Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.
FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
05-06-2009
Brief aan een muziekkenner.
Beste Jonathan,
Dit is een antwoord op je mail van eergisteren 3 juni 2009. Sta mij toe dat ik van start ga met een lange inleiding.
Ik moet een jaar of zes geweest zijn toen ik voor t eerst mee mocht met mijn ouders naar het circus. Ik weet nog dat er een clown was die de piste betrad, spelend op een viool. Maar zijn spel was volstrekt krankzinnig, zonder vorm, melodie of ritmiek. Het klonk pijnlijk in eenieders oren, ook in de mijne. Toen kwam er een andere clown ten tonele, met in ieder oor een dikke prop watten en een paar reuzenschoenen aan de voeten. Hij gaf de spelende clown een daverende trap onder de broek, waardoor deze plots wondermooie klanken begon te produceren met zijn snaarinstrument. De toeschouwers raakten in vervoering door het spel: hier was een virtuoos aan het werk, vermomd als clown! Als kind zag ik niet eens het grappige in van die scène. Ik moet waarschijnlijk gedacht hebben dat die trap onder de broek de metamorphose had teweeggebracht. Naïef als ik toen was! Dat een trap onder de broek zon verstrekkende muzikale gevolgen kon hebben, leek mij toen niet eens zo absurd.
Zelf ben ik geen liefhebber en allerminst een kenner van muziek. In mijn kinderjaren hield ik het bij de liedjes van Bobbejaan Schoepen, zoals k Zie zo geren mijn duivekot. Later heb ik mij laten bekoren door liedjes uit de studentencodex: Muss i denn, Die Lore, Poor old Joe, Home on the Range en andere. In de periode dat ik met meisjes slows danste in zwak verlichte dancings kon ik wegsmelten op de tonen van Come closer to me en Put your head on my shoulder. Uit de tijd van mijn legerdienst dateert Strangers in the night van Sinatra: ik kon mij geen mooiere muziek indenken. Klassieke muziek was allerminst aan mij besteed. En daaraan heb ik het te danken dat ik tijdens mijn laatste jaar in het Atheneum van Oostende een belangrijke quiz gewonnen heb. Men liet een muziekstuk horen en men vroeg wie de componist was: het was de beslissende vraag die één van de twee finalisten moest bekronen. Ik antwoordde Bach omdat het de enige was die mij te binnen schoot. Het wàs Bach, maar niemand van de aanwezige kenners die ooit aan Bach had gedacht, omdat het stuk allesbehalve typisch was voor Bach. Een soort strikvraag dus, waar alleen ík niet was ingelopen. Dat ik een zeer goede rekenknobbel had en zo goed als alles wist over sport was algemeen bekend in de school, maar dat ik ook nog eens alles wist over klassieke muziek Het heeft mijn prestige niet geschaad.
Toch mag ik beweren dat ik de laatste jaren enigszins van klassieke muziek begin te kunnen genieten. Een pril begin, weliswaar. Dat heeft met zich meegebracht dat ik niet meteen de kamer verlaten heb toen mijn echtgenote enkele dagen geleden overschakelde op canvas plus, voor de koningin Elisabeth wedstrijd voor viool. Er kwam een violist op het podium en die speelde volstrekt krankzinnig, zonder vorm, melodie of ritmiek. Ik dacht aan het circus van drieënzestig jaar geleden en een ogenblik dacht ik dat er een clown het podium zou betreden en de speler een trap onder zijn broek zou verkopen Maar het bleek allemaal bittere ernst te zijn. En toen kwam er een tweede en een derde: volstrekt krankzinnig, zonder vorm, melodie of ritmiek. Ontgoocheld ben ik dan toch naar buiten gegaan. En s anderendaags, toen mijn nieuwe buurvrouw zich in lovende bewoordingen uitliet over de wedstrijd, heb ik instemmend geknikt: zij moet maar niet weten wat een grote ongeciviliseerde boerenpummel ik toch nog steeds ben! Zij moet maar niet weten dat ik het voorlopig nog steeds houd bij Ik spring uit een vliegmasien van Eddy Wally
En nu jouw mail, mijn beste Jonathan. Je schrijft letterlijk over hedendaagse muziek die de deelnemers aan de vioolwedstrijd ten gehore hebben gebracht: volstrekt krankzinnig, zonder vorm, melodie of ritmiek. En is dat niet de letterlijke verwoording van hoe ikzelf erover dacht? En ben jij niet de kunstzinnige Jonathan, die als géén door de muze van de muziek gebeten is, die vrijwel alle grote componisten geportretteerd heeft en hun werk door en door kent? En ben jij nu niet tevens het argeloze jongetje uit De nieuwe kleren van de keizer, dat opmerkt dat de keizer helemaal geen kleren aan heeft?
Wat er ook van zij: ik groet je hartelijk bij deze!
In mijn prilste kinderjaren wist Hiëronymus van Alphen mijn kinderziel te beroeren met Jantje zag eens pruimen hangen Later ben ik meer gaan houden van de poëzie van René Declercq. Ook Gezelle kon mij in hoge mate bekoren:
Den avond komt zo stil
zo traagzaam aangetreden
dat geen en weet
wanneer de dag
of waar hij is geleden
En Herman Gorter:
Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
In een oud stadje, langs de watergracht.
Ook Verlaine vond ik een groot dichter:
Les sanglots longs
des violons de lautomne
blessent mon coeur
dune langueur monotone
En dan die dichter, waarvan de naam mij ontsnapt:
Heureux qui, comme Ulysse, a fait un beau voyage,
Ou comme celui-là qui conquit la toison,
Et puis est retourné, plein dusage et raison,
Vivre entre ses parents, le reste de son âge.
En Goethe:
Über allen Gipfeln
Ist Ruh.
In allen Wipfeln
Spürest du
Kaum einen hauch;
Die Vöglein schweigen im Walde,
Warte nur, balde
Ruhest du auch.
Van Shakespeare heb ik de rede van Marcus Antonius van buiten geleerd en misschien wel honderd keer luidop voorgedragen, vaak alleen op mijn kamer:
Friends, Romans, countrymen,
lend me your ears;
I come to bury Caesar,
not to praise him
Jaren lang heb ik gedacht dat die grote meesters van de dichtkunst nooit zouden overtroffen worden. En kijk, daar dienen zich twee dichters aan van bij ons: één van boven en één van onder de Moerdijk. Hun namen: van Dixhoorn en Lauwereyns. Ik laat u even mee genieten. Van beiden bied ik u, beste lezer, een gedicht aan, letterlijk overgenomen uit het boek Het Liegend Konijn (192 p., literair tijdschrift april 2008). Wat het eerste gedicht (pagina 65 tot en met 72) zo onovertrefbaar maakt is niet alleen de sprankelende tekst, maar ook het feit dat het, ofschoon vrij kort, een groot aantal paginas beslaat. Dat houdt in dat het overgrote deel van elke bladzijde onbedrukt blijft, hetgeen uitermate verfrissend overkomt en waardoor de lezer volop ademruimte krijgt en tijd om van zijn telkens weerkerende extase te bekomen. Het tweede gedicht onderscheidt zich vooral door de schitterende metriek en de bijna bloedstollende logica, die we erin terugvinden zie bijvoorbeeld vers één en twee enerzijds en vers vier en vijf anderzijds.
p. 65F. van Dixhoorn
°Hansweert, 1948
Recentste bundel: Twee piepjes (2007)
p. 66(nihil)
p. 67VEREND TANGETJE
duizend
het is nog donker
p. 68voor het vastpakken
van kleine voorwerpen
p. 69voor kleine haartjes
als zij het terrein van het ziekenhuis
verlaten 3.2.
p. 70groot is het niet
de vis is doorgezwommen
heeft de opening gevonden
p. 71binnenblad
1. beweegt veel
maar niet vervelend
wat wil je
p. 72als voorspellen mogelijk is
kun je ook terugrekenen
1. buitenblad
Op p. 95, van Jan Lauwereyns
Je doet het of
je doet het niet
happy time with animal
als je het doet
doe je het
oog op verzadiging
en lekkerness
zo klaar en gretig afgehandeld
logisch
filosofisch
dat de stilstand der dingen
op de heupen werkt
tot ik het daar daarvan
krijg
book off
en rap een beetje.
Mij hoort u dus nooit meer zeggen, beste lezer, dat wij geen grote dichters meer hebben. Bij deze mijn beste dank en gelukwensen aan de heer Jozef Deleu, literator en samensteller van Het Liegend Konijn, om alzo poëzie van het allerhoogste niveau tot bij de mensen te brengen. Wenst u Het Liegend Konijn in uw bezit te krijgen? U kan het ongetwijfeld kopen in iedere goede boekhandel, prijs 17,50 euro. Het is uitgegeven door Van Halewyck, Leuven & Meulenhoff, Amsterdam. En dan mag ik blij zijn dat ik onlangs afgezien heb van het voornemen om een eigenhandig geschreven dichtbundel ter beoordeling voor te leggen aan Van Halewyck etc. Ik zou nogal een mal figuur geslagen hebben tegenover van Dixhoorn en Lauwereyns. Voor nog meer inlichtingen kunt u ook terecht op www.hetliegendkonijn.be of www.hetliegendkonijn.nl. Als dàt geen goede service is!
Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.