bloemen te versieren tijdens de meimaand”.

    En – laat het toeval wezen – op mijn bureau ligt De Standaard van 22.12.2004, waarin een artikel staat over de bekende juwelenontwerpster Hanna Vanneste, die afkomstig is van Kooigem. De schrijver van het artikel is bvc, vermoedelijk Bernard Vancraeynest. Hanna vertrouwt de journalist toe dat zij altijd gepassioneerd geweest is door de Tontekapel in haar dorp. “Enerzijds om de ex-voto’s die er te vinden zijn en anderzijds om het weidse uitzicht aan die kapel. De mensen uit mijn dorp geloven dat iemand kan genezen als zij een reepje stof van een kledingstuk van een zieke aan de kapel achterlaten. Vandaar de vele lintjes aan de kapeldeur”.

    Op het parcours van de Tontekapel en de Tolardriehoeve wordt het op 19 juli ongetwijfeld weer knokken om de overwinning… en om de bergprijs.

     



    08-07-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De hedendaagse kunst ontmaskerd.

    Ik moet u bekennen, beste lezer, dat ik nog steeds een beetje ondersteboven ben van mijn bezoek aan het museum Dhondt-Daenens, twee maand geleden. Vier hoopjes roestige rommel, bedekt door een laag stof, was zowat het enige wat het museum te bieden had. De maker van die kunstwerken: één van Amerika’s grootste “moderne kunstenaars”. Ik heb er een verhaaltje over geschreven op deze weblog, op 5 mei, in de hoop dat minstens één van mijn dierbare lezers erop zou reageren, teneinde mij een hart onder de riem te steken en zodoende mijn sindsdien getormenteerde kunstziel enigszins tot rust te brengen: ben ik niet meer van deze wereld of is de wereld dolgedraaid? Niet één van mijn dierbare lezers heeft zich die moeite getroost…

    Maar wie beschrijft mijn vreugde toen ik, surfend op ‘t internet,  terecht kwam op “Een beknopte beschouwing over hedendaagse kunst” van de onvolprezen Serskampse filosoof, kunstenaar en kunstcriticus, Jan Bauwens! Verhelderend en onthullend voor eenvoudige naïeve zielen, zoals ikzelf en – naar ik vermoed – de meesten van mijn trouwe lezers. Sta mij toe dat ik een paar zinnetjes citeer:

     

    “Hedendaagse kunst”, zoals de richting zichzelf noemt, onderscheidt zich van alle andere kunst in het bijzonder op het punt dat zij geproduceerd wordt in een handomdraai en vrijwel zonder middelen, terwijl het prijskaartje dat eraan kleeft doet duizelen. Maar even belangrijk aan de hedendaagse kunst is, dat zij door “ingewijden” tot kunst dient uitgeroepen te worden. In feite zijn die ingewijden diegenen die de beschikking krijgen over de macht om de inhoud van een vuilnisemmer uit te roepen tot een “hedendaags kunstwerk”, wat betekent tot een object met een duizelingwekkende geldwaarde.

     

    Wie zijn nu die “hedendaagse kunstenaars”? En wie zijn die ingewijden, die “geldmakers”, die hun invloed en hun macht aanwenden om ervoor te zorgen dat hun klaarblijkelijke waanzin ernstig zal genomen worden? Het kan niet zijn dat u, lieve lezer, niet geïnteresseerd bent in het antwoord op deze en andere vragen in verband met de hedendaagse kunst. Misschien voelt u er wel iets voor om die zeepbel te doorprikken? Lees dan maar gauw wat Jan Bauwens vertelt op zijn weblog (www.bloggen.be/tisallemaiet), d.d. 31.06.2009. De titel van het verhaal: “Een beknopte beschouwing over hedendaagse kunst”.

    06-07-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    26-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een slechte koeibok.

    Gisteren naar Brussel geweest en één van de vele grote kerken bezocht die de stad rijk is: Sint-Jacob-op-Coudenberg. Zes vooraanstaande leden van ons koningshuis hebben in deze kerk het heilig doopsel ontvangen: de koningen Leopold de tweede, Leopold de derde, Boudewijn en Albert de tweede, alsook prins Filip en prinses Astrid. Er hangen bijgevolg zes lijsten. Vijf ervan bevatten foto’s en akten van het betreffende doopgebeuren. Enkel de lijst van Filip is leeg. Vandalenwerk? Geplunderd door souvenirjagers?

    Mijn aandacht werd vooral getrokken door een merkwaardige gedenksteen in de kerk, waarop enkele tientallen namen staan van soldaten, gevallen voor het vaderland tijdens de eerste wereldoorlog, ofte de Grote Oorlog. Zouden die daar allen in de kerk begraven liggen? Mijn oog viel op ene Baron Etienne PYCKE de PETEGHEM, gesneuveld te Calais op 7 mei 1918. Deze baron Etienne moet ongetwijfeld familie geweest zijn van de baron Pycke die burgemeester was in Petegem, in de eerste helft van de vorige eeuw, toen mijn schoonvader daar in de dorpsfanfare speelde. Als ik mij niet vergis moet er in Petegem een hele resem burgemeesters Pycke geweest zijn, die elkaar van vader op zoon opgevolgd hebben. Zoals het echte blauwbloedigen past, spraken de Pyckes met moeite de taal van hun volk. Mijn schoonvader vertelde in dat verband wel eens een anekdote over “baron Pycke”.

    Zo gebeurde het dat de fanfare gehuldigd werd vanwege haar vijfentwintigjarig bestaan – al ben ik van dat getal niet geheel zeker. Baron Pycke hield te dier gelegenheid een toespraak waarin hij zijn waardering en zijn bewondering uitsprak voor de muzikanten. Naar zijn oordeel waren zij “de best fanfaar van de lande”. Toen er echter hier en daar wat spottend gelach opsteeg uit de aanwezige menigte, begreep de baron dat hij overdreef en hij voegde er al gauw aan toe “… tis ik wil zek, van de lande van hier, de lande van Péteguème”. Ik hoef u natuurlijk niet te vertellen, beste lezer, dat er in dat kleine dorp maar één fanfare was…

    Het gebeurde ook dat baron Pycke op bezoek was bij een boer die een stier had, waar andere boeren uit de omgeving naartoe kwamen om hun koe te laten dekken. Toen op een keer de stier in een impotente bui – de Viagra was toen nog niet uitgevonden – geen enkele toenaderingspoging deed, liet de baron-burgemeester, die het schouwspel stond gade te slaan, zich ontvallen: “ hij en wil nie, tis ne slekte… koeibok”.

    En zo zijn er in onze streek twee uitdrukkingen ontstaan die hun oorsprong vinden bij baron Pycke. Ik weet niet eens of ze op grote schaal gebruikt werden, maar voor mijn schoonvader zaliger en mijzelf waren ze gemeengoed. De eerste wordt gebruikt wanneer iemand dient geprezen te worden. Dan zeggen wij: “hij is de best van de lande”. Maar we relativeren dat dan ook door er aan toe te voegen: “tis te zek, van de lande van hier, de lande van…” En dan blijkt vaak dat de geprezene zich slechts de beste kan noemen van een zeer klein gebied. Een tweede uitdrukking is voorbehouden voor een koppigaard, iemand “die niet wil”. Dat is dan steevast “ne slekte koeibok”!

    Wie zeker geen slechte koeibok is, is onze Kortrijkse Kwikkelbornee, minister van vereenvoudiging. Zijn ministerie bevindt zich op een steenworp van de kerk van Sint-Jakob-op-Coudenberg, namelijk in de Brederostraat, nummer 9. Een nogal sombere straat – maar zo zijn er wel meer in Brussel – aan de achterkant van het koninklijk paleis. Daar werkt Kwikkie zich al jaar en dag uit de naad om alles eenvoudig te maken. En geloof me gerust: er is nog veel werk aan de winkel, in dit ingewikkeld landje.

    Maar de echte reden waarom ik mij gisteren naar de grootstad begeven heb, was de tentoonstelling van het werk van Magritte, in één van de musea in de buurt van het Koningsplein. Meer daarover komende week.

    26-06-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over twee socialisten.

    Deze morgen vernam ik het schielijk overlijden van één van onze prominente politici, Karel Van Miert. Van een ladder gevallen. Zevenenzestig jaar oud. Nog jong dus, althans voor iemand die, zoals ik, twee jaar ouder is. Van Miert, zo wordt gezegd, was één van de machtigste mannen van Europa. Zoniet dé machtigste. Wat iemand uit mijn kennissenkring zich deed afvragen of hij niet van die ladder gedúwd is. Hoge bomen vangen immers veel wind. Van Miert had een kolossaal grote tuin, met tweehonderd hoogstammige fruitbomen. Hij was enorm fier op die tuin. Zo’n tuin, da’s een mooie bijverdienste, maar het brengt enorm veel werk mee. Zelf heb ik maar één fruitboom, een appelboom, en daarmee heb ik reeds de handen vol – en ik ben niet eens fier op die boom. We kunnen veronderstellen dat hij kersen aan ’t plukken was, toen het ongeval is gebeurd. Hij kan ook een natuurlijke dood zijn gestorven: een hartstilstand of zo… Misschien wilde hij zijn vriendin, die op reis was, bij haar thuiskomst verrassen met een mandje versgeplukte kersen? Maar wat ik mij boven alles afvraag: heeft deze moedige man, voor wie ik alle sympathie heb – hij komt net als ik uit een arm arbeidersgezin – niet àl te veel hooi op zijn vork genomen? Als voorzitter van een “zakenuniversiteit” in Nederland en als beheerder van vele bedrijven. En dan nog zo’n immense tuin met tweehonderd hoogstammige fruitbomen! Voor iemand die de pensioenleeftijd al ruimschoots had overschreden! Dat het dan al eens niet perfect loopt zoals bij Agfa Gevaert mag eigenlijk geen verwondering wekken. Zoveel bedrijven beheren moet allerminst een sinecure zijn. Stress zou misschien wel aan de basis kunnen liggen van dit jammerlijk heengaan. Of roekeloosheid? Tien sporten hoog op een ladder – en een val van die hoogte is nog niet eens dodelijk – vind ik al roekeloos. Maar ja, ik heb hoogtevrees…

    En uitgerekend op hetzelfde uur waarop het droevig nieuws van het overlijden van deze rechtschapen politicus mij bereikt, krijg ik een mailtje van een ander vooraanstaand socialist, om mij te bedanken voor de lovende woorden die ik hem heb toegezwaaid vanwege zijn keuze van Jozef Deleu tot laureaat van een literaire prijs. Op 1 juni had ik mij op deze weblog al zeer lovend uitgelaten over Jozef Deleu, vooral vanwege het gedicht dat ik las in zijn literair tijdschrift “Het Liegend Konijn”. Het gedicht is van Jan Lauwereyns en ik kan niet nalaten  het hier nogmaals neer te schrijven:

     

    Je doet het of

    je doet het niet

    happy time with animal

    als je het doet

    doe je het

    oog op verzadiging

    en lekkerness

    zo klaar en gretig afgehandeld

    logisch

    filosofisch

    dat de stilstand der dingen

    op de heupen werkt

    tot ik het daar daarvan

    krijg

    book off

    en rap een beetje.

     

    Ik vind dat Bert Anciaux heel veel verstand heeft van kunst en dat hij heel goede keuzes maakt bij de besteding van het Vlaamse geld. ’t Zou mij niets verbazen als dat prachtig monument dat zich in Gent op het plein vóór het Sint-Pietersstation bevindt ook door hem gesponsord werd. En van toneel heeft hij ook al verstand. Neem nu de toneelgroep Antigone: dank zij de subsidies van Bert kunnen ze daar de toegangsprijzen belachelijk laag houden. Toneel om duimen en vingers van af te likken. Een aanrader, beste lezer. U moet het echt eens doen. U riskeert niets. Enkel een paar euro.

    Maar dat Bert nu waarschijnlijk zijn ministerportefeuille zal moeten afgeven is doodjammer. Als die andere socialiste Freya die post overneemt, kan ik haar alleen maar veel sterkte toewensen. Tracht het even goed te doen als uw voorganger, mijn beste Freya, want béter kan echt niet!
    Amen.

    23-06-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Politiek.

    Eergisteren was ik aanwezig op een familiefeest ter gelegenheid van de zesenvijftigste verjaardag van een aangetrouwde achternicht. We keken naar de uitslag van de parlementsverkiezingen op TV. Een bejaarde achterneef – nog een jaar ouder dan ik en eveneens aangetrouwd – die beweert àl mijn cursiefjes te lezen, vroeg mij waarom ik nooit iets schrijf over politiek. Val nu dood met je beste kleren aan! In 2006 heb ik in de maanden september en oktober niet minder dan drie uitgebreide artikelen over politiek geschreven, ter gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezingen in Gent. Een jaar later, op 19 september 2007 om precies te zijn, heb ik een artikel geschreven met mijn visie op de communautaire problematiek van de federatie België. Ik heb toen een voorstel gedaan waarmee het hele probleem in één klap van de baan kon zijn. In één klap! En tot eenieders voldoening! Dat communautair gepalaver kost een fortuin en wat heeft het al opgebracht? Behalve dan voor de palaveraars zelf? En als een simpele ziel een perfecte pasklare oplossing op een schaaltje aanbiedt, is er niemand die het voorstel ook maar enige reactie waard acht. Geen kat. Behalve mijn goede vriend Gerard dan, maar zelfs híj heeft mijn voorstel ongetwijfeld niet au sérieux genomen. Is het dan te verwonderen dat ik op 3 december 2007, via dit blog-medium, aangekondigd heb geen politieke mening meer te zullen verkondigen? Maar omdat die bejaarde aangetrouwde achterneef dat zo graag wil – voor mijn familie, het weze dan nog aangetrouwd, ga ik door het vuur – ben ik wel bereid op heden een kleine beschouwing te maken omtrent de voorbije parlementaire verkiezingen. Uiteraard zonder er ook maar de minste eigen mening aan vast te knopen, waarmee ik bedoel dat ik het vertik een voorkeur voor deze of gene partij uit te spreken.

    In het politieke landschap in Vlaanderen lijkt er een polarisatie te bestaan in enerzijds de klassieke partijen (CDampersantV, OpenVLD en SP.a) en anderzijds de rechtse Vlaamse partijen (VB, NVA en LDD). De klassieke partijen hebben het afgetekend gehaald met 53,2 procent van de stemmen tegenover 36,0 procent voor de Vlaamse partijen. Een verhouding van drie tegen twee, zeg maar. Of dit verschil mij verwondert? Een beetje wel, in de zin dat ik het groter had verwacht. Zeker na het lezen van een enquête naar het stemgedrag van de BV’s (bekende Vlamingen), in Het Laatste Nieuws van zaterdag laatstleden. Zoals ieder van mijn trouwe lezers weet, is Het Laatste Nieuws mijn geliefkoosd dagblad. De score was: 73,6 procent voor de “klassieken” tegen 7,3 procent voor de “Vlamingen”, hetgeen een verhouding van tien tegen één oplevert. Wat een discrepantie! En zeg nu niet, beste lezer, dat de enquête niet relevant zou zijn. Het aantal ondervraagden was immers behoorlijk groot en ze waren van diverse pluimage: van poolreiziger, alover chansonniers, ex-voetballers en dito judoka’s, wensouders, trendwatchers, virologen, geriaters, bokskampioenen, miss-makers tot Boogie-boy, om er maar enkele te noemen. Absoluut representatief dus. Waaruit wel degelijk de conclusie te trekken valt dat de BV een heel ander stemgedrag heeft dan de OV (onbekende Vlaming, ofte Jan-met-de-pet).

    Het kan u natuurlijk geen barst schelen voor welke partij ikzelf gestemd heb op 7 juni. Ik zal het u dan ook niet vertellen. Wel wil ik u verklappen dat ik een tekeningetje gemaakt heb op mijn stemformulier: een mannetje dat zijn tong uitsteekt en dat zegt “ge zijt allemaal zakkenvullers”. Dat schrijft mijn goede vriend Jack Vanlichtervelde ook altijd op zijn stemformulier en nonkel Fonske zaliger deed dat ook. Nonkel Fonske was maar half geletterd en ik vermoed dat hij “zakenvulers” schreef, want van de dubbele medeklinkers in gesloten lettergrepen had hij geen kaas gegeten.

    Voilà, aangetrouwde achterneef van mij, ben je nu tevreden?

    09-06-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief aan een muziekkenner.

    Beste Jonathan,

     

    Dit is een antwoord op je mail van eergisteren 3 juni 2009. Sta mij toe dat ik van start ga met een lange inleiding.

    Ik moet een jaar of zes geweest zijn toen ik voor ’t eerst mee mocht met mijn ouders naar het circus. Ik weet nog dat er een clown was die de piste betrad, spelend op een viool. Maar zijn spel was volstrekt krankzinnig, zonder vorm, melodie of ritmiek. Het klonk pijnlijk in eenieders oren, ook in de mijne. Toen kwam er een andere clown ten tonele, met in ieder oor een dikke prop watten en een paar reuzenschoenen aan de voeten. Hij gaf de spelende clown een daverende trap onder de broek, waardoor deze plots wondermooie klanken begon te produceren met zijn snaarinstrument. De toeschouwers raakten in vervoering door het spel: hier was een virtuoos aan het werk, vermomd als clown! Als kind zag ik niet eens het grappige in van die scène. Ik moet waarschijnlijk gedacht hebben dat die trap onder de broek de metamorphose had teweeggebracht. Naïef als ik toen was! Dat een trap onder de broek zo’n verstrekkende muzikale gevolgen kon hebben, leek mij toen niet eens zo absurd.

    Zelf ben ik geen liefhebber en allerminst een “kenner” van muziek. In mijn kinderjaren hield ik het bij de liedjes van Bobbejaan Schoepen, zoals “ ‘k Zie zo geren mijn duivekot”. Later heb ik mij laten bekoren door liedjes uit de studentencodex: “Muss i denn”, “Die Lore”, “Poor old Joe”, “Home on the Range” en andere. In de periode dat ik met meisjes slows danste in zwak verlichte dancings kon ik “wegsmelten” op de tonen van “Come closer to me” en “Put your head on my shoulder”. Uit de tijd van mijn legerdienst dateert “Strangers in the night” van Sinatra: ik kon mij geen mooiere muziek indenken. Klassieke muziek was allerminst aan mij besteed. En daaraan heb ik het te danken dat ik tijdens mijn laatste jaar in het Atheneum van Oostende een belangrijke quiz gewonnen heb. Men liet een muziekstuk horen en men vroeg wie de componist was: het was de beslissende vraag die één van de twee finalisten moest bekronen. Ik antwoordde “Bach” omdat het de enige was die mij te binnen schoot. Het wàs Bach, maar niemand van de aanwezige kenners die ooit aan Bach had gedacht, omdat het stuk allesbehalve typisch was voor Bach. Een soort strikvraag dus, waar alleen ík niet was ingelopen. Dat ik een zeer goede rekenknobbel had en zo goed als alles wist over sport was algemeen bekend in de school, maar dat ik ook nog eens alles wist over klassieke muziek… Het heeft mijn prestige niet geschaad.

    Toch mag ik beweren dat ik de laatste jaren enigszins van klassieke muziek begin te kunnen genieten. Een pril begin, weliswaar. Dat heeft met zich meegebracht dat ik niet meteen de kamer verlaten heb toen mijn echtgenote enkele dagen geleden overschakelde op canvas plus, voor de koningin Elisabeth wedstrijd voor viool. Er kwam een violist op het podium en die speelde… volstrekt krankzinnig, zonder vorm, melodie of ritmiek. Ik dacht aan het circus van drieënzestig jaar geleden en een ogenblik dacht ik dat er een clown het podium zou betreden en de speler een trap onder zijn broek zou verkopen… Maar het bleek allemaal bittere ernst te zijn. En toen kwam er een tweede en een derde: volstrekt krankzinnig, zonder vorm, melodie of ritmiek. Ontgoocheld ben ik dan toch naar buiten gegaan. En ’s anderendaags, toen mijn nieuwe buurvrouw zich in lovende bewoordingen uitliet over de wedstrijd, heb ik instemmend geknikt: zij moet maar niet weten wat een grote ongeciviliseerde boerenpummel ik toch nog steeds ben! Zij moet maar niet weten dat ik het voorlopig nog steeds houd bij “Ik spring uit een vliegmasien” van Eddy Wally…

    En nu jouw mail, mijn beste Jonathan. Je schrijft letterlijk over “hedendaagse muziek” die de deelnemers aan de vioolwedstrijd ten gehore hebben gebracht: “volstrekt krankzinnig, zonder vorm, melodie of ritmiek”. En is dat niet de letterlijke verwoording van hoe ikzelf erover dacht? En ben jij niet de kunstzinnige Jonathan, die als géén door de muze van de muziek gebeten is, die vrijwel alle grote componisten geportretteerd heeft en hun werk door en door kent? En ben jij nu niet tevens het argeloze jongetje uit “De nieuwe kleren van de keizer”, dat opmerkt dat de keizer helemaal geen kleren aan heeft?

     

    Wat er ook van zij: ik groet je hartelijk bij deze!

     

    Kris.

     

    05-06-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Liegend Konijn.

    In mijn prilste kinderjaren wist Hiëronymus van Alphen mijn kinderziel te beroeren met Jantje zag eens pruimen hangen… Later ben ik meer gaan houden van de poëzie van René Declercq. Ook Gezelle kon mij in hoge mate bekoren:

     

    Den avond komt zo stil

    zo traagzaam aangetreden

    dat geen en weet

    wanneer de dag

    of waar hij is geleden…

     

    En Herman Gorter:

     

    Een nieuwe lente en een nieuw geluid:

    Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit

    Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht

    In een oud stadje, langs de watergracht.

     

    Ook Verlaine vond ik een groot dichter:

     

    Les sanglots longs

    des violons de l’automne

    blessent mon coeur

    d’une langueur monotone…

     

    En dan die dichter, waarvan de naam mij ontsnapt:

     

    Heureux qui, comme Ulysse, a fait un beau voyage,

    Ou comme celui-là qui conquit la toison,

    Et puis est retourné, plein d’usage et raison,

    Vivre entre ses parents, le reste de son âge.

     

    En Goethe:

     

    Über allen Gipfeln

    Ist Ruh.

    In allen Wipfeln

    Spürest du

    Kaum einen hauch;

    Die Vöglein schweigen im Walde,

    Warte nur, balde

    Ruhest du auch.

     

    Van Shakespeare heb ik de rede van Marcus Antonius van buiten geleerd en misschien wel honderd keer luidop voorgedragen, vaak alleen op mijn kamer:

     

    Friends, Romans, countrymen,

    lend me your ears;

    I come to bury Caesar,

    not to praise him…

     

    Jaren lang heb ik gedacht dat die grote meesters van de dichtkunst nooit zouden overtroffen worden. En kijk, daar dienen zich twee dichters aan van bij ons: één van boven en één van onder de Moerdijk. Hun namen: van Dixhoorn en Lauwereyns. Ik laat u even mee genieten. Van beiden bied ik u, beste lezer, een gedicht aan, letterlijk overgenomen uit het boek Het Liegend Konijn (192 p., literair tijdschrift april 2008). Wat het eerste gedicht (pagina 65 tot en met 72) zo onovertrefbaar maakt is niet alleen de sprankelende tekst, maar ook het feit dat het, ofschoon vrij kort, een groot aantal pagina’s beslaat. Dat houdt in dat het overgrote deel van elke bladzijde onbedrukt blijft, hetgeen uitermate verfrissend overkomt en waardoor de lezer volop ademruimte krijgt en tijd om van zijn telkens weerkerende extase te bekomen. Het tweede gedicht onderscheidt zich vooral door de schitterende metriek en de bijna bloedstollende logica, die we erin terugvinden – zie bijvoorbeeld vers één en twee enerzijds en vers vier en vijf anderzijds.

     

    p. 65  F. van Dixhoorn

                 °Hansweert, 1948

                 Recentste bundel: Twee piepjes (2007)

    p. 66  (nihil)

    p. 67  VEREND TANGETJE

                      duizend

                      het is nog donker

    p. 68      voor het vastpakken

                      van kleine voorwerpen

    p. 69      voor kleine haartjes

                      als zij het terrein van het ziekenhuis

                      verlaten 3.2.

    p. 70      groot is het niet

                      de vis is doorgezwommen

                      heeft de opening gevonden

    p. 71      binnenblad

                      1. beweegt veel

                      maar niet vervelend

                      wat wil je

    p. 72      als voorspellen mogelijk is

                      kun je ook terugrekenen

                      1. buitenblad

     

     

    Op p. 95, van Jan Lauwereyns

     

    Je doet het of

    je doet het niet

    happy time with animal

    als je het doet

    doe je het

    oog op verzadiging

    en lekkerness

    zo klaar en gretig afgehandeld

    logisch

    filosofisch

    dat de stilstand der dingen

    op de heupen werkt

    tot ik het daar daarvan

    krijg

    book off

    en rap een beetje.

     

    Mij hoort u dus nooit meer zeggen, beste lezer, dat wij geen grote dichters meer hebben. Bij deze mijn beste dank en gelukwensen aan de heer Jozef Deleu, literator en samensteller van Het Liegend Konijn, om alzo poëzie van het allerhoogste niveau tot bij de mensen te brengen. Wenst u Het Liegend Konijn in uw bezit te krijgen? U kan het ongetwijfeld kopen in iedere goede boekhandel, prijs 17,50 euro. Het is uitgegeven door Van Halewyck, Leuven & Meulenhoff, Amsterdam. En dan mag ik blij zijn dat ik onlangs afgezien heb van het voornemen om een eigenhandig geschreven dichtbundel ter beoordeling voor te leggen aan Van Halewyck etc. Ik zou nogal een mal figuur geslagen hebben tegenover van Dixhoorn en Lauwereyns. Voor nog meer inlichtingen kunt u ook terecht op www.hetliegendkonijn.be of www.hetliegendkonijn.nl. Als dàt geen goede service is!

    01-06-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Philippine.

    Philippine.


    Enkele dagen geleden, beste lezer, heb ik u beloofd een "straf" verhaal te vertellen uit het rijke verleden van Moeder Laetitia. Ik heb het gehaald uit mijn boek "O jerum jerum jerum..." (2006), pagina 88 t/m 104.
    De feiten zijn honderd percent authentiek. Om diverse redenen zijn een vijftal namen fictief: dat geldt voor Tony Hutsebaut, Carlos, Eddy, Teddy Velghe en Fons. De spectaculairste - zeg maar "gruwelijkste" - passages wens ik hier niet wereldkundig te maken, en dus heb ik ze achterwege gelaten. De zéér geïnteresseerden kunnen vanzelfsprekend het boek raadplegen. In de tekst is overigens een fout geslopen: het betreft niet de vijfde maar de zesde lustrumviering en de club was toen geen vijfentwintig maar dertig jaar oud!
    Hier gaan we dan...



    Frère, zoals den Oudenaardsen in dié dagen was, placht Tsjeeten Vertriest te zeggen, achter zijn tapkast en daarbij met een veelbetekenend gebaar zijn hand opheffend alvorens een nieuwe pint te tappen.

    …de strafste van 't hele Gentse studentenras, voegde onze secretaris-dichter Roger Vannerum eraan toe in een van zijn verslagen.

    "Dié dagen" waarop Tsjeeten doelde waren de dagen van de vijfde lustrumviering van Moeder Laetitia in 't jaar 1959-60. De Oudenaardse studentenclub was toen vijfentwintig jaar oud en Bourgeus was preses. Een lustrumviering duurde in die tijd een dag of acht. Acht dagen lang werd er gefeest. De vaste ingrediënten waren: een cantus, een rolling, een lustrumclubavond, een thé dansant, een lustrumsouper en een galabal. Op de laatste twee activiteiten werden ook de oud-leden uitgenodigd en ze gingen meestal door in de thuishaven: voor den Oudenaardsen was dat… Ronse. Dat jaar had moeder Laetitia er evenwel nog een schepje bovenop gedaan: een uitstap naar het Zeeuwse Philippine, het mekka van de mosseleters. Daar was een mosselsouper voorzien, die zou gevolgd worden door een heel bijzondere clubavond.

    Bijzonder was zeker al dat de clubavond zou doorgaan op verplaatsing, en dan nog wel in het buitenland! Maar nog veel meer bijzonder was dat er geen druppel bier zou gedronken worden, maar… Bols, zegge jenever! En toch kon niemand van te voren bevroeden dat het een dag zou worden waarover in de kringen van moeder Laetitia en ook daarbuiten nog jaren lang zou gesproken worden.

    Met "dié dagen" zal Tsjeeten Vertriest vooral die ene dag bedoeld hebben, de dag van Philippine, de dag die met grote zwarte, met goud omrande letters geschreven staat in het dagboek van iedere Laetitiaan die het heeft meegemaakt. Wie waren ze, die Laetitianen?

    Vooreerst Etienne Bourgeus, de preses.

    Dan was er André Debuyst, de vice-preses.

    Roger Vannerum, de onvolprezen secretaris.

    Tony Hutsebaut, de zedenmeester, en zijn broer Carlos.

    Den boer Matthijs.

    De onafscheidelijke vrienden Eddy en Karie.

    De gebroeders Gilbert en Marcel Strumane, die allebei een lief hadden die in Gent studeerde en die ze vaak meenamen naar de club. Maar voor Philippine hadden de meisjes verstek laten gaan - alras zou blijken hoe wijs die beslissing wel was -.

    Lutgart Hantson, sympathiek en pretentieloos.

    Teddy Velghe, die als "de triestige held van Philippine" de geschiedenis zou ingaan…

    René Merchie, André Depraeter en Stockman, drie schachten.

    Etienne Planchon.

    Rik Reyntjens.

    Luc Devos.

    Frans Gruloos, wiens echte naam weinigen kenden, omdat iedereen hem "sjampetter" noemde, naar het beroep van zijn vader.

    Enkele namen ben ik vergeten. Vaag herinner ik mij nog twee "extra muros": de ene heette Fons Dooms en de andere heette Kemel met zijn achternaam, beiden ingenieurs in spe.

    En dan was er Garten, de bijzonderste van het hele gezelschap. Garten was eveneens extra muros, van de kanten van Kortrijk. Ik kende hem al van in de kostschool in Oostende. Een zeer begaafd en veelzijdig student.

     

    ... (hier volgt een nogal rauw-realistische beschrijving van het fenomeen “Garten”, waarvoor ik verwijs naar mijn boek, pag. 90 en 91) …

     

    Dat we in Philippine arriveerden een half uur later dan verwacht, kwam door de dikke mist die  over het noorden van de provincie en over Zeeuws-Vlaanderen hing. De dampende mosselen stonden reeds op ons te wachten toen we van de bus stapten. Preses Bourgeus, pro-preses Gilbert Strumane, vice-preses André Debuyst, en Roger Vannerum namen plaats aan het hoofdeinde van de corona. Aan het ander uiteinde kwamen de drie schachten - René Merchie, Stockman en André Depraeter - te zitten, samen met Tony Hutsebaut, die voor de gelegenheid naast de zware taak van zedenmeester ook die van schachtentemmer op zich zou nemen. De preses stelde voor dat er bier zou gedronken worden bij de mosselen. Na het eten zou er nog uitsluitend Bols gedronken worden. Iedereen was het daarmee eens, behalve Teddy. Hij was naar Zeeland gekomen om Bols te drinken, Bols en niets anders, dus ook Bols bij de mosselen! Dat was weer een van die grillen van Teddy. Dat Bourgeus toegaf aan die gril was fout en dat zou weldra blijken…

    De schachten hielpen de tafels afruimen van zodra de laatste mossel door het keelgat gegleden was. Daarna kregen ze elk een fles Bols in de handen gestopt waarmee ze de vier vingers hoge jeneverglazen dienden te vullen, die een ober voor ons had neergezet. Zorgvuldig en zonder morsen schonken ze de glazen boordevol terwijl alle commilitones rechtstaand het Io Vivat zongen, ter ere van de preses:

    Io vivat, io vivat,

    nostrorum sanitas,

    hoc est amoris poculum,

    doloris est anti dotum.

    Toen de schachten hun plaatsen achteraan weer hadden ingenomen nam de preses de hamer en gaf er een harde slag mee op de tafel, het startsein voor deze club met Bols:

    Omnes ad sedes! Silentium!

    Tot inzet van deze speciale clubavond zingen wij nu allen het clublied!

    Omdat het clublied alleen rechtstaand mag gezongen worden, gingen allen in de houding staan en uit volle borsten klonk op Nederlandse bodem de eerste strofe van het lied van moeder Oudenaardse:

    Komt makkers vrolijk aangeheven

    en aan ons herte lucht gegeven,

    in 't blijde Vlaamse lied.

    En maken wij de stede konde

    dat d' Oudenaardsen zijn op ro-onde,

    en die en zwijgen niet.

    En het refrein…

    Hoezee, hoezee, hoezee,

    heft aan uit volle borsten

    het lustig vreugdelied.

    Want d'Oudenaardsen zijn op ro-onde:

    die kennen geen, die kennen geen,

    die kennen geen verdriet.

    Na het "cantus ex" en "omnes ad sedes" hief de preses zijn glas om de corona toe te drinken:

    Prosit corona!

    - Prosit senior! riepen allen terug.

    En ten tweede male en met luider stemme:

    Prosit corona!!

    - Prosit senior!!

    En ten derde male en met nog luider stemme:

    Prosit corona!!!

    - Prosit senior!!!

    Drinkt nu allen… ad fundum!

    Het was duidelijk dat de meesten niet gewend waren jenever te drinken. Ze dronken met grote teugen alsof het bier was. Er waren er een paar die zich verslikten of hun slokdarm verbrandden.

    Tony Hutsebaut, in zijn dubbele functie van zedenmeester en schachtentemmer, vroeg het woord:

    Verbum peto.

    - Verbum habes.

    De schachten - iedere commilito weet dat schachten dom zijn - hadden verwaarloosd hun blaas te ledigen vóór de aanvang van de clubavond en nu vroegen ze alle drie een piskwartierke, bij monde van de schachtentemmer. Tony verontschuldigde zich in naam van de drie domme schachten, maar beloofde de senior dat hij ze alle drie twee vingers zou laten drinken als straf, van zodra ze terug waren. De senior antwoordde dat hij natuurlijk geen afbreuk wilde doen aan de stelling dat schachten dom, ja oerdom, zijn - een axioma, zo groot als de Eiffeltoren - maar dat ze in dit geval beroep konden doen op verzachtende omstandigheden.  Hij stelde daarom voor aan de secretaris een algemeen tempus pissendi af te kondigen. Waarop de secretaris, zijnde Roger Vannerum, ging rechtstaan en een van de meest kernachtige piskwartierkes kommandeerde die ooit ten gehore werden gebracht:

    Vist

    in de mist

    naar uwen tist

    en… pist!

    Na het piskwartierke kwamen de mooiste studentenliederen aan bod: gaudeamus igitur, de gilde viert, die Lore, muss i denn, home on the range… De schachten deden hun best om volgens de regels van de kunst de bladzijde af te roepen, op aangeven van de preses of de cantor, en op het commando van de schachtentemmer:

    Tweehonderdveertien, schachten, bladzijde…

    - Twee, één, vier; vier, één, twee; twee-hon-derd-veer-tien!

    En na ieder lied weerklonk: Cantus ex! Prosit corona! Prosit senior! De studentikoze kelen werden rijkelijk besproeid met Bols. Roger Vannerum las het verslag van de vorige clubavond en den boer Matthijs gaf nog een speechke ten beste. Zijn zachte stem klonk een beetje verloren in het geroezemoes. Waarover hij precies sprak wist, geloof ik, niemand, hijzelf misschien evenmin. Zijn voordracht, zijn zoetgevooisd Ronsisch dialect, was niettemin een streling voor het oor. De inhoud deed er niet zoveel toe. Hij kreeg een daverend applaus - in een studentenclub wordt geapplaudisseerd door met de kneukels op de tafel te slaan -.

    Na het tweede piskwartierke gaf de preses het woord aan Gilbert Strumane, die de oudste was en drie jaar tevoren al preses van Laetitia was geweest. Gilbert begaf zich naar het midden van de corona en vroeg aan de preses het voorrecht om een salamanderke te mogen commanderen, tezamen met de zedenmeester.

    Salamandrum habes!

    - Ad exercitium sanctissimi salamandris, omnes commilitones qui adestis, surgite!

    Allen stonden recht en hieven op commando, afwisselend van Gilbert en Tony, het glas vele malen op de talloze zaken die het leven van de student kleur geven: de club, het bier, de eigen edele geslachtsdelen, de proffen (ahoe!), de mosselen - door velen tijdens het laatste piskwartierke al uitgepierd! - de heilige voorvaderen van de club, zoals Regule Depraetere, Rik Cornelis, Carlos Dierickx… En tenslotte:

    Waar is de brand, commilitones?

    - Hier!

    Waar zijn de pompiers?

    - Hier!

    Zijn de spuiten klaar?

    - Ja!

    Spuit dan, op het commando van één, twee, drie… ad fundum!

    Bourgeus kondigde toen een spreker aan die het zou hebben over Guido Gezelle. Over deze grote Vlaamse dichter gingen zaken onthuld worden die niemand ooit in de school geleerd had. Die interessante spreker was… ikzelf. Ik had al enige naam als kenner van Guido Gezelle, zij het dan wat de "kleine kantjes" van de priester-dichter betrof. Aan Guido Gezelle heb ik overigens voor een groot deel het succes in mijn latere studentencarrière te danken. Met "Guido Gezelle" ben ik later nog speechkampioen van de Gentse studenten geworden en eens heb ik er onsterfelijke roem mee geoogst tijdens een grote internationale monsterclub in Leuven. Maar nu waren de omstandigheden verre van ideaal. De clubavond was te ver gevorderd en het alcoholpromille was te hoog om nog op een aandachtig gehoor te kunnen rekenen. Daarenboven kwamen mijn redenaarskwaliteiten - en dat is ook nú nog het geval - des te meer tot hun recht naarmate het aantal toehoorders groter was. En híer waren er amper een stuk of twintig. Een paar waren er al ingedommeld, anderen waren ongedisciplineerd en te luidruchtig geworden. Mijn speech in Philippine was zeker niet de beste die ik ooit ten gehore heb gebracht. Er werd niettemin zwaar voor geapplaudisseerd, meer nog dan voor den boer Matthijs, denk ik. Teddy, die naast mij zat, applaudisseerde op zíjn manier, door op mijn hoofd te slaan en op mijn rug te timmeren, dat de tranen ervan in mijn ogen sprongen. Bij Teddy heette dat "vriendschappelijk kloppen" en ondertussen noemde hij mij "zijn beste, allerbeste vriend" en hij wenste de stede kond te toen dat ik "de beste speecher van West-Europa" was. De preses beloonde mij met een ave confrater, met een commilito naar keuze. Ik koos voor Etienne Planchon, omdat die er nog redelijk nuchter bijzat, al parelden er dikke zweetdruppels op zijn roodgloeiend voorhoofd en stonden ook bij hem de ogen niet al te fris meer in hun kassen.

    Etienne Planchon was een eerste klas goeie sloeber, die nooit ruzie maakte. Als hij zich al eens tekort gedaan voelde begon hij te transpireren en een beetje te stotteren, maar kwaad worden deed hij nooit. Twee jaar later zou hij preses worden van moeder Laetitia, ík drie jaar later… Etienne was de enige écht tweetalige Belg die ik heb gekend. Hij had een Franssprekende vader en een Vlaamse moeder en hij studeerde Romaanse filologie. Hij had geen enkele voorkeur voor een van de beide landstalen: hij beheerste beide even goed en kon met de beste wil van de wereld niet zeggen dewelke nu zijn moedertaal was.

    We gingen allebei in 't midden van de corona staan, met gekruiste rechter armen en een vol glas Bols in de hand.

    Ave confrater, zong ik.

    - 'k Drink liever Bols dan wa-a-ter, echode Etienne.

    En ik weer:

    En op commando van één, twee, drie, vier, vijf, zes, zé-é-éven…

    Bij één begon Etienne te drinken en de zé-é-éven werd zolang gerekt tot hij zijn glas helemaal leeggedronken had, waarop hij vervolgde:

    - Er is niets meer in mijn glas geblé-éven.

    We knielden samen neer op één knie, terwijl we in duo zongen:

    - Flectamus genua…

    En daarna, weer rechtstaand:

    - Leva-ate!

    Dan werd de hele scène herhaald. Etienne begon en ik was degene die mocht drinken.

    Tussen Etienne en mij is er na die ave confrater alleszins nooit een onvertogen woord geweest. Onze hele studententijd door zijn wij de beste vrienden gebleven.

    Teddy voelde zich vernederd omdat ik niet hém uitgekozen had voor de ave confrater. Hij goot een half glas Bols over mijn hoofd en beweerde dat hij het deed uit pure vriendschap, omdat ik zijn allerbeste vriend was: mij en niemand anders achtte hij waard er dat kostbaar geestrijk vocht aan te offeren. De "vriendschappelijke tikken" die ik te incasseren kreeg werden almaar talrijker. Het was meer dan ik kon verdragen…

    De fout die ik toen heb begaan, was kapitaal. Toegegeven, ik had de zaak diplomatischer kunnen aanpakken. Mijn klare kijk op de dingen, voor zover ik die al bezat, was echter fel vertroebeld. Ik ging rechtstaan, vroeg het woord aan de preses en stelde voor Teddy een andere plaats toe te wijzen en hem… Bols-impotent te verklaren.

     

    … (het “spijtig incident” dat hierop volgde, wens ik niet wereldkundig te maken via dit kanaal; het wordt grondig uit de doeken gedaan in het boek op pag. 97 en 98) …

     

    Maar de stemming was bedrukt, de fut was er een beetje uit en velen moesten moeite doen om hun ogen open te houden en niet van hun stoel te vallen. De preses ging wijselijk over tot de laatste fase:

    - Na dit spijtig incident, commilitones, en tot besluit van deze heuglijke en speciale clubavond, klinke de Oude Roldersklacht!

    De lichten werden gedempt en gelaten klonk de eerste strofe van het wondermooie afscheidslied. Iedereen deed zijn best om mee te zingen, zo goed en zo kwaad als het ging, traag en met gebroken stem:

    O vrij-studentenheerlijkheid

    Waar zijt gij thans verzwonden?

    O keer nog eenmaal, schone tijd,

    Zo vrij, zo ongebonden!

    Ik zoek U langs mijn wegen weer

    En vind uw sporen nimmermeer!

    … O jerum, jerum, jerum,

        O quae mutatio rerum!

    En de tweede en de derde en de vierde strofe. Ik zag tranen vloeien over de wangen van Gilbert Strumane en van den boer Matthijs: alcohol doet de emoties naar boven komen, nietwaar?

    Op 't einde, bij de aanvang van de vijfde strofe, het bevrijdend licht:

    Sa vrienden, reikt elkaar de hand,

    Opdat hij zich vernauwe

    Der trouwe vriendschap heil'ge band,

    De heil'ge band der trouwe.

    En na het heffen van de glazen:

    Klinkt aan en heft omhoog het glas,

    Nog leeft het oud studentenras!

    En tenslotte de ene helft van de corona, terwijl de andere drinkt:

    Bibamus laeti merum,

    Non est mutatio rerum!

    De preses gaf de laatste slag met de hamer:

    Club ex!

     

    … (hier laat ik weer een stukje weg, een stukje dat handelt over “het spijtig incident” – pag. 99) …

       

    In Zelzate werd halt gehouden aan het café "De drachtige Os". Daar waren twee redenen voor. Ten eerste wenste menigeen zijn ingewanden, die brandden van de jenever, te blussen met een pint fris bier, en ten tweede …

     

    … (en ten derde male schrappen we een stukje vanwege het incident – pag. 100) ...

     

    Van de anderen waren er een paar in de bus gebleven, in slaap gevallen of te dronken om uit te stappen. Eén van hen was Garten. Hij lag er in een hoop nog niet verteerde mosselen die Roger Vannerum even tevoren meesterlijk had uitgebraakt. René Merchie stond molenwiekend met zijn armen aan de uitgang van de bus. Even later viel hij slaggelings voorover, met zijn gezicht op het trottoir. De val had dodelijk kunnen zijn, maar René krabbelde recht, snoot het bloed uit zijn neus en strompelde met de anderen het café binnen.

    Hoe het er aan toe ging in "De drachtige Os" kan ik niet precies beschrijven. Alles draaide in de rondte. Ik ging naast Roger Vannerum zitten die star voor zich uit zat te kijken.

    - Ziet ge daar dat wijf, zei Roger, daar in de hoek? Ze heeft drie tetten en daar wil ik mijn hoofd op verwedden.

    Ik zag geen hoek, geen wijf, geen tetten. Ik zag eigenlijk niets meer. Alles was mist en schemering. Was het hallucinatie van Roger? Later schreef hij in ieder geval in zijn verslag:

    "Ik zag daar in de hoek

     een wijf met vuile mannenbroek

     en ik wou er mijn hoofd op verwetten

     dat zij had drie tetten;

     toen zag ik alras

     tegen heug en meug

     dat ze een kruising was

     van mens en zeug"…

    Deze regels verschenen in 't Studentenspiegelken, clubblad van Moeder Laetitia, dat helaas maar twee edities heeft gekend. Pure dichtkunst!

    Voor mij moet toen het licht even uitgegaan zijn… Was het drie of vier uur in de morgen toen we in Gent arriveerden bij Tsjeeten Vertriest? Niemand had nog enig benul van de tijd. Hoe het verder met de murw geslagen Teddy vergaan is, is mij onbekend. De meesten sukkelden op eigen kracht van de bus. Met mijzelf ging het ondertussen wat beter en ik ontfermde mij over Garten. Die was zo steen-stom-straaldronken dat hij van God noch van de wereld meer wist. Met de hulp van Etienne Planchon kreeg ik hem op de begane grond. Maar rechtop staan was er niet meer bij. We besloten hem met zijn tweeën naar zijn kot te slepen, in de Ketelpoort. De Ketelpoort is aan de achterkant van het Justitiepaleis: eerst de Kortrijksepoortstraat door en vervolgens de Nederkouter. Voor iemand die vlot te been is, is dat hooguit tien minuutjes lopen. Voor Etienne en voor mij, die Garten moesten meeslepen, terwijl we zelf nog nauwelijks uit onze ogen zagen van zattigheid, was het een bijna onoverkomelijke afstand.

    Halverwege de Kortrijksepoortstraat, waar de straat een lichte bocht naar links maakt, bevond zich, rechts van de weg, het café-restaurant Sint-Arnold. Er brandde nog licht. We legden Garten neer, op de tramsporen. In den Arnold gingen we kijken of daar misschien iemand zat die ons kon helpen Garten naar zijn kot te brengen. Maar in den Arnold zat niemand meer. De baas was bezig het café op te ruimen. En terwijl Garten op de tramsporen lag kwam er waarempel een tram aangereden. De tram reed zonder passagiers richting tramstation. Dat was de andere richting uit. Er was dus geen sprake van dat hij Garten zou kunnen meenemen.

    Toen we Garten van de tramrails wegrolden, begon hij plots iets te prevelen - we schrokken ervan -:

    - Ik heb dorst, laten we een pint drinken in den Arnold.

    - Den Arnold is gesloten, man! Probeer liever recht te staan.

    - Maar ik heb zo'n dorst… godverdomme!

    Hij bonkte met zijn hoofd tegen de trottoirband en verzonk weer in een diepe slaap. Wij gingen er moedeloos bij zitten. We zochten in de zakken van Garten of hij soms geld bij zich had, voor een taxi - wíj hadden er geen - . Hij had geen rooie duit op zak.

    Hoe we uiteindelijk op Garten zijn kot geraakt zijn weet ik niet meer. Wel weet ik dat we geprobeerd hebben hem via de trap naar de eerste verdieping te krijgen alwaar zijn kamer was. Maar toen we drie of vier treden hoog waren gleed hij uit onze handen en we hebben hem dan maar laten liggen, in de hal, aan de voet van de trap. Naar ik achteraf vernomen heb moet Garten een uur of twee later wakker geworden zijn en als een wilde tekeer zijn gegaan, stampend tegen alle deuren en verwensend  God en al zijn engelen.

    Nadat we Garten verlaten hadden volgt er wat mij betreft weer een black-out. 't Was tegen de middag toen ik wakker werd op mijn kot in de Sint-Pietersnieuwstraat. Ik dronk een glas koud water, trok mijn kleren aan en ging de stad in, een frisse neus halen. Een koele lentedag.

     

    … (en word ik daar niet weer geconfronteerd met het “spijtig incident”! – pag. 103 en 104 – ik ben zo vrij u ook dit te onthouden) ...

     

    De operatie Philippine was een kolossale misrekening geweest. Het delirium was niet uit de lucht geweest. De meeste Laetitianen zaten 's anderendaags vol builen en blauwe plekken en met gescheurde kleren. Velen beweerden monsters en allerlei vreemde wezens gezien te hebben. De bus waarmee we gereisd hadden was beschadigd en dat woog op het budget van de club…

    En toch. Vraag mij naar de meest onvergetelijke gebeurtenis uit mijn studententijd, vraag mij wat ik voor geen geld ter wereld zou willen missen hebben en ik antwoord u: Philippine!

    Bijlagen:
    cover o jerum.jpg (63.7 KB)   

    24-05-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laetitia 80 jaar.

    Het woord “Laetitia” heeft drie betekenissen.

    Het is het Latijnse woord voor “vreugde” en “vrolijkheid”.

    Het is ook een meisjesnaam, naar de Romeinse godin van, jawel,  de vreugde en de vrolijkheid.

    En tenslotte is het de naam van de oudste en – laat het nu maar voor eens en voor altijd gezegd zijn – de machtigste studentenclub van Vlaanderen.

    Moeder Laetitia is gesticht in 1929 door Regule De Praetere zaliger. Zal dus in het komende academisch jaar haar tachtigste verjaardag ofte haar zestiende lustrum vieren. Te dier gelegenheid hebben een aantal oud-leden van de club de koppen bij elkaar gestoken om in de thuishavens Ronse en Oudenaarde die viering de nodige luister bij te zetten. Die oud-leden zijn: Pierre Devos en Marcel Cambier, respectievelijk preses en schatbewaarder in 1949-50, Gilbert Strumane, preses 1956-57,  Luc Hanssens, preses 1967-68, Christophe Bostyn, preses 2003-2004,  Lucie Pot die in de tweede helft van de jaren ’60 een duivelinnetje-doet-al was in de club en ook nu die rol speelt in het lustrum-comité van de anciens, en tenslotte ikzelf, preses 1962-63.

    Laten we aan de voorbereidingen voor de lustrumviering beginnen met het clublied. Daaruit blijkt dat vreugde en vrolijkheid wel degelijk hoog in het vaandel staan bij moeder Laetitia. En ook de liefde voor Vlaanderen. Oordeel zelf maar:

     

    1. Komt makkers vrolijk aangeheven

        En aan ons herte lucht gegeven

        In ’t blijde Vlaamse lied,

        En maken wij de stede konde

        Dat d’Oudenaerdse zijn op ronde

        En die en zwijgen niet.

     

    Refrein:

        Hoezee (3x), heft aan uit volle borste

        Het lustig vreugdelied

        Want d’Oudenaerdse zijn op ronde

        Die kennen geen (3x) verdriet.

     

    2. Wij suk’len met ’t exaam beladen

        Al zwetend langs de droeve paden

        Der dorre wetenschap,

        Maar gaan na ’t geestvermoeiend werken

        Ons ’t afgeblokte lijf versterken

        Met ’t Vlaamse gerstesap.

     

    3. Wij minnen Vlaand’ren en zijn beemden

        En wij verzwijgen niet voor vreemden

        Ons gulden moedertaal.

        Hoe and’ren ’t ook miskennen dorsten,

        Steeds blaken onze jonge borsten

        Voor Vlaand’ren, ’t ideaal.

     

    4. Komt nogmaals, en uit volle longen

        Het krachtig Vlaamse lied gezongen

        Dat vreugd en leute baart.

        Hoezee! De glazen volgeschonken

        En op het duurzaam heil gedronken

        Van ’t dierbaar Oudenaerd!

     

    Vijftig jaar geleden heb ikzelf zo’n lustrumviering meegemaakt, de zesde, in ’t jaar 1959-60. In de lustrumweek van toen is de historische uitstap naar Philippine te situeren, naar alle waarschijnlijkheid het meest legendarische evenement uit de geschiedenis van onze dierbare club. Daarover vertel ik u komende week. ’t Zal een lang en boeiend verhaal worden!...



    Bijlagen:
    laetitia 80.jpg (61.4 KB)   

    22-05-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    12-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Libris Literatuurprijs.

    Dimitri Verhulst heeft de Libris Literatuurprijs 2009 gewonnen met zijn boek “Godverdomse dagen op een godverdomse bol” en dat is uitstekend nieuws voor de Nederlandstalige literatuur en voor de literatuur in ’t algemeen. Hiermee heeft onze aller Dimitri een resem bekende schrijvers van boven de Moerdijk achter zich gehouden. Zou een rechtgeaarde Vlaming niet zwellen van trots? Sommigen zijn verwonderd dat de keuze op onze Vlaamse top-auteur is gevallen. Daartoe behoren ongetwijfeld niet diegenen die mijn cursiefje “Spelenderwijs, godverdomme” (www.bloggen.be/kris, d.d. 16.10.2008) gelezen hebben. Toen reeds heb ik Verhulst op dezelfde eenzame hoogte geplaatst als Huysentruyt en Brusselmans: drie top-auteurs die stuk voor stuk een nominatie verdienen voor de allerhoogste literaire prijs van Alfred Nobel. Ik heb toen ook verteld dat er, een week na het verschijnen van het boek, reeds driehonderdduizend exemplaren van over de toonbank waren gegaan, wat toen al een ongezien record was voor een Nederlandstalig boek. En zeggen dat men bij onze fanatieke Noorderburen in sommige boekenwinkels de “Godverdomse dagen” weigert te verkopen, enkel maar vanwege… de titel. Ik weet het wel: in mijn kinderjaren kon je op school buitenvliegen voor één enkele godverdomme. Maar dat is godverdomme méér dan een halve eeuw geleden, godverdomme! En wat écht telt is de inhoud van zo’n boek, godverdomme. Voor die ene achterlijke pummel die het boek nog niet zou gelezen hebben, godverdomme, schrijf ik hier nogmaals enkele uittreksels neer:

     

    … ’t Heeft zich, als zovelen die het water ontwijdden en verlieten, verdeeld in houders van kloten en dragers van spleten. Maar ’t is, met uitzondering van een voor de rest niet ter zake doende bonobo, het enige schepsel en zal ook het enige schepsel blijven waarbij de reu de teef langs de voorkant neemt en volpompt met een nageslacht; zo kan de reu de haat en de angst zien op het ruwe smoelwerk van de teef, de aversie, de walging. ’t Paart in de stank van elkanders tanden, de ene met de andere en de ander na de één...

     

    … Zie de uitgelatenheid waarmee het paar dagen oude, nog onder de baarmoederslijmen zittende schepsel bij de achterpoten wordt gepakt en met zijn hoofd tegen de stenen gesmakt. Het bloed gutst alle kanten op, de stront pruttelt eruit bij wijze van overlijdensact. Kindje dood…

     

    … ’t Spoelt de vagina met zure melk en loten van de acacia. ’t Steekt kwintappels en dadels en honing in haar liefdesspier. En als ook dat niet helpt, dan smeert ’t haar hele warme binnenkant vol met in azijn gedrenkte kamelenmest…

     

    … ’t Schijt aanvankelijk nog stront maar gaandeweg schijt ’t ook water. ’t Schijt maar hele dagen aan doch nooit genoeg opdat ’t ook zijn ziekte zou mogen mee uitschijten. Slijm en gal en hier en daar nog andere drab loost ’t langs de bovenkant. ’t Kan geen lichaamsspleet meer hebben of er moet vettigheid uit sijpelen…

     

    U ziet het, beste lezer, literatuur van de bovenste plank. Aanbevelenswaardig in alle scholen van Nederland en Vlaanderen, vanaf het vijfde leerjaar. Dat geldt natuurlijk ook voor het werk van die andere Vlaamse grootmeester, Brusselmans. Overigens is het opvallend dat beiden nogal gelijklopende hoofdthema’s bezingen: “stront” en “schijten” behoren daartoe. Kijk maar hoe boeiend Brusselmans dat onderwerp behandelt in zijn wekelijkse column in “Het Laatste Nieuws” van 9 mei l.l.:

     

    … Dat hij (Barack Obama) dus in een volle discussie is met Angela Merkel en Nicolas Sarkozy en dat hij ineens zegt: “Verdoemme, ik geloof dat ik in mijn broek gescheten heb”. “Daar moet ge niks mee inzitten, Barack” zegt Angela Merkel, “ik heb verleden week nog heel mijn sloggy volgezeikt”, en Nicolas Sarkozy voegt eraan toe: “Zelf heb ik het nog niet meegemaakt, maar verleden week had mijn wijf, Carla Bruni, de diarree en de drab liep langs haar benen naar beneden terwijl we met de eerste minister van Syrië aan het souper zaten”…

     

    Zéér hoogstaande literatuur en nog grappig ook. Laten we dus nu maar onze Vlaamse bescheidenheid afgooien en fier zijn op die twee paradepaardjes van onze nationale literatuur, godverdomme. Gelukkiglijk zitten de juryleden die de literaire prijzen toekennen, op dezelfde golflengte. Hopelijk zitten ze straks in Stockholm eveneens op die golflengte… Godverdomme!

    12-05-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het museum Dhondt-Dhaenens.

    Iemand die mij zéér nauw aan ’t hart ligt, maar onder geen beding wil genoemd worden, had ik een uitstap beloofd naar Deurle, het hart van de Latemse schildersschool. Hoogtepunt van de uitstap: een bezoek aan het gerenommeerd museum Dhondt-Dhaenens. Het is een groot spiksplinternieuw modern gebouw. Bij de ingang hangen twee kleine zwart-wit foto’s: van een man en van een vrouw, vermoedelijk het echtpaar Dhondt-Dhaenens. Zou dat het echtpaar zijn dat dit gebouw hier heeft laten oprichten, op eigen kosten? Mijn gezellin merkte op dat die twee er dan wel héél warmpjes moeten ingezeten hebben. We kochten twee toegangskaartjes: amper twee euro ’t stuk, omdat wij vijfenzestig plussers zijn. Erg goedkoop voor zo’n schitterend museum.

    Rechts is een enorm grote zaal, die bijna de helft van het hele gebouw beslaat. Tot onze ontgoocheling was de zaal leeg. Aan de muren hingen een aantal grauwe lappen stof. Later heb ik vernomen dat het er dertien waren, alle van exact dezelfde omvang: 2,134 meter bij 1,753 meter. Mijn gezellin meende te weten wat er aan de hand was: hier zouden schilderijen gehangen hebben van grote Latemse schilders, waarschijnlijk in hoofdzaak van Emiel Claus, van wie op dat ogenblik in Gent een tentoonstelling liep. De schilderijen waren tijdelijk naar Gent verhuisd natuurlijk en in de plaats had men nu die lappen stof gehangen. Dat verklaarde dan meteen ook de lage toegangsprijs. Achter die grote zaal was een soort smalle gang, waar enkele kleine schilderijtjes hingen van de grote Leieschilders. Niet hun allerbeste werk, naar mijn gevoel. Mijn gezellin vond het maar niks. Voor een tekening als deze zouden we indertijd van onze schooljuf een nul gekregen hebben, zei ze telkens. Ze kent ook niks van kunst, natuurlijk… Misschien zou ze wel meer haar gading vinden in het linker gedeelte van het museum. Daar was ook een grote zaal, zij het iets minder groot dan de zaal aan de rechterkant.

    Er stonden daar vier tafels. Op iedere tafel lag een berg van aaneengeklitte doorroeste afval, bedekt met een dikke laag stof. Bij iedere klomp afval stond een naam: “The Blind Leading the Blind”, met als Nederlandse ondertitel “huishoudstof over een assemblage van afvalmateriaal”. ’t Was vier keer dezelfde betiteling, wat logisch was, vermits het ging om vier bijna identieke hopen afval. En weer zag mijn gezellin het artistieke er niet van in.

    - Ongetwijfeld vuiligheid die ze in ’t containerpark geweigerd hebben, zei ze, vanwege te onestetisch…

    Ga met zo’n dikhuid dan maar eens naar een museum!

    - Zoiets kan toch iedereen, zei ze.

    - Misschien wel, zei ik, maar dan moet je ’t nog doén ook. En tussen kúnnen en dóen ligt een hemelsbreed verschil. En deze kunstenaar heeft het dan toch maar gedààn!

    Ze glimlachte meewarig en ze schudde het hoofd. We begaven ons naar de uitgang want we waren al klaar met ons bezoek. Ik was bang dat mijn gezellin iets negatiefs ging zeggen tegen het meisje achter de balie, maar ze deed het niet. Ik keek nog naar de foto’s van meneer en mevrouw Dhondt-Dhaenens. Er hing een kaartje onder: “Te koop: 1.800,00 euro”.

    - Kost zo’n foto achttienhonderd euro? vroeg ik.

    - Het meisje knikte, een beetje verlegen.

    - Kan het met een kredietkaart? vroeg ik weer.

    Ze schudde het hoofd, weer een beetje verlegen.

    In dook mijn portemonnee op uit mijn jaszak en kwam tot de vaststelling dat ik twee briefjes van vijftig en eentje van vijf plus nog wat kleingeld rijk was.

    - Dan zal ’t voor een andere keer zijn, zei ik.

    Toen we goed en wel buiten waren zei mijn gezellin:

    - Je was toch niet écht van plan om zo’n foto te kopen?

    - En waarom niet?

    - Zo’n foto, da’s toch niks waard!

    Ik trok de schouders op. Ze had geen sikkepit verstand van kunst. Wat wist zij van de waarde van de dingen? Iets is toch altijd waard wat iemand er wenst voor te geven. Het bewijs: mijn flesje VITA-bier van zowat een halve eeuw oud. Mijn trouwe lezers zullen zich ongetwijfeld nog herinneren dat ik het te koop heb gesteld voor vijfduizend euro (zie mijn verhaal “Het flesje Vita” op www.bloggen.be/kris d.d. 14 april 2007). Niemand dacht dat het zoveel waard was en kijk eens: vandaag precies één maand geleden, jawel, géén cent heb ik er moeten af doen!

    Thuis gekomen vond ik in mijn jaszak een blaadje. Het was een “lijst van tentoongestelde kunstwerken”. Ik had het bij de ingang van het museum meegenomen en er verder geen aandacht meer aan besteed. Wat blijkt? Dat de kunstenaar van het afvalmateriaal Peter Buggenhout heet en dat de dertien grauwe lappen stof even zoveel kunstwerken zijn van ene Wade Guyton, een wereldberoemd kunstenaar. De titel ervan: “Untitled”. En zeggen dat ik daar achteloos aan voorbij ben gegaan. Door de schuld van mijn kunst-onzinnige gezellin.

    De slotsom van dit betoog is dat ik u, waarde lezer, het museum Dhondt-Dhaenens ten zeerste kan aanbevelen. Ga er alléén naartoe, of, als u zich per se wilt laten vergezellen, neem dan tenminste iemand mee die verstand heeft van kunst!

    05-05-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De krant van 't weekend.

    Als lezer van Het Laatste Nieuws ben ik ongetwijfeld in goed gezelschap. Getuige daarvan de foto die ik vond in het weekblad “Nina”: niemand minder dan onze meest succesrijke Vlaamse schrijver, Piet Huysentruyt, leest – jawel! – Het Laatste Nieuws. Er werd mij in ’t verleden gevraagd waarom ik HLN verkies boven meer intellectuele dagbladen, zoals De Morgen en De Standaard, aangezien daar toch méér interessante artikelen instaan. Ik denk dat het precies vanwege die interessante artikelen is: niet altijd goed te begrijpen door eenvoudige mensen zoals ikzelf en de meesten van mijn trouwe lezers, naar ik vermoed. Niet lang geleden ben ik er achter gekomen waarom zovele landgenoten geabonneerd zijn op De Standaard en De Morgen: vanwege het feit dat ze het abonnement in onkosten kunnen brengen bij hun belastingsaangifte…


     

    Laat ik, dit gezegd zijnde, met u de meest interessante artikelen uit HLN van ’t voorbije weekend eens doornemen:

     


    Mijn bijzondere aandacht ging naar het artikel over het doodknuppelen van de babykangoeroes, omdat ik daar, me dunkt, al eerder een artikel aan gewijd heb (www.bloggen.be/kris  d.d. 27.12.2008). Zou kunstmatige geboortebeperking hier niet een meer humane maatregel zijn? Of is de paus daar tegen gekant? Doodknuppelen dan maar. Maar voor die diertjes is ’t wel een droevig lot, al bijna zo droevig als dat van de miljoenen kinderen die in de derde wereld omkomen van de honger.

     


    Veel opbeurender is het verhaal over Mefaret Sever, de moeder van de onlangs tot Miss België verkozen Zeynep Sever. Aan Zeyneppeke heb ik ook reeds een cursiefje gewijd (www.bloggen.be/kris  d.d. 27.12.2008). Ze beweert “nog altijd samen te slapen met haar moeder”. Mefaret zelf, óók niet onknap, noemt zich een moslima, zij het dan een “moderne moslima”. Dank u, Mefaret, zonder u was er nu niet zo’n knappe miss België geweest!


     


    Met het derde artikel belanden we in de politiek. Tom Dehaene voert verkiezingscampagne met de buik van zijn vader Jean-Luc. Onze gewezen eerste minister weegt nu 117,5 kilo en heeft een buikomtrek van 134 centimeter. Wie wil gokken hoeveel hij weegt mag een pronostiek sturen naar  TDi@dehaene.be . Met vader Jean-Luc voel ik mij een beetje zielsverwant. Zoals ik u vroeger reeds verteld heb gaat Jean-Luc, her en der voordrachten houden. En wat krijgt hij daarvoor? Een fles wijn! Úren voorbereiding en onkosten voor het verzamelen van illustratiemateriaal, plus de verplaatsingskosten: dat alles wordt dan vergoed met een fles wijn! Troost u, Jean-Luc, in dat opzicht deel ik uw droevig lot. Maar ook voor zoon Tom voel ik veel sympathie. Die gevoelens zijn er gekomen toen ik drie weken geleden een mail stuurde, met een vraag in verband met “zorgwonen”, naar vier politici, die een ontwerp van decreet hadden voorgelegd in het parlement. Van alle vier heb ik toen vrij snel een antwoord gekregen – de politiek doet écht zijn beste dezer dagen – maar het dient gezegd dat het antwoord van zoon Tom mij veruit het meest kon bevredigen. Wie die andere drie waren? Joke Schauvliege, Bart Dewever en Veerle Heeren. Deze laatste is minister – écht minister en niet slechts staatssecretaris! – en die heeft geantwoord bij monde van Sofie Veugelen, haar kabinetscheffin, of zoiets…


     


    Mijn vierde artikel haal ik uit het bijvoegsel van HLN van dit weekend: de Nina. Laat dit artikel nu handelen over… Veerle Heeren. Dit super-aantrekkelijk schaap werkt zomaar eventjes vijftien uur per dag.
    Nogal eens iets anders dan bij de spoorwegen, mannekens! Veerle – ik mag toch “Veerle” zeggen? – vindt het nodig zich daarvoor te verontschuldigen: “Da’s veel, ja, maar mannen doen dat ook”. Dat ik mijn bewondering voor de snoezigste van alle snoezepoezen niet onder stoelen of banken wens te steken, weten de trouwe lezers van www.bloggen.be/kris al sedert 7 januari (Onze Lieve Heeren).

     


    Met het laatste artikel blijven we in de politiek en namelijk bij Anissa Temsamani. Ze komt weldra op de proppen met een boek over erotiek in de Wetstraat. Dáár zat het land nu net op te wachten. En het zal Anissa geen windeieren leggen. De tijd dat ze loog over haar diploma heeft ze nu gelukkig al ver achter zich. Waarom ze toen gelogen heeft is voor mij overigens nog steeds een mysterie. Een diploma hoeft écht niet hoor! In mijn geboortedorp heb ik een jongen gekend, een jongen van mijn leeftijd die er rotsvast van overtuigd was dat studeren overbodig was – laten we hem Joske noemen. Joske is dan ook maar tot zijn veertien jaar naar school geweest. Mijn vader hing een zo afschrikwekkend beeld op van wat er van Joske later zou geworden dat ik mij te pletter gestudeerd heb. Joske zou opgroeien voor galg en rad of misschien zijn leven eindigen als clochard en doodvriezen onder de bruggen van Parijs. Joske zou alleszins nooit een nagel bezitten om zijn gat te krabben. ‘k Vind het jammer dat vader zo vroeg gestorven is en daardoor niet meer heeft kunnen zien hoe het hem écht vergaan is. Joske heeft het gebracht tot één van de rijkste en meest invloedrijke zakenmensen van ’t hele land. Ik gun het Joske van harte. Alleen: ‘k heb er spijt van dat ikzelf zo hard gestudeerd heb, tot mijn tweeëndertigste! Joske had een immens EQ en misschien heeft hij ook wel een dosis chance gehad. EQ + chance is een zeer goed recept voor succes in ’t leven. Wie daar het fijne wil over weten: dat hij surfe op  www.bloggen.be/pierpont  op datum van 17 april. Joske is er altijd reuzefier op geweest dat hij maar tot zijn veertien naar school is geweest: zuig daar maar eens een punt aan, Anissa van mijn hart. Met kloppend hart kijk ik uit naar uw boek.

    27-04-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goed nieuws voor gedetineerden.

    Er is de laatste dagen in de media een en ander te doen geweest over het nieuw wetsvoorstel betreffende het afkopen van de gevangenisstraf voor misdadigers. Het voorstel is ingediend door ene Carl Devlies, minister van “fraudebestrijding”, één van de vele ministers die ons landje rijk is. Een knap man, die Carl Devlies, tenminste als men zijn persoonlijke website mag geloven. Al moet ik er aan toevoegen dat die Carl Devlies in feite staatsecretaris is, wat – als ik het goed voor heb – een tikkeltje minder is dan minister. Dan heeft mijn stadsgenoot Kwikkelbornee – Kwikkie voor de vrienden – het in feite toch al een ietsje verder gebracht, want die is een échte minister, met name: minister van “vereenvoudiging”. ’t Zou natuurlijk ook kunnen dat de regering de fraudebestrijding wat minder hoog in ’t vaandel draagt dan de vereenvoudiging en dààrom alleen voor deze laatste een volwaardige ministerportefeuille voorziet. Om het nu even duidelijk te stellen voor de leken onder mijn lezers: een staatssecretaris is dus “een soort minister”. Men zou kunnen zeggen “minister en géén minister”. Te vergelijken met een onderpastoor: “pastoor en géén pastoor”.
    Maar genoeg naast de kwestie geluld. Een prima voorstel natuurlijk. Een maatregel die ongetwijfeld eenieder ten goede zal komen. En toch rijst er hier en daar kritiek op. Is de maatregel wel eerlijk ten opzichte van de “arme” gedetineerden, de “minder vermogenden”, ’t is te zeggen diegenen die niet voldoende geld bezitten om hun straf af te kopen? Dreigen we niet te vervallen in klassejustitie? Zullen het weldra niet alleen de rijken zijn die zich een moordje of een verkrachtinkje of een bankovervalletje kunnen permitteren? Ach, ongelijkheid zal er altijd zijn natuurlijk. Het zijn toch ook alleen de rijken die zich een villa aan de Côte d’Azur kunnen permitteren, of een privé vliegtuig of een Rolls Royce! Daarenboven kan de minder vermogende delinquenten de mogelijkheid geboden worden de afkoopsom in schijfjes te betalen. Natuurlijk zal er voor die niet-kapitaalkrachtige gedetineerde geen sprake zijn van na de invrijheidstelling te gaan luieren: hij zal regelmatig op pad moeten om aan zijn maandelijkse afbetalingen te kunnen voldoen. Maar, met het nodige beetje geluk – en dat is er toch altijd nodig in ’t leven, nietwaar? – moet hij daar redelijkerwijze toch kunnen in slagen: diefstallen met inbraak worden immers zelden of nooit opgehelderd. En als de mogelijkheid om in schijfjes te betalen er niet doorkomt, kan er nog altijd een lening aangegaan worden bij één van onze grote banken. De geschiedenis heeft ons geleerd dat die meestal zéér gul zijn bij het verlenen van krediet. Al bij al een zeer goed wetsvoostel dus: een oplossing voor de overbevolking van onze gevangenissen en alleszins bevorderend voor eenieders gemoedsrust. Toch jammer voor Kwikkie dat hijzelf niet op dat idee gekomen is: ik vind het al even goed passen bij “vereenvoudiging” als bij “fraudebestrijding”.

    26-04-2009 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Blog als favoriet !

    Foto

    O jerum jerum jerum…

    Mijn memoires

    (2006, 206 p., 17,95 €)

    Te bestellen via mail:

    kvansteenbrugge@gmail.com

    (geen verzendkosten)



    Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.

    Foto

    Archief per week
  • 19/05-25/05 2025
  • 14/04-20/04 2025
  • 10/03-16/03 2025
  • 03/03-09/03 2025
  • 17/02-23/02 2025
  • 06/01-12/01 2025
  • 30/12-05/01 2025
  • 16/12-22/12 2024
  • 25/11-01/12 2024
  • 18/11-24/11 2024
  • 21/10-27/10 2024
  • 07/10-13/10 2024
  • 23/09-29/09 2024
  • 16/09-22/09 2024
  • 09/09-15/09 2024
  • 22/07-28/07 2024
  • 15/07-21/07 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 24/06-30/06 2024
  • 17/06-23/06 2024
  • 27/05-02/06 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 07/11-13/11 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 28/12-03/01 2021
  • 14/12-20/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 30/12-05/01 2014
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 06/12-12/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 29/11-05/12 -0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs