Foto
Blog als favoriet !

O jerum jerum jerum…

Mijn memoires

(2006, 206 p., 17,95 €)

Te bestellen via mail:

kvansteenbrugge@gmail.com

(geen verzendkosten)

Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden. 
Foto

Voor véél meer interessante verhalen: www.bloggen.be/kris

Voor talloze verhalen uit de Griekse mythologie:
www.bloggen.be/dzeus

Het toneelstuk "DE TWISTAPPEL" is een dolle klucht die gaat over de oorsprong van de Trojaanse oorlog. Voor inlichtingen: www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=855455  of mail kris.vansteenbrugge@skynet.be .

Inhoud blog
  • De voorleesclub (zwanenzang)
  • Simonneke lijdt...
  • Defensie
  • R.I.P. DDG
  • Tezepelumab.
  • Nieuwjaar 2025
  • Charlotje
  • Cattelan en zo...
  • Lisa
  • Duizend bommen en granaten
  • Help, er zijn weer verkiezingen.
  • B.B., onsterfelijk?
  • Kristiaan, veertien jaar.
  • Heksensoep
  • pestgedrag en wapengeweld
  • Uitvindingen
  • Help, ik ga te kwiste !
  • De deur dichtdoen
  • Mundus vult decipi
  • Koning voetbal
  • De Pride maand
  • Doemdenken
  • 't Klein Kasteeltje
  • Mooi zijn alle vrouwen
  • Mijmeren over Purmerend
  • Blauwblomme
  • Gelukwensen aan Joe Biden
  • Kom op tegen teelbalkanker
  • Waarde lezer van mijn blog...
  • Speechen en rode wijn
  • Jerco, B.B. en politiek
  • Nieuwjaar 2024
  • Toneel
  • In memoriam: Roger Tack
  • Lieve Astrid
  • Jumbo
  • Ontdopen.
  • Nostalgie
  • Luchtgitaar
  • Jeroentje
  • Grensoverschrijdend.
  • Kwaliteitskrant
  • De geitenbok van Firmin.
  • Culturele normen.
  • LGBTQIA+
  • Nieuwe mensen.
  • Kop op, Herman!
  • Lange wachttijden
  • Vlaanderens mooiste.
  • Hond kijkt koers.
  • Pief-paf-poef in Amerika.
  • Graaicultuur?
  • Pat, godverdomme.
  • Voor het vaderland...
  • Vermenigvuldigen.
  • Nieuwjaarswens
  • De Griekse goden en de geneeskunde (deel 1)
  • De Griekse goden en de geneeskunde (deel 2)
  • De Griekse goden en de geneeskunde (deel3)
  • Een sesquizygotische tweeling
  • Het jaar van Herakles
  • Daar zijn we weer!
  • Oude liefde roest niet, zegt men...
  • Ode aan Johan
  • Ode aan aan mijn broer
  • Hoera!
  • Met de trein naar Anne en Patershol.
  • Verzuurd
  • Een mnemotechnisch middel.
  • De zaak Sanda
  • Oekraïne, Njora, nostalgie
  • Astrid Joosten
  • Drie procent voor Oekraïne.
  • Een ongeluk komt nooit alleen...
  • Trombose of bloeding?
  • De Anquetil-kamer
  • Quox
  • Delen door zeven voor een bak triple.
  • De vorderingen van de wetenschap.
  • De prijs van het boek
  • Een nieuw boek
  • Een kutjaar.
  • Bij de start van het nieuwe jaar
  • Het plotje
  • De Bobet-kamer
  • Het blauw oog
  • Schaakgrootmeesters
  • Lukske
  • Een somber verhaal.
  • Waarde lezer
  • De Robic-kamer
  • Schaalverstorend
  • Bed en breakfast
  • Middenoorbeluchting.
  • Taalvereenvoudiging
  • Kawakaki en de Overpoort
  • Lezersreacties
  • Acumen
  • Acht frontstrepen.
  • Lodewijk Thuysbaert
  • Actuele kunst en witwas
  • Germaine
  • Fierheid
  • Un raciste qui s'ignore.
  • Discriminerende uitspraak.
  • Een gek idee.
  • Panta rhei
  • Een formidabel tussendoortje
  • Knee Active Plus
  • Songfestival
  • Wij, Heeren van Elsegem...
  • Is er leven na de dood?
  • Taalvernieuwing
  • De oude man.
  • Octavia (2)
  • Octavia (1)
  • Gesprek met P.V. over het geval K.K.
  • Hersenkronkels
  • Goede buren.
  • De Nieuwe Lente
  • Brief aan Firmin over poëzie (3)
  • Brief aan Firmin over poëzie (2)
  • Brief aan Firmin over poëzie (1)
  • Limerick !
  • Ter gelegenheid van de jaarwisseling...
  • Een vloek of een zegen?
  • Rosa Mores overleden.
  • Brief aan Karel over de economie
  • Togenbirger en het virus, P = p.f
  • Vervolg...
  • Hallucinatie.
  • De bezorgdheid van Firmin.
  • Joseph-Louis.
  • Het doemscenario.
  • Rik Vansteenbergen.
  • Eindelijk erkenning voor Kompany
  • Muggenneukerij en mierenzifterij.
  • De doodsmak
  • O tempora!...
  • Waarop kunnen wij hopen?
  • Vaarwel aan de politiek (brief aan Karel)
  • Een medicijn tegen covid-19?
  • Richtlijn
  • Filosofen!...
  • Staat er echt onheil voor de deur?
  • Welbedankt Firmin
  • De wereld in verandering
  • Coronompany.
  • Symphorosa van Puyvelde de Merlevede
  • Doemdenken.
  • De peerdepaternoster
  • Kunst in coronatijd.
  • M. en corona.
  • Anne-Mieke Vandamme.
  • De strijd tegen SARS-CoV-2.
  • Filosofen over corona
  • Creativiteit in coronatijden
  • Coronagesprek met F. Lepoint
  • Het coronavirus.
  • Gelukkig Nieuwjaar!
  • Van oud naar nieuw.
  • Plastische chirurgie.
  • 3 OV's
  • Een groot schrijver is heengegaan.
  • Le coeur a ses raisons...
  • Met een OV op stap (5)
  • Er is geen god...
  • Met een OV op stap (4)
  • Gierigheid bedriegt de wijsheid.
  • Met een OV op stap (3)
  • In de Lunch Garden.
  • Met een OV op stap (2)
  • Professor Paul Vanhoutte
  • Met een OV op stap (1).
  • Onderbroeken.
  • Artikels die beklijven.
  • Pi
  • Addendum
  • Cremco.
  • Het Wiskundeboek
  • Daar is de Tour.
  • Michiel Leenknegt.
  • Na de verkiezingen.
  • Kompany, Day 9 en blauwe maan
  • De verkiezingen van 26 mei.
  • Fiere Margriet
  • De wetenschap staat niet stil
  • Vandaag in 't Nieuwsblad
  • Vondelingen
  • Hashimoto.
  • Staken voor koopkracht.
  • Iljo Keisse.
  • Vermeersch
  • Geen standaardtaal.
  • Q-ratio
  • 2019: wensen en illusies.
  • Politieperikelen.
  • Jozefientje.
  • Over quizzen, mondharpen en trompetviolen.
  • Aspirine
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    ZEVERARIJ

    FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
    24-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Michiel Leenknegt.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    (*)
    De mooiste maand van 't jaar? Mei! zullen velen onder u antwoorden. Omdat het de maand is van de bloemetjes, de ontluikende natuur en de Moeder-Maagd Maria. Anderen zullen december verkiezen, vanwege de feesten: Sinterklaas, het Kerstekind, Oudejaarsavond en omdat weeral een jaar-vol-ellende voorbij is. Ik stem voor juli: de grote vakantie, de Ronde van Frankrijk, de Gentse Feesten, de warme zomerse dagen... En dit jaar staat juli in het teken van Orpheus, althans voor wie de scheurkalender "De Druivelaar" in huis heeft - maar wie heeft die niet? Verbijt uw ongeduld, beste lezer, en wacht tot dinsdagavond 16 juli: scheur het kalenderblaadje van de dag af en lees over Orpheus en Eurydike, één van de meest aangrijpende verhalen uit de Griekse mythologie. Zoals naar goede maandelijkse gewoonte is het verhaal mooi geïllustreerd door Marc Van Hoye. Omdat een "Druivelaar-verhaal" om voor de hand liggende redenen dient kort gehouden te worden, bied ik u de uitgebreide versie aan op mijn blog www.bloggen.be/dzeus, vanaf 17 juli. Op 31 juli zorgt Marc Van Hoye dan voor de kers op de taart op dezelfde blog. 
    En wat dat alles met Michiel Leenknegt te maken heeft? Luister maar...
    Michiel werd geboren in 1912, in het Westvlaamse Rumbeke. Telg uit een zeer kroostrijk arbeidersgezin. Kunst zat hem blijkbaar in het bloed en hij slaagde erin lessen te volgen in verscheidene academiën in binnen- en buitenland. Hij werd docent in kunstgeschiedenis en esthetica en van 1952 tot 1977 was hij directeur van de Stedelijke Academie in Oudenaarde. Zijn grote faam verwierf hij als zelfstandig "glazenier"  (hij was actief van 1947 tot 1984). Zijn atelier had hij gevestigd in de oude pastorie van Kwaremont, toentertijd een écht kunstenaarsdorp. Hij maakte er gebrandschilderde, vaak monumentale, glasramen voor kerken, kloosters en scholen: veelal godsdienstige taferelen waarin hij uiting gaf aan zijn diep religieus gevoel. Ook de Griekse mythologie boeide hem. Vooral het verhaal van Orpheus en Eurydike lag hem nauw aan het hart.Verscheidene van zijn werken zijn op die mythe geïnspireerd. Hij wás Orpheus en zijn kunstwerken waren een lofzang voor zijn vrouw Elvire die hij in de beginjaren van hun huwelijk aan een zware ziekte dreigde te verliezen. Maar in tegenstelling tot Orpheus heeft Michiel zich gedragen naar de wil van de goden - hij heeft niet omgekeken - en Elvire genas. Zij heeft haar man met verscheidene jaren overleefd. Michiel overleed in 1985, amper 73 jaar oud. Met recht en reden mag hij de grootste Vlaamse glas-in-lood-kunstenaar van de 20e eeuw genoemd worden.
    Maar misschien had ik dit verhaal wel nooit geschreven als het lot niet had bepaald dat Michiel de vader is van mijn schoonzus Ireen die net als haar zuster Hilde, haar broer Jan en diens dochter Liesbeth de goede "kunstgenen"  van haar vader heeft geërfd.

    (*) Orpheus (glas in lood) van Michiel Leenknegt

                   

    24-06-2019 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Na de verkiezingen.

    Gisteren, de dag na mijn verjaardag en een paar weken na de verkiezingen, zat ik in “De Vijzel”. Guido was er ook. De twee Jeffen waren er niet. Marc en Theodoor Koraalsteenslijper evenmin. Guido zag er bijzonder goed gemutst uit en dat verwonderde mij enigermate.

    Had de partij waarvoor hij gestemd had immers niet een klinkende nederlaag geleden, of was die nederlaag reeds helemaal verteerd?

    - Ik heb helemaal niet voor CD&V gestemd, zei Guido. Waarom dacht je dat?

    - Je zou toch stemmen voor Isabelle Degezelle?

    - Bijlange niet! Ik maakte maar een grapje. Ik heb gestemd voor Vlaams Belang.

    - Voor extreem rechts dus…

    - Watsegjemenou? Extreem rechts? Links, zal je bedoelen!

    - Men noemt Vlaams Belang toch “rechts”? Toegegeven, ik ken niets van politiek, maar nu moet jij mij toch eens uitleggen wat “links” is, en wat “rechts”.

    En voor ’t eerst in mijn leven – ik ben gisteren negenenzeventig geworden – en onder het drinken van nóg een “Straffe Hendrik” werd mij uitgelegd: de begrippen “links” en “rechts” in de politiek. Door Guido V., himself…

    - “Rechts” is voor de rijken, voor het kapitaal, voor het profitariaat, en dat staat haaks op het programma van de Partij van de Arbeid en die van het Vlaams Belang. “Rechts” zijn de conservatieven, “links” is voor verandering. Het Vlaams Belang wil een drastische staatshervorming: confederalisme, wat moet leiden tot volledige onafhankelijkheid van Vlaanderen. Als dát geen verandering is!

    - Het Vlaams Belang wil het land kapot, als ik het goed begrijp?

    - Het Vlaams Belang wil niets kapotmaken. Wel integendeel. Al tweehonderd jaar is alles hier kapot. In 1830 hebben ze de brokstukken ineengeflanst tot de staat “België”, een “kapotte staat” met vijf of zes regeringen. Stel je eens voor: Vlaanderen bij Nederland, Wallonië bij Frankrijk. Wat zou er dan kapot zijn?

    - Maar jullie zijn racisten?

    - Vertel mij eerst wat jij verstaat onder “racist”.

    - Iemand die niet houdt van een ander ras, zeker.

    - Precies. Als Vlaams Belanger hou ik van mijn buurman Kongolo, die nochtans een rasechte Congolees is. En ik ga minstens één keer per week eten bij Witi Teng, de Chinees, ook een rasechte. En met de echtgenoot van mijn zus, een pikzwarte Ghanees leef ik in de beste verstandhouding. Alleen op Kanikoforov, de illegaal die al twee jaar in mijn straat woont, heb ik het niet zo begrepen. Kanikoforov is nochtans van hetzelfde blanke ras als jij en ik… Ben ik nu racist?

    Ik had daar maar weinig tegen in te brengen. Toch was ik er op belust om in dit debat nog te scoren, om mijn eer te redden, laat staan, een hoekschop af te dwingen. U moet weten, beste lezer, dat Guido ongehuwd is en bij mijn weten nooit een relatie met een vrouw heeft gehad. En dan wordt een man nogal gauw versleten voor homo… Ik zei dus:

    - En jullie zijn homohaters?

    Voor ’t eerst leek Guido een beetje uit zijn lood gebracht.

    - Wie zegt dat? Daar heb ik absoluut geen weet van. Hoe zou zoiets te verantwoorden zijn? Politiek die meent te moeten oordelen inzake de intieme gevoelens en de geaardheid van mensen! Als het nu nog de CD&V was: die worden wellicht nog steeds in zekere mate gestuurd door hierboven. Maar het Vlaams Belang? Daar geloof ik niets van. En áls het zo was: in de toekomst stemde ik PvdA.

    Ik was tevreden met het antwoord. We hebben daarna nóg een Straffe Hendrik gedronken. Na van gespreksonderwerp veranderd te zijn. Over het feit dat in onze kranten de sportpagina’s nog steeds voor driekwart gevuld zijn met voetbal, ofschoon het voetbalseizoen al een paar weken voorbij is. Als het Vlaams Belang daar eens iets zou kunnen aan doen…  

    06-06-2019 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (15 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kompany, Day 9 en blauwe maan

    Voetbalclub Anderlecht zit in zak en as. Of liever: zát in zak en as. En de reden? Ze zijn pas als zesde geëindigd in de hoogste klasse van de nationale voetbalcompetitie. En omdat ze een betere uitslag verwacht hadden voor hun club zijn de supporters triestig, kwaad, woedend, in staat om ongelukken te doen. Kwaad op de spelers, op de trainer, op de voorzitter, op de eigenaars, op de sponsors. In hun plaats nochtans zou ik mij verheugen in die zesde plaats. Er zijn honderden voetbalploegen in het land en amper vijf hebben een beter resultaat geboekt! Hoe immers moeten de supporters van F.C. Klietbunte dan niet reageren op de uitslag van hun ploeg: alle wedstrijden verloren, laatste in het klassement en dat in vierde provinciale, zijnde de allerlaagste categorie. In ’t hele seizoen hebben de Klietbuntenaren amper vier doelpunten gemaakt, waarvan dan nog twee tegen hun eigen ploeg… En is er daar enige wrevel bij de supporters? Bijlange niet, nooit een zweem van ontevredenheid. En zo hoort het toch: sport hoort een bron van vreugde te zijn en nooit van ongenoegen.

    Maar ik liet al verstaan dat het ongenoegen wat aan ’t milderen is. Dat heeft te maken met het feit dat Vincent Kompany, die in zijn prille jeugdjaren bij Anderlecht gespeeld heeft, maar later in Engeland is gaan voetballen, naar de heimat terugkeert. Heimwee! Vincent zou nochtans gemakkelijk aan de slag gekund hebben bij een ploeg in het Oostblok, of in China, of Afrika, of het Middenoosten. Ze zouden daar gemakkelijk honderd miljoen euro over hebben voor “de prins van het Belgisch voetbal”, en dat is een mooie som geld, ongeveer wat een gepensioneerd koppel ontvangt in vijfduizend jaar. Als men dan bedenkt dat het pensioen van dat koppel ruimschoots volstaat om van te leven – ik spreek als ervaringsdeskundige – dan kan men zich er een idee van vormen hoe goed onze voetbalprins zou kunnen leven in die “vreemde landen”. Maar hij kiest dus duidelijk niet voor het grote geld. Liever komt hij terug naar het mooie Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarvoor zijn hart klopt, naar Anderlecht. Voor een habbekrats. Tot groot genoegen van de supporters. Een flinke pleister op de wonde. De kranten staan er vol van: de terugkeer van de verloren prins is hét nieuws van het jaar en dan bedoel ik niet alleen het sportnieuws.

    Iemand die dat alles met lede ogen en met zéér gemengde gevoelens bekijkt is koning Albert. Lap, denkt hij, we zijn wéér een prins rijker en ze zullen ongetwijfeld weer aan mijn DNA gaan peuteren… 



    Ook de stad Oudenaarde heeft reden om zich te verheugen. Daar komt een nieuw standbeeld. Op de Scheldekop. Het is een kunstwerk van Kris Martin. Je moet al erg onbeslagen zijn op gebied van kunst, om niet bij een eerste oogopslag te zien dat het een zittende mens voorstelt die beschouwend kijkt. Mijn eerste reactie was in ieder geval: dit is een zittende mens, die beschouwend kijkt. En wat blijkt, na lezing van het artikel in de krant van heden? Het standbeeld draagt de naam “Day 9” en hoe zou de ondertitel luiden, denkt ge? Precies! “Een zittende mens die beschouwend kijkt”!


    Kris Martin, naast zijn kunstwerk

    En dan krijg ik in mijn mailbox nog een bericht te verwerken van mijn buurman Firmin, all-round mediawatcher. In het VTM-nieuws werd medegedeeld dat deze nacht de Brandenburger Tor in Berlijn verlicht werd door een blauwe maan. Aangezien men onder “blauwe maan” de tweede volle maan in eenzelfde kalendermaand verstaat en het nu pas de twintigste van de maand is, is zoiets toch onmogelijk, beweert Firmin terecht. Ik heb het probleem voorgelegd aan mijn wetenschappelijke staf en – wat ik al vermoedde –  hun unanieme verklaring luidt: die waarnemers in Berlijn moeten een kolossaal stuk in hun kraag gehad hebben toen ze dit bericht de wereld instuurden.

    20-05-2019 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verkiezingen van 26 mei.

    We zitten met zijn vijven aan een tafel in café De Vijzel: Marc, Guido, de twee Jeffen en ik. De aanstaande verkiezingen komen ter sprake. Of iedereen al weet voor wie hij zal kiezen op 26 mei? De twee Jeffen en Marc hebben nog niet beslist. Zij wachten nog af.

    - Mijn stem gaat naar Isabelle Degezelle, zegt Guido.

    - Voor welke partij is dat?

    Guido weet het niet. Wel weet hij dat haar foto al twee weken prijkt op een grote affiche op de hoek van de Smeierstraat en de Broeklindeweg. Hij komt er dagelijks langs.

    - De partij doet in feite niet ter zake, zegt Guido. Wat telt is dat Isabelle een vrouw is die mag gezien worden. Wat we tegenwoordig aan politiek vrouwelijk schoon voorgeschoteld krijgen op TV… Amai!  Isabelle mag gezien worden en haar naam klinkt goed. Al de rest is van ondergeschikt belang. Eén pot nat, die politiek!

    En daar sta je dan, tussen vier vrienden die óf geen snars verstand hebben van politiek óf geen kleur willen bekennen. Zélf heb ik mijn mening al lang gevormd.

    Als Vlaamse separatist voel ik mij verplicht te stemmen voor het Vlaams Belang, maar vanwege het cordon sanitaire zal het een stem worden voor de softies van de N-VA. Als milieubewuste kiezer kan ik daarenboven niet anders dan een stem uitbrengen op Groen. Dat wordt er dan één voor mijn buurman, Jeremie Van Eeckhout. En hoe vaak heb ik niet gepredikt voor gelijkheid (égalité!) voor iedereen? Voor de Chileense mijnwerker die recht heeft op evenveel welstand als de CEO van ’s werelds grootste bedrijf. Omdat de PVDA de kiesdrempel wellicht niet haalt, zie ik mij genoodzaakt nogmaals op softies te stemmen: de SP.a. En dan is er de Open VLD, de partij voor de vrijheid (liberté!). Omdat vrijheid ’s mensen hoogste goed is kan ik moeilijk anders dan ook een stem uit te brengen op… de liberalen. Tenslotte is er de CD&V, de katholieken. Nu ik eindelijk de ampersand gevonden heb op mijn toetsenbord, valt het mij makkelijker om erover te schrijven. In mijn kinderjaren was het niet-stemmen voor de katholieke partij een doodzonde en wellicht is dat op heden afgezwakt tot een dagelijkse zonde – al heeft nooit een geestelijke leider dat met zoveel woorden gezegd – maar een mens kan beter zeker spelen en daarom neem ik de “tsjeeven” er dus ook maar bij.

    Let wel, beste lezer, wat hierboven staat geldt enkel voor de Vlaamse en voor de federale verkiezing. Stemmen voor vijf verschillende partijen, zeggen mijn onbesliste vrienden, dat is ongeldig. En die stem van Guido dan, die niet eens weet voor welke partij hij stemt? Die wél. En dat beaamt ook Theodoor Koraalsteenslijper, een uit Zeeuws-Vlaanderen overgewaaide duivenmelker, die aan ons tafeltje is komen zitten.

    Voor het Europees parlement heb ik een andere strategie: het worden drie N-VA-ers. Eerst is er Lianna MKRTCHYAN, vanwege haar mooie achternaam, een naam die niet uit te spreken is, maar die makkelijk kan “geniesd” worden. En ook vanwege haar jeugd: amper vierentwintig! En dan is er Zeger DEBYSER, omdat hij de zoon is van Willy Debyser zaliger, die één van mijn beste vrienden was. Maar ook omdat Zeger één van de briljantste geesten is die ik ooit gekend heb. Als student in de medicijnen haalde hij telkens de grootste onderscheiding en op dit ogenblik is hij één van onze grootste Vlaamse vorsers. Als zo iemand zich met politiek gaat bemoeien, dan moet politiek toch wel héél belangrijk zijn. En dan is er nog de poezelige Luba MINARIKOVA, een lachebekje, een snoesje, om in te bijten…

    En de slogan luidt:

    Met Luba Minarikova, en met de zegen van Zeger, naar een onafhankelijk Vlaanderen in een verenigd groen Europa. Mkrtchyan!

    11-05-2019 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fiere Margriet

    Hallo, beste lezer. Vandaag wil ik u verblijden met de geschiedenis van Fier Margrietje van Leuven. Bent u al járen trouwe lezer van mijn zwanzerij op deze blog, dan herinnert u zich misschien vaag dat ik al eens verteld heb over Margrietje – ’t was op 25 oktober 2012. Ik had het verhaal toen opgepikt in de universiteitsstad zelve, uit de mond van een toevallige voorbijganger. Het verhaal dat ik u op heden voorschotel wijkt daar een beetje van af, het is meer gedetailleerd en wellicht ook betrouwbaarder. Het verhaal is van Jozef Simons, één van de belangrijkste, veelzijdigste en meest erudiete Vlaamse schrijvers uit het interbellum. Het is waarachtig niet “zo maar” dat ik deze geschiedenis oprakel. De aanleiding ertoe is meer dan boeiend en kan nog zeer interessante gevolgen hebben voor onze verdere relatie. Meer daarover in een volgend cursiefje. Geniet ondertussen alvast maar van dit boeiend verhaal…

    (1)

    Achthonderd jaar geleden… Margrietje was veertien jaar. Ze woonde met haar ouders in een armoedig huizeke aan de oevers van de Dijle, in Leuven. ’t Was de 12e maart van ’t jaar 1221, op de feestdag van de heilige Gregorius, dat de hemelsluizen zich openden boven Leuven. Nooit geziene massa’s hagel en regen overvielen de stad, de Dijle trad buiten haar oevers, er was hoge watersnood, tweeduizend woningen stonden onder water. Zo ook het huisje waar Margrietje woonde met haar ouders. Ze slaagden erin te vluchten naar een hoger gelegen gedeelte van de stad en alzo aan de verdrinkingsdood te ontsnappen. Ze kregen tijdelijk onderdak bij een oom en tante van Margrietje, die in een hogergelegen deel van de stad  de deftige herberg “Sint Joris” uitbaatten. Enkele weken later keerden Margrietjes ouders terug naar hun woning die nu weer bewoonbaar was. Het viel oom en tante echter moeilijk om  te scheiden van het lieve, levenslustige Margrietje, dat zij als hun oogappel hadden lief gekregen. En ze konden het meisje best gebruiken als dienster in  de herberg. En Margrietje bleef. Ze was gedienstig en vriendelijk voor de klanten. Tegelijk was ze een toonbeeld van eerbaarheid. Ze had immers haar hart aan God geschonken en ze had belofte van eeuwige zuiverheid afgelegd. ”Wanneer de eene of de andere haar wat te ongepast durfde naderen, of haar wat al te vrijpostig in de oogen keek, richtte zij het hoofd op, met zulk een fierheid in gansch haar houding, dat de vermetele beschaamd afdroop”. En om die reden stond ze al gauw in de hele stad bekend als “de fiere Margriet”. In de herberg was ze geliefd en tegelijkertijd werd ze gerespecteerd… tot er op een kwade dag – Margrietje was toen achttien jaar en een jaar of vier in dienst – iets vreselijks gebeurde. Zeven booswichten dringen op een nacht de herberg binnen, vermoorden oom en tante en stelen al het geld en de kostbaarheden die ze in het huis kunnen vinden. Ze binden Margrietje vast en slepen haar mee naar hun rovershol aan de Dijle, alwaar de buit wordt verdeeld. En Margrietje? “Ze staat onderwijl ademloos in een hoek te sidderen, vreezend niet den dood, maar een gevaar erger dan duizend dooden. Doch zij bidt tot God met betrouwen. En zie, de ellendelingen, na te hebben beraadslaagd, besluiten haar te vermoorden. Nu is Margrietje gerust, haar kleur keert weer, haar oogen schitteren van geluk, de martelkroon tegen”.

    Vooraleer verder te gaan met dit verhaal, moet het mij van het hart… Wie heeft Margrietje zo geïndoctrineerd dat zij het gevaar dat zij vreest – zij vreest verkracht te worden, voor wie dat nog niet mocht begrepen hebben – erger acht dan duizend “doden”. En als er een God bestaat die zich zoiets laat welgevallen lijkt Hij mij, op zijn zachtst gezegd, rijp voor een psychiatrische behandeling… De “martelkroon”: waar hebben wij dat de laatste tijd nóg gehoord?

    Margrietje smeekt om gedood te worden, doch één van de rovers, bewogen door haar jeugd en haar schoonheid stelt haar voor met hem te trouwen en te beloven nooit iemand van hen te verraden, maar “Fiere Margriet antwoordt onverschrokken: Nooit! Ellendige moordenaars! Mijn bruidegom is Jezus. Hem blijf ik tot den dood getrouw”. Hiermee is haar doodvonnis getekend. Eén van de booswichten ploft een mes in het hart van de jonge martelares. Ze slepen haar lijk naar buiten, werpen het in de Dijle en vluchten daarna in alle richtingen, elk met zijn buit. Het is de nacht van 2 op 3 september van ’t jaar 1225….

    (2)

    De volgende nacht begint in Leuven plots de stormklok te luiden: vier stadswachters hebben op het water van de Dijle het lijk van een meisje zien drijven. Het lichaam drijft tegen de stroom op, naar de stad toe, en een schitterend licht gaat ervan uit. Weldra begint ook de triomfklok van de hoofdkerk te luiden en dat brengt heel de stad op de been. Men herkent Fiere Margriet. Haar lichaam wordt door de priesters opgenomen en in triomf naar de Sint-Pieterskerk gedragen alwaar het ter verering neergelegd wordt in een kostbaar schrijn.

    In 1982 kreeg Fiere Margriet een standbeeld in de Tiense straat, op de hoek met de Muntstraat, een liggend naakt in brons. Erg eerbiedig werd er door de studenten van de Alma Mater niet omgesprongen met de reine maagd: vaak werd de kuise Margriet besmeurd met mayonnaise en andere viezigheden, bij voorkeur op haar meest gevoelige delen. Er werd dan ook besloten haar daar weg te halen. In 2013 kreeg zij haar definitieve plaats aan de Dijleboorden. Waar ze in feite thuishoort…

    (1) en (2): de illustraties zijn van de Leuvense grafisch kunstenaar Leo Meurrens (1905-1966), uit het nummer 81 van de "Vlaamsche Filmkens".

    04-05-2019 om 20:27 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wetenschap staat niet stil

    Over Nandje Poignié heb ik het nog niet gehad. Dat komt omdat ik hem maar zelden ontmoet en zoals eenieder weet: uit het oog, uit het hart. Er zijn jaren geweest dat we elkaar alle dagen zagen, maar dat is héél lang geleden, toen we samen naar dezelfde school gingen in Oostende, het Koninklijk Atheneum. Hij heette voluit Ferdinand, maar iedereen noemde hem Nand. Ik was de enige die hem Nandje noemde en dat had niets met zijn gestalte te maken – Nandje was beslist niet van de kleinste – maar met het feit dat ik hem sympathiek vond. Al sluit ik niet uit dat zijn moeder en zijn tweelingzusters, die twintig jaar ouder waren dan hij, hem ooit zó zullen genoemd hebben toen hij nog baby of peuter was. Nandje en ik waren uitstekende leerlingen en vooral in wiskunde staken wij met kop en schouders boven onze medeleerlingen uit. Het bewijs van de stelling van Pythagoras leek voor ons stof voor de kleuterschool en het rekenen met logarithmen, differentialen en integralen kende voor ons geen geheimen. De lessen goniometrie en infinitesimaalanalyse, we snakten ernaar. We waren “nerds” en dat zijn we, tot op zekere hoogte, gebleven. Met dien verstande dat Nandje ook nog práktisch verstand heeft. Zo heeft hij niet de minste moeite met het vervangen van een autobatterij, om maar één van zijn praktische vaardigheden te noemen. Ik herinner mij dat Nandje in die jaren op regelmatige tijdstippen last had van rode vlekken in de nek en op de benen. Het jeukte heel erg en hij is er zelfs eens een dag voor thuisgebleven van school. En daar blijkt Nandje nu, zestig jaar later, nog steeds niet van genezen.

    Toen ik hem gisteren – we hadden elkaar in drie jaar niet gezien – puur toevallig ontmoette, had hij pas een bezoek gebracht aan de huidarts.

    - ‘k Heb er de laatste dagen weer veel last van, dokter, had Nandje gezegd. ‘k Heb nochtans mijn uiterste best gedaan om de zon te vermijden.

    - De zon speelt in uw geval geen enkele rol.

    - Maar u hebt mij een jaar of vijf geleden toch aangeraden mijn huid te beschermen tegen de zonnestralen, dokter.

    - Zeer juist. Maar de wetenschap verandert. Een halve eeuw geleden dacht men in de medische wereld dat een gebrek aan zon de oorzaak was van een aandoening zoals de uwe. Maar een kwarteeuw later geraakte men ervan overtuigd dat het precies de zonnestralen waren die de ziekte veroorzaakten. Evenwel, de medische wetenschap maakt steeds vorderingen en nu weet men wel zeker dat de oorzaak van uw ziekte… onbekend is. Ik zal u pilletjes voorschrijven, eentje per dag gedurende drie weken. Kom daarna eens terug, en als er geen verbetering is, schrijf ik u dan nog wel andere pilletjes voor.

    Tot daar dus het relaas van Nandjes doktersbezoek en hij voegde er nog aan toe dat hij niet begreep waarom de dokter hem niet direct die “andere” pilletjes had voorgeschreven. Nandje is een droogkomiek en het is moeilijk uit te maken of hij iets grappig bedoelt of naar waarheid spreekt. Hoe anders dan de gewone sterveling die een mop vertelt! Observeer de gewone moppenverteller aandachtig, lieve lezer, en u zult zien dat het in negen van de tien gevallen de verteller zelf is die het hardst lacht op ’t eind. Om dan nog niet eens te spreken over mijn zwager Karel die zelf al in een deuk ligt vooraleer hij toe is aan de pointe van zijn mop…

    Uit dit verhaal moge blijken dat de geneeskunde een dynamische wetenschap is. Veel minder statisch dan bijvoorbeeld de wiskunde. Nog een voorbeeld. Een halve eeuw geleden was tegen maagzweren nog geen kruid gewassen. De enige doeltreffende behandeling was vaak het chirurgisch verwijderen van de maag, de gastrectomie. Toen was een maagzweer geen infectieziekte en antibiotica waren dan ook allerminst aangewezen. De geneeskundestudent die daar op ’t examen een andere mening op nahield was… gebuisd. Ik heb er één gekend – Jan Hoormachtig – die door zo’n domme fout een doktersdiploma aan zijn neus heeft zien voorbijgaan. Jan heeft het roer moeten omgooien: hij is “in zaken gegaan”, is rijk geworden en is enkele jaren geleden reeds ter ziele gegaan. Edoch, enkele jaren na dat fatale examen, door Jan Hoormachtig afgelegd, hebben vorsers de Helicobacter pylori ontdekt, een bacterie waarvan kon worden aangetoond dat zij verantwoordelijk is voor… de maagzweer. De behandeling: antibiotica! Was die ontdekking er jaren vroeger gekomen, dan hadden vele duizenden maagoperaties kunnen vermeden worden en was Jan wellicht een weliswaar niet rijke maar briljante huisarts geworden…

    U zag, lieve lezer, twee voorbeelden van hoe de geneeskundige wetenschap voortdurend in verandering is. Maar wat mij op heden overvalt doet mijn haren – figuurlijk – ten berge rijzen, doet mijn bloed – weer figuurlijk – in mijn aderen stollen. Wat lees ik namelijk in Folia Pharmacotherapeutica, het gezaghebbend tijdschrift waarop in ons land alle artsen en apothekers geabonneerd zijn? Dat drie grote studies bevestigen dat er geen plaats meer is voor acetylsalicylzuur in de primaire cardiovasculaire preventie (zegge het voorkómen van trombose van de kroonslagaders van het hart). En de drie studies worden met name genoemd: de ARRIVE-studie, de ASCEND-studie en de ASPREE-studie. Dat betekent dat het Asaflow-pilletje, het pilletje dat 80 milligram aspirine (*) ofte acetylsalicylzuur bevat, hetwelk mij door tien hartspecialisten werd voorgeschreven en dat ik hondstrouw en nauwgezet al vijfentwintig jaar lang inneem bij het avondmaal… tot niets heeft gediend! En… wel integendeel, zo durft de studie bevestigen. En wat met die duizenden wetenschappelijk verantwoorde studies die de laatste zestig jaar zijn verricht en die alle het nut van dat pilletje hebben bewezen in het voorkomen van verstopping van de kroonslagaders? Val nu dood met uw beste kleren aan! zou mijn schoonvader zaliger gezegd hebben. Zal ik nu mijn pilletjes weggooien? En zou dat geen zonde zijn: ik heb er nog twee doosjes staan, van 168 pilletjes elk. Weet u wát? Ik neem ze gewoon verder.

    (*) En zeggen dat ik nóg zo fel  de lof gezongen heb van het aspirientje, in één van mijn vorige cursiefjes (www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3129978)

    12-04-2019 om 10:54 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vandaag in 't Nieuwsblad

    In de krant van heden (Het Nieuwsblad) trekken niet minder dan vier artikelen mijn bijzondere aandacht.

     

    Het eerste is een portret van onze pas overleden gewezen aartsbisschop, kardinaal Danneels. Rik Torfs noemt Godfried Danneels een godsgeschenk en een bruggenbouwer tussen Rome en de provincie. Hij was een gewaardeerd en wijs man, die de kerk in het midden trachtte te houden, die de kool en de geit trachtte te sparen. Maar juist die goede eigenschap werd hem op ’t einde van zijn leven kwalijk genomen en wel in de zaak van de pedofiele bisschop Vangheluwe. Toen hem in een TV-programma gevraagd werd hoe hijzelf zou reageren mocht zijn kind sexueel misbruikt zijn, antwoordde hij: “De enige taal om erover te spreken is de stilte”. Val nu omver! In 2010 kwam Danneels in nauwe schoentjes toen bleek dat hij al jaren op de hoogte was van kindermisbruik in de Kerk, maar de strafbare feiten toedekte. Doofpotoperatie? Geen sprake van, zegt mijn raadsman, Godfried was niet op de hoogte van het kindermisbruik, Godfried wist nergens van, Godfried kwam immers van Kanegem! Hoezo, Godfried kwam van Kanegem? Lees maar wat wikipedia ons daarover leert:

    "Ik kom van Kanegem en ik weet van niets." Men gebruikt deze zin om te zeggen dat iemand van niets weet. De volkswijsheid komt van Jan Vleminck, een konijnenhandelaar uit Tielt, die in 1402 in Kanegem een hevige storm moest trotseren. Hij was zo vermoeid dat hij zelfs spoken in het bos zag. Uiteindelijk viel hij in slaap. Diezelfde nacht werd er in Kanegem een pastoor vermoord. ‘s Morgens werd Vleminck met een bebloed mes in zijn zak gevonden. Hij werd daarop beschuldigd van moord op de pastoor. Maar hij antwoordde op de beschuldigingen dat hij van niets wist, omdat hij van Kanegem kwam. Hij bedoelde daarmee dat Kanegem de laatste gemeente was die hij gepasseerd was. Uiteindelijk werd Jan Vleminck ter dood veroordeeld maar bleef zijn onschuld uitroepen. Net voor zijn executie zei hij nogmaals dat hij van Kanegem was.

    Kardinaal Godfried Danneels was inderdaad geboren en getogen in het klein West-Vlaams dorp Kanegem, nu een deelgemeente van Tielt. En als ik u vertel, beste lezer, dat de persoon die verkozen werd tot grootste West-Vlaming van de 20e eeuw een geboren en getogen Kanegemnaar is… Wie denkt u? Danneels? Bijlange niet. Godfried is gestrand op de tweede plaats, heeft de duimen moeten leggen voor Briek Schotte, ijzeren Briek, de laatste der flandriens, die zijn standbeeld heeft op het dorpsplein van Kanegem.

     

    Het tweede artikel gaat over de onverkwikkelijke zaak van de neurochirurg die haar veertienjarige dochter om het leven heeft gebracht. En ook een beetje over advokaat Jef Vermassen, die de daderes zal verdedigen. Hij heeft aangekondigd dat hij zo min mogelijk zal vertellen over de feiten zelf omdat daar “op enkele details na geen enkele discussie over bestaat”, maar dat hij zal peilen naar hoe het zover is kunnen komen. Een andere strategie dus dan bij de parachutemoord van enkele jaren geleden - toen was Jef de verdediger van het slachtoffer. Tijdens zijn pleidooi beschreef hij toen tot in de griezeligste details hoe de (vermoedelijke!) daderes de touwen van de parachute, en meteen ook de levensdraad van het slachtoffer had doorgeknipt. Iemand die er met de neus bovenop had gestaan zou het niet nauwkeuriger kunnen beschrijven hebben. De toehoorders, ook de juryleden, huiverden. De (vermoedelijke) daderes werd dan ook zwaar gestraft. Tijdens het proces van de neurochirurg zal meester Vermassen, zoals gezegd, de hier toegepaste “techniek” niet uit de doeken doen. Het zou immers geen zoden aan de dijk brengen. We gaan voor de vrijspraak!

     

    Het derde artikel is ronduit verontrustend. De titel ervan luidt: “Géén genade voor de bedrijfswagen”. De Groenen willen de bedrijfswagens, met tankkaart, afschaffen. En dat nét nu er mij één beloofd was. Ik had al uitstapjes gepland voor de komende zomer: Luxemburg, Amsterdam, of misschien de streek van de Moezel. Niet verder, want het was allerminst mijn bedoeling misbruik te maken. Helaas…

     

    Hartverwarmend is het vierde artikel. Op de speelplaats van de Gemengde Basisschool in Peizegem heeft een elfjarige jongen een schoolvriendje van de verstikkingsdood gered met het Heimlich maneuver. Het vriendje had een wortel ingeslikt en die was in het verkeerde keelgat geschoten. Waar de jongen het maneuver geleerd had? Vorige week tijdens de recentste aflevering van de TV-serie Baywatch! Ik ben zelf ook een enthousiaste kijker van die serie geweest, maar dat was toen Pamela Anderson erin meespeelde. Ik schaam mij diep.

     

     

    15-03-2019 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vondelingen

    Gisteren werd in Antwerpen, in de inkomhal van een flatgebouw, een pasgeboren jongetje gevonden, in een papieren zak met een dekentje errond. Het kind was te vondeling gelegd. Het te vondeling leggen van pasgeborenen is “van alle tijden”. Reken maar!

    Eén van de roemrijkste maar ook meest dramatische helden uit de Griekse mythologie, Oidipous (van het Oidipouscomplex!), was een vondeling, of toch “zo goed als”. Ziehier hoe de vork in de steel zit. Koning Laios van Thebe wilde kinderloos blijven omdat het orakel voorspeld had dat indien zijn vrouw een zoon zou baren, deze zijn vader zou vermoorden. Toen zijn echtgenote Iokaste dan toch zwanger werd en het leven schonk aan een zoon wilde Laios zich van het kind ontdoen. Hij gaf één van zijn herders de opdracht het kind te knevelen en het in een bos te leggen, ten prooi aan de wilde dieren. Maar de herder kon dit niet over zijn hart krijgen, hij trok het bos in met het kind en overhandigde het daar aan een andere herder die in dienst was van de koning van Korinthe. Deze laatste was kinderloos… en zo kwam het dat Oidipous opgroeide aan het koninklijk hof van Korinthe. Over zijn roemrijk en dramatisch leven kunt u verder lezen in mijn boek “De Griekse mythologie in 136 verhalen” dat rond het eind van de maand klaar zal zijn en dat in feite de vierde en licht herwerkte uitgave is van het boek “Uit het schuim van de zee” dat het licht zag in 2011.

    In het boek kunt u ook het verhaal vinden van een tweeling die te vondeling werd gelegd. Hun namen? Amphion en Zethos. Hun moeder was een Thebaanse prinses. Hun vader? Niemand minder dan de oppergod Zeus...

    Ontroerend is het verhaal van een andere vondeling, Ion (naar wie de “Ionische zee is genoemd”). En… met een happy end. Hier volgt de onverkorte versie uit het boek:

    Eén van de dochters van de Atheense koning Erechtheus was Kreousa. Ze werd zwanger gemaakt door Apollo. Dit geschiedde in een grot, aan de noordelijke flank van de Akropolisrots, niet ver van haar vaders paleis. In deze gezegende toestand werd ze door Apollo aan haar lot overgelaten. Ze hield haar zwangerschap voor iedereen verborgen en toen haar tijd gekomen was baarde zij een zoon. Ze legde het kind in een mandje, in geborduurde luiers, samen met een kostbare halsketting en een krans van olijven. Met pijn in het hart liet ze het kind achter in genoemde grot: ze wilde te allen prijze vermijden dat haar misstap de koning ter ore zou komen. Ze hoopte dat Apollo wel zorg zou dragen voor zijn zoon. Hetgeen ook geschiedde: Apollo zond zijn halfbroer, de god Hermes, naar de grot om het kind te halen en het naar zijn tempel in Delphi te brengen. Hermes zette het kind in het mandje neer op de drempel vóór de tempel, waar de tempelpriesteres het vond, het als een moeder verzorgde en inwijdde in de tempelgeheimen. Alzo groeide het op tot een rijzige knaap, die Apollo’s tempeldienaar werd in Delphi.

    Kreousa was ondertussen gehuwd met Xouthos, een uit Thessalië verbannen koning. Hun huwelijk bleef echter kinderloos. Om de oorzaak daarvan te kennen gingen zij het orakel van Delphi raadplegen. Onderweg ging Xouthos eerst nog te rade bij het orakel van Trophonios in Levadia. Het antwoord van dit orakel luidde: gij zult niet zonder zoon huiswaarts keren! Deze uitspraak verheugde Xouthos zeer. Kreousa echter voelde zich door angst bevangen, nu ze weldra vóór het altaar van “haar” god zou komen te staan. Bij hun aankomst in Delphi werden ze door de tempeldienaar verwelkomd. Toen deze de reden van hun komst vernam was hij getroffen door de emotie en het verdriet van Kreousa en de jongeman voelde plots behoefte om zelf zijn hart uit te storten. Evenzeer als u naar een kind verlangt, zo sprak hij, verlang ik ernaar mijn ouders te kennen. Het kind dat Apollo jaren geleden bij haar verwekt had, zou nu ongeveer even oud zijn als deze knaap, dacht Kreousa. Niettemin vermoedde zij niet in het minst dat ze oog in oog stond met haar bloedeigen zoon. Na al die jaren immers was ze ervan overtuigd geraakt dat haar kind niet meer leefde, dat wilde dieren het wel zouden verslonden hebben…

    Ondertussen had Xouthos het orakel geraadpleegd; hij kwam de tempel al uit. De jonge tempeldienaar ging naar hem toe. Doch ziet: Xouthos strekte zijn armen uit naar de jongeling, drukte hem krachtig tegen de borst en stamelde, tot tranen toe bewogen: mijn zoon, mijn zoon. Niet begrijpend trachtte de knaap zich uit de omarming los te maken. Ziehier, sprak Xouthos, wat het orakel mij geopenbaard heeft: ga de tempel uit en de jongeman die u zal tegemoet komen is uw zoon. En verder sprak Xouthos nog: laat je door mij omarmen mijn zoon, want jij bent mij tegemoet gekomen en daarom noem ik jou Ion, dat is “hij die komt”. Terwijl de jongeling zich nu gewillig liet omhelzen, keek Kreousa verbaasd en achterdochtig toe. Niet zíj doch haar echtgenoot had een kind teruggevonden. Hoe was dat te verklaren? Was deze Ion misschien de vrucht van Xouthos met een andere vrouw? Hoe kon het anders? En haar echtgenoot had daar met haar nooit met één woord over gerept! Valselijk had hij haar meegenomen naar Delphi om alzo dit kind officieel tot zijn zoon en erfgenaam te kunnen maken…

    Xouthos wist met zijn vreugde geen blijf, nu hij een zoon gevonden had. Terwijl hij voorbereidingen trof om die heuglijke gebeurtenis te vieren, broedde Kreousa snode plannen: ze zou de knaap uit de weg ruimen! Xouthos liet een grote feesttent oprichten en nodigde alle inwoners van Delphi uit op een feest ter ere van Ion. Eén van de dienaars, die evenwel met Kreousa samenspande, werd aangesteld om de wijn in de bekers te schenken. Niemand had gezien dat hij in de beker die voor Ion bestemd was, een snel dodend gif had gedaan. Toen de jongeling de beker aan de lippen bracht, klonk plotseling een vloek door de zaal. Ion wist dat dit een slecht voorteken was. Daarom goot hij de beker, die hij zopas had willen leegdrinken, uit op de grond, en hij nodigde de omstanders uit te doen zoals hij. Een dozijn duiven kwamen de tent binnengevlogen en dronken van de wijn op de grond. Tot ontsteltenis van allen die toekeken, ging de duif die van Ions wijn had gedronken plots aan ’t wankelen en bleef weldra morsdood liggen. Het was duidelijk dat iemand de gevierde had willen vergiftigen. De wijnschenker werd erbij gehaald en deze verklaarde dat hij in opdracht van Kreousa had gehandeld.

    - Ter dood met haar, stenigt haar! Zo riep Ion en zo riep de verontwaardigde menigte.

    - Ja, doodt mij maar, maar doet het dan vóór het aanschijn van de god, schreeuwde Kreousa, terwijl ze in de richting van Apollo’s tempel vluchtte. Stellig hoopte zij dat de god, die haar eens had bemind, nu haar leven zou redden…

    Toen Kreousa, achtervolgd door Ion en de anderen, vóór de tempel kwam, trad de tempelpriesteres naar buiten met in haar armen een mandje. Zij sprak:

    - Ion, wat gij doen wilt is onrecht. Zie dit mandje! Zij die gij ter dood wilt brengen is uw moeder. In dit mandje heeft zij u achtergelaten en zo werd gij door de god Hermes bij mij gebracht. Ik heb u opgevoed en het mandje zorgvuldig voor u verborgen gehouden.

    - Hoe kan ik weten dat gij de waarheid spreekt? Voor het eerst durfde Ion aan de woorden van de profetes te twijfelen.

    Kreousa die het mandje herkende riep:

    - Maak het mandje open en zie de dingen die ik er heb ingelegd: zelfgeborduurde luiers met slangenmotieven en met de kop van Medusa, een kostbare halsketting, een krans van olijven… Apollo is je vader!

    Ion kon nu niet meer twijfelen: Kreousa was zijn moeder, Xouthos was zijn stiefvader en Apollo zelf, de god die hij al die jaren trouw had gediend, niemand minder dan  Apollo, was zijn échte vader!

    Met zijn vrouw en zijn stiefzoon keerde Xouthos verzoend naar Athene terug. De tocht naar het orakel van Delphi kende dus tóch een gelukkig einde. Wat had de god dit alles goed beredderd!

    06-03-2019 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hashimoto.

    - Afgezien van mijn maagbreuk, mijn hartklepletsel, mijn heupartrose en mijn hoge bloeddruk, gaat het zeer goed met mij.

    Dat was het antwoord van Romain op mijn vraag hoe het gesteld was met zijn gezondheid. Hij zei het in alle ernst en er was geen spoor van ironie in zijn stem. Romain is wat men noemt een “droogkomiek”, iemand die komische dingen vertelt zonder uit de gewone spreektoon te vallen. In tegenstelling tot de overgrote meerderheid van de moppenvertellers die steeds zelf het hardst lachen om hun zelfvertelde mop: als de pointe van het verhaal komt schateren ze het uit, zodat de toehoorder precies weet wanneer hij zelf óók hoort te lachen. Niet zó met Romain dus. Maar toen ik daarna informeerde naar de gezondheidstoestand van zijn vrouw leek hij wel héél oprecht. Ik zag het aan het trillen van zijn onderlip:

    - Andrea heeft de ziekte van Hiroshima en daar is niets tegen te doen, zeggen de dokters.

    Hij keek mij aan met een straaltje hoop, denk ik. De hoop dat ik zou zeggen dat het wel niet zo’n vaart zal lopen met die ziekte van Hiroshima, in de wetenschap dat ik vele jaren geleden het diploma behaald heb van – houd u vast! – doctor in de genees-, heel- en verloskunde. Bitter was de teleurstelling toen ik bekende nog nooit van die ziekte gehoord te hebben. Een ziekte die pas ontdekt was? een bloedziekte? een soort leukemie? een laattijdig gevolg van de bom? Als doctor in de je-weet-wel hoorde ik dat desalniettemin te weten.

    - Nooit van gehoord? zei Romain en ik had het gevoel dat hij op dat ogenblik twijfelde aan mijn diploma van doctor in de je-weet-wel.

    - Ben je wel zeker van die naam? vroeg ik.

    - Natuurlijk. Mijn dokter heeft het opgeschreven op een briefje en dat briefje zit in mijn portefeuille.

    Hij diepte het briefje op uit zijn portefeuille. Hij probeerde te lezen wat er op het briefje stond maar onverrichter zake overhandigde hij het tenslotte aan mij:

    - Lees jij het maar. Ik heb mijn bril niet bij en… ’t is doktersgeschrift.

    Het handschrift van zijn dokter bleek erg mee te vallen. Er stond één enkel woord op het briefje: Hashimoto.

    - Hashimoto, las ik.

    - Ja, iets in die zin, zei Romain. Zie je wel!

    - Maar “de ziekte van Hashimoto” daar heb ik wél reeds van gehoord.

    ’t Is waar. We hadden het geleerd in de les en we moesten het kennen voor ’t examen. Maar vraag mij niet waar die les toen gegeven werd en wie toen de prof was. Wel herinner ik mij dat Yvan Coessens die dag naast mij zat, aan mijn linker kant – een mens herinnert zich soms niets ter zake doende dingen, terwijl de essentie vergeten geraakt en… wat is het geheugen toch een onpeilbaar iets! In mijn artsenpraktijk heeft Hashimoto nimmer mijn pad gekruist en als ik eerlijk was geweest had ik tegen Romain moeten zeggen dat ik de verste verte niet meer wist wat de ziekte inhield. Maar ik zei:

    - Tja, maak je maar niet al té ongerust. Het zou best nog kunnen meevallen. De ziekte uit zich nogal onder verschillende vormen. Ik zal het nog eens opzoeken en dan vertel ik je daar morgen méér over.

    Ik was blij dat hij daar nu niet verder op inging en dat de droogkomiek in hem weer naar boven kwam. Hij vroeg:

    - Zou die Hashi…dinges familie zijn van Matsuoka?

    Ik wist wie Romain bedoelde. Niet de Matsuoka, die Japans minister van buitenlandse zaken was tijdens de tweede wereldoorlog. Maar wel het titelpersonage uit het stripverhaal van Marc Sleen ,“Het geheim van Matsuoka”. Romain en ik waren in onze kinderjaren verslingerd op de stripverhalen van Marc Sleen…

    - Ik denk dat het een aangetrouwde achterneef is, zei ik.

    Ik heb het opgezocht. Het gaat om een chronische ontsteking van de schildklier, wellicht een auto-immuunziekte. De symptomen zijn velerlei en pijn is er niet bij. De ziekte blijkt inderdaad ongeneeslijk, doch goed te behandelen. Vergelijk het met hooikoorts, bijvoorbeeld. Ik heb Romain en Andrea kunnen geruststellen, in zoverre dat ze beiden nu weer onbezorgd door het leven gaan. En dát is voor mij de grootste beloning.

    Mocht u, beste lezer, een vriend of een vriendin hebben of een familielid die behept is met de ziekte van Hashimoto en niet weet wat ertegen te doen: ik hou mij sterk aanbevolen.  Hij make een afspraak en hij brenge wat cash-geld mee (270 euro, in ‘t zwart). Voor vrouwelijke patiënten bestaat, in bepaalde gevallen, de mogelijkheid van betaling in natura. Voor wie over internet beschikt is het misschien wel zo makkelijk om het zelf op te zoeken met google. Klik hier dan simpelweg op  www.cyberpoli.nl/schildklier/faq/1100. Daar heb ik overigens zelf mijn kennis gehaald.


    27-02-2019 om 11:54 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Staken voor koopkracht.

    Hou op, lieve lezer, met mij te bestoken met mail. Sedert mijn laatste verhaal (Iljo Keisse d.d. 31 januari l.l.) zit mijn mailbox iedere dag propvol. Het heeft te maken met de simpele voetnota die ik er argeloos, en in een bui van oeverloos enthousiasme, heb aan toegevoegd. En waarin ik mijn lezers deelgenoot heb gemaakt van het feit dat ik wellicht een dienstwagen krijg waar ik, helemaal conform de wet, recht op heb. Uit hoofde van mijn job als redacteur van de regionale krant! Iedereen lijkt wel te willen weten hoe ik dat voor elkaar gekregen heb: ik moet wel een financieel-fiscaal genie zijn! Er zijn er die de gelegenheid te baat nemen om vragen te stellen over onderwerpen die zich in dezelfde sfeer bevinden… Hoe kan men, op volkomen wettelijke wijze, het betalen van erfenisrechten vermijden (men verwijst naar Albert Frère)? Hoe krijgt men het voor elkaar dat, op volkomen wettelijke wijze, aan ontduiking van één miljoen euro belastingsgeld geen gevolg wordt gegeven (men verwijst naar Karel De Gucht)? Verwacht geen persoonlijk antwoord op uw mail - het zou ál te veel van mijn kostbare tijd vergen - maar wel zal ik bij deze het antwoord geven op uw brandende vragen.

    ! ! !

    ¿Que pasa? Mijn engelbewaarder tikt mij op de schouder: op heden is er algemene stakingsdag. Weet mijn engelbewaarder wel dat ik tégen staken ben? Omdat ik het zo’n materialistisch gedoe vind: altijd gaat het om eisen voor meer loon, meer geld, altijd maar geld… Maar… bij deze staking gaat het niet om geld! Om koopkracht! Ha, dat zint mij wel: KOOPKRACHT. Voor koopkracht staak ik mee. Ik hou nu stante pede op met dit geschrijf en ik vertrek naar Gent voor een bescheiden city-trip met mijn geliefde, en we nemen het er eens goed van en dan komen we vanavond thuis met een splinternieuwe jurk, een dito paar schoentjes (misschien wel van Christian Louboutin), en een even dito handtas (misschien wel van Delvaux). ’t Is immers maar één keer in ’t jaar Valentijn en dat is morgen.

    En gij, beste lezer? Gij kunt ernaar fluiten, naar uw  fiscale vrijstelling door procedurefouten of verjaring en naar uw dienstwagen. En à propos, nu ik toch staak, laten we het dan meteen ook maar doen voor het milieu. Uit sympathie met Anuna en met al die dappere stakende schoolgaande kindjes.




    13-02-2019 om 16:13 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Iljo Keisse.

    Een zwaar geval van gordelcriminaliteit (*) haalt dezer dagen de media. Iljo Keisse, de gentleman van het wielerpeloton, heeft zich afschuwelijk misdragen in Argentinië: op het podium heeft hij een “suggestieve houding” aangenomen. Een vrouw die zich vóór hem bevond boog zich even voorover en Iljo, in plaats van zijn buik in te trekken, stak hem eerder wat naar voor. Evenwel zonder de vrouw aan te raken, maar toch… Iljo moge nu nog zo hard beweren dat het maar om te lachen was, een suggestieve daad als deze is onduldbaar. Misdadig! Een zware sanctie dringt zich op. Ziehier hoe ik de zaak zou aanpakken als ik het voor ’t zeggen had, kwestie van recidieven te voorkomen:

    - levenslange schorsing als wielrenner;

    - een gevangenisstraf van één tot twee jaar;

    - levenslang psychiatrische begeleiding + enkelband;

    - vergoeding van het slachtoffer voor de geleden schade, ten belope van honderd à tweehonderdduizend euro.

    Het is, hoe dan ook slecht nieuws. Ik ben er het hart van in (**). Iljo, Iljo toch!...

     

    (*) gordelcriminaliteit wordt wellicht het woord van ’t jaar 2019; in dat geval zal de exacte definitie ongetwijfeld te vinden zijn in de dikke Van Dale anno 2020; een minuuscuul tipje van de sluier werd reeds opgelicht op mijn weblog (www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3134812)

    (**) maar er is ook goed nieuws voor mij: naar alle waarschijnlijkheid krijg ik dit jaar een job toegewezen op de redactie van een regionale krant, onbezoldigd weliswaar, maar wel mét een dienstwagen.

    31-01-2019 om 15:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vermeersch


    In de krant van eergisteren 25 januari schrijft Peter Mijlemans, nieuwsmanager van Het Nieuwsblad: We moeten afscheid nemen van Etienne Vermeersch net op het moment dat we zijn stem eigenlijk niet kunnen missen.

    Professor Etienne Vermeersch was dé Vlaamse moraalfilosoof. Hij doceerde aan de UGent. Ik herinner mij nog de dag dat mijn zoon thuiskwam na zijn eerste les aan de universiteit: Vermeersch, zei hij, is de verstandigste mens van de wereld. Ikzelf heb de hooggeleerde enkele malen ontmoet en tot meer dan een groet en een handdruk was het nooit gekomen… tot die ene dag, vijf jaar geleden, die mij in ’t geheugen gegrift blijft als was het eergisteren.

    ’t Was na een academische zitting ter gelegenheid van het afscheid van de hart- en vaatchirurg Luc Van Lysebeth van het ziekenhuis waar ikzelf enkele jaren eerder met stille trom afscheid had genomen. Dé gastspreker van de avond was niemand minder dan professor Vermeersch. Het officiële gedeelte van de avond werd afgesloten rond halfelf. Daarna was er tijd voor gezellig nakaarten. Er was volop geestrijke drank. Was het toeval? Ik geraakte in gesprek met de professor… tot in de vroege uurtjes. Vermeersch dronk wijn, ik sterk bier. Ik hou van wijn, zei de professor, en ik kan daar goed tegen. Dat bleek. Op ’t eind was hij weliswaar niet meer zo vast te been, maar hij bleef er helder op los praten, zij het over intieme zaken die hij in volstrekt nuchtere toestand misschien niet ter sprake zou gebracht hebben. Het ontroert mij nog steeds als ik erover nadenk hoe zeer we het eens waren over  de belangrijke aspecten van het leven, over de cultuur, de godsdienst, de moraal, de maatschappij. Tot mijn spijt heb ik hem na die avond nooit meer teruggezien…

    Etienne Vermeersch was links, Vlaamsgezind, atheïst, ijveraar voor geboortebeperking en euthanasie. In dat alles heb ik mij steeds kunnen vinden. Links, als dat staat voor gelijkheid (égalité!) onder alle mensen: de Chileense mijnwerker en de CEO… En Vlaamsgezind? Als er grenzen moeten zijn laat het dan alleen taal- en cultuurgrenzen zijn. En atheïsme? Vermeersch kon zich niet verzoenen met de gedachte dat een god die almachtig is en oneindig goed en rechtvaardig, al het onheil dat in de wereld heerst, zou toelaten. En aan een god, die niet almachtig en niet oneindig goed en rechtvaardig is… hebben wij geen behoefte. “Als ik God was, ik zou het beter gedaan hebben” en “Wie in God gelooft, hoeft niet bang te zijn. En wie niet in God gelooft hoeft helemáál niet bang te zijn” zijn uitspraken van de grote moraalfilosoof die ik lees in een artikel van Jesse Van Regenmortel in Het Nieuwsblad van 25 januari.

    Een ander stokpaard van Vermeersch: de wereldoverbevolking. In de jaren tachtig waarschuwde hij er al voor dat we afstevenden op ecologische rampspoed en hij zette de overbevolking op de agenda als het probleem van deze tijd. In de krant van zaterdag 26 januari reageert Jan Dhaene, gewezen Europees parlementslid, op het overlijden van de professor: “Overbevolking is inderdaad het grote probleem en taboe in de wereld. Ik zag het nog met eigen ogen in Ethiopië. Het leidt tot roofbouw op de vruchtbare grond, tot overbegrazing en het kappen van bossen. Wat wij nodig hebben is wereldwijd een geboortebeperking. En dat kan alleen door financiële stimuli. Unicef zou dit kunnen uitvoeren: aanvullend aan de klassieke ontwikkelingssamenwerking zou men een vrijwillige sterilisatiepremie kunnen geven aan mannen en vrouwen vanaf twee kinderen.” Of Vermeersch het eens was met het idee van die sterilisatiepremie? Ik denk het wel. Maar of hij daarin helemaal consequent was? Hij ging er immers prat op dat hij niemand iets wilde “aanpraten”, want zelfbeschikking is een mensenrecht, het recht om te beslissen over jezelf. Wanneer hij zijn theorieën uiteenzette tegenover mensen die zelf een half dozijn kinderen hadden en schamper vroegen hoeveel zij er moesten “wegdoen”, antwoordde hij steevast: wat ik verkondig hoeft ge niet persoonlijk te nemen, ieder beslist voor zichzelf. Overigens richtte hij zijn pijlen in ’t bijzonder op de kroostrijke gezinnen in de onleefbare omstandigheden: “wie in onleefbare omstandigheden een kind op de wereld zet is verantwoordelijk voor het leed van dat kind”. Dat de godsdiensten een nefaste rol gespeeld hebben was ook voor hem een vaststaand feit. Vrijwel alle verzetten ze zich tegen anticonceptie. Kwestie van zoveel mogelijk zieltjes te winnen. En als we nu eens, alvorens de sterilisatiepremie in te voeren, voor een softere aanpak zouden kiezen, alle geestelijke leiders op andere gedachten zouden brengen – alleen de dwazen veranderen nooit van gedacht… Misschien wordt mijn “wishfull thinking visie” voor 2019 dan toch nog werkelijkheidDe doem van hel en zonde zal wegvallen want ondertussen hebben de leiders van alle grote wereldgodsdiensten beslist dat hun goden voortaan het verwekken van tot de hongerdood veroordeelde kinderen als een véél groter misdrijf zullen aanrekenen dan het niet verwekken ervan. Onze paus Franciscus heeft het overigens eerder al verwoord: "kweken als de konijnen" hoeft niet meer  (www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3134812.)

    Vorige week raakte ik in gesprek met iemand die ik een Vermeersch-hater zou durven noemen, een fanatiek tegenstander van geboortebeperking en vader van “slechts” twee dochters, meisjes van een jaar of tien, een tweeling. Géén sprake dus van anticonceptie, ook niet op de plaatsen waar de omstandigheden onleefbaar zijn. Niet die arme mensen dienen immers gestraft worden door hen het plezier van een talrijk kroost te ontnemen, maar de oorzaken van die onleefbaarheid moeten aangepakt worden. Ook geen anticonceptie in afwachting dat de leefbaarheid daar verbetert? Bijlange niet, de leefbaarheid verbeteren en ondertussen die mensen hun vrijheid gunnen is zijn boodschap.

    - Gisteren zag ik Joke en Febe, zei ik. Ze reden naar school met de fiets. Allebei met een knalrode valhelm op.

    - Ja, die valhelm moeten ze dragen van mij, ofschoon ze dat allerminst leuk vinden. Er liggen namelijk twee moordstroken op hun weg, de Kerkstraat en de Statiestraat. Daar zouden afgebakende fietspaden moeten komen.

    - Maar dan lossen die helmen toch niets op. Die fietspaden moeten er komen en ondertussen moet ge de meisjes hun vrijheid gunnen!

    - Maar in afwachting dat die fietspaden er komen…

    Hij schudde zijn hoofd voor zoveel onbegrip.

    Tenslotte wil ik u niet onthouden wat mijn goede vriend Karel mij onlangs voor de voeten wierp: hierin verschilt gij toch van Vermeersch, dat gij géén atheïst zijt. Hij baseerde zich op het feit dat ik af en toe ’s zondags ter kerke ga, dat ik Kerstmis en Pasen in ere houd en ook geloof in Sinterklaas. Mag ik dat dan niet? Omdat ik niet in God geloof? Godsdienst kan immers mooi zijn. Als hij maar niet misbruikt wordt…




    28-01-2019 om 12:58 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geen standaardtaal.

    Gisteren heb ik mij weer eens geërgerd aan een artikel in de krant. Neen, beste lezer, geen artikel over een zoveelste terreurdaad of over die CEO die een jaarbonus van tien miljoen euro krijgt bovenop zijn armzalige wedde van drie miljoen. Waar het dan wel om gaat? Een artikel, op pagina drie van Het Nieuwsblad, van mijn voornaamgenoot Christiaan Vanhoorebeke, oud politierechter: “De jonge generatie rechters is net veel strenger voor zij die een dodelijk ongeval veroorzaken”. De tekst staat in ’t rood en in ’t vetjes. Er staat een fout en dat had de eindredacteur moeten zien: er staat “voor zij” en het had “voor hen” moeten zijn. Ná een voorzetsel volgt in ’t Nederlands altijd een accusatief en de accusatief van “zij” (3e persoon meervoud) is “hen”. Ik weet het wel, als de betrekkelijke bijzin (“die een dodelijk ongeval veroorzaken”) er niet was geweest had Christiaan ongetwijfeld “hen” geschreven…  Ach, de fout komt wel meer voor, ’t is eigenlijk een slechte gewoonte die wel vaker komt piepen als een betrekkelijke bijzin volgt na “hen”: dan wordt “hen die” wel eens “zij die”, t.t.z. de voorwerpsvorm wordt onderwerpsvorm, en dat is… fout! En wat zegt de Taalunie daarover? Vergoelijkend: “het is geen standaardtaal”. Het is dus wel degelijk FOUT! In de streek van Kortrijk – ik heb er 46 jaar gewoond – hebben ze overigens geen bijzin nodig om die fout te maken: “ik zing een liedje voor gij, luister naar ik”. En in Rotterdam – ik heb daar 4 jaar gewoond – springen ze al even dartel om met het persoonlijk voornaamwoord: zonder blikken of blozen gebruiken ze “hun” als nominatief, bv. “hun hebben het gezegd”.

    Ik erger mij overigens uitermate aan het feit dat ó zo weinigen in het Nederlands taalgebied – zowel Nederlanders als Vlamingen – weten wanneer zij “hen” of “hun” moeten gebruiken. En ’t is nochtans poepsimpel: “hen” is accusatief, al de rest is “hun”. En wanneer is ’t accusatief? Als ’t lijdend voorwerp is (bv. ik heb hen gezien) of na een voorzetsel (bv. doe het voor hen). Een kleine oefening: vraag het hen of vraag het hun? Het tweede is juist want “het” is het lijdend voorwerp en er is geen voorzetsel. Gesnopen?  

    Ik zag deze middag een kennis. Zijn vrouw heeft hem verlaten sinds de dokters hem ongeneeslijk ziek hebben verklaard. Ik sprak hem over de ergerlijke taalfout van Christiaan Vanhoorebeke, oud politierechter, op pagina drie van Het Nieuwsblad van 9 januari. Ach, er zijn wel erger dingen in ’t leven, zei hij.


    10-01-2019 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    02-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Q-ratio

     “Curatio” is Latijn en het betekent “genezing”. Het betekent ook “verzorging”, hetgeen niet helemaal hetzelfde is: het zal u niet onbekend zijn dat vele kwalen genezen zonder verzorging, en dat anderzijds niet iedere verzorging leidt tot genezing. Curatio is ook de naam van het trimestrieel tijdschrift van de provinciale raad van West-Vlaanderen van de Orde der artsen, de vroegere Orde der geneesheren, een naam die onhoudbaar was sedert de afstuderende vrouwen zwaar in de meerderheid zijn tegenover hun mannelijke collega’s. Een zeer toepasselijke naam inderdaad. Het feit dat op het titelblad de naam Qratio prijkt dient wellicht slechts geïnterpreteerd te worden als een spitsvondigheidje.

    Sedert een dag of tien ligt de Qratio van het laatste trimester van ’t voorbije jaar op mijn schrijftafel. Iedere dag kijk ik met het grootste welbehagen naar de foto op de voorpagina. Het is een foto van de afgestudeerde artsen van de lichting 2018, de laatste lichting dus. 


    Dat de jongedames in de meerderheid zijn moge duidelijk wezen. En onder die jongedames, op de voorste rij, heb ik mijn muze gevonden en dat is nu net waarom ik het niet kan laten om iedere dag naar die foto te kijken. Ik heb haar Elena genoemd, naar Helena van Sparta, ook bekend als Helena van Troje, die de mooiste vrouw aller tijden genoemd werd… tot de komst van Brigitte Bardot. Zo’n zestig jaar geleden hing de foto van B.B. op mijn studentenkamer en was zij de muze die mij succesvol doorheen mijn jeugdjaren heeft geloodst. 

        De Brigitte Bardot uit mijn studentenjaren...

    Moge de jonge Elena mij nu succesvol naar mijn einde loodsen. Is zij immers niet het evenbeeld van Brigitte, dezelfde adembenemende schoonheid, een reïncarnatie? Dé schoonheid zal altijd blijven bestaan, de schoonheid van Helena van Troje, van Brigitte, van Elena. De schoonheid wordt doorgegeven van de ene generatie naar de volgende. Géén god is er ooit in geslaagd iemand de eeuwige jeugd te schenken. De eens zo machtige Zeus verleende ooit de onsterfelijkheid aan een Trojaanse prins Tithonos, op verzoek van Eos, de godin van de dageraad, die smoorverliefd was op de mooie jonge prins. Maar de eeuwige jeugd? Neen, dat ging zelfs de macht van Zeus te boven. Toen zijn tijd gekomen was schrompelde Tithonos geleidelijk ineen tot hij eruit zag als een krekel… Het toont aan dat niemand gebaat is met het eeuwig leven als hij er niet bij krijgt, hetgeen enkel voorbehouden is aan goden en godinnen: de eeuwige jeugd. En toch kan ik mij nauwelijks voorstellen dat het met mijn Elena net zó zal vergaan.

    Het doet mij terugdenken aan de foto van de lichting 1965. Valt het u op dat alle promovendi in smoking waren, behalve die ene, die een vrouw was, Claudine? Eén vrouw op de vierenvijftig. Wat waren wij toen verstoken van vrouwelijk schoon! Daar kwam nog bij dat de geleerdsten onder ons een cordon sanitaire rond Claudientje gesmeed hadden. Dat cordon werd slechts doorbroken op de dag van de plechtige eedaflegging, de dag waarop onze wegen – voor de meesten definitief – uit elkaar zijn gegaan. Bekijk die foto van toen: wie staat daar rechts van Claudine? Precies! En achter Claudine en mij? Mijn beste vriend Raymond Creus, die welhaast  vijf jaar geleden is heengegaan… Hoe onbarmhertig snijdt toch de tijd!


    In de Qratio wordt verder veel aandacht besteed aan de huldiging (de “laudatio”) van de jubilerende artsen van de Orde van West-Vlaanderen, ’t is te zeggen de artsen van de lichting 1968 (goud) en de lichting 1958 (diamant). Van de lichting 1948  blijkt er helaas niet één meer over te zijn. Vijf mannen van ’58, achttien van ’68. Geen vrouw. Alle drieëntwintig staan ze met hun foto in het blad, en met hun levensverhaal. Ze zijn allen blij dat ze het beroep van arts gekozen hebben en als ze het zouden overdoen deden ze het weer. Sommigen oefenen zelfs nú nog de geneeskunde uit. Omdat ze het zo graag doen, omdat ze het niet kunnen laten… Het wederwoord is van Marcel Toye. Een ernstig wederwoord. Drie jaar geleden viel mij de eer van het wederwoord te beurt. Mijn wederwoord was minder ernstig. Ludiek! Al de jubilarissen hebben er zich goed mee geamuseerd. De meesten schuddebuikten van het lachen. Sommigen hielden zelfs hun buik vast, vanwege dat schuddebuiken. Toen waren er wél een paar vrouwen. Eén onder hen: Claudine! Ik zag ze voor ’t eerst terug, na vijftig jaar. Ze was nog niets veranderd. Zij schuddebuikte niet, maar ze lachte fijntjes. Over zeven jaar zal ik bij de club van de diamanten jubilarissen horen. Wellicht zullen ze mij dan niet meer vragen voor het wederwoord. Niet in de laatste plaats omdat ik de enige ben sinds mensenheugenis die urbi et orbi verklaart dat hij nooit meer het artsenberoep zou kiezen als het te herdoen was. Maar wat zeg ik daar? Over zeven jaar! “Hoe zere vallen z’af” dichtte Guido Gezelle. Maar toch, ik denk dat ik het haal. Met de hulp van mijn muze, Elena. Ik blijf iedere dag die God mij schenkt uw foto bekijken, Elena, op de voorpagina van de Qratio. Da’s beloofd.

    02-01-2019 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2019: wensen en illusies.

    (voor het clubblad van Loopclub Grijsloke)

    “Gordelcriminaliteit” wordt het woord van het jaar. In dezelfde sfeer en al even schitterend als het woord van ’t voorbije jaar (“moordstrookje”). Gordelcriminaliteit is het niet dragen van de veiligheidsgordel in de auto. Er zijn twee soorten: de zware vorm waarbij de gordel over lange afstanden (of helemaal) niet gedragen wordt, en de lichtere vorm waarbij de gordel pas aangeklikt wordt nadat de auto gestart is en er al enkele meters gereden zijn. Tot onze scha en schande moeten we bekennen dat twee leden van onze loopclub in 2018 betrapt zijn op gordelcriminaliteit, zij het de lichte vorm, en daarvoor flink beboet zijn. Zij hebben hun lesje  geleerd en ze hebben zich voorgenomen zich in de toekomst behoorlijk te gedragen. De politie maakt zich sterk dat tegen eind 2019 de gordelcriminaliteit volledig uitgeroeid zal zijn door algehele prioriteit te geven aan dit probleem, ’t is te zeggen door de pakkans te vergroten door het inzetten van nog meer manschappen en camera’s, en door het drastisch verhogen van de boetes.

    De kranten zullen hun best doen om de discrepantie die bestaat in de berichtgeving tussen de verschillende sporten geleidelijk aan weg te werken. Tegen het eind van het jaar zullen niet méér pagina’s aan voetbal gewijd worden dan aan alle andere sporten samen. Fifty-fifty en nog steeds een wanverhouding dus, hoor ik u zegggen, en daar ben ik het met u eens, maar toch al wat evenwichtiger dan de toestand zoals ie op dit ogenblik is: 75% voor het voetbal, 25% voor al de rest!

    In de loop van het jaar worden over de hele wereld de inkomens van alle mensen gelijkgeschakeld, van het loon van de CEO tot dat van de Chileense mijnwerker. Ofschoon deze laatste misschien een extra premie zou kunnen claimen vanwege een hoger gevaren- en gezondheidsrisico en een lagere arbeidsvreugde...

    Er komt een drastische aanpak van de jurisprudentie. Criminelen, en in ’t bijzonder de witteboordcriminelen, zullen hun straf niet langer ontlopen door verjaring, procedurefouten, en andere advocatenspitsvondigheden. De superrijken en de gewone rijken zullen niet langer aan belastingontduiking kunnen doen door fiscale trucs, zijnde witwasserijen en “legale optimalisatiepraktijken”. 

    In 2019 wordt een eind gemaakt aan elke vorm van discriminatie. Gelijkheid voor alle mensen. Bij alle openbare diensten (onderwijs, ministeries, openbaar vervoer, gezondheidszorg, politie, leger…) worden mensen enkel nog geselecteerd op basis van bekwaamheid en niet meer op basis van geslacht, afkomst, huidskleur, haarkleur, kleur van de ogen, sexuele geaardheid, en dies meer. Eén uitzondering: de federale verkiezingen in het voorjaar. Hier wordt nog even vastgehouden aan het seksistisch principe: evenveel mannen als vrouwen op de lijst - transgenders vallen voorlopig wellicht nog uit de boot.

    In 2019 zal de massale kindersterfte door hongersnood die in de wereld heerst, serieus aangepakt worden. Te beginnen met het grote continent Afrika, alwaar de vreselijke hongerdood, als nergens elders toeslaat in de zovele onherbergzame gebieden: de helft crepeert en de andere helft blijft verder leven in erbarmelijke omstandigheden, verdrinkt in de Middellandse Zee of gaat een vaak onzekere toekomst tegemoet in een land waar ze soms maar half welkom zijn en daardoor niet zelden verzinken in de criminaliteit. Dat alles heeft te maken met o.a. de bodemgesteldheid in het geboorteland, het gebrek aan water… en niet in het minst het ontzettend hoog geboortecijfer dat wellicht gesteund wordt door het principe “hoe meer wij er op de wereld zetten, hoe groter de kans dat we er tenminste enkele overhouden” en ook door het feit dat geboortebeperking door anticonceptie een zware zonde is. Hoe zal dit probleem aangepakt worden? Luister… Alle kinderen – en ook volwassenen – die dreigen te verhongeren zullen, voor zover ze ter plaatse niet kunnen geholpen worden, op een veilige manier getransporteerd worden naar “leefbare” landen op de wereld. Deze landen zullen ervoor zorgen dat deze immigranten goed gevoed en gehuisvest worden. Als ze zich tenminste behoorlijk gedragen en hun gordel dragen. In Afrika zelf zullen niet méér mensen achterblijven dan het continent kan “dragen”. Hun zal aangeraden worden anticonceptie toe te passen omdat het anders “dweilen wordt met de kraan open”. De doem van hel en zonde zal wegvallen want ondertussen hebben de leiders van alle grote wereldgodsdiensten beslist dat hun goden voortaan het verwekken van tot de hongerdood veroordeelde kinderen als een véél groter misdrijf zullen aanrekenen dan het niet verwekken ervan. Onze paus Franciscus heeft het overigens eerder al verwoord: "kweken als de konijnen" hoeft niet meer. 

    Van mijn kant beloof ik u voor 2019 – bij leven en welzijn! – veel leesgenot op mijn blog (www.bloggen.be/pierpont) met om de maand een paar cursiefjes die ik geneigd ben “neuzelarijtjes” te noemen, omdat de neus nogal vaak centraal zal staan (in een vorig leven ben ik rhinoloog geweest). Het is overigens niet onmogelijk dat we langs deze weg tegen het einde van het jaar een “techniek” zullen vinden om onze gemiddelde levensduur met enkele jaartjes te verlengen. De moeite dus om de blog in de gaten te houden. Ook op De Druivelaar blijf ik u tot minstens eind 2021 bestoken met verhaaltjes uit de Griekse mythologie. Een verslaving die ik overgehouden heb aan Grijslokes Olympiade.

    En wat zijn mijn wensen voor Loopclub Grijsloke? Hij blijve groeien en bloeien en grote kampioenen voortbrengen. Het hoeft niet eens in de loopsport te zijn: in het veldrijden of… in ” the voice”? En voor onze koers? Zij blijve VLAANDERENS MOOISTE, hetgeen overigens de titel zal zijn van het boek over de geschiedenis van DDG dat in 2019 verschijnt.

    01-01-2019 om 08:32 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Politieperikelen.

    Aan het hoofd van de politie van PZ Mira.

    Geachte Heer Hoofdcommissaris,

    Met deze brief breng ik u en uw corps mijn beste wensen over voor het nieuwe jaar 2019. Misschien zult u dit een beetje vreemd vinden als u weet dat ik een zestal maanden geleden door uw “diensten” een verkeersboete heb gekregen waarmee ik het in feite niet eens was. Ik ben onmiddellijk ingegaan op de “uitnodiging” tot betalen van de boete en ik heb dit laten samengaan met een begeleidende brief van 11 juni 2018, waarvan hier een kopie in bijlage (ik had nog gehoopt op een reactie van uwentwege op de brief). Over het gebeurde had ik dezelfde avond al een verhaaltje geschreven. Dat is mijn manier om dingen die mij getroffen hebben “van mij af te schrijven”. De verhaaltjes worden dan meestal gepubliceerd op één van mijn blogs, maar in dit geval heb ik dat niet gedaan omdat ik bang was om jullie, die doorgaans toch zeer nuttig werk verrichten, voor het hoofd te stoten.

    Maar waarom ik u rond de jaarwisseling deze brief schrijf? Omdat u  (ik bedoel “uw corps”) het laatste half jaar nog geen dag uit mijn gedachten geweest bent. Ziehier… Zoals uit mijn verhaal blijkt ben ik bij het verlaten van de “caravan van de chef” op het trapje gestruikeld over iets dat daar niet op zijn plaats stond. Ik heb daar een enkel verzwikt, maar dat was na een paar dagen over. De dag na het incident echter is een zeurende knagende pijn ontstaan in mijn linker knie, een pijn die tot op heden niet is overgegaan en mij iedere dag kwelt, van bij het ontwaken tot het slapen gaan. Daarvóór had ik ook al reeds een pijnscheutje gehad, in mijn knieën, maar dat was sporadisch en van een heel andere aard en niet uitzonderlijk voor iemand van 78 jaar die vele marathons gelopen heeft. Hoeft het verwondering te baren dat ik bijna iedere dag aan uw team denk en dat ik het niet kan laten u rond deze tijd van het jaar in kennis te brengen van mijn blijvend ongemak?

    Gaarne zou ik wel de naam willen kennen van de man die in de caravan achter de schrijftafel het PV zat op te maken. Niet dat ik rancuneus ben of zo, of enig verhaal wil halen, alleen… hij kent mijn naam en misschien mag ik ook de zijne kennen? Hij was een beetje kortaf en er was iets dat hij verkeerd begrepen had, maar ik heb daar alle begrip voor: het was daar ook zó druk, er stonden naar mijn gevoel wel tien politieagenten en al evenveel auto’s waarvan de bestuurders een boete kwamen betalen. En om het nu eens grappig uit te drukken: die winkel draaide goed. En ongetwijfeld zal die man, die best een aardige man kan zijn, en die ik wellicht ten onrechte als commissaris bestempeld heb, mijn lichtjes ongecontroleerde reactie na mijn struikelpartij (waarvoor ik mij bij deze verontschuldig) en dus ook de struikelpartij zelf, herinneren en willen bevestigen. Hij hoeft zich daarbij geen zorgen te maken en ik neem niemand iets kwalijk voor het struikelincident. En nogmaals, het is ook absoluut niet mijn bedoeling enig verhaal te halen en ik besef overigens maar al te goed dat een oorzakelijk verband tussen het incident en de aandoening onmogelijk is aan te tonen. Met enige erkenning voor mijn leed zou ik trouwens al tevreden zijn  en met de wetenschap dat uw corps nu begrijpt waarom ik nog dagelijks aan hen denk.

    Een mens gaat zich al gauw afvragen: waarom ben ik weer de pieneut, waarom ben ik weer het zwart schaap? En dan doet het, lieve lezer, – ik zeg het zonder schaamte – echt deugd als blijkt dat men niet het enige zwart schaap is, dat er ergens nóg een schaap rondloopt, het weze er maar één, dat even zwart en zo mogelijk nóg zwarter is dan jijzelf. Zeker als dat schaap een kennis is, een buur, een vriend of zelfs een familielid, de allernaaste zielsverwanten misschien niet te na gesproken… Hoe wáár zijn de woorden van de Franse schrijver Jules Romains: “Maladie de voisin réconforte et même guérit”. Dat ander zwart schaap diende te stoppen voor een politiecontrole: ’t was in de streek van Oudenaarde, een paar weken na míjn misdrijf. Ik doe u het verhaal uit de doeken zoals het “slachtoffer” het mijzelf heeft verteld… Een jongeman van rond de vijftig, een van mijn vrienden uit de loopclub, die nooit ook maar één glas alcohol drinkt als hij moet autorijden en voor zover mij bekend altijd in orde is met alle regels van de grond- en andere wetten – ik noem hem voor de gelegenheid Nard.  Veiligheidsgordel losgemaakt, teneinde op een comfortabele manier zijn portefeuille uit de binnenzak van zijn jas te kunnen halen. Identiteitskaart en rijbewijs in orde. Met de “boordpapieren” was het al even goed gesteld: aankoopfactuur, inschrijvingsbewijs, gelijkvormigheidsattest, verzekeringsbewijs, betalingsbewijs van rijbelasting, keuringsbewijs, bewijs van goed gedrag en zeden, en zo meer… En niet te vergeten: de alcoholtest. Negatief natuurlijk. “OK, u mag verder rijden, mijnheer”. Nard zette zijn auto in achteruit, reed ook effectief enkele meters achteruit en klikte ondertussen zijn veiligheidsgordel vast. HALT! 116 euro boete om zonder gordel te rijden. Maar net zo min als ik is Nard wrokkig op de politie. Of hij met even weinig tegenzin als ikzelf de boete betaald heeft, is mij niet duidelijk. Ikzelf kan dat wel relativeren: hoe vaak zou ik in mijn leven al niet de maximaal toegelaten snelheid overschreden hebben, zonder daar ooit een boete voor gekregen te hebben? Dan komen die 116 euro best nog voordelig uit!

    Nog even dit meegeven: dit is pas mijn eerste verkeersboete en de confrontatie met zo’n regiment politiemensen in uniform was nogal indrukwekkend. Overigens is het niet mijn eerste eerder vervelend contact met de politie. De vorige keer is zo’n twintig jaar geleden. Ik woonde toen in Kortrijk. Er was een ernstige inbraak gepleegd in mijn woning met nogal wat schade aan deuren en kasten en nogal wat ontvreemding van waardevolle zaken. De zaak is nooit opgehelderd en ik voelde mij door de politie meer als dader dan als slachtoffer behandeld. Maar dat was niet de ploeg van MIRA. Met die van u was ik toen wellicht beter af geweest…

    En als u nog even tijd hebt… Denk nu maar niet dat ik alleen maar negatieve ervaring heb met de politie. ’t Was een jaar of dertig geleden. Ik kwam, in ’t holst van de nacht, terug van een acute operatie in het ziekenhuis. Op een kruispunt op de Grote Markt van Kortrijk reed ik door groen licht: een spectaculaire botsing met een auto (een Dauphine) met daarin twee jonge Portugezen. Zij waren door ’t rood gereden. Maar: geen getuigen. Hun auto zag er “perte totale” uit en ze waren niet in staat verder te rijden. Mijn auto léék onbeschadigd. Ze bekenden geen schuld, maar verklaarden zich niettemin bereid mij “mille francs” te betalen als ik wilde ophoepelen. En daar stond plots, als reddende engel, als “deus ex machina” de politie! Hoe zij erin geslaagd zijn de Portugezen in géén tijd te laten bekennen dat zij door ’t rood gereden waren is mij nog steeds een raadsel. Ik blijf er de politie eeuwig dankbaar voor. De reparatie aan mijn auto heeft zevenentachtigduizend francs gekost. Alles terugbetaald door de Portugese verzekering.

    En dan is er nog een ouder verhaal. Ik was nog in militaire dienst. Met een deux-cheveautje reed ik naar de kazerne tussen Oudenaarde en Gent. In de buurt van Mullem reed ik achter een vrachtwagen die volgeladen was met  zware kasseien. Een kassei donderde naar beneden met als resultaat een serieuze schade aan de voorkant van mijn dierbaar autootje waar ik toentertijd zo fier op was. Ik had de tegenwoordigheid van geest om de nummerplaat van de vrachtwagen te noteren en naar de politie te bellen. Ze waren snel ter plaatse. Ik kon slechts bij benadering zeggen waar het gebeurd was. Die lieve heren van de wet wilden per se het corpus delicti vinden. En ze hébben het gevonden, na een half uur zoeken: een grote kassei, in de graskant. Hoeveel die reparatie toen gekost heeft weet ik niet meer, maar dank zij de politie was het voor mij weer een gelukkige nul-operatie. En wat mijn legerdienst in de Leopoldskazerne betreft: enkel de vlagge(n!)groet heeft het die dag zonder mij moeten doen…

    Hartelijk dank om met zoveel geduld dit epistel te lezen en nogmaals mijn gemeende gelukwensen voor 2019 en ook de jaren daarna.

    Kris Vansteenbrugge, Broekstraat 3, 9790 Wortegem-Petegem.

     

    (dit verhaal werd geschreven de avond na het delict)

    De politie, mijn vriend.

    Dat ik mij een beetje getraumatiseerd voel zult u, lieve lezer, begrijpen na het lezen van dit verhaal, dat voor de volle honderd procent met de waarheid overeenstemt – dat zweer ik op het hoofd van al mijn dierbaren. Ik was met de auto weggereden van een kleine parking in de Kerkstraat. Hooguit een paar honderd meter afgelegd of ik werd door een vriendelijk lachende politieagente uitgenodigd om een pleintje op te rijden: controle! Ze was er niet alleen: ik denk dat er acht politiemensen stonden – misschien waren het er wel tien. Het stemde mij vreugdevol: nu zou eindelijk eens officieel vastgesteld worden hoe perfect ik wel was in het verkeer! Vóór mijn vertrek had ik nog mijn “boordpapieren” gecheckt, ik had mijn rijbewijs en identiteitskaart bij, had geen druppel alcohol in mijn bloed (heb ik overigens nooit als ik rijd), mijn snelheidsmeter was niet boven de veertig gegaan (ik rij overigens nooit te rap) en ik had mijn veiligheidgordel om. Wat kon er mij dus gebeuren?

    Ik parkeerde mijn auto en een ernstig kijkende politieman kwam op mij af:

    - Dit is een controle van de boorddocumenten.

    De papieren bleken in orde te zijn.

    - En nu nog uw rijbewijs en uw identiteitskaart.

    - De identiteitskaart is nagelnieuw, eergisteren pas gehaald op het gemeentesecretariaat, zei ik naar waarheid, in een poging om de man wat op te vrolijken. Een vergeefse poging.

    - Nu nog de alkoholtest, zei hij.

    - Een jonge vrouwelijke dienaar van de wet daagde op met een piepklein mondmaskertje waarin ik diende te blazen. Op een afstand van een tiental centimeters.

    - In orde, zei ze.

    - ‘k Wil u geloven, lachte ik, of anders was uw toestel defect.

    Mijn opmerking, die weer bedoeld was om grappig te zijn, lokte een kleine glimlach uit. Een beleefdheidsglimlach.

    Toen kwam er weer een agent op mij af – en ik weet niet eens meer of het de man was die mijn papieren had gecontroleerd:

    - Hebt gij uw veiligheidsgordel om?

    - Ja, zei ik, dat ziet gij toch.

    - Ja, maar een agent heeft u daarnet zien rijden zonder gordel.

    - Ik heb amper honderd meter gereden, ik kom van een parkeerplaats hier even verder. En ik heb geen agent gezien.

    - Ga daar maar binnen in de caravan. Het zal u honderd en zestien euro kosten. Betaalt ge contant?

    Die incognito (?) agent moet alleszins een beter gezichtsvermogen gehad hebben dan deze agent die niet eens had gemerkt dat ik mijn gordel omhad. Omdat iemand mij ooit heeft gezegd dat men beter een politieagent nooit in ’t ongelijk tracht te stellen, zei ik nog, in een poging om de kool en de geit te sparen:

    - Het zou kunnen zijn dat ik mijn gordel pas omgedaan heb na het starten van mijn auto en na enkele tientallen meters gereden te hebben. En contant betalen zal niet gaan want zóveel heb ik niet bij en ook geen visa-kaart.

    - Als ge weigert te betalen wordt een proces-verbaal naar huis opgestuurd en dan zult ge wel zien wat er van komt, zei de man achter het bureau in de caravan. Een simpele agent zal het wel niet geweest zijn. Misschien iemand met de graad van commissaris, alleszins iemand met strepen, en op die strepen daar stond ie op.

    Ik wilde nog zeggen dat ik niet weigerde te betalen, maar dat ik het niet stante pede kón. Maar zwijgen leek mij nu het beste. Ik had overigens al veel te veel tegengestribbeld naar de zin van de commissaris, hij vond mij erg brutaal en ik deed er maar best aan snel van onder zijn ogen te verdwijnen.

    In mijn haast om de caravan te verlaten struikelde ik over een koffertje dat een van de agenten achteloos op het trapje had neergezet. Er viel van alles uit het koffertje en er was gerinkel van brekend glas. Overmaat van ramp!...

    Ik was daardoor een heel klein beetje over mijn toeren. Ik keerde mij nog om naar de commissaris en zei op een toon die venijniger moet geklonken hebben dan ik het bedoeld had:

    - En schrijf nu alstublieft niet in uw verslag dat ik dit koffertje met opzet heb omvergestampt.

    Ik droop af. De agenten stonden in een rijtje en ze groetten mij. De vrouwtjes-agenten en ook één van de mannelijke collega’s glimlachten vriendelijk. Ik had even het gevoel dat het uitlachen was, maar dat zal maar een gevoel geweest zijn, denk ik… 

    De politie, mijn vriend.

     

    (op deze brief, geschreven op 11 juni 2018, had ik heimelijk op een antwoord gehoopt)

                                                                              Elsegem, 11 juni 2018. 

    Geachte Mevrouw, Mijnheer,

    Zopas heb ik de boete betaald. Ik wil geen betwistingsformulier invullen omdat  iemand die heel goed van dit soort zaken op de hoogte is, mij verzekerd heeft dat het er enkel zou kunnen toe leiden dat ik een zwaardere boete krijg. Immers, zo zegt hij, de mensen van de politie (in casu Veerle D’Haene en Bart Vandevoorde) zijn beëdigd (en worden dus op hun woord geloofd) en … gij niet. Anderzijds zou het zo zijn dat het betalen van de boete betekent dat ik schuld beken en dat wil ik eigenlijk evenmin. Daarom dus deze brief.

    In bijlage het “cursiefje” dat ik de avond na het misdrijf geschreven heb, met mijn versie van de feiten. Ziehier waarom ik mij moeilijk bij de beschuldiging kan neerleggen…

    Ik geef toe dat het een enkele keer gebeurt dat ik mijn gordel pas vastklik als ik al enkele tientallen meters aan ’t rijden ben en het signaal in mijn auto mij verwittigt. Maar dat het ditmaal het geval is geweest kan ik moeilijk geloven aangezien ik mij dat vervelend signaal ongetwijfeld nog zou herinnerd hebben  op het ogenblik dat ik, nog geen minuut later, door Veerle D’Haene aan de kant werd gezet.

    Mag ik terloops opmerken dat ik steeds een fervent voorstander geweest ben van het dragen van de autogordel. Dat komt o.a. omdat ik tijdens mijn loopbaan van keel-neus-oorarts (ik ben 78 en al 13 jaar met pensioen) meer dan eens geconfronteerd ben geweest met een gebroken neus, als gevolg van het niet dragen van de gordel.

    En dan nog dit… In mijn verhaaltje had ik het over mijn struikelpartij over het koffertje dat op het trapje van de politiecaravan stond. Ik moet mijn voet omgeslagen hebben, maar op ’t ogenblik van de feiten voelde ik geen pijn. ’s Avonds is de pijn komen opzetten en dat heeft mij enkele slapeloze uren bezorgd. ’s Anderendaags was de enkel zelfs een beetje gezwollen. Gelukkig waren die klachten na een dag of drie (en met de hulp van Brufen) verdwenen en het zal u ongetwijfeld plezier doen dat te horen. De pijn in mijn linkerknie (t.g.v. artrose?) is sindsdien echter duidelijk toegenomen…

    Ik had mijn loopbaan als autobestuurder willen afsluiten zonder boete – dit was mijn eerste, voor zover ik weet – en in de hoop dat deze brief er mij geen tweede oplevert, groet ik u

    Kris Vansteenbrugge


    31-12-2018 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jozefientje.

    Jozefientje is overleden. In stilte. Ik heb het pas vernomen toen het al een week of twee gebeurd was. Ze woonde nochtans niet ver van mij vandaan, in de Broeklindeweg, nummer drie. We zijn nog samen naar dezelfde school geweest, nog in dezelfde klas gezeten. ’t Was in de gemeenteschool in Kaster en daar mochten de jongens en de meisjes nog samen in één klas. Ik was toen een beetje verliefd op Jozefientje. Niet smóór of zo. Een beetje ultraprille kalverliefde. Ik geloof dat ik haar niet eens mooi vond. Ik herinner mij nog dat ik haar vroeg of ze in de processie naast mij wilde lopen. De manier waarop ze mij toen afgewezen heeft zal mij altijd bijblijven, de ongezoutenheid waarmee ze mij toen diets maakte dat ze niets met mij wilde te maken hebben. Ik werd er doodongelukkig van, ik at drie dagen lang niet meer en ten slotte trok ik met een dik touw naar de zolder met de bedoeling er een eind aan te maken. Gelukkig was er de dag erna wereldkampioenschap op de weg voor beroepsrenners, in Moorslede. Dát wilde ik nog meemaken want mijn grote favoriet Briek Schotte was  kandidaat voor de regenboogtrui. Briek Schotte wereldkampioen zien worden, daarvoor wilde ik mijn wanhoopsdaad wel even uitstellen. En Briek wérd wereldkampioen. Ik was dolgelukkig, ik was helemaal opgefleurd en had weer volop zin in het leven. Jozefien kon mij gestolen worden.

    Zij was een enig kind, veel te ernstig, zonder een greintje gevoel voor humor en dat greintje humor heeft ze tot aan haar dood nooit gehad, denk ik. Ze studeerde flink, deed hogere studies en ze bracht het tot hoofdinspectrice in het onderwijs. Haar ouders zijn allebei vroeg gestorven, toen zijzelf nog vooraan in de twintig was. Haar geboortehuis aan de Broeklindeweg heeft zij nooit verlaten. Soberder en meer teruggetrokken dan Jozefien heeft er nooit iemand geleefd, denk ik. En voor zover mij bekend is er nooit een man in haar leven geweest. Hoe zou een man ooit verliefd hebben kunnen worden op dit onappetijtelijk schepseltje? Hoe was het mogelijk dat ik om harentwege ooit zelfmoord had willen plegen?

    In feite waren Jozefien en ik een beetje familie. Mijn vader was een neef van haar moeder. Ik was dus haar achterneef en zij mijn achternicht. Zo nauw was die familieband nu ook weer niet, dunkt me, dat we niet hadden kunnen trouwen zonder dispensatie van de hoge kerkelijke instanties. Mijn ouders hadden zo’n relatie nochtans helemaal zien zitten, denk ik: Jozefien was immers van goeden huize, werkzaam en van onbesproken gedrag en bovendien… haar ouders zaten goed in de slappe was! Vader was er van overtuigd dat Jozefiens moeder in het bezit moet geweest zijn van een grote som geld en bovendien van een grote pot vol gouden muntstukken die zij geërfd had van hun beider grootvader die vóór de oorlog (de eerste!) grof geld verdiend had in Parijs met de handel in delicaat damesondergoed – ’t was in de tijd van de french cancan. Dat die pot goud bij Jozefiens moeder terecht gekomen was? Mijn vader was niet de enige die daar zo over dacht. De hele familie, of toch bijna, was die mening toegedaan. Maar dat het werkelijk zó was, daar was, geloof ik, geen enkel bewijs voor…

    Gisteren heb ik mijn brievenbus pas laat in de avond geledigd. Dat is zeer uitzonderlijk voor mijn doen. Er was een belangrijke brief, van notaris Vandeveegate. Ik werd uitgenodigd te zijnen kantore hedenmorgen om tien ure stipt. De reden stond niet eens vermeld. Ik sliep die nacht onrustig. Om even over half tien deze morgen belde ik aan bij notaris Vandeveegate. Een lieve dame liet mij binnen in de wachtkamer van de notaris. Ze zei dat zijzelf niet de notaris maar wel de notarisklerk was, dat de notaris mij om exact tien uur zou te woord staan. Ze was ook zo vriendelijk om mij nu reeds mede te delen dat het ging om de nalatenschap van Josephine Slachmeulders – Jozefien dus – en, zei ze, het wordt nog een heel bijzondere verrassing. Toen verdween ze. De pot met het goud! gonsde het door mijn hoofd. Waarom zou uitgerekend ík de erfgenaam van die pot zijn? Jozefien en ik kenden elkaar nauwelijks, hadden elkaar sinds onze kindertijd hooguit een tiental keer ontmoet en tot veel meer dan een vluchtige begroeting was het nooit gekomen. Was zij misschien al die tijd, sedert die dag waarop ze mij zo brutaal had afgewezen, stiekem verliefd geweest op mij? Was dat de reden waarom ze nooit getrouwd was? Was het deze pot waarmee ze haar misstap van toen wilde goedmaken? Postuum… Kunt u zich, beste lezer, de spanning voorstellen waarmee ik de deur in de gaten hield waarlangs de notaris, met de pot goud in de hand, ieder ogenblik kon binnenkomen? Klokslag tien ging de deur open. Ik zag niemand in de deuropening, een helder licht kwam mij tegemoet en een doordringende stem die mij koppijn bezorgde: “Hoe lang denkt mijnheer nog in bed te blijven liggen? ’t Is tien uur!” Dit een bittere ervaring noemen zou een understatement zijn. In werkelijkheid was het véél bitterder. Ik kan mij niet ontdoen van de gedachte dat Onze Lieve Heer of een andere Almacht het dit keer goed met mij voorhad: ik was het medium door wie de wereld in kennis zou gebracht worden van wat er terecht gekomen was van de pot goud die opa  Bernardus Theophrastus vergaard had in de belle époque. Een tweede kans zal ik nu wellicht nooit krijgen: de Almachtige laat immers niet met zich sollen… Waarom moest “zij” het nu weer verknallen?! Niemand hoort zijn halve trouwboek een pak rammel te geven. Ik heb dat dan ook niet gedaan.

    13-12-2018 om 18:14 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over quizzen, mondharpen en trompetviolen.

    Quizzen is in. Overal te lande zijn er heden ten dage quizclubs. Niets voor mij. De vragen gaan maar al te vaak over moderne muziek, recente films en voetbal. Vroeger was het anders, althans in de quizzen die op school soms werden gehouden. Er waren toen meer vragen over literatuur, geschiedenis, aardrijkskunde en wetenschap, en de sportvragen gingen niet altijd over voetbal. In die tijd quizde ik als de besten, altijd bij de eerste drie van de klas. Ik herinner mij nog levendig een quiz waarin ik “eerste ex aequo” was geëindigd, met evenveel punten als Roland Calcoen. Een schiftingsvraag moest beslissen wie de eerste prijs zou krijgen. Een vraag over klassieke muziek, het onderwerp dat mij het minst lag: ik kende amper twee namen van componisten, Bach en Beethoven. En Calcoen volgde al drie of vier jaar les aan de muziekschool… Ze lieten een stuk klassieke muziek horen en wij moesten zeggen wie de componist was. Ik zei “Bach” en iedereen schoot in de lach. En toch, ’t Wás Bach! Ze hadden een zeer “atypisch” stuk van Bach genomen, om het moeilijk te maken. Mijn mooiste overwinning in een quiz ooit…

     ’t Is zestig jaar geleden en ik wist toen véél en ik moest toen nooit lang nadenken vóór ik het antwoord gaf, een fractie van een seconde. Nu is dat wel even anders. Vraag mij wat ik deze middag gegeten heb: meestal zal ik het antwoord wel kennen, maar het zal tien tot twintig seconden tijd vergen. Begrijpt u, waarde lezer, waarom ik enkel nog te strikken ben voor een multiple choice quiz of voor een schriftelijke quiz, waar een beetje bedenktijd is. Niet dat ik veel gevraagd word. In feite word ik nooit gevraagd. Behalve dan vorige week, vrijdagavond. Het feest ging door in Gent, in het clublokaal van de jiu jitsu club Yawara, Nieuwe Vaart 118. Er waren twaalf deelnemende ploegen van elk vier man. Mijn ploeg heette “De Kastaars” en omdat één kastaar plots verstek had moeten laten gaan, hadden ze mij binnengehaald om de ploeg te vervolledigen en in de hoop dat er, wie weet, misschien een vraag zou gesteld worden over de Tour de France of de Olympische Spelen uit de eerste twintig jaar na de tweede wereldoorlog, of over die wereldoorlog zelf, of over de Griekse mythologie, mijn stokpaardje…

    De quiz leek allerminst bedoeld voor mensen van mijn generatie. Was ik overigens niet de enige deelnemer van mijn generatie? Niets dus over de Tour, over de Olympische Spelen of de Griekse mythologie. Wel  tien vragen over Oosterse kruiden en evenveel vragen over Oosterse gevechtstechnieken, waar zelfs de jongeren de grootste moeite mee hadden. Of bent ú misschien vertrouwd met bujutsu, aikido, iaido, naginata, kyudo, jodo…? Uiteindelijk waren er twee vragen waar ik, wellicht als enige (!) het antwoord op wist:  1° welk muziekinstrument is dit ?(er werd een afbeelding getoond) en 2° van welke plant is de Latijnse naam “bellis perennis”? Het antwoord op de eerste vraag was: mondharp. Het antwoord op de tweede: madeliefje. Dat madeliefje heb ik te danken aan de lessen plantkunde aan de universiteit, toen ik in ’t eerste jaar geneeskunde zat (’t is éénenzestig jaar geleden!). We moesten zowat alles kennen over het madeliefje en over wel honderd andere planten. Die onzin leren de toekomstige doktoors niet meer, dezer dagen. In plaats daarvan leren ze nu patiënten reanimeren… Onze quizploeg eindigde als zevende, net niet in de eerste helft. Zonder mijn twee juiste antwoorden waren we slechts negende geweest…

      Mondharp

       Madeliefje (bellis perennis)

    Gisteren kwam mijn buurman Firmin op bezoek. Ik ken maar weinig mensen die zich, qua algemene kennis, kunnen meten met Firmin. Ik vroeg hem of hij wist wat een mondharp is. Hij dacht dat ik een grap maakte, hem in het ootje nam. Een harp, zei hij, is een snaarinstrument, heeft niets met de mond te maken, maar ik weet wél wat een “trompetviool” is. Nu was het aan mij om hem niet au sérieux te nemen. Ik heb het opgezocht: het bestaat!

       Trompetviolen

    05-12-2018 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aspirine

    De oude Grieken waren reeds vertrouwd met de pijnstillende werking van een stof die zich bevond in de bladeren en de bast van de wilgenboom. Ze kauwden de bladeren en maakten extracten van de bast die werkzaam waren tegen koorts en pijn. De beroemde arts Hippocrates, die leefde op het eiland Kos (van 460 tot 370 v.C.), schreef erover. Het is zelfs waarschijnlijk dat die heilzame werking reeds in vroegere beschavingen bekend was, nl. bij de Assyriërs en de Egyptenaren. In de middeleeuwen vond men een stof met dezelfde werking in de moerasspirea (*) een ½ tot 2 meter hoge plant die groeit in bossen, langs sloten en op moerassige gronden (*van deze plant is de naam “aspirine” afgeleid). Vanaf het begin van de 19e eeuw probeerde men het extract van de wilgenboom te zuiveren. Henri Leroux isoleerde in 1829 uit wilgenbast de stof salicine, een verbinding van salicylzuur en glucose. De Italiaanse onderzoeker Raffaele Piria slaagde er in 1838 in het glucosegedeelte af te splitsen en alzo werd salicylzuur bekomen. Enkele jaren later slaagden Duitse en Franse chemici (o.a. Kolbe en Gerhardt) erin de scheikundige structuur van salicylzuur te achterhalen en het ook te synthetiseren. Omdat salicylzuur een zeer bittere smaak heeft en schadelijk is voor de maag werd op zoek gegaan naar chemische varianten en men vond die door acetylering (=behandeling met azijnzuur) van de fenolring: acetylsalicylzuur!

    Uitgaande van fenol (1) en natriumhydroxyde (2) bekomt men natriumfenolaat, hetwelk na verhitting onder druk met koolstofdioxyde (3) ontstaan geeft aan natriumsalicylaat (4) waaruit na behandeling met zwavelzuur (5) het salicylzuur (6) wordt afgesplitst, dat na behandeling met azijnzuur (7) ontstaan geeft aan acetylsalicylzuur (8).

    Tot een echt bruikbaar medicijn kwam het echter pas naar het einde toe van de eeuw nadat de in 1863 gestichte firma Bayer het onderzoek had overgenomen. Felix Hoffmann, chemicus verbonden aan de firma, beschrijft in 1897 hoe hij er in geslaagd is een stabiele synthetische variant van acetylsalicylzuur te maken, in een chemisch zuivere en bewaarbare vorm. 


       Felix Hoffmann, uitvinder van de aspirine

    In 1899 bracht Bayer dit op de markt als pijnstillend poeder en nog een jaar later verscheen de tablet, de aspirine die weldra de wereld zou veroveren. Men heeft geschat dat indien wij alle tabletjes die over de toonbank zijn gegaan, netjes op elkaar zouden stapelen, een torentje zou bekomen worden dat reikt tot de maan. In de eerste helft van de twintigste eeuw ontbrak aspirine in welhaast geen enkele huisapotheek: de werkzaamheid van het product was bewezen en de bijwerkingen waren eerder gering. Alhoewel… Aspirine heeft een duidelijke negatieve invloed op de bloedstolling (door remming van de bloedplaatjesaggregatie) en het veroorzaakt beschadigingen van de maagwand. Maagbloedingen waren dan ook een klassieke verwikkeling van te grote inname van het acetylsalicylzuur. Dat kon nochtans niet beletten dat het in het begin van de 20e eeuw uitgroeide tot dé panacee bij uitstek: het werd niet alleen voorgeschreven bij haast alle ziekten, maar het werd ook gepropageerd als preventivum. Getuige hiervan de Engelse one-liner: “one aspirine a day can keep the doctor away”.

    Hoe werkt aspirine? De vraag heft de onderzoekers beziggehouden. Vanzelfsprekend. Men vond dat aspirine een remmende werking heeft op de vorming van bepaalde stoffen (prostaglandines) die zich voordoet bij weefselletsels. Die prostaglandines stimuleren de ontstekingsreactie en er ontstaat pijn en koorts. Ze zijn tevens nodig voor de opbouw van het maagslijmvlies. Is dat duidelijk? Pijnstilling, jawel, maar de maagbloeding moest men er bij nemen. Niet te verwonderen dat men tijdens de laatste decennia op zoek is gegaan naar andere AID’s (anti-inflammatory drugs) en dan liefst de niet-steroïdale (NSAID’s dus), t.t.z. zonder corticoïden. Heden ten dage zijn NSAID’s legio. De meest bekende zijn diclofenac (Voltaren) en ibuprofen (Brufen): ze hebben een groter ontstekingsremmend vermogen, ze zijn minder schadelijk voor de maag, ze hebben nauwelijks invloed op de bloedstolling, maar ze kunnen schadelijk zijn voor de lever en de nieren… De slotsom is dat de rol van aspirine bij pijnklachten, in de eerste plaats bij gewrichts- en spieraandoeningen, op heden fel verminderd is. Rol uitgespeeld? Dat dacht u maar!...

    Wie slim is kan van de nood een deugd maken en wie handig is moet compromissen sluiten. Het verminderen van de stolbaarheid van het bloed was een bijwerking van aspirine. Dat kon aanleiding geven tot ongewenste bloedingen. Anderzijds vermindert het de kans op stolselvormingen in de bloedbaan (trombus-vorming) en dus op hartinfarcten en beroertes. Een klassieke aspirine bevat 500 milligram acetylsalicylzuur. En als men de dosis nu eens zou verminderen zodat de kans op spontane bloedingen tot zo goed als nihil wordt herleid, terwijl het antistolvermogen in de bloedbaan nog groot genoeg blijft om een significante vermindering van de kans op trombusvorming te bewerkstelligen? Het compromis!  Welnu, die dosis werd bepaald op 80 à 100 milligram daags, een “mini-aspirientje” dus. Aanbevolen aan eenieder boven de vijftig. Handig, nietwaar.

    En de prostaglandines wier aanmaak geremd wordt door aspirine. Men heeft aangetoond dat ze niet alleen de ontsteking in de hand werken, maar tevens de tumorgroei. Aspirine dus als (voorbehoed)middel tegen kanker? Voor wat betreft darmkanker is dat reeds bewezen.

    En kom me nu niet vertellen dat het ook werkt bij diabetes, zegt u? Toch wel, bij diabetes 2 lijkt aspirine alvast een gunstig effect te hebben… Er staat het aspirientje nog een grote toekomst te wachten: de panacee van de twintigste eeuw wordt wellicht ook de panacee van de eenentwintigste.

    Om dit verhaal te beëindigen moet ik het hebben over ene Arthur Eichengrün, die leefde van 1867 tot 1949. Niet om dit saai verhaal op te smukken, maar omdat ik anders de heer Eichengrün zwaar onrecht zou aandoen. Hij was in 1897, het jaar waarin de aspirine “vorm kreeg”, hoofd van het Bayer-labo, waar Felix Hoffmann  werkte als assistent

       Arthur Eichengrün

    Tijdens zijn laatste levensjaar – Hoffmann was toen reeds een paar jaar overleden – verklaarde Eichengrün dat niet Hoffmann maar hijzelf de echte uitvinder van de aspirine was. Wat was geschied? Eichengrün was joods en werd om die reden, tijdens het interbellum, verbannen uit zijn land door de nazi’s en uit de dagboeken geschrapt, waardoor hij helemaal in de vergeethoek geraakte. Gedeeltelijk eerherstel kwam er toen een Brits onderzoeker (of was het een Ier?) na de claim van 1949 aantoonde dat de eer inderdaad toekwam aan Eichengrün. Bayer weigerde echter de geschiedenis van hun paradepaardje dat Aspirin heet drastisch te laten herschrijven en zo komt het dat Hoffmann nog steeds genoemd wordt als de uitvinder van wellicht het meest succesrijke medicament aller tijden. Ten onrechte?  

    30-11-2018 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Panacee en placebo.

    Jürgen is een knappe jonge veertiger, lid van onze loopclub en allicht de meest begeerde vrijgezel van de club. Hydraulieker van beroep en “thuis” in de meeste wetenschappen, ook in de medische. En als er al eens een woord zijn pad kruist – in dit geval het woord “panacee” – waarmee hij niet bekend is, dan steekt hij zijn licht op bij diegene van wie hij denkt dat ie met de term vertrouwd is. In dit geval: mezelf…

    Het woord stamt uit de medische wereld en zestig jaar geleden kende ik het al. De meesten van mijn trouwe lezers zullen zich herinneren dat ik toen reeds student in de medicijnen was en woorden die reeds zó lang in ’t geheugen zitten vergeet men niet gauw. Op mijn leeftijd iemand nog iets te kunnen bijleren geeft een goed gevoel. En er is méér. Het woord heeft zijn oorsprong in de Griekse mythologie en zodoende krijgt Jürgen er meteen de etymologische verklaring van het woord bij. Met die Griekse goden ben ik immers vertrouwd en ik laat geen gelegenheid voorbijgaan om die kennis te etaleren. IJdelheid, weet je wel. En dat is nu ook de reden waarom ik u, lieve lezer, wil laten meegenieten van mijn deskundige uitleg omtrent “panacee”.

    Het betekent: medicijn dat werkt tegen alle ziekten. Het moge duidelijk wezen dat zoiets niet echt bestaat en dat we onze definitie een beetje dienen aan te passen in de zin van: waarvan men hoopt, veronderstelt, wil laten voorkomen dat… En het wordt ook in figuurlijke zin gebruikt, zoals in, bijvoorbeeld: “sporten is een panacee tegen alle ziekten” of “een huisdier is een panacee tegen alle vormen van depressie”. Het woord is afgeleid van Panakeia, de godin van de medicijnen, die een dochter was van Asklepios(*), de god van de geneeskunde, en Epione, die beschouwd wordt als de godin van de pijnstilling. (*Over Asklepios en in ’t bijzonder het wonderlijk verhaal van zijn geboorte kunt u lezen in mijn boek “Uit het schuim van de zee”, hoofdstuk 47). Andere kinderen van Asklepios en Epione waren de artsen Machaon en Podaleirios, beroemd vanwege hun optreden tijdens de oorlog van Troje. En dan waren er nog twee dochters: Hygieia (van wie het woord “hygiëne is afgeleid), die de godin was van de gezondheid, en Iaso die de godin was van de genezing. De namen van Panakeia en Hygieia komen voor in de aanhef van de oorspronkelijke eed van Hippocrates (**): “Ik zweer bij Apollo de genezer, bij Asklepios, Hygieia en Panakeia, en neem alle goden en godinnen tot getuige, om naar mijn beste oordeel en vermogen de volgende eed te houden:…” (** Hippocrates: de vader van de geneeskunde, leefde van 460 tot 370 v.C., zou een verre afstammeling zijn van de god Asklepios).

    Maar ter zake. Een panacee is wel degelijk een echt medicijn, maar dan één waaraan veel meer eigenschappen toegedacht worden dan het eigenlijk verdient. Een voorbeeld is aspirine. Of beter gezegd: dat was het in het begin van de vorige eeuw. Het werd op de markt gebracht in 1899 als een zeer effectief middel tegen pijn en koorts, maar algauw werd het door onze overgrootouders, al of niet op voorschrift van de huisarts,  aangewend bij haast alle denkbare lichamelijke kwalen. Panacee! Rond het midden van de eeuw werd het gebruik van aspirine rationeler en beperkt tot de aandoeningen waarvoor het oorspronkelijk bedoeld was: pijn (o.a. tandpijn, hoofdpijn, gewrichtspijn) al of niet gepaard met koorts. Aspirine was niet langer een panacee… Maar wat bleek algauw? Dat aspirine een uitstekend medicijn is in de preventie van verstopping van de bloedvaten in het hart en de hersenen, zeg maar in het voorkomen van hartinfarct en beroerte, zijnde twee van de voornaamste doodsoorzaken. Naast kanker… En, jawel hoor! De laatste jaren werd wetenschappelijk aangetoond dat aspirine een belangrijke rol speelt bij de preventie en de genezing van kanker, en alleszins darmkanker. Weer panacee dus?

    Jürgen vraagt of “panacee” iets te maken heeft met het beter bekende “placebo”. Laten we dat even onder de loep nemen. Om te beginnen is “placebo” niet afgeleid van één of andere godheid. Het is Latijn, afkomstig van “placere”, wat “behagen” betekent, of “bevallen”. Letterlijk dus: “ik zal behagen”. In tegenstelling tot de panacee bevat het placebo geen werkzame bestanddelen. De verhoopte werking ervan berust louter en alleen op een verwacht psychisch effect. Het resultaat hangt dus af van het vertrouwen dat de patiënt stelt in het “middel”. Dat vertrouwen hangt af van verscheidene factoren: 1° de autoriteit van de voorschrijvende arts, 2° de goedgelovigheid van de patiënt, 3° de kostprijs (hoe duurder het product hoe groter de verwachting), 4° de grootte en de vorm van het placebo. Wat dit laatste punt betreft, een anekdote uit de huisartsenpraktijk van een collega zaliger uit de Westhoek… Een bejaarde dame kon al dagen de slaap niet vatten, allerlei slaappillen ten spijt. Ten einde raad nam de huisarts zijn toevlucht tot het ultiem middel: een placebo in de vorm van een inspuiting met een fysiologische vloeistof doch zonder werkzaam bestanddeel. De injectienaald was nauwelijks teruggetrokken of de vrouw viel als een blok in slaap…

    Genezers die alle ziektes behandelen met voetmassage of met acupunctuur: da’s “panacee-geneeskunde” . Gebedsgenezers en dokters die ziekten behandelen met gekleurde lichtbundels: da’s ”placebo-geneeskunde.

    27-11-2018 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Blog als favoriet !

    Foto

    O jerum jerum jerum…

    Mijn memoires

    (2006, 206 p., 17,95 €)

    Te bestellen via mail:

    kvansteenbrugge@gmail.com

    (geen verzendkosten)



    Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.

    Foto

    Archief per week
  • 14/04-20/04 2025
  • 10/03-16/03 2025
  • 03/03-09/03 2025
  • 17/02-23/02 2025
  • 06/01-12/01 2025
  • 30/12-05/01 2025
  • 16/12-22/12 2024
  • 25/11-01/12 2024
  • 18/11-24/11 2024
  • 21/10-27/10 2024
  • 07/10-13/10 2024
  • 23/09-29/09 2024
  • 16/09-22/09 2024
  • 09/09-15/09 2024
  • 22/07-28/07 2024
  • 15/07-21/07 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 24/06-30/06 2024
  • 17/06-23/06 2024
  • 27/05-02/06 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 07/11-13/11 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 28/12-03/01 2021
  • 14/12-20/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 30/12-05/01 2014
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 06/12-12/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 29/11-05/12 -0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs