Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.
FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
Het moet
zowat dertig jaar geleden zijn dat de toen in Vlaanderen beroemde en beruchte
professor P.C. Paardekooper op mijn uitnodiging inging om te mijnen huize een
culinaire en literaire avond door te brengen. Voor mij een eer en een genoegen.
Ik had in de krant gelezen dat de professor, die toen net de pensioenleeftijd
had bereikt, pas een boek had uitgegeven.
- Klopt het,
zei ik, dat u onlangs nog een boek hebt uitgegeven?
- Wilt u de
vraag nog eens herhalen?
- Of u
onlangs een boek hebt uitgegeven?
- Ik meende verstaan te hebben dat u eerst zei "nóg een boek" of was het "nog een bóek"?
Ik voelde wel
dat er enig verschil bestaat tussen "nóg een boek" en "nog een bóek". Toch
vroeg ik:
- Waar zit
het verschil?
- Klemtoon,
zei Paardekooper. Klemtoon is héél belangrijk. In het eerste geval drukt u uw
bewondering uit over het feit dat ik aan de vele boeken die ik geschreven heb,
er nu nog één heb toegevoegd. In het tweede geval toont u zich verwonderd over
het feit dat ik op mijn gevorderde leeftijd nog in staat ben tot het schrijven
van een boek.
Ik had wel
degelijk de klemtoon op "boek" gelegd en zó had ik het ook bedoeld. Ik ontkende
het wel, maar de professor lachte fijntjes Hij heeft er uiteindelijk nog
achtentwintig jaartjes bijgedaan en 't zou mij verwonderen als dat boek zijn
laatste is geweest. Hoe kon ik toen in godsnaam vinden - ik was zelf vijfenveertig - dat vijfenzestig behoorlijk oud is om nog een boek te schrijven? Wat dan
gezegd van Gaston Durnez, één van onze meest voortreffelijke Vlaamse
schrijvers, die dit jaar, met 87 op de teller, drie boeken publiceert: "Mannen
met zwarte gezichten", "De bolhoed van mijn vader" en "Het ABC van Gaston
Durnez"?
Een
gelijkaardige eer en genoegen als toen met Paardekooper is mij vorige week ten
deel gevallen. Gaston en ik, naast elkaar gezeten aan de tafel van een
gemeenschappelijke vriend voor een gezonde lekkere maaltijd en een dito literaire
babbel. Nog drié boeken, met de klemtoon op "drie". Bij die gelegenheid heb ik
van Gaston de dichtbundel "Lichtverzen" gekregen, d.d. 2008, geschreven ter
gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag. Ik citeer enkel de laatste strofe
van het laatste gedicht uit de bundel...
Of
schilder als U kunt eentje van mijn gedichten
in
bonte kleuren op een luchtballon.
Dan
zweef ik boven Vlaanderen in de kermiszon
en
kinderen roepen: Kijk, daar vliegt Gaston de Lichte!
... en de
opdracht die Gaston er heeft ingeschreven:
Aan Monique en Kris Vansteenbrugge
die wel weten dat er zonder humor geen ernst bestaat.
Ik zou geen
betere slogan hebben kunnen bedenken. En van Gaston Durnez hebben we het
laatste nog niet gezien. Neem dat maar van mij aan.
Gaston Durnez, getekend door Marc Sleen.
Gaston was toen nog veel jonger*.
* "Vroeger waren wij veel jonger" is een boek van G. Durnez (2008).
Van een
vriend, kunstenaar-filosoof, die mij enkele dagen geleden met een bezoek
vereerde, kreeg ik het volgende verhaal toegestuurd: mooi en ontroerend.
Toen ik laatst onze Peugeot wou schoonmaken zag ik op de plaats waar
normaal de voeten staan, enkele mooie witte steentjes liggen, duidelijk aan de
schoenzolen meegekomen bij het instappen vanaf jullie parking. Ik kreeg het
niet over mijn hart om ze met de industriële stofzuiger te lijf te gaan en
raapte ze één voor één voorzichtig op, als waren het kostbare relikwieën
overblijvend uit een bewogen tourrit op de Mont Ventoux, mij afvragend in welk
doosje ik ze zou opbergen. Zeventien waren er, welgeteld.
Ik zal ze bijhouden en beschouw het als mijn heilige plicht ze terug
te brengen naar hun oorspronkelijke bestemming, terug bij hun vriendjes, een
beetje zoals verloren gevlogen duiven, na een onweer, die door de vinder worden
teruggebracht naar hun kot, tot grote vreugde van de melker.
Het zijn, zoals nu blijkt, wel heel bijzondere steentjes. Zelfs bij een
ordinair en bijna brutaal handworpje liggen ze er nadien altijd een heel
bevallige compositie te wezen. Een lichte nonchalante gooi: nog steeds een
elegante ritmische samenstelling. Straf, héél straf!
Dit hoogst ongewoon esthetisch gedrag intrigeert mij in hoge mate.
Dit bijzonder fenomeen noopt overigens tot enige filosofische
beschouwing. Deze kiezelkunstwerkjes bestaan namelijk slechts op het moment dat
ze zijn neergegooid en enkel bij de gratie om op dat moment te stoppen. Bij het
vormen van een nieuwe worp verdwijnt de vorige onherroepelijk. Als men er één
wil laten voortbestaan houdt voor deze steentjes tegelijk de creatieve ontwikkeling
op. De schepping is dus een evolutief proces waarbij het vorige verdwijnt als
het door een ander vervangen wordt en er steeds nieuwe patronen ontstaan, tot
in het oneindige
De statistische kansberekening dat men met zeventien steentjes tweemaal
een identieke groepering gooit, naar onderlinge afstand en positie, is voer
voor betere mathematici.
In bijlage een zestal zeer mooie kiezelsteenformaties, ceteris paribus.
Achteraf beschouwd vrees ik dat het een hartverscheurende kwestie zal worden om deze merkwaardige kunstzinnige steentjes terug naar jullie parking te brengen: ik ben er serieus aan gehecht geraakt. Mag ik ze misschien tóch houden?
Het spreekt vanzelf dat ik hem de steentjes laat houden. En of ik mijn vriend dankbaar ben: wát een les in esthetiek, in ruil voor zeventien onnozele kiezeltjes!...
En wat betreft de kans dat men met die steentjes tweemaal een identieke groepering gooit. Ze is onbestaande. En al zouden we ervan uitgaan dat met één steentje de kans één op honderd is (maar in werkelijkheid is die kans oneindig veel kleiner, namelijk één op oneindig) en dat iemand het in zijn hoofd haalt om iedere vijf seconden een worp te doen met de zeventien steentjes, dan nog zou hij pas om de tien-tot-de-negenentwintigste-macht jaren een identieke tweeling baren. En dieper wens ik daar niet op in te gaan.
Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.