xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Beste Jonathan,
Dit is een antwoord op je mail van eergisteren 3 juni 2009. Sta mij toe dat ik van start ga met een lange inleiding.
Ik moet een jaar of zes geweest zijn toen ik voor t eerst mee mocht met mijn ouders naar het circus. Ik weet nog dat er een clown was die de piste betrad, spelend op een viool. Maar zijn spel was volstrekt krankzinnig, zonder vorm, melodie of ritmiek. Het klonk pijnlijk in eenieders oren, ook in de mijne. Toen kwam er een andere clown ten tonele, met in ieder oor een dikke prop watten en een paar reuzenschoenen aan de voeten. Hij gaf de spelende clown een daverende trap onder de broek, waardoor deze plots wondermooie klanken begon te produceren met zijn snaarinstrument. De toeschouwers raakten in vervoering door het spel: hier was een virtuoos aan het werk, vermomd als clown! Als kind zag ik niet eens het grappige in van die scène. Ik moet waarschijnlijk gedacht hebben dat die trap onder de broek de metamorphose had teweeggebracht. Naïef als ik toen was! Dat een trap onder de broek zon verstrekkende muzikale gevolgen kon hebben, leek mij toen niet eens zo absurd.
Zelf ben ik geen liefhebber en allerminst een kenner van muziek. In mijn kinderjaren hield ik het bij de liedjes van Bobbejaan Schoepen, zoals k Zie zo geren mijn duivekot. Later heb ik mij laten bekoren door liedjes uit de studentencodex: Muss i denn, Die Lore, Poor old Joe, Home on the Range en andere. In de periode dat ik met meisjes slows danste in zwak verlichte dancings kon ik wegsmelten op de tonen van Come closer to me en Put your head on my shoulder. Uit de tijd van mijn legerdienst dateert Strangers in the night van Sinatra: ik kon mij geen mooiere muziek indenken. Klassieke muziek was allerminst aan mij besteed. En daaraan heb ik het te danken dat ik tijdens mijn laatste jaar in het Atheneum van Oostende een belangrijke quiz gewonnen heb. Men liet een muziekstuk horen en men vroeg wie de componist was: het was de beslissende vraag die één van de twee finalisten moest bekronen. Ik antwoordde Bach omdat het de enige was die mij te binnen schoot. Het wàs Bach, maar niemand van de aanwezige kenners die ooit aan Bach had gedacht, omdat het stuk allesbehalve typisch was voor Bach. Een soort strikvraag dus, waar alleen ík niet was ingelopen. Dat ik een zeer goede rekenknobbel had en zo goed als alles wist over sport was algemeen bekend in de school, maar dat ik ook nog eens alles wist over klassieke muziek
Het heeft mijn prestige niet geschaad.
Toch mag ik beweren dat ik de laatste jaren enigszins van klassieke muziek begin te kunnen genieten. Een pril begin, weliswaar. Dat heeft met zich meegebracht dat ik niet meteen de kamer verlaten heb toen mijn echtgenote enkele dagen geleden overschakelde op canvas plus, voor de koningin Elisabeth wedstrijd voor viool. Er kwam een violist op het podium en die speelde
volstrekt krankzinnig, zonder vorm, melodie of ritmiek. Ik dacht aan het circus van drieënzestig jaar geleden en een ogenblik dacht ik dat er een clown het podium zou betreden en de speler een trap onder zijn broek zou verkopen
Maar het bleek allemaal bittere ernst te zijn. En toen kwam er een tweede en een derde: volstrekt krankzinnig, zonder vorm, melodie of ritmiek. Ontgoocheld ben ik dan toch naar buiten gegaan. En s anderendaags, toen mijn nieuwe buurvrouw zich in lovende bewoordingen uitliet over de wedstrijd, heb ik instemmend geknikt: zij moet maar niet weten wat een grote ongeciviliseerde boerenpummel ik toch nog steeds ben! Zij moet maar niet weten dat ik het voorlopig nog steeds houd bij Ik spring uit een vliegmasien van Eddy Wally
En nu jouw mail, mijn beste Jonathan. Je schrijft letterlijk over hedendaagse muziek die de deelnemers aan de vioolwedstrijd ten gehore hebben gebracht: volstrekt krankzinnig, zonder vorm, melodie of ritmiek. En is dat niet de letterlijke verwoording van hoe ikzelf erover dacht? En ben jij niet de kunstzinnige Jonathan, die als géén door de muze van de muziek gebeten is, die vrijwel alle grote componisten geportretteerd heeft en hun werk door en door kent? En ben jij nu niet tevens het argeloze jongetje uit De nieuwe kleren van de keizer, dat opmerkt dat de keizer helemaal geen kleren aan heeft?
Wat er ook van zij: ik groet je hartelijk bij deze!
Kris.
|