In de tweede helft van t vorig jaar werd ik opgebeld
door iemand van UGent (de Gentse
universiteit) met de vraag of ik misschien in het bezit was van een voorwerp
dat mee de geschiedenis van de universiteit heeft helpen bepalen, met andere
woorden een essentiële rol heeft gespeeld in de groei en de bloei van de
universiteit. Pas later heb ik vernomen dat mijn kleindochter Amy, die sinds
een goed jaar deel uitmaakt van het Gentse studentencorps, mijn naam had
opgegeven bij de bevoegde instanties, als zijnde iemand die wellicht zoiets in
zijn bezit zou hebben. Als preses van
Moeder Laetitia, Vlaanderens oudste studentenclub, en als preses van het
Seniorenconvent (het SK, zijnde de overkoepelende organisatie van alle
regionale studentenclubs) heb ik er zeker mijn steentje toe bijgedragen om de
studentikoziteit aan onze dierbare Alma Mater op een gezond niveau te houden.
Maar of ik daar een voorwerp van groot historisch belang had aan overgehouden?
In mijn tuinhok bevond zich een houten barkruk uit Het Zwarte
Woud, het beroemde studentencafé uit de jaren 60, waar niemand minder dan
Martje, de allereerste marraine van de Gentse studenten, de plak zwaaide. Hoe
de vier houten barkrukken uit het Zwarte Woud in het bezit gekomen zijn van Mico is mij onbekend.
Mico is drie jaar ná mij preses van het SK geweest. Hij was de lieveling van
Martje en het zou mij niet verwonderen dat hij geen cent betaald heeft voor die
krukken. Dat Mico, die nota bene doctor in de rechten is, zich de krukken
wederrechtelijk zou toegeëigend hebben, kan ik mij niet voorstellen. Was er
aanvankelijk maar weinig plaats bij Mico thuis, of kon zijn vrouwtje zich maar
niet verzoenen met die vier lelijke scharminkels in haar woonruimte? Feit is
dat hij de barkrukken liet verhuizen naar mijn cultureel centrum, zijnde mijn
tuinhok. Een jaar of tien (of twintig?) later heeft hij er drie
teruggehaald. Welnu, die vierde heb ik ter beschikking gesteld van de univ, er
wel aan toevoegend dat niet ik maar wel Mico de eigenaar was.
Iemand van de universiteit is de barkruk komen halen. Het was
de bedoeling dat er fotos van zouden genomen worden voor een groot
jubileumboek 200 jaar UGent in 200 objecten en dat het object daarna zou
teruggebracht worden. Er kwamen documenten aan te pas die te maken hadden met
de verzekering tegen beschadiging tijdens het transport, want na al die jaren
was de waarde van die barkruk uit het Zwarte Woud ongetwijfeld opgeklommen in
de richting onbetaalbaar. Hoeveel grote Vlaamse geesten immers is deze kruk
niet tot stut geweest?
Een maand of twee later kwam men de barkruk van Martje
terugbrengen. Ongeschonden. En nog een maand of twee later ben ikzelf verhuisd
en meteen heb ik de kruk naar zijn definitieve bestemming gebracht, bij de
rechtmatige eigenaar. De rechtmatige eigenaar? Mensen die het kunnen weten
hebben mij verzekerd dat ikzélf de rechtmatige eigenaar ben en wel om de
volgende reden: dat iemand die meer dan dertig jaar in het bezit is van een
roerend goed, daar automatisch de eigenaar van wordt. Dat betekent dat Mico dus nu in het bezit is
van een barkruk die in feite mijn eigendom is en dat hij pas weer eigendomsrecht
over de kruk zal kunnen laten gelden over nog eens dertig jaar. Mico en ik zullen
dan respectievelijk 104 en 107 jaar oud zijn. Een mooie leeftijd om naar uit te
kijken. Er weze hier terloops nog vermeld dat de overige drie krukken qua
waarde niet aan de mijne kunnen tippen, vanwege
niet opgenomen in het objectenboek.
Op 1 juni bracht ik een bezoek aan hogergenoemde kleindochter
die zich tot het eind van de maand d.i. tot na de examenperiode teruggetrokken heeft op haar kot in Gent. Was
het de voorzienigheid of de nabijheid van Buzzy snacks, s lands beste
friture, die mij liet belanden in de hal van de universiteitsbibliotheek? Mijn
oog viel op een bordje Voorstelling van
het boek 200 JAAR UGENT om 12.30 uur. Het drong tot mij door
dat dit het boek kon zijn waarvoor men Martjes barkruk was komen halen. Ik was
nog net op tijd. Het zal dus wel degelijk de goddelijke voorzienigheid geweest
zijn. Martjes barkruk staat erin! Het is één van de tweehonderd objecten die
bepalend zijn geweest voor tweehonderd jaar U(niversiteit)Gent. Het staat op
nummer 195. Men heeft mij verzekerd dat de voorwerpen niet genummerd zijn in
volgorde van belangrijkheid