Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.
FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
24-08-2016
Een zekere Dupont.
Een verhaal dat, aangenomen dat het écht gebeurd is, zich moet
afgespeeld hebben in de jaren 60 of in t begin van de jaren 70
Het was stil
op twaalf zuid van het academisch ziekenhuis toen dokter Spincemaille, hoofd
van de chirurgische afdeling, uit de lift stapte. De dokter voelde een hevige
hoofdpijn zoals dat de laatste weken, vooral op maandagmorgen, wel meer was
voorgekomen. Maar de pijn was vandaag heviger dan ooit tevoren. Bij t wakker
worden had hij de pijn al meteen gevoeld: een drukkende pijn in t achterhoofd,
die zijn hersenpan naar alle kanten onder spanning zette en zijn trommelvliezen
en ogen deed uitpuilen althans zo voelde het. Net of hij een zware dreun op het hoofd had gekregen.
Niet alleen was de pijn vandaag heviger dan anders, ze straalde op een vreemde
manier uit in de rechter halsstreek, langs de halsslagader in de richting van
het borstbeen.
Dokter
Spincemaille deed zoals steeds zijn best om niets te laten merken tegenover het
verplegend personeel. Een dokter moest eigenlijk zelf nooit ziek zijn: dat was slecht voor zijn prestige en voor het
vertrouwen van de patiënten. Met dát voor ogen stapte hij de kamer van juffrouw
Rammant binnen. De juffrouw was al meer dan twintig jaar hoofdverpleegster op
de afdeling chirurgie en vooral voor háár deed de dokter zijn best om zijn
pijnaanvallen te verbergen.
- Nog iets
voorgevallen op de afdeling vannacht? Vroeg Spincemaille.
- Na dát met
Dupont is er niets meer geweest, dokter.
- Dupont?
Hij
herinnerde zich geen Dupont. De naam zei hem hoegenaamd niets. Hij herinnerde
zich niet ooit iemand met die naam onder zijn kliënteel gehad te hebben. Hij
die er nochtans om bekend stond goed namen te kunnen onthouden, beter dan wie
ook van zijn collegas in het hele ziekenhuis. Kon het zijn dat zijn hoofdpijn
hem zodanig parten speelde dat één naam hem te enen male ontsnapt was? Ene
Dupont? En er was wat geweest met die Dupont, vannacht. Juffrouw Rammant
vergiste zich anders nooit. Kon het die verdomde hoofdpijn zijn? Spincemalle
herpakte zich snel:
- Jaja,
Dupont natuurlijk, mompelde hij.
Kon het
mogelijk zijn dat de altijd ernstige juffrouw Rammant hem uitgerekend nú een
poets wilde bakken? Kon het mogelijk zijn dat er deze nacht iets was
voorgevallen waar hij bij was geweest en waarvan hij desondanks geen weet meer
had? Laat staan dat er een mijnheer Dupont op zijn afdeling lag zonder dat híj dat
wist? Hij zuchtte zwaar, zei verder niets en begaf zich naar zijn eigen bureau.
Claudine, het jongste zustertje, stond vertrekkensklaar aangekleed bij de lift.
Ze had kennelijk haar nachtdienst achter de rug. Spincemaille groette haar.
- Ook een
goede dag, dokter. Hé, wat jammer toch van mijnheer Dupont.
Het bonsde in
zijn hoofd toen hij de deur van zijn kamer achter zich dichtgooide. Een
allerpijnlijkst gebons dat schrijnend uitstraalde aan de rechterkant in zijn
hals, tot achter zijn borstbeen. Hij trok zijn fichenbak open en zocht de naam
Dupont op. Er was geen Dupont. Natuurlijk was er geen Dupont! Hij zou het toch
zelf wel geweten hebben zeker? Anderzijds leek het hem evengoed onmogelijk dat
zijn verplegend personeel hem ze grof in de maling zou nemen, met een
ingebeelde Dupont. Ze wilden hem toch niet voor gek doen doorgaan? Als Dupont
vannacht opgenomen was moest er minstens een spoedopnamedossier bestaan Hij
nam de telefoon op en draaide het nummer 212, secretariaat spoedopname. Of daar
een dossier lag van een zekere Dupont? Géén Dupont!...
Er werd op de
deur geklopt. Er striemde als een elektrische schok van in zijn achterhoofd tot
achter zijn borstbeen. Waarom werd er ook zo hard geklopt? Of léék het alleen
maar dat er zo hard geklopt werd? Was hij misschien overgevoelig geworden aan
geluid vanwege zijn hoofdpijn?
- Jaaa, zei
Spincemaille.
Juffrouw
Rammant stak haar hoofd naar binnen.
- Lopen we
even de bedden langs, dokter?
Hij toonde
zich vertoornd. Een tour de salle zinde hem nu allerminst.
- Spreek niet
zo luid, wil je, zei hij bitsig. Waar is Dupont? En waar is het dossier van
Dupont?
Hij zou het
spel meespelen als ze hem in de maling namen
- Er zal
enkel maar een spoedopnamefiche zijn, dokter. En Dupont zal nu wel in het
lijkenhuisje liggen
Ze had dat
laatste enigszins spottend gezegd. Zo althans voelde Spincemaille het.
- De fiche is
niet op de spoedopname.
- Bloquiaux
zal ze waarschijnlijk meegenomen hebben. Hij komt vandaag wat later.
Bloquiaux was
de chirurgisch assistent in opleiding.
- Kom over
een uur terug, zei Spincemaille nu wat milder. Dan gaan we toeren.
Het
lijkenhuisje was helemaal aan de andere kant van het ziekenhuiscomplex. Het
kostte Spincemalle heel wat moeite om het te bereiken. Bij iedere stap leek het
wel of iemand een lans in zijn achterhoofd plantte. Zuster Monique was op post,
zoals steeds: een vriendelijke, wat bejaarde maar nog knappe geestelijke, die
haar doden nooit alleen liet en zich haar taak van lijkenzuster nauwgezet ter
harte nam.
- Waar is
Dupont? vroeg Spincemaille, nog steeds beducht voor een of andere valstrik.
- Die van
vannacht? Ja, Dupont is zijn naam. Jean-Jacques Dupont. Hierlangs dokter.
Spincemalle
trok het laken van over het lijk. Hij taxeerde het als een man van middelbare
leeftijd, atletisch gebouwd, gebronzeerde huid. Hij herinnerde zich deze man
niet. Een lange operatiewonde liep in de hals van achter het rechter oor tot
waar het rechter sleutelbeen articuleert met het borstbeen. Hij inspecteerde de
wondhechtingen: ze waren van hemzelf, van Spincemaille! Niemand in het hele
ziekenhuis legde zijn hechtingen als Spincemaille
Hij gruwde
bij de aanblik van deze dode. De confrontatie met de dood maakte hem telkens
weer misselijk. Spincemaille had de meest ingrijpende operaties verricht, open
hartoperaties inbegrepen, hij had buiken opengesneden van onder tot boven, was
met de meest afschuwelijke verminkingen geconfronteerd geweest Het deed hem
allemaal niets, tenminste zolang de patiënt in leven was. De dood echter kon
hij niet verdragen, en zeker niet in dit kille lijkenhuis
- Ik ga naar
huis, een uurtje rusten zei Spincemaille tot zichzelf. Vanmiddag loop ik wel
even de bedden langs nadat ik eerst met Bloquiaux gepraat heb.
Hij voelde
zich niet alleen misselijk, maar ook moe, vreselijk moe. De pijn was
verminderd. Het klopte nog wat in zijn achterhoofd en in de hals voelde hij enkel
nog een zwaarte. Zijn huis bevond zich op amper een boogscheut van het ziekenhuis.
Hij ging steeds te voet of per fiets naar het werk. Vandaag was hij te voet
gekomen
- Marc, wat
zie je er slecht uit, zei zijn vrouw. Dupont is gestorven, neem ik aan?
Spincemaille
antwoordde niet, knikte alleen maar en spoedde zich naar zijn werkkamer. Hij
vleide zijn zwaar hoofd neer op de eikenhouten schrijftafel en dommelde even
in
Het was half
drie toen dokter Spincemaille de kamer van zijn assistent binnenstapte. Het
slaapje had hem verkwikt. De hoofdpijn was nu helemaal verdwenen. Bloquiaux was
bezig met het in orde brengen van een dossier.
- Dupont?
vroeg Spincemaille.
- Ja, ik had
per ongeluk de spoedopnamefiche meegnomen naar huis.
- Geeft
niets
Spincemaille
had zijn bril afgezet en streek voorzichtig met duim en wijsvinger langs
weerszijden van zijn neus.
- Vertel me
over Dupont. Je zult het niet geloven maar ik herinner mij niets meer over het
hele geval.
- U herinnert
zich niets meer? zei Bloquiaux met een ongelovige glimlach, niet wetend of
Spincemaille in ernst sprak of een grap maakte.
- In alle
ernst, Willy, ik herinner mij niets meer. Die hele Dupont was mij onbekend toen
ik vanmorgen het ziekenhuis binnenkwam.
- Ze hebben
Dupont vannacht binnengebracht om kwart over twee, begon Bloquiaux zijn
verhaal, aarzelend en nog wat op zijn hoede. Dupont klaagde over hevige pijn in
het achterhoofd die uitstraalde in de rechter halsstreek in de richting van het
borstbeen. Hij had die pijn al meermaals gevoeld maar nooit zó hevig. We
vroegen hem wat hij gisteravond verricht had, wat hij gegeten of gedronken had,
of hij medicijnen had ingenomen. Op géén van de vragen kon hij een antwoord
geven. Die hoofdpijn, gelokaliseerd in het achterhoofd, met die specifieke
uitstraling en een plots optredend geheugenverlies dat een periode van één tot
verscheidene uren bestrijkt, is dat zei u toch typisch, u noemde het zelfs
patognomonisch, voor een zeldzaam syndroom u noemde de naam van het
syndroom maar die ben ik vergeten dat gekenmerkt is door een zich snel
uitbreidende trombose van zowel de halsader als de gemeenschappelijke
halsslagader. Het geheugenverlies is daarbij een veeg teken en noopt tot een
onmiddellijke ingreep zonder dewelke de patiënt ten dode is opgeschreven. Als
we niet zeer snel opereren heeft de patiënt beslist geen week meer te leven,
zei u nog. U zei ook dat de man al bij al nog van geluk mocht spreken dat hij
bij u was terechtgekomen omdat u verder niemand in staat achtte om een
dergelijke operatie tot een goed einde te brengen. U was buitengewoon tevreden
over het verloop van de operatie tot helemaal op t einde het hart van Dupont
het begaf. Hartstilstand, zei u, tengevolge van een uitgebreide embolie ter
hoogte van de hersenstam, een complicatie die bij een dergelijke operatie niet
te voorzien is
Spincemaille
knikte. Ik denk dat ik maar eens een week vakantie neem, zei hij. Hij voelde de
pijn weer opkomen
Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.