Inhoud blog
  • Test
  • BOEK: De Bourgondiërs (Bart Van Loo) 2019
  • BOEK: Sinuhe de Egyptenaar (Mika Waltari) 1945
  • BOEK: Dwaal zacht (Lore Mutsaers) 2019
  • BOSCH: Higgs Strickland 2016
    Zoeken in blog

    Over mijzelf
    Ik ben Eric De Bruyn
    Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
    Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 68 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
    Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
    WEMELDINGEN
    Tijd is ruimte in beweging
    16-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: The Imaginarium of Doctor Parnassus (Terry Gilliam (UK-Can-F, 2009)

    THE IMAGINARIUM OF DOCTOR PARNASSUS (Terry Gilliam) (UK-Can-F, 2009)

    (118’)

    Het zit Terry Gilliam de laatste tijd niet echt mee. We herinneren ons nog hoe zijn project rond Don Quichote in Spanje door allerlei omstandigheden totaal de mist en de dieperik in ging. En ook deze keer dreigde het serieus mis te lopen: halverwege de opnamen overleed Heath Ledger (zelfmoord wordt gefluisterd), één van de belangrijke personages in de film. Het probleem werd opgelost door het scenario te herwerken en de rol van Ledger door drie andere acteurs (Colin Farrell, Johnny Depp en Jude Law) te laten afwerken. Dat zorgt wel voor een beetje verwarring, de eerste keer dat je de film ziet, en het is zo ook al een gulzig, gotisch en schaamteloos chaotisch fantasiefestijn (met de woorden van Dave Mestdach in Knack Focus).

    Het begint nochtans veelbelovend met intrigerende beelden van een soort foorwagen die door de natgeregende straten van nachtelijk Londen hobbelt. Die foorwagen behoort toe aan Dr. Parnassus (Christopher Plummer), die samen met zijn dochter Valentina (een schattige Lily Cole), de jonge kerel Anton (Andrew Garfield) en de dwerg Percy (Verne Troyer) rondreist om een magische show te geven: dankzij de speciale gaven van de doctor komt wie de foorwagen binnentreedt via een spiegel, terecht in een fantasiewereld die beheerst wordt door het eigen onderbewustzijn. In feite is Parnassus een monnik die duizend jaar geleden een weddenschap met de duivel aanging, die won en zo het eeuwige leven verkreeg. Dat bleek echter toch niet zo geweldig te zijn (hij werd steeds maar ouder) en ergens in de twintigste eeuw sloot hij een deal met de duivel, omdat hij verliefd werd op een passerende dame: hij zou terug sterfelijk én jong worden, op die manier kon hij de dame in kwestie verleiden en huwen, mààr hij zou zijn eerste kind op zestienjarige leeftijd aan de duivel moeten afstaan. Dat kind is dus Valentina en over drie dagen zal zij in handen van de duivel (gespeeld door Tom Waits overigens) vallen.

    Parnassus en de duivel sluiten echter een nieuwe weddenschap af: wie het eerst vijf zieltjes wint, krijgt Valentina. Ondertussen is de kermistroep vervoegd door een zekere Tony Shepherd (Heath Ledger). Hij is opgehangen onder een Londense brug, wordt gered door Parnassus & Co en blijkt uiteindelijk een soort bedrieger te zijn die geld gestolen heeft van een liefdadigheidsinstelling en nu de Russische maffia achter zijn vodden heeft zitten. Dankzij die Tony slaagt Parnassus erin vier zieltjes te winnen (vier rijpere dames die helemaal verrukt terugkeren uit de fantasiewereld achter de spiegel) maar Valentina komt toch in handen van de duivel. De vijfde ziel is echter uiteindelijk Tony zelf, die na een aantal vijven en zessen door toedoen van Parnassus opgehangen wordt (zonder reddend adembuisje in de keel dit keer). Om een of andere reden wou de duivel immers Valentina uitwisselen voor Tony, omdat hij een afkeer had van deze laatste. Na een tijdlang rondzwerven in zijn eigen droomwereld, komt Parnassus terug in de werkelijkheid terecht, om te ontdekken dat Valentina en Anton getrouwd zijn en een dochtertje hebben.

    Zoals misschien al enigszins duidelijk werd uit deze samenvatting: dit scenario werkt van geen kanten omdat het allemaal bijzonder verwarrend, chaotisch en onsamenhangend is. Terry Gilliam zoals we hem kennen van zijn tijd bij Monthy Python en van zijn vroegere films. In de tijd van Monty Python waren er nog een stuk of vijf, zes anderen om zijn mateloze fantasie in te tomen, maar hier kan hij lustig al zijn demonen ontbinden. Dat resulteert dan wel in een fabeltastische mise-en-scène, met prachtige trucages en wonderlijke droomdecors (waarin onder meer invloeden van de tekenfilmsequensen uit de Monty Python-tijd te herkennen zijn), vooral wanneer alles zich afspeelt in die fantasiewereld achter de spiegel, maar eigenlijk ook daarbuiten (de Londense locaties zijn stuk voor stuk bijna magisch). En dankzij de absurde grappen (de dansende politiemannen-met-rokjes komen zó uit een aflevering van Monty Python), de bizarre wezens (een dwerg, een duivel, de wezens in de droomwereld – onder meer een gigantische slang met de kop van Tom Waits) en enkele pikanterietjes (Valentina die op een bepaald moment moet optreden als Eva, slechts gekleed in lange haren, Johnny Depp die met een rijpere dame moet gaan kameren) zit de sfeer van deze film eigenlijk heel de tijd snor. Bovendien is Tom Waits gewoonweg subliem als de duivel in deze film: een soort Errol Flynn-achtige figuur met snorretje, zwarte mantel, bolhoedje en sigaret met mondstuk).

    Alleen dus bijzonder jammer dat het scenario (geschreven door Terry Gilliam en Charles McKeown) te speels en waanzinnig, te barok en losgeslagen uitvalt om goed te zijn. Verre van een meesterwerk dus, maar een film die men toch zeker een keer moet bekijken, al was het alleen maar omwille van die geweldige droomlandschappen.

    Quotering: 3

    (2de visie: 15/01/11) (dvd – bib Brecht)

    16-01-2011 om 22:09 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Trager dan de snelheid (Herman Brusselmans) 2010

    TRAGER DAN DE SNELHEID (Herman Brusselmans) 2010

    [Roman, Prometheus, Amsterdam, 2010, 237 blz.]

    De figuur Louis Tinner speelde in twee vroegere romans van Brusselmans al een rol: in De man die werk vond was het een neurotische jongeman die werkzaam was als bibliothecaris in een overheidsinstelling en in Nog drie keer slapen en ik word wakker was het een al wat oudere neurotische boekhandelaar. In dit nieuwe boek is Louis Tinner een vijftiger geworden (net als Brusselmans zelf), maar nog altijd even neurotisch. Hij heeft zijn boekhandel verkocht en is gehuwd met ene Zoë, een dame die genoeg geld heeft en verdient (als personal shopper : iemand die rijke vrouwen advies geeft bij hun aankoop van kleren en dergelijke) opdat Louis gewoon thuis zou kunnen blijven. Met Zoë heeft Louis de laatste tijd geen seks meer, maar ze hebben wel een 12-jarige zoon, David, en ze wonen in een huis in Gent dat nog aan Hugo Claus heeft toebehoord. Louis denkt dat hij een dichter is en spendeert een gedeelte van zijn tijd aan het schrijven van (manifeste snert-)verzen, onder het motto: wat Claus kon, kan ik ook. De rest van zijn vrije tijd besteedt hij aan het rondhangen in cafés (waar nergens toe leidende, vaak compleet absurde gesprekken worden gevoerd), aan het kopen van een pijp en een alpinopet (want die dingen zijn ‘des dichters’), aan het rondwandelen met zijn zoontje door Gent (als die een werkstuk moet maken over gebouwen), en aan het vijf maal bedriegen van zijn vrouw.

    De eerste vier keer gebeurt dat overspel met vrouwen die zonder uitzondering erg lelijk zijn: de verkoopster van de alpinopet, een cafébazin, een dikke negerin (een klant van zijn vrouw) en zelfs zijn oude schoonmoeder (die net weduwe is geworden). De seks is zonder uitzondering abominabel (Louis is semi-impotent), maar telkens zijn de vrouwen hem toch bijzonder dankbaar. Op het einde van het ‘verhaal’ (dat zoals altijd bij Brusselmans met haken en ogen aan elkaar hangt) treedt Louis samen met nog enkele andere prutsdichters op in een tent in Waarloos. Het optreden is een compleet fiasco en ontaardt in een halve rel wanneer hij zijn gedicht De kameel van Auschwitz voordraagt. Hij loopt weg uit de tent maar wordt gevolgd door Eva, het veertienjarige vriendinnetje van David. Met dat meisje bedriegt hij zijn vrouw voor de vijfde keer, ergens tussen de struiken, anaal (want zij wil haar maagdelijkheid voor David bewaren). De seks is deze keer wel goed en Louis Tinner was voor even een mens in evenwicht. Doek.

    Typisch voor de Tinner-figuur zijn overigens ook de talrijke rechtse, racistische, vrouw- en homo-onvriendelijke opmerkingen en beweringen die hij doorheen gans het boek rondstrooit. Typisch voor Brusselmans zijn de bladvullende, op louter fantasie gebaseerde uitweidingen (je krijgt dan bijvoorbeeld plots een heel verhaal over het leven en de familie van Chopin dat compleet uit de duim gezogen is) en de sneren en vegen uit de pan die gericht zijn aan Bekende Vlamingen en collega-auteurs. Passeren deze keer de revue: Hugo Claus, Roos Van Acker, Erwin Mortier, Eline De Munck, Kristien Hemmerechts, Annelies Verbeke, Yves Petry, Matthias Schoenaerts, Herman Van Molle en we vergeten er vast nog een paar. De humor, Brusselmans sterkste troef die echter in zijn boeken van de laatste jaren maar op een laag pitje staat, is ook nu weer bijzonder zwak. Redelijk vlot geschreven is het allemaal wel, zodat nogmaals bevestigd wordt dat wat Brusselmans schrijft, amusementsliteratuur is, zij het ook dit keer weer van middelmatig allooi.

    Quotering: 2,5 (13/01/11)

    13-01-2011 om 22:39 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: The Other Boleyn Girl (Justin Chadwick) (USA-UK, 2007)

    THE OTHER BOLEYN GIRL (Justin Chadwick) (UK-USA, 2007)

    (115’)

    De geschiedenis van Anne Boleyn, de tweede vrouw van Henry VIII en de moeder van Elisabeth I. Wij hebben dit historisch drama met veel plezier bekeken: er wordt uitstekend geacteerd (Natalie Portman als Anne, Scarlett Johansson als haar zuster Mary, Eric Bana als Hendrik VIII), de mise-en-scène is zeer verzorgd, het is een sterk en zelfs ontroerend verhaal en last but not least lijkt ons dit een fraaie les geschiedenis. Of het allemaal historisch correct is, kunnen we niet zo direct nagaan natuurlijk, maar we vertrouwen erop dat Philippa Gregory (op wier roman de film gebaseerd is en die mee het scenario schreef) haar huiswerk gedaan heeft.

    Als het inderdaad allemaal klopt (en waarom zou het dat niét, althans wat de grote lijnen betreft?), dan leren we enkele dingen bij. Henry VIII raakte eerst verliefd op het zusje van Anne, Mary Boleyn, terwijl hij nog getrouwd was met de Spaanse Catharina van Aragon (die echter slechts dode kinderen baarde). Door het gekonkelfoes en gelobby van haar familie (vooral van haar vader en oom, de moeder bekijkt alles met lede ogen) wordt ze Henry’s bijzit (ofschoon ze al getrouwd is) en ze schenkt hem een bastaardzoon. Ondertussen is Anne (als straf omdat ze in het geheim met een jonge adelborst getrouwd was) naar het Franse hof gestuurd, weergekeerd en begonnen aan het inpalmen van de koning, wat lukt. Ze legt het echter slimmer aan boord dan haar zus en wil zich pas geven als Henry met haar trouwt. Queen Catherine wordt op een zijspoor gezet (in een klooster), Mary wordt op het platteland geparkeerd en Henry breekt met de paus en de Kerk. Eens gehuwd schenkt Anne haar koning een dochter (de latere Elisabeth I dus), maar die wil perse een zoon. Er volgt dan helaas een miskraam, Anne voelt dat ze de aandacht van Henry aan het verliezen is (Jane Seymour is ondertussen al in de picture gekomen) en de wanhopige Anne overreedt haar broer om haar opnieuw zwanger te maken. Eens in bed is die broer niet in staat seks te hebben met zijn zuster, maar ze zijn bespied geworden, alles komt uit, en Anne eindigt op het schavot. Haar zus Mary voedt Elisabeth verder op, samen met haar bastaardzoon en nog een ander kind dat ze heeft van haar tweede man.

    Uit deze film komt Anne Boleyn naar voren als een serieuze bitch, een nietsontziend, jaloers, ambitieus en machtsgeil geval dat dus op het einde eigenlijk niets meer dan haar verdiende loon krijgt. Helemaal het tegenovergestelde van haar zuster Mary, die door Anne opzijgedrumd wordt maar haar later vergeeft, haar door middel van een leugentje omtrent haar maagdelijkheid zelfs op de troon helpt en ten slotte zelfs moeite doet om haar te redden van de beul. Dat laatste mislukt, maar Mary zelf krijgt van Henry genade (die broer zijn kop gaat er natuurlijk wél af). Zoals gezegd, het is een sterke story met bovendien een flinke moraliserende impact. De film begint met het gelukkig gezinnetje Boleyn en eindigt op bijna identieke wijze met het gelukkig gezinnetje van Mary. Daartussenin krijgen we een ruime blik op het adderkluwen dat het hof van Henry VIII was: ambitie, hebzucht, overspel, egoïsme, machtswellust, het is een fraaie boel. En in het midden van dat alles, de andere Boleyn-girl, Mary, speelbal van allerhande intriges grotendeels buiten haar wil om en alle verhoudingen in acht genomen, een sympathiek personage temidden van al dit zondige en zwakmenselijke addergebroed. Kortom: een pracht van een geschiedenisles met een slim scenario en een beklijvende boodschap.

    Gedenkwaardig moment. Catherina van Aragon (gespeeld door Ana Torent, het kindsterretje uit Cria Cuervos) loopt door de gang op weg naar haar proces en stoot op Mary en Anne: Ha, de Boleyn-hoeren, lispelt ze met dat Spaanse accent van haar. De nagel op de kop, al waren er voor Mary Boleyn dus blijkbaar wel verzachtende omstandigheden.

    Quotering: 4

    (08/01/11) (dvd – bib Brecht)

    09-01-2011 om 21:39 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: The Tourist (F.H. von Donnersmarck) (USA, 2010)

    THE TOURIST (Florian Henckel von Donnersmarck) (USA, 2010)

    Florian Henckel von Donnersmarck is dus de adellijke Duitse regisseur die de prachtprent Das Leben der Anderen heeft gemaakt. Drijvend op het succes en de weerklank van die film is hij daarna naar Hollywood vertrokken, en The Tourist, een romantische thriller met Johnny Depp en Angelina Jolie in de hoofdrollen is het resultaat. Wij dachten stilletjes bij onszelf op voorhand: die Donnersmarck is naar Amerika getrokken om daar zijn ziel te verkopen aan de dollarduivel. En jawel hoor!

    Angelina Jolie speelt Elise Ward, een Britse agente van de dienst belastingfraude. Zij moest in het verleden ene Alexander Pearce proberen te klissen, een bankier die miljarden heeft gestolen van een Britse gangster die zich met Russische maffiosi omringt, maar ze is daar verliefd op geworden en samen met hem ondergedoken. En nu zitten zowel die gangster als de Britse fraudebrigade achter hem en haar aan. In het begin van de film bevindt Elise zich in Parijs, waar ze geschaduwd wordt door de politie, maar ze krijgt een berichtje van Alexander om naar Venetië te komen. Op de trein moet ze een man uitkiezen die op Alexander lijkt en zo iedereen op een dwaalspoor brengen. Die man is Frank, een Amerikaanse docent wiskunde. Eens in Venetië probeert Elise die Amerikaan te dumpen, maar hij is verliefd op haar geworden, en stuurt vervolgens voortdurend roet in het eten van de politie én van Elise, die blijkbaar tot inkeer is gekomen en Alexander wil helpen klissen. Na veel vijven en zessen en de nodige achtervolgingen over daken en in boten komt het tot een confrontatie tussen Elise en die gangster vlakbij de kluis waar Alexanders geld zit, terwijl de politie buiten op vinkenslag ligt. Komt daar toch weer die Amerikaan opdagen, die Elise probeert te redden, maar dat hoeft al niet meer, want de politie schiet die gangster en zijn helpers dood. Elise bekent dan dat ze verliefd is op de Amerikaan, maar ook nog op Alexander. Maar ook dat is geen probleem: die Amerikaan is Alexander die zich compleet heeft laten omturnen. Samen ontsnappen zij met de miljarden en in de kluis laat Alexander een cheque achter die zijn achterstallige belastingen dekt. Iedereen gelukkig, behalve de Britse politiemens die absoluut Alexander wou en wil klissen, maar van zijn baas rood licht krijgt.

    Een beetje actie, een beetje romantiek, een beetje humor, een paar onverwachte twists in het verhaal (je komt pas halverwege te weten dat die Elise een Britse agente is, die Amerikaan die Alexander blijkt te zijn: overigens totaal ongeloofwaardig dat laatste) en wat heb je uiteindelijk? Een oppervlakkig filmpje vol Hollywood-entertainment met als bonus – toegegeven – een aantal prachtige beelden (onder meer vanuit de lucht) van Venetië. En dat dus van een regisseur wiens vorige film Das Leben der Anderen was: een fijngevoelige, ontroerende prent met een beklijvende boodschap van hier tot in Tokyo. Een schande is het. Een regelrechte teleurstelling. Een afgang.

    Komt daar nog bij, maar dit is iets striks persoonlijks dat verder niemand bindt, dat we een beetje een hekel hebben aan die Angelina Jolie. Dat is al zo sinds de verfilmingen van Lara Croft indertijd. Lara Croft, een vrouwelijke computerspelversie van Rambo met kanjers van tieten, gespeeld dus door Angelina Jolie, maar die hééft geen turbotieten (zoals we in The Tourist nóg eens kunnen vaststellen wanneer zij zich op het terras van haar hotel vooroverbuigt en de camera schaamteloos inzoomt op haar decolleté, in het begin van de film heeft de camera overigens al eens even schaamteloos ingezoomd op haar kont). Goed, lelijk kan je haar natuurlijk niet noemen, maar zoals ze hier met dat arrogante glimlachje door de trein loopt om een man uit te kiezen met zo’n blik van wie zal ik hier eens kiezen, ik kan toch krijgen wie ik wil (en ongetwijfeld, maar we kunnen niks bewijzen, zo zichzelf spelend): grrrrrr … ! Angelina’s dubbelrolletje in deze film is trouwens van precies hetzelfde kaliber als dat van de Russische dubbeldubbelspionne in Salt vorig jaar, ook zo’n oppervlakkig gevalletje met veel spanning en actie-harde-actie dat over enkele jaren compleet vergeten is. Von Donnersmarck, jong, kom terug naar Europa, maak hier nog eens zo’n film als Das Leben der Anderen, en alles is vergeven.

    Quotering: 2

    (05/01/11) (Metropolis)

    07-01-2011 om 02:20 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Y tu mamà tambièn (Alfonso Cuarón) (Mexico, 2001)

    Y TU MAMA TAMBIEN (Alfonso Cuarón) (Mexico, 2001)

    (106’)

    Het begint vrij brutaal, met twee opeenvolgende scènes waarin de jonge hoofdpersonen, Tenoch (Diego Luna), duidelijk een rijkeluiszoontje en zondagskindje, en Julio (Gael García Bernal), even branieachtig en hyperkinetisch als zijn kameraad, hun respectieve vriendinnetjes neuken. Die vriendinnetjes gaan vervolgens samen op reis naar Europa, en Tenoch en Julio trekken er een paar dagen op uit, samen met een aangetrouwd Spaans nichtje van Tenoch, ene Luisa (Maribel Verdù), wier echtgenoot haar zonet voor de zoveelste maal bedrogen heeft. Zij rijden naar een denkbeeldig strand (dat uiteindelijk tóch blijkt te bestaan), Boca del ciel, en onderweg in de auto gaat het heel de tijd vrijmoedig over seks. Tijdens de overnachtingen zien we Luisa een paar keer huilen, en eerst verleidt ze Tenoch, een tijdje later is Julio aan de beurt. Beiden komen echter prematuur klaar. Telkens als er één met Luisa seks heeft gehad, zegt de jaloerse andere naar waarheid dat hij het vriendinnetje van de ene geneukt heeft, waarna die ene iedere keer ontploft van woede. Onderweg telefoneert Luisa een paar maal met haar man, telkens huilend, om met hem te breken en te zeggen dat niemand schuldig is.

    Uiteindelijk arriveren ze aan een strand, waar ze een vissersfamilie leren kennen die hen onder meer naar het dus echt bestaande Boca del ciel brengt. Op een avond drinkt het drietal zich dronken en komt alles weer goed tussen de vrienden. Julio bekent zelfs dat hij ook de moeder van Tenoch geneukt heeft (y tu mamà tambièn), maar Tenoch kan daar nu mee lachen. Er volgt dan een triootje waarbij Tenoch en Julio elkaar zoenen, terwijl Luisa hen oraal bevredigt. De volgende dag schamen de twee vrienden zich een beetje, maar ze moeten terugkeren naar huis, terwijl Luisa achterblijft bij de vissersfamilie. Een jaar of zo later komen Julio en Tenoch, die ondertussen van elkaar vervreemd zijn, elkaar opnieuw tegen, ze gaan een koffie drinken en Julio verneemt zo dat Luisa indertijd een uitgezaaide kanker had en dat ze ondertussen overleden is. Tenoch vertrekt, en Julio blijft nog even – verdwaasd – zitten. Laatste zinnetje van de film: Da me la cuenta? (de rekening aub).

    Y tu mamà tambièn is op het eerste gezicht weer zo’n film die eerst de kijker een hele tijd epateert met allerhande vulgari- en obsceniteiten, om dan op het einde via een laattijdige, maar handige draai de zaak moraliserend ten goede te wenden. De Helaasheid der Dingen was er ook zo eentje, maar deze Mexicaanse prent is duidelijk van een andere orde. Ondanks de vrijmoedige beelden en taal die heel de tijd gehanteerd worden, hangt er rond deze film een speciaal sfeertje, dat onder meer veroorzaakt wordt door de off-screen commentaren van een anonieme verteller. Soms geeft deze verteller meer informatie over de personages zelf, maar even vaak wordt er afgeweken van het eigenlijke verhaal en krijgt men informatie over iets dat slechts zijdelings in beeld wordt gebracht (een man die door een bus aangereden werd, een ongeval met een vrachtwagen vol kippen dat jaren eerder plaatsvond enzovoort). Bovendien wordt het hierdoor gecreëerde, ietwat naargeestige sfeertje (dat schril contrasteert met al dat gedoe rond seks en softdrugs, in een recensie op Internet was terecht sprake van een ‘donkere ondertoon’) bevestigd door beelden die we onderweg vluchtig te zien krijgen: controles door de politie, mannen die gearresteerd worden, armoedige dorpen, de visser die zijn job verliest doordat er een nieuw hotel komt en als schoonmaker in het hotel eindigt …

    Dat Luisa dit alles doet omdat ze weet dat ze ten dode is opgeschreven (helemaal in het begin van de film is ze bij de dokter om het resultaat van een onderzoek op te halen, maar de dokter sluit de deur in het gezicht van de kijker) en dat Julio en Tenoch, die een soort erecode hebben opgesteld rond hun vriendschap (de regels van de charolastra, een soort space-cowboy uit een of ander liedje), elkaar in feite bedriegen, krijgen we slechts geleidelijk aan te horen, maar op het einde van de film komt alles mooi samen en het is duidelijk dat dit wéégt op de kijker. Waar Cuarón preciés naartoe wil met zijn film, wordt nooit écht duidelijk. Zijn de laatste woorden die Luisa tot de twee jongens zegt (het leven is als de golven, geef jezelf daarom als de zee), een sleutel? Wellicht, maar dan toch een wat vage. Dat echter de hoofdpersonen, de stevig puberende Julio en Tenoch, dingen meemaken die niet altijd even leuk zijn en hen volwassen maken, ligt voor de hand. Samen met de intrigerende beelden van Mexico en de geslaagde soundtrack (onder meer The Spider and I van Brian Eno!) zorgt dit alles voor een boeiende film, die nogmaals aantoont dat er in Mexico meer filmisch talent huist dan men zou denken.

    Quotering: 4

    (2de visie: 04/01/11) (dvd – bib Brecht)

    06-01-2011 om 00:00 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERTALING: Verontschuldiging

    Entschuldigung
    [Johan Wolfgang von Goethe, 1749-1832]

    Du verklagest das Weib,
    sie schwanke von einem zum andern!
    Tadle sie nicht:
    sie sucht einen beständigen Mann.

    [onze vertaling]

    Verontschuldiging

    Beschuldig jij de vrouw ervan
    dat ze van d’een naar d’ander vlindert?
    Waarom word je daardoor gehinderd?
    Ze zoekt naar een betrouwbaar man.

    [Engels]

    Apology

    You accuse women
    of fluttering from one to the other.
    Don’t blame them:
    they are looking for a reliable man.

    04-01-2011 om 08:55 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WEGWIJZER NAAR WEMELDINGEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Deze blog bevat de volgende categorieën.


    De afdeling BOSCH bevat besprekingen, recensies en signalementen van boeken en artikelen over Jheronimus Bosch.

    Onder BOEK, CD en FILM vindt men besprekingen van boeken (fiction en non-fiction, recent, oud en zeer oud), muziekalbums en films.
    De afdeling BOSCH bevat besprekingen van boeken en artikelen over Jheronimus Bosch.

    Onder TUIN treft men (voorlopig definitieve) iconografische besprekingen aan van onderdeeltjes van Jheronimus Bosch' Tuin der Lusten-drieluik (Madrid, Prado). Betekenis van de hierbij gebruikte afkortingen: TB = Tuin Buitenluiken, TL = Tuin Linkerbinnenluik, TM = Tuin Middenpaneel, TR = Tuin Rechterbinnenluik. 

    ROMAN de RENART geeft een overzicht en samenvatting van de branches van de Oudfranse Roman de Renart.
    Onder VERTALING vindt men vertalingen van gedichten en tekstfragmenten.
    Onder MIDDELNEDERLANDS vindt men besprekingen van Middelnederlandse teksten (ca. 1200 - ca. 1600).
    TOPOI biedt een systematisch (voorlopig-definitief) overzicht van stereotiepe beeldspraak en motieven in middeleeuwse tekst- en beeldbronnen, met sterke nadruk op Middelnederlandse teksten uit de vijftiende en zestiende eeuw.
    Onder BEELDBRONNEN vindt men losse en minder losse gedachten rond schilderijen, tekeningen, foto's en andere afbeeldingen.
    PAUL SNOEK verzamelt besprekingen en analyses van het werk van de Vlaamse dichter Paul Snoek (1933-1981).

    DE GEDACHTE VAN DE DAG herbergt columns.

    Wenst men alle onderdelen binnen één categorie achter elkaar te lezen, dan voegt men hiernaast (links) de naam van de categorie in als zoekterm, en klikt op "zoeken".
    Verklaring van de evaluatiesterren: * = waardeloos, ** = slecht, **1/2 = zwak, *** = degelijk, **** = zeer goed, ***** = meesterwerk. 

    Wie mij eens wil bezig zien in een documentaire over Bosch op de Russische TV (helaas alleen in het Russisch), volge deze link:

    http://tvkultura.ru/video/show/brand_id/58339/episode_id/1179595/video_id/1152543/viewtype/picture

    04-01-2011 om 00:00 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (23 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    02-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ROMAN de RENART: Branche VIII (Le pèlerinage de Renart)

    Branche VIII : Le Pèlerinage de Renart (anoniem) ca. 1190

    [Martin VIII – Strubel IV – Roques IX – Fukumoto XXV]

    Deze korte branche (slechts 468 verzen) wordt door Van Daele circa 1180 gedateerd, door Dufournet [II ed. 1985: 500] 1190, door Wenseleers [1993: 276] circa 1192-94? …

    Zie voor de Oudfranse tekst Dufournet II ed. 1985: 54-79.

    Voor een (niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling: Paul Van Keymeulen, “De pelgrimage van Reynaert (branche IV)”, in: Tiecelijn, jg. 15 (2002), nr. 2, pp. 82-87.

    Korte inhoud

    Op een vrijdagochtend wil Renart zijn leven beteren en door een passerende boer wordt hij bij een kluizenaar in het bos gebracht. Deze neemt de vos de biecht af. Renart heeft het vooral over de dingen die hij Isengrin en diens vrouw Hersent heeft aangedaan. De kluizenaar zegt dat Renart op pelgrimstocht naar Rome moet gaan om daar alles aan de paus te biechten. De vos vertrekt en overreedt onderweg Belin de ram en Bernart de ezel om met hem mee te gaan. Na een dag lang stappen arriveren ze bij de woning van Isengrin en Hersent, die niet thuis zijn (want op jacht). De drie pelgrims doen zich tegoed aan eten en drinken, maar worden door de wolf en de wolvin betrapt. Op advies van Renart slaagt Bertrant er echter in de kop van de wolf in de deuropening vast te klemmen, zodat Belin hem met zijn horens kan doodstompen. Hersent roept honderd andere wolven ter hulp om de moord te wreken en de achtervolging wordt ingezet. Renart, Belin en Bertrant ontsnappen door in een boom te kruipen, maar als Belin en Bertrant uit de boom vallen en enkele wolven doodpletten, vluchten de andere wolven weg. De drie pelgrims besluiten daarna terug naar huis te gaan, want er zijn veel vromen die nooit in Rome geweest zijn en van hen die wel naar Rome gaan, komen er velen slechter en zondiger terug dan ze oorspronkelijk waren.

    Aantekeningen

    Waarom Rik Van Daele dit in Tiecelijn één van de kortste, maar ook fraaiste Renartbranches noemt, is ons een raadsel. Het is een weinig geïnspireerd verhaaltje dat vol onwaarschijnlijkheden zit (na een lange dagreis komen ze toch nog bij de woning van de wolven aan, de wolven die wegvluchten in plaats van de ram en de ezel aan te vallen … ) en bovendien wordt de wolf de ene keer ‘Isengrin’ en dan weer ‘Primaut’ genoemd (een kopiistenfout?).

    De thematiek draait blijkbaar rond kritiek op valse pelgrims. Opmerkelijk is dat Renart de wolvin Hersent in vers 123 ma seror (mijn zuster) noemt en dat Isengrin in deze branche vermoord wordt.

    [29/01/06]

    02-01-2011 om 00:02 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ROMAN de RENART: Branche VII (La confession de Renart)

    Branche VII : La confession de Renart (anoniem) 1195-1200

    [Martin VII – Roques XIV – Fukumoto XXIV]

    Deze branche (844 verzen) wordt door Van Daele en Dufournet [II ed. 1985: 500] gedateerd tussen 1195 en 1200, door Wenseleers [1993: 276] circa 1197-98.

    Zie voor de Oudfranse tekst Dufournet II ed. 1985: 8-53.

    Een (niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling: Paul Van Keymeulen, “De biecht van Reynaert (branche III)”, in: Tiecelijn, jg. 12 (2002), 1ste kwartaal, pp. 12-21.

    Korte inhoud

    In de proloog waarschuwt de anonieme auteur voor de wisselvalligheid van het leven: wie vandaag machtig, rijk of gelukkig is, is morgen verbannen, arm of ongelukkig. Hij vertelt dit omdat wie zoals Renart voortdurend misdaden pleegt, vroeg of laat aan de galg eindigt. Op een nacht ging Renart in een klooster van zwarte monniken in de buurt van Compiègne kippen stelen. Hij werd echter betrapt door een knecht en de gealarmeerde monniken sloegen hem bijna dood. Toch wist hij te ontsnappen en hij belandde in een hooiopper in de buurt van de Oise, waar hij de nacht doorbracht. ’s Morgens merkte de vos echter dat het water gestegen was en dat hij met de stroming meedreef. Omdat hij vreest dat hij zal verdrinken, vraagt hij aan Hubert de wouw (die voorgesteld wordt als monnik en biechtvader) of hij zijn biecht mag spreken. Renart begint met te zeggen dat hij een grote zondaar en een slechte christen is, maar dat hij geen monnik kan worden omdat hij te zwak is. De kloosterregel van de zwarte paters is te streng omdat hij niet voorziet in wekelijkse neukpartijen en de regel van de witte paters is ook te streng omdat er voortdurend lijfstraffen worden gegeven, zoals Isengrin persoonlijk ondervonden heeft. Dus hoe zou Renart zo’n regime kunnen verdragen, temeer omdat hij niet zonder Hersent (de wolvin) en haar vagina kan. Volgt dan een korte lofrede op de vagina in het algemeen, en op die van Hersent in het bijzonder.

    Hubert verliest daarop zijn geduld en begint aan een lange donderpreek waarin hij in de grofste bewoordingen Hersent afschildert als een vuile slet en een ouwe hoer en haar vagina de mond van de hel noemt, waarin alles spoorloos verdwijnt. Renart is daarop verontwaardigd en dreigt Hubert als wraak op te eten, maar deze laatste spoort Renart aan verder te biechten. De vos bekent dan een grote zondaar te zijn en een hete natuur te hebben: hij neukt alles wat lost of vast zit, moeder en dochter, mooi of lelijk. Vervolgens probeert hij Hubert bij de staart te pakken, maar als dat mislukt, valt de vos voor dood neer. Als Hubert dichterbij komt, hapt de vos weer toe, maar opnieuw kan Hubert ontsnappen. Renart bekent dan dat hij een tijd geleden de vier jonge zonen van Hubert heeft opgegeten. Hubert is droevig en verontwaardigd, maar Renart wil als boetedoening Huberts vazal worden en hem de vredeskus geven. Wanneer Hubert hierop in gaat, wordt hij door Renart verslonden.

    Aantekeningen

    Deze branche is zwak geschreven, vrij rommelig en ook een beetje triviaal, al is Renarts lofrede op de vagina (verzen 437-456) niet onaardig. De tekst bevat ook enkele interessante gegeven in verband met erotische metaforiek in de middeleeuwen: gaatje/pertuis = vagina (vers 430), wonde/plaie = vagina (verzen 507-536), leder/cuir = vagina (verzen 544-548), aambeeld/enclume = vagina (verzen 554-557).

    Renart wordt vanuit de zender als een diabolisch dier beschouwd (vers 55) en als een bedrieger (verzen 261-262).

    In vers 349 bekent Renart: “Sire, g’ai esté sodomites” (heer, ik ben sodomiet geweest). Refereert Renart hier aan een passage uit een oudere branche, en welke dan? (Interessant in verband met de vermoedelijke toespeling op homofilie in de Cuwaert-passage in Van den Vos Reynaerde … ) Of lult Renart er hier maar wat op los? Mogelijk is ook dat Renart hier niet verwijst naar homofilie, maar wel naar anale seks (met Hersent) …

    Verzen 585-586 begrijp ik niet: “A droit a non Hersent la love, / car c’est cele qui toz mauz cove”, zegt Hubert (terecht heet zij Hersent de wolvin / want zij is de oorsprong van alle kwaad). Wat gaat er dan schuil achter de naam “Hersent”?

    Opvallend veel satirische kritiek op de monniken in deze branche, vooral op de zwarte monniken (= dominicanen?).

    In vers 44 de Oudfranse versie van het spreekwoord “de kruik gaat zolang te water tot ze barst” = “tant vait li poz al puis qu’il brise”. Kruik was dus “poz” in het Oudfrans. Het Middelnederlandse “pot” kon ook kruik betekenen … Vergelijk de term “gebroken potteken” = ontmaagd meisje, hoer (waarin potteke eigenlijk kruikje betekent).

    02-01-2011 om 00:01 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ROMAN de RENART: Branche VI (Le duel judiciaire)

    Branche VI : Le duel judiciaire [Het tweegevecht]

    (anoniem) ca. 1190

    [Martin VI – Strubel II – Roques VIII – FHS 26]

    Deze branche van 1542 verzen wordt door Van Daele gedateerd 1185-89, door Wenseleers ‘1195?’ en door Dufournet/Méline 1190.

    Zie voor de Oudfranse tekst Dufournet I ed. 1985: 402-481.

    Een (niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling: Paul Van Keymeulen, “Het godsoordeel (branche II)”, in: Tiecelijn, jg. 17, nr. 4 (december 2004), pp. 291-310.

    Korte inhoud

    Het is hofdag in het paleis van koning Noble en er wordt uitbundig feestgevierd. Ondertussen is Grimbers de das Renart gaan halen en als zij aan het hof verschijnen, valt er een pijnlijke stilte. Noble stelt dat Renart de strop verdiend heeft en als Renart zich zwakjes probeert te verdedigen (hij heeft toch ooit de koning genezen), begint Noble Renarts misdaden te beschrijven. Zoals Wenseleers [1993: 103] terecht signaleerde: het leuke van deze branche is dat Noble zelf in geuren en kleuren alle misdaden en schelmenstreken van Renart begint te vertellen, terwijl deze laatste geboeid staat te luisteren. Passeren één voor één de revue: Tibert en de pastoor, Brun die gevangen zat in de boomstam, de aanslag op de mees, de moord op de kip Copee, de raaf en zijn kaas, de verkrachting van de wolvin, de waakhond Roënel in de strik. De koning besluit dat de vos door velen gehaat wordt. Renart ontkent echter alles en zegt dat hij zijn onschuld gerust wil bewijzen in een godsoordeel. Isengrin springt hier meteen op in en er zal dus een tweegevecht komen.

    Twee weken later is het zo ver. Hermeline en de twee vossenjongen bidden voor Renart en Hersent wenst ook vurig dat Renart, qui molt soef li fist la chose [die met haar zo zoet de daad verrichtte], als overwinnaar uit de strijd zou komen. Het gevecht is lang en hevig en Renart breekt onder meer de linkerarm van Isengrin, maar uiteindelijk overwint de wolf en Renart ligt voor dood op de grond. Op het moment dat men Renart wil gaan ophangen, arriveert aan het hof echter broeder Bernart de Grant Mont die erin slaagt Renart vrij te krijgen en mee te nemen naar het klooster. In het klooster geneest Renart op twee weken tijd en hij gedraagt zich voorbeeldig, tot hij op een nacht vier kapoenen doodt en daarbij betrapt wordt. De vos wordt door de kloosterlingen aan de deur gezet en keert terug naar zijn familie.

    Aantekeningen

    Le duel judiciaire behoort tot de betere Renart-branches. Bovendien lag deze branche aan de basis van het tweede deel van Reynaerts historie (ontstaan tussen 1375 en 1450). Men is het erover eens dat broeder Bernart kan geïdentificeerd worden als Bernard de Coudrai, die overste was van de Grandmontaanse priorij in Vincennes en een favoriet raadsman van de Engelse en Franse koningen. In Wenseleers 1993 [pp. 101-116] wordt een heel hoofdstuk aan deze branche en aan de figuur van Bernard gewijd.

    31-12-2010 om 00:30 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ROMAN de RENART: Branche Va (L'escondit)

    Branche Va : L’escondit [De eedaflegging]

    (Pierre de St. Cloud?) ca. 1178

    [Martin Va – Strubel Vc]

    Deze branche (1026 verzen) vormt in sommige handschriften een geheel met de branches IV en V en wordt gedateerd rond 1178 (Wenseleers 1993: 275, dateert echter rond 1183). Volgens Martin is de combinatie II-Va de oudste Franse Renart-tekst.

    Zie voor de Oudfranse tekst Dufournet I ed. 1985: 346-401.

    Zie voor een (niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling: Paul Van Keymeulen, “De verdediging (branche Vc)”, in: Tiecelijn, jg. 18, nr. 1 (maart 2005), pp. 64-77.

    Korte inhoud

    Isengrin denkt geïrriteerd terug aan de neukpartij tussen de vos en zijn vrouw, maar Hersent verdedigt zich door te stellen dat Renart haar verkracht heeft en dat hij nu moet aangeklaagd worden aan het hof van de koning. Als de wolf en de wolvin hun aanklacht hebben voltooid, moet koning Noble echter alleen maar glimlachen, want hij wil zich niet bezig houden met liefdesgeschiedenissen. Hij vraagt de raad van de kameel, een uit Lombardije afkomstige gezant van de paus, die net aan het hof vertoeft, en deze stelt dat Renart streng moet gestraft worden als hij gezondigd heeft tegen de huwelijkswetten. Koning Noble beslist dan dat zijn baronnen deze zaak maar moeten oplossen en er wordt dus beraadslaagd. Brichemer het hert, Baucent het everzwijn en Cointereau de aap verdedigen Renart, terwijl Plateau het damhert en vooral Brun de beer, die nog een verhaal vertelt over hoe Renart hem bedroog toen ze een pot honing gingen stelen op een boerderij en eraan herinnert hoe Renart onlangs nog in botsing kwam met Tiécelin de raaf, Tibert de kater en de mees, hem aanvallen.

    Uiteindelijk beslist men op voorstel van Brichemer dat Renart een eed op zijn onschuld moet komen zweren. Dat zal de volgende zondag na de mis gebeuren en men zal hiervoor een beroep doen op Roonel de waakhond. Na de goedkeuring van de koning gaat Grimbert de das Renart van de beslissing op de hoogte brengen en die belooft de volgende zondag aanwezig te zullen zijn. Voor het zover is, gaat Isengrin echter lobbyen bij Roonel en deze belooft de wolf zich voor dood te zullen houden. Renart zal dan moeten zweren op zijn tanden en dan zal Roonel hard toebijten, terwijl nog tientallen van zijn collega’s in een hinderlaag liggen. De volgende zondag is iedereen aanwezig (behalve de koning die de luipaard in zijn plaats heeft gestuurd), maar Renart vermoedt onraad als hij Roonel nog ziet ademen, en hij vlucht weg, achternagezeten door Roonel en zijn collega-waakhonden. De vos krijgt een flink pak rammel, maar kan wegvluchten naar Malpertuis.

    Aantekeningen

    Deze oude branche is duidelijk pittiger en beter geschreven dan vele van de latere branches. Echt waar goddelijk is bijvoorbeeld de speech van Musart de kameel, die gesteld is in een koeterwaalsmengeling van Frans, Latijn en Italiaans en eindigt met de beklijvende woorden: Plus ne t’en di ne plus ne sache (ik niks meer zeggen, ik niks meer weten). Middeleeuwse humor op zijn best, temeer als je weet dat het algemeen aanvaard is dat met deze kameel de pauselijke legaat Petrus van Pavia geviseerd werd, die in het echt ook dit soort koeterwaals zal gesproken hebben. Over deze branche en over de identificatie van de kameel met Petrus van Pavia en van Roonel met paus Alexander III schrijft Luk Wenseleers een aantal verdienstelijke bladzijden [Wenseleers 1993: 67-84]. De lijst met namen van wakkhonden op het einde is overigens een fraaie parodie op de naamlijsten van ridders in de Arthurromans. En Roonel wordt een bon home genoemd: dit was in de twaalfde eeuw een benaming voor de ketterse katharen …

    [19/12/06]

    30-12-2010 om 22:12 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ROMAN de RENART: Branche V (Le jambon enlevé - Renart et le grillon)

    Branche V : Le jambon enlevé – Renart et le grillon

    (anoniem) ca. 1178

    [Martin V – Strubel Vb]

    Deze korte branche (246 verzen) vormt in sommige handschriften één geheel met de branches IV en Va en wordt gedateerd rond 1178. Het zou dus één van de oudste Renart-teksten zijn. Wenseleers dateert echter “wellicht na 1190” [Wenseleers 1993: 275].

    Zie voor de Oudfranse tekst Dufournet I ed. 1985: 334-347.

    Voor een (niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling, zie: Paul Van Keymeulen, “De gestolen ham, gevolgd door Reynaert en de krekel (branche Vb)”, in: Tiecelijn, jg. 18, nr. 1 (maart 2005), pp. 59-64.

    Korte inhoud

    Als Renart Isengrin toevallig ontmoet, wordt hij door de wolf ongenadig afgerost, zodat hij voor dood blijft liggen. Als de wolf treurt over de dood van zijn ‘raadsman’, blijkt de vos echter toch nog te leven. Renart ziet een boer met een ham op zijn rug aankomen, en stelt voor de ham te stelen. De wolf zal twee derden krijgen, en de vos zelf één derde. Renart doet of hij gewond voortkruipt, de boer legt de ham neer en achtervolgt de vos, zodat Isengrin de ham kan stelen. Als de vos zijn deel komt opeisen, heeft Isengrin echter heel de ham reeds opgegeten zodat alleen het touwtje overblijft. Renart zegt dan dat hij op pelgrimstocht wil gaan naar Sint-Jacob, en ontsnapt zo aan de wolf.

    Hij komt terecht bij de woning van een pastoor waar hij er bijna in slaagt een krekel (die voorgesteld wordt als een geleerde klerk) op te eten. Op het moment dat de krekel Renart de biecht gaat afnemen, komen er echter jagers en honden aan, zodat Renart moet vluchten. Tijdens de achtervolging stoten de honden op Isengrin, die door de honden erg wordt toegetakeld. Vanop een afstand spot Renart met de wolf, maar deze slaagt er toch nog in te ontsnappen aan de honden.

    Aantekeningen

    Deze branche is van magere kwaliteit, doordat er voortdurend van de hak op de tak wordt gesprongen (plots gaat Renart op pelgrimstocht, plots komen er jagers en honden aan, plots stoten die honden op Isengrin).

    [09/12/06]

    30-12-2010 om 22:11 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Zoot Allures (Frank Zappa) 1976

    Frank Zappa: Zoot Allures (1976)

    Zappa heeft een nieuw groepje rond zich verzameld, maar erg belangrijk is dat niet, want het betreft hier toch maar paladijntjes van de grootmeester. Belangrijker is dat dit album begint met twee prulnummers: Wind up workin’ in a gas station [A1] en de rommelige instrumental Black napkins [A2]. Des te groter is de verrassing als daarna het bijna tien minuten durende, goddelijke The torture never stops [A3] komt: een dreigend, bizar en tegelijk ontzettend koddig nummer dat een hoogtepunt vormt binnen het Zappa-oeuvre, en dat niet alleen voor liefhebbers van S&M (de geluiden van gefolterde vrouwen zijn op het randje en maken dat men dit nummer niet snel al te luid met geopende ramen zal spelen). Ms Pinky [A4] is ondeugend en best aardig, maar bijlange niet zo sterk als A3. Kant B heeft overigens nog een verrassing in petto: hij bevat met Find her finer [B1], Friendly little finger [B2], Wonderful wino [B3], Zoot allures [B4] en Disco boy [B5] nog maar eens vijf onvervalste prulnummers. Onnodig te concluderen dat dit een zeer teleurstellend album is, ondanks de epoestoeflante aanwezigheid van A3.

    Quotering: 2 (29/12/10)

    Klassiekers: The torture never stops, Ms Pinky.

    29-12-2010 om 23:54 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Apostrophe (') (Frank Zappa) 1974

    Frank Zappa: Apostrophe (‘) (1974)

    De 17de lp van de Zap, en de eerste van hem die in de top-twintig verschijnt. Na tien jaar! Ongelooflijk en ergens toch ook weer niet, want in vergelijking met vroeger werk is (‘) een héél commercieel album, commercieel dan in de betekenis van toegankelijk, want dat dit snertmuziek zou zijn, is een flagrante onwaarheid. Maar inderdaad, van de twee kwaliteiten waarmee Zappa in de jaren zestig beroemd en berucht is geworden (de sociaal-geëngageerde teksten + de ingewikkelde muzikale structuren met de zogenaamde collagestijl), is hier niet zo heel veel meer terug te vinden. Wel zijn de teksten nog uitermate grappig, maar de muziek is gewoon rechttoe-rechtaan-rock. Een terecht hitalbum dus toch wel voor Frankie, en wie zou hem dat misgunnen?

    Don’t eat the yellow snow [A1], Nanook rubs it [A2], St. Alfonzo’s pancake breakfast [A3] en Father O’Blivion [A4] vormen samen een doorlopend verhaaltje met een knotsgekke tekst over een eskimojongetje en nog veel meer. Toch wel typisch Zappa met die collage van uitstekende muziekjes en grappige koortjes en harmonietjes plus muzikale foefjes die de tekst becommentariëren. Prima! Kant A bevat overigens nòg een uitstekend nummer: Cosmik Debris [A5]. Dat Zappa niets ophad met pseudo-religieus gewauwel, wisten we al van vroeger toen hij de flowerpower-children een goeie beurt gaf. Hier krijgen de duizend-en-één religieuze en andere sektes die vandaag de dag hun god van deur tot deur verkopen, een ferme veeg uit de pan. Plus uitstekende muzikale backing en je hebt een eersteklas rocksong.

    Op de B-kant daalt het niveau helaas. Excentrifugal Forz [B1] is niet meer dan een slap opvullertje. Het titelnummer Apostrophe’ [B2] bestaat uit een fors instrumentaal stukje jamwerk met Jack Bruce en Jim Gordon. Een beetje Cream-achtig, maar niet echt onvergetelijk. Uncle Remus [B3] is een soort supercommercieel dingetje dat niet helemaal uit de startblokken raakt. Een missertje. Pas met het geweldig goede én grappige Stink-foot [B4] halen we terug het hoge niveau van kant A. Voor de annalen: uit dit nummer komt de in sommige kringen onsterfelijk geworden frase conceptual continuity (lol!).

    Samengevat: kant A is zonder meer zeer sterk, maar diezelfde kwaliteit wordt op de teleurstellende kant B alleen gehaald door B4. Geen puntgaaf album dus, maar wel een aantal grote momenten. Als je Over-nite sensation en Apostrophe vlak achter elkaar beluistert, vallen overigens des te meer de intertekstuele verwijzingen op, wat de hilariteit nog verhoogt.

    Quotering: 3,5 (ergens in de jaren zeventig, aangevuld op 29/12/10)

    Klassiekers: Don’t eat the yellow snow, Nanook rubs it, St. Alfonzo’s pancake breakfast, Father O’Blivion, Cosmik Debris, Stink-foot.

    29-12-2010 om 23:53 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Over-nite Sensation (Frank Zappa) 1973

    Frank Zappa: Over-nite Sensation (1973)

    Zappa begint zich te concentreren op wat meer commercieel succes en laat het (vaak al te verwarrend en ontoegankelijk) experimenteel gedoe achter zich. Hij produceert vanaf nu simpele rockmuziek met (dat nog wel) opvallend bizarre teksten. Bizar, maar meestal ook bijzonder humoristisch (en geil), en dat is een troef van jewelste. Samen met die speciale, diepe stem van hem zorgt dat af en toe voor goddelijke staaltjes hilarische rockmuziek, zoals op dit album bijvoorbeeld Dinah-Moe Humm [B2], zonder enige discussie het prijsnummer van Over-nite Sensation. Zes minuten ondeugend-amusante vuilspuiterij op een bedje van funky rock. Vooral het lange tussenstuk (dat begint met got a spot that gets me hot / but you ain’t bin to it) is ondertussen legendarisch.

    Spijtig dat het niveau niet altijd zo hoog ligt. Op de A-kant trekt vooral het satirische I’m The Slime [A2] de aandacht, een grappige song waarin het slijm dat uit de tv komt (lol!) met zware basstem de luisteraar/kijker toespreekt. Het korte Dirty Love [A3] kan er ook nog mee door, maar Camarillo Brillo [A1] en Fifty-fifty [A4] zijn zwakke plekken. Hetzelfde geldt voor Zomby Woof [B1] dat de B-kant opent. De afsluiter Montana [B3], met een aardige gitaarsolo in het midden, is dan weer wel leuk, maar haalt het toch niet bij B2. Over-nite Sensation is slechts een half-geslaagd album met één absoluut hoogtepunt, enkele aardige momenten en voor de rest zwakker materiaal.

    Quotering: 3 (29/12/10)

    Klassiekers: I’m The Slime, Dinah-Moe Humm, Montana.

    29-12-2010 om 23:52 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Nobody knows (Hirokazu Kore-eda) (Japan, 2003)

    NOBODY KNOWS [Daremo shiranai] (Hirokazu Kore-eda) (Japan, 2003)

    (141’)

    Kore-eda baseerde zich op een waar gebeurd verhaal uit 1988 (de zogenaamde Nishi-Sugamo-zaak, genoemd naar een grauwe wijk in Toshima, één van de 23 gemeenten van het stadsgewest Tokio), maar veranderde een heleboel details. In het begin van de film zien we hoe een moeder en vier kinderen (Akira, zoon van 12, Kyoko, dochter van 10, Shigeru, zoon van ongeveer 5, en Yuki, dochtertje van ongeveer 3) in een nieuwe flat arriveren. Gaandeweg krijgen we meer informatie. De kinderen hebben allemaal verschillende vaders, ze gaan niet naar school, de moeder blijft halve nachten weg (nooit wordt duidelijk wat ze dan doet) en ze laat de kinderen een aantal keren ook alleen achter gedurende steeds langer wordende periodes (eerst weken, later maanden), tot ze ten slotte niet meer terugkeert. Tijdens haar afwezigheid probeert het oudste zoontje de zaken zo goed en zo kwaad als kan te beredderen. Hij krijgt af en toe een beetje hulp van één van de vaders en van een winkel in de buurt, heel af en toe komt er eens iemand over de vloer (de huisbazin, vriendjes), maar niemand bekommert zich echt om het gezinnetje. Later krijgt de kinderbende ook nog het gezelschap van een schoolmeisje dat gepest wordt. Op een dag sterft het jongste dochtertje ten gevolge van een val. Akira en het schoolmeisje gaan haar begraven ergens buiten de stad. Laatste beeld: het overgebleven viertal (Akira, Kyoko, Shigeru en het schoolmeisje) lopen over straat en kijken om naar de camera.

    Kore-eda dringt in deze film geen morele standpunten op en geeft geen bevredigende antwoorden. Wat niet wil zeggen dat hij de kijker geen vragen doet stellen, want zijn thematiek (de kille ontmenselijking en het gebrek aan communicatie van de moderne grootstad) is universeel genoeg om je te treffen als een mokerslag. Hij laat binnen het tijdsverloop van de film de seizoenen verglijden, toont traag en sober de dingen die gebeuren, zet hier en daar een lieflijk muziekje op de klankband en bereikt zo genadeloos zijn doel: de kijker confronteren met de verschrikkelijke dingen die in de wereld rondom ons gebeuren, en dat zijn niet noodzakelijk de dingen die dagelijks de voorpagina van de krant halen. De impact van Nobody knows is bovendien bijzonder sterk dankzij de geweldige acteerprestatie van de kinderen: het oudste zoontje (Akira = Yagira Yuya kreeg in Cannes 2004 de prijs voor Beste Acteur). De moeder (over wie de kijker niet anders dan bijzonder negatief kan oordelen) wordt overigens gespeeld door het Japanse pop- en tv-sterretje You, die in Still walking ook de zus van de hoofdpersoon speelt (en waarmee tijdens het filmforum heel de zaal begon te lachen toen zij voor het eerst sprak, omwille van haar irritante kakelstemmetje).

    Quotering: 4

    (05/12/10) (dvd – bib Brecht)

    29-12-2010 om 21:43 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Low (David Bowie) 1977

    David Bowie: Low (1977)

    In de tijd van Station to Station, toen Bowie nog rondliep als de Thin White Duke, had hij een beetje onzin uitgekraamd over dat de wereld, de chaotische wereld waarin wij leven, een nieuwe dictator nodig had, en dat die er wel snel zou komen, en dat in Engeland de fascisten de macht zouden grijpen. In Victoria Station zou hij dan zijn fans zogenaamd de Hitlergroet hebben gebracht, wat volgens Bowie een handige beeldmanipulatie van een te kwader trouwe cameraman was. In ieder geval, Bowie was dus een fascist, en toen hij in Berlijn ging wonen en er op zijn nieuwe lp een nummer stond dat Warschau heette, had hij er helemaal gelegen. Tot zover het persgeleuter.

    Bowie zelf verklaart naderhand in verband met zijn tweeluik Low / Heroes dat hij begrepen had dat hij op een dood punt was aanbeland. Hij heeft sowieso al niet veel op met rock’n’roll, hij haat de vedettencultus die ermee gepaard gaat en zijn eigen laatste albums vindt hij zelfherhaling (dat zijn de souldisco-lp’s Diamond Dogs, Young Americans, Station to Station … ). Bowie wil nu op zoek gaan naar een nieuwe manier om een song te schrijven, op Low heeft hij die nog niet gevonden, maar hij is op de goeie weg. Wat nu echter definitief voorbij is, is het rollenspel van Bowie (‘de man met de duizend gezichten’). Dat zichzelf aanmeten van allerlei rollen, zegt hij in een interview, kwam voort uit de onvrede met zijn eigen verschijning, het waren beschermende maskers, schilden. Bowie is nu op weg om zichzelf te vinden en heeft geen angst meer voor de toekomst, zelfs niet voor de dood, ook al omdat hij nu een zoontje heeft waarin hij zich kan voortplanten.

    [In Humo werd aan Bowie ooit de vraag gesteld: “Eén van de vele rollen die je gespeeld hebt voor het oog van de wereld: Lauren Bacall, Ziggy Stardust, Frankenstein, en nu weer mini-Hitler. Heb je er zo’n behoefte aan, jezelf niet te zijn?” Antwoord: “Kijk eens, ik ben een akteur. Telkens als ik iets nieuws wil doen kruip ik in een andere huid, de huid die ik daar het geschikst voor vind. Misschien zie ik er volgende maand uit als Zsa Zsa Gabor, of Marlon Brando. Hangt er vanaf hoe ik me dan voel. In elk geval heb ik met mijn kameleonade aangetoond dat rock’n’roll een pose is en meer niet”.]

    Speed of life [A1] is de intrumentale opener. Zware drums en bas, veel synthesizer. Niet onaardig. Breaking glass [A2] gaat verder in dezelfde stijl, maar nu met tekst. Brian Eno begint hier mee te spelen. Een erg kort nummer eigenlijk. What in the world [A3] is ook niet slecht, maar het beste moet duidelijk nog komen. Sound and vision [A4] was de single: een prima, stevig doordrijvend nummer. En Mary Hopkins (hier: Mary Visconti, ze was getrouwd met Tony Visconti, samen met Bowie de producer van het album) zingt mee! Always crashing in the same car [A5] is een trager nummer, met een eigen gitaarbehandeling van Eno. Be my wife [A6] is een liefdesliedje. De A-kant wordt afgesloten door A new career in a new town [A7], weer een instrumental en het b-kantje van de single. De nieuwe stad zal Berlijn wel zijn, zeker?

    En dan de B-kant, die opent met Warszawa [B1], een nummer van meer dan zes minuten. Hiervoor zijn we gekomen natuurlijk! De echte nieuwe Bowie, mede dankzij het genius van Brian Eno. De sfeer van deze B-kant werd al een beetje aangekondigd in A7, maar neemt hier haar volle, angstaanjagende proporties aan. Dit kan inderdaad dienen als soundtrack bij de apocalyps [in 1980 gebruikten wij deze song overigens als onderdeel van de soundtrack bij onze diamontage ‘Atoomangst’, alleen al daarom klinkt hij nu nog altijd zo vertrouwd – toevoeging 2010]: unheimlich, dreigend, brrrr … Alle instrumenten worden door meneer Eno bespeeld, de joods klinkende zangpartijen zijn van Bowie zelf. Absoluut het prijsbeest van dit album. De akelige sfeer van het joodse ghetto in Warschau en wat de nazi’s daar aanrichtten, wordt haast tastbaar in dit nummer. Art decade [B2] is weer een duet Bowie-Eno. Geen echte dodenmars zoals B1, ook niet om mee te schateren natuurlijk, maar toch wat minder diepzwart. Kwalitatief gezien geen misser, maar toch minder sterk dan B1. Weeping wall [B3] is Bowie op zijn dooie eentje. Dit nummer verschilt in klankkleur van de vorige twee door de rol van de xylofoon. De afsluiter Subterraneans [B4] benadert nog het dichtst de sfeer van B1.

    Laat ons voor dit alles nu even breed onderuit gaan zitten, het loont de moeite. Van de A-kant zijn wij eigenlijk niet zo wild. Het is ergens de voortzetting van de vorige lp die nog erg ritmisch was en bedoeld als een soort betere disco. Dat werkt hier nog door, luister maar naar die zwaarbonkende ritme-instrumenten. De B-kant is boeiender, en erg ‘progressief’, zeker binnen het oeuvre van Bowie, maar ook wel binnen het geheel van de rockmuziek. Er werd geschreven: dit is de muziek van 1977, zo ver staan we, dat is voorlopig de grens. Binnen het geheel van de muziek is dat te betwijfelen, mensen als Cage en Riley gaan verder, maar binnen de rock: welzeker. De vraag is zelfs of dit nog rock kan genoemd worden. Volgens Nik Cohn zeker niet, want wild-agressief, bijtend-seksueel, ruw, ruig en vulgair is dit allemaal absoluut niet. Maar Bowie is een rockmuzikant (zie kant A) en wat hij hier klaarmaakt, is – als het rock is – rock van de bovenste plank. Met een boutade zouden wij kunnen samenvatten: kant A is rock, kant B is Muziek.

    Goed. Maar dan. Bowie als trendsetter. Is hij dat nu eigenlijk wel? Of is hij eerder een man met een zeer fijne neus voor wat er op een bepaald ogenblik aan het broeien is, en is hij er dan als de kippen bij om het aan een groot publiek te serveren? Want laten we wel wezen: het is geen ontoegankelijke muziek die hier gemaakt wordt. Integendeel, de poorten staan wagenwijd open, in tegenstelling tot wat sommige anderen, zoals Brian Eno en Robert Fripp, in hetzelfde genre klaarmaken. En nu zijn we er. Is deze Nieuwe Muziek van Bowie wel zo origineel, is het allemaal eigen werk? Wij denken van niet. Lang vóór Low verscheen, waren Fripp en Eno samen op hun albums al in dezelfde richting aan het experimenteren. Er loopt trouwens een rode draad van King Crimson (fel onderschat indertijd) over Roxy Music (Brian Ferry heeft nog gesolliciteerd bij Fripp maar werd doorgestuurd! Fripp heeft hem echter wel op weg geholpen met Roxy Music) en over de lp’s van het duo Eno / Fripp naar Low. Bowie gaf het indirect zelf toe: “Als ik wilde verderschrijven zoals ik dacht dat ik aan het doen was – namelijk: beschrijvende observaties leveren van de omgeving waarin ik toevallig ben – dan zou ik een nieuwe stijl moeten ontwikkelen die al die fantasiefiguren (zijn vroegere rollen zoals Ziggy Stardust, Aladdin Sane, de Thin White Duke enzovoort … , noot van ons) zou uitsluiten. En toen was het dat ik besloot dat ik hulp nodig had. Ik nam kontakt op met Eno, en het resultaat was Low en Heroes” [Humo, 1978].

    Is het trouwens toeval dat het beste nummer van deze lp geschreven werd door Bowie én Eno? Wij menen daaruit te mogen besluiten dat het dus niet zozeer Bowie is geweest die Eno beïnvloed heeft, dan wel andersom. En dat doet dus een beetje afbreuk aan het beeld van Bowie als de grote vernieuwer, als de geniale trendsetter, ten minste voor zover het deze, zijn voorlopig laatste periode betreft (de periode Low / Heroes). Ongetwijfeld zijn een heleboel vruchtbare ideeën voor deze voornamelijk in Berlijn opgenomen lp’s van hem afkomstig, maar de hoofdinspiratiebron lijkt ons toch Eno te zijn. Wij vinden Eno’s solowerk trouwens beter dan dat van Bowie, maar soit. Laten we blij zijn met dit album, één lp-kant verdienstelijke rock en één kant geniale eind jaren zeventig-muziek, niet zo moeilijk als wat sommige minimalisten doen, maar altijd nog torenhoog verheven boven dingen als Abba of Fleetwood Mac.

    [Toevoeging 2010. Na al die jaren komt dit alles een beetje over als een storm in een glas water: zo grensverleggend waren die Low / Heroes-albums nu ook weer niet en eerlijk gezegd, eigenlijk staat er op Low niet veel meer dan een goede single en één beklijvend nummer. Maar goed, als men bedenkt dat indertijd de punk furore aan het maken was, dan kan een album als Low – en vooral de B-kant – natuurlijk niet anders dan een parel genoemd worden …]

    Voor de annalen, een beetje Humo-blablabla, uit hun bespreking van Low indertijd: “Bowie en Eno (die eerder al met Robert Fripp bij het Hakenkruisen-sindikaat ging) zijn met open ogen een weg ingeslagen die zonder omwegen naar nergens-bij-de-zee leidt”. Haha! Ze zouden trouwens vlug bakzeil halen, vanaf de volgende lp. Dan was het alweer zoete broodjes bakken geblazen.

    In verband met een constante in Bowie’s werk (de dreiging van de chaos om ons heen): “Alles gaat naar de bliksem, kerel. De situatie is desperaat. Alom heerst onzekerheid. Nergens op deze planeet is er nog een centrum dat rust uitstraalt. Het is demoralizerend. Je zou je voor je kop gaan schieten van ellende. Ik geloof dat het moreel dringend opgepept moet worden. Maar hoe kan dat met de walgelijke zeden van heden ten dage? Deze misselijke beschaving?” [uit Humo]

    Quotering: indertijd een 4, nu een 3 (ergens in 1978, aangevuld in 2010)

    Klassiekers: Sound and vision, Warszawa.

    29-12-2010 om 00:00 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ROMAN de RENART: Branche IV (Le puits)

    Branche IV : Le puits (anoniem) ca. 1178

    [Martin IV – Strubel Va]

    Deze korte branche (478 verzen) vormt in sommige handschriften één geheel met de branches V en Va en wordt gedateerd rond 1178 [ca. 1183-84 volgens Wenseleers 1993: 275]. Het is dus één van de oudste bewaard gebleven Renart-teksten.

    Zie voor de Oudfranse tekst Dufournet I ed. 1985: 308-333.

    Voor een (niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling, zie Paul Van Keymeulen, “De bornput (branche Va)”, in: Tiecelijn, jg. 18, nr. 1 (maart 2005), pp. 53-59.

    Korte inhoud

    De hongerige Renart belandt in een kloosterschuur van witte paters en doodt daar drie kippen. Als hij dorst krijgt en wil drinken, valt hij echter in een waterput, omdat hij in zijn spiegelbeeld beneden zijn vrouw Hermeline meent te herkennen. Wat later komt Isengrin toevallig langs en die meent in zijn spiegelbeeld zijn vrouw Hersens te herkennen, samen met Renart. Renart maakt de wolf echter wijs dat hij (Renart) dood is en nu in de hemel vertoeft, in velden vol lekker wild. De hongerige wolf springt in één van de emmers van de waterput, waardoor deze naar beneden zakt. Renart, die in de andere emmer van het putsysteem zit, gaat zo naar boven en onderweg lacht hij Isengrin uit door te zeggen dat deze nu op weg is naar de hel.

    Wanneer kloosterknechten de wolf in de put ontdekken, alarmeren zij de kloosterlingen die Isengrin flink komen aframmelen en voor dood laten liggen. De wolf wordt door één van zijn zonen ontdekt en naar huis gebracht. De wolven zweren zich op Renart te zullen wreken.

    Aantekeningen

    Deze korte branche is van middelmatige kwaliteit. Interessant is dat in de proloog een plezierig, ontspannend verhaaltje beloofd wordt, want de lezer houdt naar verluidt niet van preken of heiligenlevens. Nochtans wordt ook gesteld dat er uit de tekst iets te leren valt. Men vraagt zich af wat dan wel. Er zit wel een beetje satire in op de witte monniken, maar verder … Misschien is de les dat ook de sluwe bedrieger wel eens tegenslag kent. Renart wordt in elk geval duidelijk voorgesteld als een meester-bedrieger en als een negatief zelfbeeld naar de lezer toe (zie de verzen 20-29): Renars est molt de male escole (Renart komt uit een slechte school).

    Opvallend ook een aardig beeld om Renarts honger aan te geven: de buik en de ingewanden van de vos vragen zich af wat zijn poten en zijn tanden uitrichten (vs. 52-54).

    [02/12/06]

    23-12-2010 om 02:10 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ROMAN de Renart: Branche III (Renart et les anguilles ...)

    Branche III : Renart et les anguilles – La tonsure d’Isengrin – La pêche à la queue

    (anoniem) ca. 1178

    [Martin III – Strubel X – Roques XII – Fukumoto II/III/IV]

    Renart et les anguilles (Renart en de palingen) werd geschreven circa 1178 [circa 1183-84 volgens Wenseleers 1993: 275].

    Zie voor de Oudfranse tekst: Dufournet I ed. 1985: 280-307 (alwaar de branche 510 verzen telt).

    Voor een (niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling, zie Paul Van Keymeulen, “Reynaert en de alen (branche X)”, in: Tiecelijn, jg. 15 (2002), nr. 4, pp. 211-219.

    Korte inhoud

    Renart zwerft hongerig rond, tot hij handelaren met een volle viskar ziet aankomen. Hij legt zich voor dood op de weg en wordt door de vishandelaren (die de pels hopen te verkopen) op de kar gegooid. Renart eet zijn buik vol, windt nog een hele reeks palingen rond zijn lijf en vlucht weg (te paard!), naar zijn kasteel. Thuisgekomen bij zijn vrouw Hermeline en zijn twee zonen (Percehaie en Malebranche), worden de palingen gebakken. Isengrin komt op de rook en de geur af en vraagt om mee te mogen eten. Renart maakt de wolf echter wijs dat er binnen monniken zitten vis te eten en dat Isengrin slechts mag mee-eten als hij zelf monnik wil worden. Hij moet dan wel een tonsuur hebben. De wolf steekt zijn kop door een kleine opening om geschoren te worden, maar renart kapt hem een ketel heet water over de hals.

    Vervolgens maakt Renart de wolf wijs dat ze vis gaan vangen. Ze gaan naar een dichtgevroren meertje met een wak waar de boeren ’s avonds hun vee laten drinken. Renart bindt een emmer aan de staart van de wolf zodat deze met zijn staart in het water kan vissen. Natuurlijk vriest de staart vast in het meertje en ’s morgens wordt de wolf ontdekt door de naburige kastelein (missire Constant des Granches) die net op jacht gaat. De wolf wordt door de honden en de knechten van de edelman deerlijk toegetakeld en kan slechts ontsnappen doordat de edelman met zijn zwaard de wolf mist en – onbedoeld – diens staart afkapt. De wolf zweert dat hij zich zal wreken op de vos.

    Aantekeningen

    Deze drie korte, met elkaar via het vismotief verbonden episodes zijn weinig boeiend en de ongeloofwaardige naïviteit van de wolf is een storend element.

    Enkele negatieve signalen vanuit de zender over Renart: zie verzen 34/45 (de vos als bedrieger) en 280 (de vos als vleier).

    [23/11/03]

    23-12-2010 om 02:08 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ROMAN de RENART: Branche II (Renart et Chantecler le Coq ...)

    Branche II : Renart et Chantecler le Coq – Renart et la Mésange – Renart et Tibert le Chat

    Renart et Tiécelin le Corbeau – Renart et la Louve

    (Pierre de St. Cloud) 1174-77

    [Martin II – Strubel VIIa – Roques IIIa – Fukumoto V-XXI]

    De oudste branche van de Roman de Renart, geschreven tussen 1174 en 1177 door Pierre de St. Cloud [Dufournet II ed. 1985: 499] of circa 1183 [Wenseleers 1993: 275].

    Zie voor de Oudfranse tekst Dufournet I ed. 1985: 208-279.

    Een (gedeeltelijke en niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling in: Paul Van Keymeulen, “Van de haan Canteclaer, de mees en Tybaert de kater (branche VIIa)”, in: Tiecelijn, jg. 17, nr. 2 (juni 2004), pp. 110-120.

    Korte inhoud en aantekeningen

    In de proloog (verzen 1-22) zegt de auteur: Heren (‘seigneurs’), u hebt al veel horen vertellen over Paris en Helena, over Tristan, over fabliaux en chansons de geste, over Yvain en zijn beest, maar nog nooit over de oorlog tussen Renart en Isengrin, twee ‘baronnen’ … De auteur gaat nu de oorsprong van hun twist vertellen.

    Renart et Chantecler le Coq. Renart dringt het erf binnen waar Chantecler en zijn kippen zich bevinden. De kippen gaan de haan waarschuwen, maar deze wil hen niet geloven. Daarop heeft de haan een droom over een ros beest dat hem ontvoert. Hij legt deze droom voor aan Pinte (één van zijn kippen), die het ros beest duidt als de vos en Chantecler vermaant om op zijn hoede te zijn. De haan lacht haar echter uit. Kort daarop slaagt Renart er inderdaad in Chantecler te pakken te krijgen, maar deze laatste kan via een list ontkomen: terwijl Renart achtervolgd wordt door de boeren en hun honden, raadt hij Renart aan even te stoppen en zijn achtervolgers iets toe te roepen. Zo gauw de vos zijn kaken van elkaar doet, vliegt de haan veilig in een boom.

    Negatief over Renart vanuit de zender zijn de verzen 284-285 en 430-431. In Chaucers The Canterbury Tales komt dit verhaal ook voor, met enkele varianten (onder meer: de haan denkt dat dromen veel waarheid bevatten en de kip – Pertelote – beschouwt ze als bedrog … ). Is het betekenisvol dat Chaucer dit verhaal laat vertellen door de nun’s priest? De verhalen rond Renart als het werk van clerici?

    Renart et la Mésange. Renart tracht mevrouw Mees via gevlei en leugens over de Vrede te pakken te krijgen. De mees laat zich echter niet vangen en Renart moet vluchten (te paard!, zie vers 645) voor een stel waakhonden.

    Van in het begin wordt de mees in verband gebracht met een holle eik waarin ze haar eieren heeft gelegd (verzen 470-472). Vergelijk Jheronimus Bosch’ Hieronymus-paneel (Gent). Negatief over Renart vanuit de mees: verzen 483-484 (duivels hebben de vos gecorrumpeerd).

    Renart et Tibert le Chat. Renart en Tibert moeten (te paard!) vluchten voor honden en Renart probeert Tibert in een val te doen lopen. Het is echter Tibert die Renart in de val doet lopen, maar dankzij een gelukje kan deze toch nog ontsnappen.

    Negatief over Renart vanuit de zender: vers 720 (Renart heeft een verdorven inborst) en vers 742 (Renart is een ware duivel).

    Renart et Tiécelin le Corbeau. Tiécelin heeft een kaas gestolen en nu probeert Renart via gevlei (Tiécelin kan toch zo mooi zingen) niet zozeer de kaas als wel Tiécelin zelf tussen zijn tanden te krijgen. Dat mislukt echter (de vos krijgt slechts vier pluimen te pakken) en dus eet Renart de naar beneden gevallen kaas maar op.

    Negatief over Renart vanuit Tiécelin: verzen 1002-1004 (Renart is een verrader die in de hel thuishoort).

    Renart et la Louve. Renart komt in het hol van de wolf terecht, waar de wolvin Hersent haar pasgeboren wolfjes aan het zogen is. Als Renart haar wijsmaakt dat mén vertelt dat zij een verhouding hebben, wordt de wolvin boos en nodigt zij de vos uit haar dan maar een keer te pakken, dan zijn die geruchten meteen terecht. De vos gaat op haar uitnodiging in en bepist vervolgens de protesterende wolfjes, die natuurlijk alles aan hun vader vertellen wanneer die thuiskomt. Hersent kan Isengrin slechts kalmeren door te beloven dat zij alles zal doen wat hij vraagt.

    Een tijdje later ontmoeten Hersent en Isengrin Renart. Deze laatste slaat echter op de vlucht, waarop de wolven hem achtervolgen. Renart vlucht naar zijn burcht Malcrues, waar Hersent in één van de pijpen klemraakt (Isengrin is ondertussen verloren gelopen). Renart profiteert hiervan door de wolvin, die tevergeefs haar ‘deux pertuis deerains’ (twee achterste gaatjes) met haar staart tracht te bedekken, achterlangs te verkrachten. Als Isengrin eindelijk arriveert, beweert Renart dat hij Hersent probeerde los te wrikken, maar Isengrin gelooft dit niet. Dus vlucht Renart maar zijn burcht binnen, terwijl Isengrin zijn echtgenote probeert los te krijgen. Dat lukt uiteindelijk, maar pas nadat Hersent door al dat gedruk en gewring de inhoud van haar darmen over Isengrin geledigd heeft.

    22-12-2010 om 00:00 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 23/11-29/11 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 28/10-03/11 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 14/08-20/08 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs