Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.
FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
21-09-2024
Kristiaan, veertien jaar.
Gisteren las ik in de krant over ene Kristiaan Grauwels, een producent van televisiefilms, die dertig jaar geleden, op veertienjarige leeftijd zwaar gepest werd op school. Het verhaal van die pesterijen is recentelijk uitgebreid in de media verschenen en Kristiaan heeft er zelfs een televisieserie over gemaakt. Het lijkt erop dat hij het leed dat hem werd aangedaan nooit helemaal achter zich heeft kunnen laten.
Waarom het verhaal van de veertienjarige Kristiaan mij treft? Ook ik heet Kristiaan en ook ik ben op veertienjarige leeftijd - exact zeventig jaar geleden! - zwaar gepest geweest en ook ik heb de behoefte gevoeld om die ellende van mij af te schrijven: in mijn boek "O jerum jerum jerum..." (uitg. 2006), mijn memoires. Tien dagen geleden heb ik het verhaal nog eens opgerakeld op mijn blog (www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3342178), toen het verhaal van Kristiaan Grauwels mij nog totaal onbekend was. Wat een toeval!
Ik had toen, ten jare 1954, alle "eigenschappen" die mij een geschikt slachtoffer maakten voor pesters: ik was een jaar jonger dan de anderen van mijn klas, ik was de braafste en met voorsprong de beste leerling van de klas, ik had nog nooit bier gedronken of omgang gehad met meisjes. Geleidelijk aan begon ik te voelen dat ik het over een andere boeg moest gooien, maar in dié school lukte het niet meer, want als je eenmaal die naam hebt raak je er niet gemakkelijk van af, je blijft het kneusje.
Drie jaar later toog ik naar de universiteit en daar heb ik het inderdaad over een andere boeg gegooid. Ik ging iedere dag met medestudenten op café, ik sloot mij aan bij studentenclubs, werd na een paar jaar preses van mijn club en het jaar daarop werd ik zelfs verkozen tot senior seniorum, zijnde de preses van het seniorenkonvent, de hoogste studentikoze vereniging aan de universiteit. Ik ging vaak niet naar de les vanwege nachtelijke "escapades", maar in de blokperiode studeerde ik als een gek, soms met een hulpmiddeltje (Rilatine-pillen), met als gevolg dat ik ieder jaar in de eerste zittijd slaagde voor alle vakken, zij het nooit met onderscheiding. Maar de levenslessen die ik had opgedaan waren mij meer waard dan alle onderscheidingen van de wereld. In tegenstelling tot die andere Kristiaan had ik mijn kostschooltrauma helemaal verwerkt. Ik ben keel-neus-oorarts geworden, marathonloper, voordrachtgever en schrijver van boeken over o.a. de Griekse mythologie. Ik heb een gelukkig leven gehad. Maar als u, beste lezer even de moeite doet om het stukje uit mijn memoires te lezen, zult u zien dat het ook anders had kunnen lopen.
Er was feest in het dorpsschooltje, lager- en kleuteronderwijs. Ik zat te genieten van een icetea'tje (de dokter heeft C2H5OH-houdende dranken verboden) op het grasveld vóór de school. Kinderen stoeiden alom. En plots was er opschudding, twee meisjes waren een jongetje aan 't kastijden. Een ongelijke strijd: de meisjes waren niet alleen in de meerderheid, ze waren duidelijk een paar jaar ouder dan het knaapje. Hij huilde als een gekeeld varkentje en ik voelde mij verplicht het incident in ogenschouw te nemen. Het gevecht viel stil, het jongetje grabbelde een voetbal mee van tussen de meisjes en kwam jammerend naar mij toe gelopen. Ik merkte nu pas wat een mooi splinternieuw voetbalplunje hij aanhad met op het shirt het nummer 14, het nummer van Johan Cruyff zaliger. Ik vroeg wat er gebeurd was maar, door het hevig gesnik kreeg hij het niet verwoord. Ik vroeg of hij pijn had en hij schudde van "neen". Dan begrijp ik niet waarom jij zo hard moet schreeuwen, blêtkous die je bent, zei ik lichtjes geïrriteerd. Het snikken stopte onmiddellijk. Hij keek mij kwaad aan: ik ben nog klein, hoor! zei hij. Dat was een argument waarvoor ik enig begrip kon opbrengen en hij deed nu rustig zijn verhaal. Hij was met zijn bal aan 't spelen, nu al oefenen voor later, want hij wilde een beroemd voetbalspeler worden, met zijn foto in de gazet staan zoals Kevin Debruyne in de krant van 't weekend, een foto van twee pagina's groot. Ik had de foto ook gezien, twee volle pagina's, en Debruyne had er niet eens iets voor gepresteerd, tenzij dat hij twijfelt of hij dit seizoen nog naar die of gene ploeg zal overgaan. Jongleren met de bal, dàt was onze kampioen-in-spe aan het doen, toen zijn bal plots de verkeerde kant uit was gegaan en terecht gekomen in de heksensoep van die twee meiden - 't waren zijn zussen. Heksensoep? Tussen hen beiden zag ik twee stapeltjes paardebloemen en ander "onkruid" liggen, helwelk zij nauwgezet aan 't bewerken waren. Ik ging even polshoogte nemen, vroeg of dat heksensoep was. Eén van hen zei kortweg "ja" en ze prevelde nog iets onverstaanbaars, hetgeen ik interpreteerde als "en hoepel nu op". Als ik nog een vraag had gesteld was ze ongetwijfeld tegen mij opgevlogen. Ik droop af. Ik moest denken aan mijn beide nichtjes, Lorke en Lieske, die vijftig jaar geleden - Here God, waar is hij heen, de tijd? - ook heksensoep maakten. Ze waren toen een jaar of tien en ze geloofden nog dat Sinterklaas bestond, al bestond hij dan niet écht. En dat was precies hoe ze dachten over heksen, vampieren, spoken, engelen en duivels... En God, Onze-Lieve-Heer, dat die weliswaar bestaat, maar niet écht, hé. En de juffrouw in de klas gelooft die dan ook niet dat God écht bestaat? Die ook niet, maar dat mag ze niet zeggen van de directeur...
Het jongetje stond een beetje te glunderen, hij moet gedacht hebben dat ik de zussen een standje had gegeven. Ik vroeg hoe oud hij was. Hij stak vijf vingers omhoog. Hoeveel is dat? vroeg ik. Hij begon te tellen, te beginnen bij de pink. Vijf! Heel goed, zei ik. Hij zal het ver brengen in het leven, denk ik. En als het niet als voetballer is, dan maar als iets anders.
Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.