Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.
FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
28-02-2010
De rollen omgekeerd.
Een halve eeuw geleden waren wíj het die punten kregen van de professoren. Maar dat het kan verkeren, zoals Bredero zei, wordt door het volgend verhaal aangetoond.
Woensdag 24 februari was weer eens een memorabele dag. In weerwil van een verkoudheid één om u tegen te zeggen ben ik naar het UZ Gent getogen om er een avondcolloquium bij te wonen over de behandeling van auto-immuunziekten, meer in t bijzonder de reumatoïde arthritis, de ziekte van Bechterew, psoriasis, en de darmziekten colitis ulcerosa en ziekte van Crohn. Het moést, want twee van mijn vrienden en een aangetrouwd familielid gaan gebukt onder één of meerdere van die aandoeningen. Omdat autorijden in regen en duisternis mij niet meer zo goed afgaat, heb ik weer eens de trein genomen en dat is hoe dan ook een paar uur lopen in weer en wind. Dat er op talloze plaatsen wegenwerken zijn in Gent, daaraan zijn we zo stilaan gewend geraakt. Hinderlijker was dat de bouw- en afbraakwoede nu ook toegeslagen had in het UZ. Auditorium C, waar de colloquia meestal doorgaan, was daardoor niet te bereiken. t Was maar goed dat ik een vol uur te vroeg was. Een half uur om aan de weet te komen dat de voordrachten ditmaal doorgingen in auditorium B, plus een half uur om dat auditorium effectief te vinden: ik kwam maar net op tijd.
De eerste spreker was, hoewel reeds professor, jong en onervaren als redenaar. Hij begon zijn voordracht met te danken voor het vertrouwen: het was zijn eerste optreden voor dit geacht publiek. Qua leeftijd had hij mijn kleinzoon kunnen zijn. Steeds jonger worden ze, de professoren, naarmate wijzelf ouder worden. Het onderwerp was interessant maar aan de spreker zelf viel nog héél wat te sleutelen.
De tweede spreker had het over de behandeling van aandoeningen van de gewrichten in de wervelzuil. In tegenstelling tot de vorige spreker was deze niet meer van de jongsten, misschien zelfs reeds professor emeritus, hetgeen zoveel wil zeggen als géén professor meer. Voorovergebogen begaf hij zich naar voor, op een extreem houterige manier, hetgeen naar mijn gevoel alleen kon te verklaren zijn door een aandoening van de gewrichten in de lendenwervelzuil. Hadden de pillen uitgerekend bij hém geen gunstig effect? Of had hij ze niet genomen uit schrik voor de bijwerkingen? De voordracht was overigens niet slecht. En toch heb ik hem op mijn beoordelingsblad niet méér punten gegeven dan de vorige, zijnde nul op vijf. Ik vond dat hij iets over zijn eigen klachten had moeten zeggen. Stel u maar eens voor, beste lezer: u gaat naar een voordracht over de behandeling van kaalhoofdigheid, de spreker heeft een hoofd zo kaal als een biljartbal en daar zegt hij dan niks over. Maar er was nog een andere reden voor die nul, een emotionele
De derde spreker was eigenlijk een spreekster, van het vrouwelijk geslacht dus. De knapste vrouw die ooit achter een spreekgestoelte heeft plaatsgenomen.Duizend keer de reis naar Gent waard. Véél te mooi om professor te zijn. Haar heldere stem en haar vloeiende volzinnen waren een streling voor het oor. Haar verschijning: een streling voor het oog. En omdat een man zijn aandacht nu eenmaal slechts op één ding tegelijk kan richten, ontging de inhoud van haar betoog mij grotendeels. Ik heb haar optredengehonoreerd met vijf op vijf. Ik was blij dat ik de andere sprekers een nul had gegeven. En toch, de tweede spreker had misschien wel een één verdiend. Maar er was die emotionele reden waarover ik het had aan het eind van de vorige paragraaf. Zou die tweede spreker ooit kunnen vermoeden hebben dat hij de WM was uit het levensverhaal van een collega? Een uittreksel uit dat levensverhaal (O jerum jerum jerum 2006):
... Vanzelfsprekend was de kotmadam woedend geweest, maar tegen 't einde van het academisch jaar leek ze het incident met de kan min of meer verwerkt te hebben. Niets liet vermoeden dat ze mij de week vóór het begin van het nieuwe jaar een brief zou schrijven met de mededeling dat ik al mijn spullen mocht komen halen, want dat ik bij haar weg moest. Ze somde vier redenen op waarom ze mij niet meer wilde hebben. Ten eerste was er het urineren in de lampetkan. Ten tweede, mijn ongehoorde slordigheid. Ten derde, de geschiedenis van de gesmolten warm-waterkan. Het vierde argument was nieuw. In het perkament van de lampekap die in de hal stond, had ze recentelijk een lelijke scheur ontdekt. Dat kon alleen ík gedaan hebben!
Ik had op mijn blote knieën kunnen beloven dat ik voortaan altijd naar het WC zou gaan om te plassen. Ik had kunnen argumenteren dat ze van de wanorde op mijn kamer in wezen toch geen last had, dat de gesmolten kan een accident was dat iedereen wel had kunnen overkomen. Ik had kunnen zweren dat ik van de beschadigde lampekap niets afwist. Het zou boter aan de galg geweest zijn. Ze leek vastbesloten. Toen ik mijn spullen ging halen was ze nog redelijk vriendelijk. De gestorte waarborgsom kreeg ik weliswaar niet terug. Dat vond ik logisch. Het moest dienen voor het herstellen van de schade van het kan-incident.
Ze leek opgelucht dat ze van mij af was. Ze zei dat ze een andere student op 't oog had. Hij heette WM. De jongen studeerde eveneens geneeskunde, was netjes en ging nooit uit. Een heilige, die al de goede eigenschappen bezat, die ík zo schromelijk ontbeerde. Ik heb hem direct gecatalogeerd als immens antipathiek; dáárvoor hoefde ik hem niet ontmoet te hebben. Dié jongen zal het ver brengen, had de kotmadam gezegd. Het lag er vingerdik op dat ze de toekomst voor mij heel wat minder rooskleurig inzag.
Wat verafschuwde ik die knaap, voor wie ik het kot moest verlaten, waar ik twee volle jaren gelukkig was geweest! Het kot, dat aan 't einde van de rit, het enige bleek te zijn dat ik niet uit vrije wil heb verlaten. Wat heb ik die WM verwenst! Hoezeer heb ik niet gehoopt dat hij nooit dokter zou worden?
Kan iemand mij vertellen hoe heden ten dage de naam luidt van de professor reumatologie aan het UZ-Gent? Juist, ja! WM.
Naar waarheid, beste lezer, op 24 februari 2010, bijna een halve eeuw na de rampzalige feiten, heb ik professor WM voor t eerst gezien. Nul op vijf! Zoet is mijn wraak! Nu kan mijn rouwproces écht beginnen.
Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.