Laat ik vooreerst opmerken dat ik niets heb tegen dialect. Wel integendeel. Maar je zal het ongetwijfeld met mij eens zijn dat dialect beter kan geweerd worden wanneer correct taalgebruik de bedoeling is (bv. sportreportages, nieuwslezers...). Ziehier waar ik mij (onder andere) aan erger, in Vlaanderen...
1/ "De renner die dat de koers gewonnen heeft". Wat staat die "dat" daar te doen? Mensen uit Antwerpen, Limburg en Vlaams Brabant vinden er vaak geen graten in. Op de vraag "Welk meisje?" kan daar prompt als antwoord volgen: "Dat, dat dat dat gezegd heeft".
2/ "Dat is goed voor zij die terugkeren". Er moet "hen" staan. Men zegt toch "Dat is goed voor hen" en het is niet omwille van dat bijvoeglijk zinnetje dat die "hen" dient te veranderen in "zij".
3/ "De winkel is morgen terug open". Neen! De winkel is "weer" open omdat we terug zijn uit vakantie. En als we later nog eens uit vakantie komen, keren we "weer terug" en niet "terug terug".
4/ "Ik noem André", moet zijn: ik "heet" André. Tenzij er nog iets op volgt, bv. "Ik noem André de redder des vaderlands".
5/ "Iedereen wilt veel te snel gaan" is fout. In de lagere school heeft iedereen toch geleerd van: hij (3e pers. enkelv.) wil, hij kan, hij mag, hij zal. Geen "t" dus.
6/ Sporten is goed om gezond kunnen te leven. Maar juist is: om gezond "te kunnen leven".
7/ Wie ergens op slaagt of erop geslaan heeft, "slaat" de bal helemaal mis en heeft niet de nagel op de kop "geslagen".
8/ In de zin "Wij hebben hun gezien en wij hebben het hen meteen gevraagd" staan twee fouten. Het is nochtans eenvoudig: "hen" is accusatief, t.t.z. lijdend voorwerp of na een voorzetsel, anders is het "hun". Dus: Wij hebben "hen" gezien en wij hebben het "hun" (of "aan hen") meteen gevraagd.
9/ Zo snel als mogelijk. Bedankt voor de goede intentie, maar het woordje "als" staat er te veel.
10/ In Vlaanderen gebruikt men negen keer op de tien de uitdrukking "zeker en vast" in plaats van het in het hele Nederlands taalgebied geaccepteerde "vast en zeker". In Nederland vindt men "zeker en vast" vast en zeker even grappig als bijvoorbeeld "zeker en wis" of "waarachtig en wis".
11/ "De bezoekers worden verzocht de lift te gebruiken". Er moet "wordt" staan want "bezoekers" is hier niet het onderwerp van de zin: er wordt (aan) de bezoekers namelijk verzocht (of gevraagd) de lift te gebruiken.
12/ Een Vlaming die met de wagen komt bedoelt 99,9 keer op 100 dat hij met de "auto" komt. Dat hij dat dan zegge, dan begrijpen ze dat in Nederland ook.
13/ En als die West-Vlamingen nu nog de "g" leerden uitspreken, waar ze dient uigesproken te worden. Ze kúnnen het immers wel: waar er een "h" staat...
P.S. Mocht hieruit enige voorkeur blijken voor de taal van boven de Moerdijk: wacht maar tot ik die Hollanders de levieten ga lezen!