Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.
FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
20-06-2014
PolitieK met grote K (brief aan Jan)
Beste Jan,
Hoeveel
brieven hebt gij nu geschreven in verband met de verkiezingen van de afgelopen
maand? Een stuk of acht, denk ik. Niet altijd even duidelijk voor een leek als
ondergetekende, hetgeen niet wil zeggen dat ik er niets van opgestoken heb. Gij
beweert geen verstand te hebben van politiek en de problemen enkel maar van de
filosofische kant benaderd te hebben. En waar men geen verstand van heeft dient
men zich ook niet mee te bemoeien, zo zult gij wellicht geoordeeld hebben, en
daarom hebt gij deze keer, net als alle vorige keren, niet aan uw stemplicht
voldaan. Maar misschien is dat verzaken aan de burgerplicht ook wel ingegeven
door een afkeer voor de politiek. Welnu, die incivieke daad kan ik alleen maar
toejuichen en ik neem mij bij deze voor het bij de eerstvolgende verkiezingen
eveneens te laten afweten gesteld dat ik dan nog in leven ben, natuurlijk want
ook ík heb geen verstand van politiek, ook ík ben gedegouteerd van de politiek,
ik geef het op, t zal mijn tijd wel duren
Ik weet
nochtans hoezeer gij uitkijkt naar een geschreven reactie op al uw brieven, een
politiek verhaal van mijnentwege. Van een serieus verhaal dat zult gij wel
begrijpen kan natuurlijk geen sprake zijn, want als er iemand geen verstand
heeft van politiek dan ben ík het wel. Zelfs een serieuze filosofische benadering
moogt gij niet van mij verwachten. Ik hou er natuurlijk wel ideeën op na, maar
dan ideeën die te gek zijn om los te lopen. Het is dan ook alleen maar om u te
plezieren dat ik, zij het met veel schroom, enkele van mijn simplistische
beschouwingen over de Belgische politiek aan het papier toevertrouw. Ze zijn
te gek om los te lopen
Ik deel de
problematiek van de Belgische politiek voor mijzelf in als volgt Er is ten
eerste een sociaal-economisch luik, hetwelk ik niet los wil zien van de problematiek
op mondiaal vlak en waarbij immigratie en veiligheid een onderdeel zijn,
terwijl onderwijs en cultuur daar evenzeer in passen. En ten tweede is daar het
communautaire probleem, waarbij Vlaanderen en Wallonië de hoofdrolspelers zijn.
Het eerste
luik. Mijn politiek bewustzijn begon al te groeien in de eerste jaren na de
oorlog, toen ik nog op de lagere school zat. Vader werkte als bouwvakker voor
een baas. Hij werkte zich krom van de ochtend tot de avond, in weer en wind.
Hij liep er sjofel bij in zijn werkkledij en iedere avond rolde hij twintig sigaretjes
om s anderendaags geen werkverlet te hebben. Vaders baas liep er altijd keurig
gekleed bij en netjes geschoren. Die man droeg een wit hemd met das, hij rookte
sigaren, reed met een grote Amerikaanse luxewagen, ging regelmatig met vakantie
dat deden wij nooit , was alom gerespecteerd en woonde in een weelderige villa. Van den
bouw had hij mijns inziens niet veel kaas gegeten: als er problemen waren met
bepaalde constructies of met het interpreteren van het plan van de
architect moest vader dat steeds voor
hem oplossen. Voor het runnen van zijn bedrijf had hij een bediende. Echt
werken deed vaders baas volgens mij niet. Vader verdiende een karig loon. Zijn
baas moet zeker honderd keer méér verdiend hebben. En omdat de baas een goede
boekhouder had die er voor zorgde dat hij officieel zo goed als géén inkomen
had, kreeg zijn zoon een studiebeurs die groter was dan de mijne. Wat die zoon
precies gestudeerd heeft weet ik niet en ik betwijfel het zeer of hij
uiteindelijk een diploma heeft behaald. Wel weet ik dat hij zijn vaders zaak
heeft overgenomen en dat hij nu aan het hoofd staat van een héél groot
bouwimperium. Als kind kwam ik in opstand als ik zag hoe hard vader moest
werken om rond te komen en om zijn (enige!) zoon te laten studeren. Ik vond dat
er gelijkheid moest zijn voor alle mensen en ik begon mij een beetje voor
politiek te interesseren. Geen enkele politieke partij droeg die gelijkheid zo
hoog in het vaandel als de communistische. Tijdens mijn eerste jaar aan de
universiteit sloot ik mij dan ook aan bij de communistische
studentenvereniging. Eén jaar slechts ben ik lid geweest. En in de jaren die
volgden ben ik steeds verder weggegroeid van het communisme. De inconsequente
levenswandel van enkele ultralinkse studentenleiders die ik had gekend en de
wereldwijde ineenstorting van het communisme hebben daartoe bijgedragen. In een
van uw laatste brieven hebt ge mij uitgelegd waarom het communisme
onvermijdelijk uitmondt in dictatuur, dat alle rijkdom voortkomt uit arbeid en
dat alle arbeid geleverd wordt door de armen. Ik durf niet beweren dat ik uw
uitleg volkomen begrijp, maar uw argumentatie klinkt dermate overtuigend dat ik
er vrede mee heb. En ik heb het gevoel dat gij u bij een en ander hebt
neergelegd. Zal ik dat dan ook maar doen?
We moeten dat
eerste luik niet afsluiten zonder het over het immigratieprobleem te hebben.
Naar mijn gevoel is het onze plicht om asiel te verlenen aan allen die uit hun
land gevlucht zijn uit levensbehoud, omdat ze in het eigen land met de dood
bedreigd zijn om politieke redenen, of om familiale redenen (bloedwraak ). En
moeten we dan niet even barmhartig zijn voor die mensen die zogezegd om
economische redenen naar onze contreien komen? Ook zij worden immers met de
dood bedreigd, zij het dan via een weliswaar langzamere maar vaak nog
schrijnender lijdensweg: die van de hongerdood, in een land waar het leven onleefbaar
is vanwege klimaat en bodemgesteldheid. Ook die mensen zouden moeten kunnen
geholpen worden en moeten kunnen delen in onze welstand. Maar zou dat dan geen
onrechtvaardigheid zijn tegenover die mensen die evenzeer zitten te verhongeren
in onherbergzame gebieden, maar hun land niet verlaten omdat ze te zwak of te
arm zijn of bang om tijdens hun overtocht te verschroeien in de woestijn, te verdrinken
op zee of te verstikken in de laadbak van een vrachtwagen? Ziehier dan mijn
voorstel Laten wij al die mensen die hun land willen verlaten gaan halen en
laten wij hen gelijkmatig verdelen over onze rijke westerse gebieden. Gelijkmatig,
zeg ik: mij is alvast bekend dat er in Frankrijk streken zijn waar men nog
nooit een allochtoon heeft gezien, terwijl op andere plaatsen de autochtone
bevolking sterk in de minderheid is. Vanzelfsprekend moeten die mensen een
bestaansminimum krijgen. Een probleem kan dat nauwelijks zijn. De rijken en
vooral de super-rijken in onze maatschappij moeten simpelweg hun ecologische
voetafdruk terugdraaien liefst op een drastische manier. Dat zal weliswaar
een shockeffect veroorzaken maar op den duur zullen zij er niet ongelukkiger om
worden, wel integendeel. Maakt geven immers niet gelukkiger dan krijgen? En wat
het geboortecijfer onder de allochtonen betreft: het zal ongetwijfeld dalen tot
normale westerse proporties nu de ouderen voor hun levensonderhoud niet langer
zullen aangewezen zijn op hun nageslacht. Door de massale emigratie zal in de
arme landen de bevolking meteen tot draagbare proporties herleid zijn. Alleen
moet er zorg voor gedragen worden dat het voortplantingstempo getemperd wordt,
zoniet wordt het dweilen met de kraan open. Die geboortebeperking zal er
ongetwijfeld vanzelf komen van zodra niet langer het kroost, maar een pensioen
de oude dag zal waarborgen. En voor dat pensioen kloppen we dan weer aan bij de
rijken en de super-rijken die deze aardbol bevolken, waardoor deze laatsten nóg
gelukkiger zullen worden.
En nu het
tweede luik: het communautair probleem. Enkele jaren geleden had ik het in dat verband
al over de toekomst van het Belgisch koningshuis (cf. weblog d.d. 19.9.2007 www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=225). Niet één
regeringsleider in ons land heeft de oplossing die ik toen uitgedokterd heb, au
sérieux genomen. En wat het separatisme betreft? Ja, dát vind ik wel wat. Want,
zeg nu zelf, mijn beste Jan: wat hebben Walen en Vlamingen écht gemeen, behalve
het koningshuis en de diables rouges? De separatisten willen het land
kapotmaken zeggen de belgicisten. Maar als we Vlaanderen nu eens bij Nederland
voegden en Wallonië bij Frankrijk, dan was er toch niets kapotgemaakt. Wel
integendeel, dunkt me. Misschien waren er dan wel oude breuken hersteld. En ze
zeggen ook dat de Vlamingen blij mogen zijn met de Walen, want dat ze anders
tijdens de laatste Olympische zomerspelen niet drie doch slechts één medaille
zouden behaald hebben. Waar dan weer tegenover staat, dat indien Vlaanderen met
Nederland als één natie had deelgenomen, er eenentwintig medailles waren
behaald. Al stel ik mij hierbij de vraag of Nederland erg happig zou zijn om
ons te annexeren. Voor die ene luttele medaille
Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.