Er is de laatste dagen in de media een en ander te doen geweest over het nieuw wetsvoorstel betreffende het afkopen van de gevangenisstraf voor misdadigers. Het voorstel is ingediend door ene Carl Devlies, minister van fraudebestrijding, één van de vele ministers die ons landje rijk is. Een knap man, die Carl Devlies, tenminste als men zijn persoonlijke website mag geloven. Al moet ik er aan toevoegen dat die Carl Devlies in feite staatsecretaris is, wat als ik het goed voor heb een tikkeltje minder is dan minister. Dan heeft mijn stadsgenoot Kwikkelbornee Kwikkie voor de vrienden het in feite toch al een ietsje verder gebracht, want die is een échte minister, met name: minister van vereenvoudiging. t Zou natuurlijk ook kunnen dat de regering de fraudebestrijding wat minder hoog in t vaandel draagt dan de vereenvoudiging en dààrom alleen voor deze laatste een volwaardige ministerportefeuille voorziet. Om het nu even duidelijk te stellen voor de leken onder mijn lezers: een staatssecretaris is dus een soort minister. Men zou kunnen zeggen minister en géén minister. Te vergelijken met een onderpastoor: pastoor en géén pastoor. Maar genoeg naast de kwestie geluld. Een prima voorstel natuurlijk. Een maatregel die ongetwijfeld eenieder ten goede zal komen. En toch rijst er hier en daar kritiek op. Is de maatregel wel eerlijk ten opzichte van de arme gedetineerden, de minder vermogenden, t is te zeggen diegenen die niet voldoende geld bezitten om hun straf af te kopen? Dreigen we niet te vervallen in klassejustitie? Zullen het weldra niet alleen de rijken zijn die zich een moordje of een verkrachtinkje of een bankovervalletje kunnen permitteren? Ach, ongelijkheid zal er altijd zijn natuurlijk. Het zijn toch ook alleen de rijken die zich een villa aan de Côte dAzur kunnen permitteren, of een privé vliegtuig of een Rolls Royce! Daarenboven kan de minder vermogende delinquenten de mogelijkheid geboden worden de afkoopsom in schijfjes te betalen. Natuurlijk zal er voor die niet-kapitaalkrachtige gedetineerde geen sprake zijn van na de invrijheidstelling te gaan luieren: hij zal regelmatig op pad moeten om aan zijn maandelijkse afbetalingen te kunnen voldoen. Maar, met het nodige beetje geluk en dat is er toch altijd nodig in t leven, nietwaar? moet hij daar redelijkerwijze toch kunnen in slagen: diefstallen met inbraak worden immers zelden of nooit opgehelderd. En als de mogelijkheid om in schijfjes te betalen er niet doorkomt, kan er nog altijd een lening aangegaan worden bij één van onze grote banken. De geschiedenis heeft ons geleerd dat die meestal zéér gul zijn bij het verlenen van krediet. Al bij al een zeer goed wetsvoostel dus: een oplossing voor de overbevolking van onze gevangenissen en alleszins bevorderend voor eenieders gemoedsrust. Toch jammer voor Kwikkie dat hijzelf niet op dat idee gekomen is: ik vind het al even goed passen bij vereenvoudiging als bij fraudebestrijding.
|