Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.
FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
28-10-2017
Vier miljoen lezers.
Verhalen
schrijven die door vier miljoen mensen gelezen worden. Weinig schrijvers hebben
het meegemaakt, zelfs niet in hun stoutste dromen. Wie dan wel? Uw dienaar. Als
auteur van verhaaltjes uit de Griekse mythologie op De Druivelaar.
Hier volgt hetgeen
Wikipedia ons daaromtrent leert, ten behoeve van diegenen die minder vertrouwd zijn met s
werelds meest beroemde scheurkalender, of die De Druivelaar zelfs enkel van
naam zouden kennen:
Voor elke dag is er een blaadje waarop aan de voorzijde
traditioneel de maand, de dag van de maand, de weekdag, het jaar en ook de heiligendie
op die dag gevierd worden, staan. Bij de heiligen staan enkele afgeleide namen,
die op die dag hun naamfeest vieren, vermeld. Vaak staan in het klein ook volkse namen van de maandenvermeld, de dag en de week van het
jaar, de uren van zonsop-en ondergangen de maanstanden.
Op de achterzijde van het afgescheurde
blaadje staat traditioneel een mop, waar deze kalender haar grootste bekendheid
aan dankt. Soms staat er ook een kort overzicht van reistips, met enkele
bekende feesten of stoeten, oude Vlaamse (weer)spreuken (Sint Jozef helder
en klaar, geeft licht een vruchtbaar jaar), een oude volkswijsheid (Jong
geleerd is oud gedaan,De
gierigheid beschijt de wijsheid), een oude mop uit 't Manneke uit de mane, info omtrent beurtelings parkeren, een prent bij het begin
van een nieuwe maand of seizoen, uitleg omtrent een feestdag, een gezondheidsrubriek,
etc. In sommige jaaredities verschenen ook extra statistieken zoals neerslagwaardenen temperatuurrecords voor die dag.
De Druivelaar is in 2018 aan zijn 103de jaargang: in 1944, in volle wereldoorlog moest de wereld het stellen zonder Druivelaar.
In 2010 viel mij de eer te beurt verhaaltjes te mogen schrijven voor de populaire scheurkalender met de miljoenen lezers: om de veertien dagen een verhaaltje uit de Griekse mythologie. Een bijdrage tot cultuurverheffing van de Vlaamse medemens. Het Wikipedia-verhaal dateert ongetwijfeld van vóór 2010, want ik kan mij moeilijk voorstellen dat ze mijn verhaaltjes bij de etc. zouden geklasseerd hebben. Twee jaar later verscheen er van mijn hand maandelijks een verhaal in De Druivelaar over één van de twaalf beelden van de dierenriem met telkens een link naar de Griekse mythologie. Iedere maand was een extra blaadje ingelast met op de ene kant de tekst en op de andere kant de tekening die het verhaal illustreerde. De tekenaar was Kurt Vangheluwe een jonge grafisch kunstenaar uit Ieper, de illustrator van mijn boek Uit het schuim van de zee dat toen pas verschenen was en dat handelde over u raadt het de Griekse mythologie. En na vijf jaar stilzwijgen maak ik dus weer een come-back, met een contract voor twee jaar, nl. 2018 en 2019: weer verhalen uit de mythologie, slechts één per maand maar ditmaal mét illustratie door een tekenaar. En wat voor één. Marc Van Hoye, een oude commillito uit de Ghendtse studentenstede. Van 1957 tot 1965 hebben wij lief en leed gedeeld op de banken van de auditoria en in de studentenclubs. Hij was lid van Moeder Meetjesland, ik van Moeder Laetitia (club van de Vlaamse Ardennen), clubs waarvan wij allebei preses zijn geweest. We zijn beiden afgestudeerd in 1965 als doctor in de genees-, heel- en verloskunde. Marc is orthopedisch chirurg geworden, ik keel-neus-oorarts. Ik herinner we nog levendig dat we vaak naast elkaar zaten in de anatomieles van professor Fautrez zaliger. Marc was linkshandig en toch nam hij notities met de rechter hand. Maar telkens als er een tekening diende gemaakt van een bot, een spier of een gewricht nam de linkerhand het over. Niemand van onze lichting kon zo snel en zo mooi tekenen als Marc. En nu ja, u begrijpt hoe het verder verlopen is: Marc is het tekenen nog niet verleerd en heel hard heb ik niet moeten aandringen. Oordeel zelf. U herkent ongetwijfeld de vaste hand van de chirurg.
Zo enthousiast schrijft De Druivelaar op pagina één van de kalender over onze Griekse mythen
En nu allen snel naar de boekhandelaar (misschien is De Druivelaar nog niet uitverkocht): de prijs is amper 3,79 euro. En opdat u alvast de smaak zoudt te pakken krijgen, hier de eerste twee verhaaltjes:
23 januari: over de geboorte van de beroemde held Perseus.
26 februari: over Hephaistos, de god van de smeden
Dit is het
verhaal van een jong knaapje dat héél veel hield van zijn opa. Het verhaal speelt
zich af rond het eind van de negentiende eeuw in een ver land dat toen Oostenrijk-Hongarije
heette. De bollebozen onder jullie zullen zoiets al verwacht hebben, vanwege de
accentjes op de as van zijn naam. Bárány moet een jaar of zeven geweest zijn
en hij zat in het tweede leerjaar. Vader en moeder hadden drukke bezigheden en
zo kwam het dat Bárány in de week logeerde bij zijn opa en oma. Oma Zsófia was
ziekelijk en opa András zorgde goed voor haar. Opa kookte voor haar en voor
Bárány en hij deed ook de was en nog zoveel meer. Iedere ochtend om zeven uur
maakte hij zijn kleinzoon wakker en hij maakte voor hem een versterkend ontbijt
klaar en altijd liep hij een eindje mee naar school, tenzij die ene keer toen
hijzelf zwaar verkouden was. En iedere dag, na het avondmaal en als Bárány
klaar was met zijn huiswerk, trakteerde opa hem op een verhaal over waargebeurde heldendaden en fratsen uit
zijn eigen jeugd en over oma die ooit het mooiste meisje van het dorp was geweest.
De jongen hing aan opas lippen en s nachts sliep hij met een gelukzalige
glimlach om de mond. Niets liet vermoeden dat er aan Báránys gelukkig leven
ooit een einde zou kunnen komen. Kon men zich iets mooiers indenken dan te
mogen snuisteren op opas zolder? Wat een weelde! Gezelschapsspelen, oude legerkostuums,
opgezette vogels, allerlei gekke hoofddeksels, prentenboeken, waar geen mens
ooit op uitgekeken kon raken, dozen met tinnen soldaatjes en bovenal, op de
hoge kast, waar Bárány niet bijkon, ook niet als hij op een stoel ging staan:
een trommel. Zo n mooie had hij nog nooit eerder gezien. De trommelstokken
lagen ernaast. Hij had het er al eens over gehad met opa, hoe hij ernaar
verlangde om op die trommel te mogen tokkelen. En opa had geantwoord: als jij
die trommel wil kan je hem van mij krijgen op voorwaarde dat je goed je best
doet op school en als je dit jaar de eerste van de klas bent krijg je hem al
meteen. Báránys hartje popelde. Hij beloofde razend goed zijn best te zullen
doen. En dat deed hij. En toen de proefwerken voor de deur stonden voelde hij
er zich helemaal klaar voor. Hij en niemand anders zou de eerste van de klas
zijn. De trommel lag in zijn bereik.
En toen, op
een dag, de proefwerken waren net niet begonnen, stond zijn vader aan de schoolpoort.
Opa was plots overleden! Liever was de hemel ingestort
s
Anderendaags reeds gebeurde er van alles. Oma werd naar een rusthuis gebracht,
waar ze zo zei men goed zou verzorgd worden. Met een grote wagen was men de
zolder komen leeghalen terwijl Bárány op school zat. Of was hij die dag niet op
school geweest? Hij wist het niet eens meer. Hij voelde zich verdwaasd en
verlamd en toch droegen zijn benen hem
nog. Ze droegen hem naar de zolder van opa om te zien of de trommel zijn
trommel! er nog was. De trommel was weg, en de stokken, en de hoge kast. Bárány
was ontroostbaar. Hij at niet meer en hij weigerde nog naar school te gaan. Nu
opa er niet meer was had het toch allemaal geen zin meer. De trommel die hem beloofd
was had misschien het leed van opas dood kunnen verzachten
Was de
trommel nog ergens? Waar hadden de opkopers de trommel heen gebracht? Hadden ze
hem misschien vernietigd? Of was hij nu van een andere jongen? Vader nam contact
met de firma die de zolder was komen leeghalen, maar het antwoord op de
brandende vragen bleef uit.
De veerkracht
van een kind is soms onvoorstelbaar groot. Bárány zwoer dat hij op zoek zou
gaan naar de trommel. Desnoods op gevaar voor zijn leven. De dood boezemde hem
immers geen vrees meer in. Zonder opa had niets nog zin, tenzij hij de trommel
zou terugvinden.
Dit zou het begin moeten zijn van een heroïsch verhaal van de zoektocht
van een jongen naar de trommel van zijn opa. Of niet? Of wordt dit eerder het
verhaal van een bedrieglijke, laag-bij-de-grondse zucht naar geldgewin van gespecialiseerde
genees- en heelmeesters op de kap van de onwetende en onmondige patiënt? U
verneemt het in deel 2. Komende week misschien
Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.