Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.
FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
13-12-2018
Jozefientje.
Jozefientje is
overleden. In stilte. Ik heb het pas vernomen toen het al een week of twee
gebeurd was. Ze woonde nochtans niet ver van mij vandaan, in de Broeklindeweg,
nummer drie. We zijn nog samen naar dezelfde school geweest, nog in dezelfde
klas gezeten. t Was in de gemeenteschool in Kaster en daar mochten de jongens
en de meisjes nog samen in één klas. Ik was toen een beetje verliefd op Jozefientje.
Niet smóór of zo. Een beetje ultraprille kalverliefde. Ik geloof dat ik haar
niet eens mooi vond. Ik herinner mij nog dat ik haar vroeg of ze in de processie
naast mij wilde lopen. De manier waarop ze mij toen afgewezen heeft zal mij
altijd bijblijven, de ongezoutenheid waarmee ze mij toen diets maakte dat ze
niets met mij wilde te maken hebben. Ik werd er doodongelukkig van, ik at drie
dagen lang niet meer en ten slotte trok ik met een dik touw naar de zolder met
de bedoeling er een eind aan te maken. Gelukkig was er de dag erna
wereldkampioenschap op de weg voor beroepsrenners, in Moorslede. Dát wilde ik
nog meemaken want mijn grote favoriet Briek Schotte was kandidaat voor de regenboogtrui. Briek
Schotte wereldkampioen zien worden, daarvoor wilde ik mijn wanhoopsdaad wel even
uitstellen. En Briek wérd wereldkampioen. Ik was dolgelukkig, ik was helemaal
opgefleurd en had weer volop zin in het leven. Jozefien kon mij gestolen
worden.
Zij was een enig kind,
veel te ernstig, zonder een greintje gevoel voor humor en dat greintje humor heeft
ze tot aan haar dood nooit gehad, denk ik. Ze studeerde flink, deed hogere
studies en ze bracht het tot hoofdinspectrice in het onderwijs. Haar ouders
zijn allebei vroeg gestorven, toen zijzelf nog vooraan in de twintig was. Haar
geboortehuis aan de Broeklindeweg heeft zij nooit verlaten. Soberder en meer
teruggetrokken dan Jozefien heeft er nooit iemand geleefd, denk ik. En voor
zover mij bekend is er nooit een man in haar leven geweest. Hoe zou een man
ooit verliefd hebben kunnen worden op dit onappetijtelijk schepseltje? Hoe was
het mogelijk dat ik om harentwege ooit zelfmoord had willen plegen?
In feite waren Jozefien
en ik een beetje familie. Mijn vader was een neef van haar moeder. Ik was dus
haar achterneef en zij mijn achternicht. Zo nauw was die familieband nu ook
weer niet, dunkt me, dat we niet hadden kunnen trouwen zonder dispensatie van
de hoge kerkelijke instanties. Mijn ouders hadden zon relatie nochtans
helemaal zien zitten, denk ik: Jozefien was immers van goeden huize, werkzaam
en van onbesproken gedrag en bovendien haar ouders zaten goed in de slappe
was! Vader was er van overtuigd dat Jozefiens moeder in het bezit moet geweest
zijn van een grote som geld en bovendien van een grote pot vol gouden
muntstukken die zij geërfd had van hun beider grootvader die vóór de oorlog (de
eerste!) grof geld verdiend had in Parijs met de handel in delicaat damesondergoed
t was in de tijd van de french cancan. Dat die pot goud bij Jozefiens moeder
terecht gekomen was? Mijn vader was niet de enige die daar zo over dacht. De
hele familie, of toch bijna, was die mening toegedaan. Maar dat het werkelijk
zó was, daar was, geloof ik, geen enkel bewijs voor
Gisteren heb ik mijn
brievenbus pas laat in de avond geledigd. Dat is zeer uitzonderlijk voor mijn
doen. Er was een belangrijke brief, van notaris Vandeveegate. Ik werd
uitgenodigd te zijnen kantore hedenmorgen om tien ure stipt. De reden stond
niet eens vermeld. Ik sliep die nacht onrustig. Om even over half tien deze
morgen belde ik aan bij notaris Vandeveegate. Een lieve dame liet mij binnen in
de wachtkamer van de notaris. Ze zei dat zijzelf niet de notaris maar wel de
notarisklerk was, dat de notaris mij om exact tien uur zou te woord staan. Ze
was ook zo vriendelijk om mij nu reeds mede te delen dat het ging om de
nalatenschap van Josephine Slachmeulders Jozefien dus en, zei ze, het wordt
nog een heel bijzondere verrassing. Toen verdween ze. De pot met het goud!
gonsde het door mijn hoofd. Waarom zou uitgerekend ík de erfgenaam van die pot
zijn? Jozefien en ik kenden elkaar nauwelijks, hadden elkaar sinds onze
kindertijd hooguit een tiental keer ontmoet en tot veel meer dan een vluchtige
begroeting was het nooit gekomen. Was zij misschien al die tijd, sedert die dag
waarop ze mij zo brutaal had afgewezen, stiekem verliefd geweest op mij? Was
dat de reden waarom ze nooit getrouwd was? Was het deze pot waarmee ze haar
misstap van toen wilde goedmaken? Postuum Kunt u zich, beste lezer, de
spanning voorstellen waarmee ik de deur in de gaten hield waarlangs de notaris,
met de pot goud in de hand, ieder ogenblik kon binnenkomen? Klokslag tien ging
de deur open. Ik zag niemand in de deuropening, een helder licht kwam mij
tegemoet en een doordringende stem die mij koppijn bezorgde: Hoe lang denkt
mijnheer nog in bed te blijven liggen? t Is tien uur! Dit een bittere
ervaring noemen zou een understatement zijn. In werkelijkheid was het véél
bitterder. Ik kan mij niet ontdoen van de gedachte dat Onze Lieve Heer of een
andere Almacht het dit keer goed met mij voorhad: ik was het medium door wie de
wereld in kennis zou gebracht worden van wat er terecht gekomen was van de pot
goud die opa Bernardus Theophrastus vergaard
had in de belle époque. Een tweede kans zal ik nu wellicht nooit krijgen: de
Almachtige laat immers niet met zich sollen Waarom moest zij het nu weer
verknallen?! Niemand hoort zijn halve trouwboek een pak rammel te geven. Ik heb
dat dan ook niet gedaan.
Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.