Inhoud blog
  • Test
  • BOEK: De Bourgondiërs (Bart Van Loo) 2019
  • BOEK: Sinuhe de Egyptenaar (Mika Waltari) 1945
  • BOEK: Dwaal zacht (Lore Mutsaers) 2019
  • BOSCH: Higgs Strickland 2016
    Zoeken in blog

    Over mijzelf
    Ik ben Eric De Bruyn
    Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
    Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
    Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
    WEMELDINGEN
    Tijd is ruimte in beweging
    14-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TOPOI: Blauw

    BLAUW

    Huizinga 1919: 283-284, signaleert de connotaties ‘trouw’ en ‘ontrouw’ van de kleur blauw. De blauwe huik beduidt in het Nederlands de echtbreekster. Blauw kon ook verwijzen naar de dwaasheid in het algemeen (zie onder meer de ‘blauwe scute’ als het vehikel der mallen).

    1 Blauw = trouw, standvastigheid

    Der minnen loep II ed. 1845-47 (1411/12)
    - 54 (Boek IV, verzen 167/170-175). Didactisch rijmtraktaat over liefde en erotiek. Over de 4de graad van minne, met als deugd Rechtvaardigheid: Die inden vierden grade staen, / ( … ) Die sell hebben tot hoirre leer / Rechtveerdicheit in horen zaken. / dese heeft twee cleyder doen maken, / Dat sijn ghestadicheit ende trouwe, / Ende als icse te recht aenschouwe, / Sijn sy van blaewer verwen ghemaelt.

    Het Geraardsbergse Handschrift ed. 1994 (1460-70)
    - 83 (nr. 66, verzen 73-76). Allegorisch gedicht over de boomgaard der zuiverheden: Een blaeu blomme staet daer vp / Daermen stadicheit by verstaet / Want die ghestadich blijft in god / Die eist die den loen ontfaet.

    Jhesus collacien ed. 1962 (1480?)
    - 207 (2de preek van de H. Geest, regels 3-6). Een prekenbundel. Des anderen daechs doen die heilighe geest collacie soude doen den susteren Soe sach die deern christi dat hi aen hadde een cleet dat was van verwen als die hemel [blauw dus]. Dat beteykent dat hi is een optrecker der sielen totten hemelschen dinghen.

    Den triumphe ende ’t palleersel van den vrouwen ed. 1996 (1514)
    - 276 (vers 27). In deze kledingallegorie is het ‘rijsnour der ghetrouwicheyt’: Van siden ghewracht, blau van colure.

    Cristenkercke ed. 1921 (kort na 1540)
    - 22 (verzen 504-505). Rederijkersspel. Cristenkercke zegt tot Vprecht Simpel Ghelouen: dit cleet blau, volstandicheijt, an hebbende sijt / tot elcker spacie. Het blauwe kleed heet dus allegorisch ‘volstandicheijt’ (trouw).

    De wellustige mensch ed. 1950 (XVIb)
    - 95 (lijst van dramatis personae, nr. 2). Rederijkersspel. De gratie goods, een geestelijcke parsonage int blau gecleet.

    2 Blauw = ontrouw, bedrog

    [Bax 1948: 13, signaleert dat blauw in verschillende uitdrukkingen het bedrieglijke aanduidt.]

    Tafel van den Kersten Ghelove II ed. 1937 (1404)
    - 209 (Winterstuc, hoofdstuk 32, regels 116-117). Theologisch compendium. Over de hebzucht: dese heeft groten toeverlaet tot sinen blaeuwen sack. Blauwe zak = zak waarin onrechtmatig verkregen geld werd geborgen (noot van tekstbezorger).

    Brugman ed. 1948a (vóór 1473)
    - 231 (preek 19, regels 175-181). Prekenbundel. Over hypocriete kloosterlingen: Ende dese sijn in enen geesteliken schijn ende draghen grau, mer si sijn voor god blau. Gelijc als wi sien, dat dese blau ende geel lelyen die opt water wassen, si hebben de gedaente der lelyen, mer si en hebben niet den roeck der lelyen. Alsoe ist oec met desen menschen: si hebben die reynicheyt van buyten, mer si en pijnen hen niet haer herte rein te bewaren ende te houden.

    Brugman ed. 1948b (vóór 1473)
    - 6 (nr. 2, regels 27-31). Prekenbundel. Niet en is duveliker noch Gode myshageliker dan te wesen buten grauwe ende bynnen blauwe, van buten engelen te schinen ende van binnen duvelen te sijn, mit der ydelheit ende feestelicheit der werelt becommert te wesen.

    De stove ed. 1944 (XVIa)
    - 171 (verzen 604-605). Strofisch rederijkersgedicht. In een badstoof raadt een goedgehuwde vrouw een slechtgehuwde vrouw aan haar bedrieglijke echtgenoot met liefde aan te pakken: Dus wilt om ws selfs langhe vrueght en gherief / Luttel tijts den blauwen hoerresoen wieghen.

    Die evangelien vanden spinrocke ed. 1910 (circa 1520)
    - A2v (hoofdstuk IV). Satirische tekst. Over de zes vrouwen die de spinavonden leiden: Dese ses vrouwen waren so vroet ende wijs in harer tijt, al haddet gheweest o(m) de(n) blauwe(n) duvel te beswere(n) oft te binde(n) op een cussen, soe waren sijer abel ghenoech toe ende expart. Deze passage ook gesignaleerd in Grauls 1957: 23.

    Stijevoort I ed. 1929 (1524)
    - 65 (refrein 32, verzen 18-19). Zot rederijkersrefrein, klacht van een hoorndrager: is sy ontfermhertich onder die ghesellen / Dats my int herte een blou beles. Andere versie van hetzelfde refrein in Stijevoort II ed. 1930: 167 (refrein 215, verzen 20-21): Isse ontfermhertich onder die ghesellen / dat is lacen een blou gheles.

    Doesborch II ed. 1940 (1528/30)
    - 64 (refrein 26, verzen 87-88). Idem. Ic heb al mijnen swaren arbeyt versleten / op een blaw belof.

    Crul ed. 1954 (XVIA)
    - 91 (verzen 58-59). Rederijkersgedicht. Over de rijken: Liecht hij, oft zijn sijn woorden blau van colueren, / Men moet segghen tes waer, wie derf hen controlueren.

    Leenhof der Ghilden ed. 1950 (1534-59)
    - 10 (verzen 100-104). Satirisch rederijkersgedicht. Joncker Aert scherpgetant, noyt vremder fatsoen, / Die op zijnen rock doet maken twee rechten: / Binnen is hy blau ende buyten is hy groen, / Deen is den besten, dander is den slechten; / Men siet list tegen de armoede vechten.

    Vreese des Heeren en Wijsheijt ed. 1968 (circa 1550)
    - 380 (vers 432). Rederijkersspel. Doude Serpent tot Sondich Ingheven: Blau seckten settere, gij muecht wel swijgen!

    De Hel vant Brouwersgilde ed. 1934 (circa 1561)
    - 7 (verzen 201-203). Rederijkersspel. Teijckent mede wadt spel dees groote meesters bedrijven, / als stadhouders, ruwaerden, presidenten, sofforijnen, / die uijt den blauwen sack hem selffs gerijven.

    Weydts ed. 1969 (1567)
    - 23 (strofe 20). Satire op de protestanten. Een ‘berouwvolle’ geus zegt: adyeu begravinghe, met uwen blaeuwen zack.

    De Bruyne III ed. 1881 (1579-83)
    - 184 (refrein 132, strofe 3, verzen 1-3). Vroed rederijkersrefrein. Niet dat hier een blau doot gelooye gelt iet, / soo Jacobus spelt, siet: / als de sulcke wel meynt, duer syn veel weten. Blijkbaar gaat het hier om het valse geloof.

    Godt loondt ed. 1975 (XVIB)
    - 135 (vers 175). Een Fransman over een Spanjaard: Ziet hoe blauw hij ziet om zijnen kam. Blauw, omdat hij liegt? Of omdat hij kwaad wordt (zie aantekening)?

    D’Evangelische Maeltijt ed. 1992 (XVIB)
    - 65v (vers 26). Rederijkersspel. Daeromme blauwe glosen gingen sij voorstellen (= uitvluchten zoeken).

    Avont, Nacht ende Morgenstont ed. 1992 (XVIB)
    - 44v (verzen 898-899). Rederijkersspel. Het ene neefken tot het andere: Ghij moet u wel wachten tot allen tijden / voor den blauwen sack met haer subtijle Listen.

    3 Iemand de blauwe huik (= kapmantel) omhangen = iemand bedriegen

    [Grauls 1939/40: 151, signaleert de blauwe huik als symbool van bedrog.

    Lebeer 1939/40: 180/188, signaleert een grafische compositie met spreekwoorden, waarvan vooralsnog acht varianten bekend zijn. De eerste versie is minstens even oud als Bruegels Spreekwoorden. De gemeenschappelijke korttitel is De Blauwe Huicke of ’s Werelds Abuisen. Op al die prenten staat de ‘blauwe huik’-scène centraal op het voorplan. Dit spreekwoord (correcter: deze zegswijze) is het meest specifieke zinnebeeld van de ‘verkeerde wereld’. Zie over deze Blauwe Huik-prenten ook Lebeer 1938: 144, en De Meyer 1970.

    Coigneau II 1982: 300 (noot 127), signaleert de blauwe kapmantel als symbool van ontrouw, met verdere bibliografie.]

    De Middelnederlandse boeren ed. 1957 (XIV?)
    - 80 (nr. XIV, verzen 1-4). Een boerde. Ic prijs een wyf die haren man / Verdwasen can ten sot. / Al duet si hem die blaeu hoeyck an, / Hi waent dat hi is hair afgod. Vergelijk ook Lodder ed. 2002: 148 (verzen 1-4) (aldaar gedateerd: circa 1440).

    Rubben ed. 1969 (circa 1410)
    - 251 (vers 218). Een klucht. De schoonmoeder van Rubben leert haar dochter hoe men dwaze mannen kan bedriegen ende hanghen hem ene blau hoyke an.

    Die vier wegen van der passien ed. 1966 (1446)
    - 64 (paragraaf 74, regels 1031-1032). Ascetisch-mystiek prozatraktaat van Alijt Bake. Maer doch een yeghelijc kenne hem selven ende en aenhanghe Gode gheen blauwe hueke.

    Stijevoort I ed. 1929 (1524)
    - 65 (refrein 32, vers 12). Zot rederijkersrefrein, klacht van een hoorndrager: Wilt sij mij nu tblou huijxken om hanghen.
    - 129 (refrein 66, verzen 15-19). Zot rederijkersrefrein, over een ‘arme bruiloft’: Daer de bruyt losch enen ghescoren bol heeft / en daer op van wyngaerde eenen rol heeft / ende enen blouwen couel op twe gebroken socken / Ende die te huwelic den groten tol heeft / en achter straten menighen pol heeft.
    - 138 (refrein 72, vers 23). Amoureus rederijkersrefrein. Een meisje klaagt tot haar vriendin: Die blou huijcke heeft hij mij aenghetoghen.

    Stijevoort II ed. 1930 (1524)
    - 167 (refrein 215, vers 14). Zot rederijkersrefrein, klacht van hoorndrager: Wilsij mij soe die blou huijck omhanghen.
    - 195 (refrein 232, vers 33). Zot-amoureus rederijkersrefrein. Apologie van de overspelige vrouw: Soude ic v die blouwe huijck om hanghen.

    Die Spiegel der Minnen ed. 1913 (XVIa)
    - 7 (vers 177). Rederijkersspel. Vreese voor Schande (sinneke) zegt: Wy sullen haer die blauwe heucke om hangen.
    - 27 (vers 774). Idem: Hangt haer tblau heucxken om den hals.

    Bijns ed. 1886 (vóór 1529)
    - 235 (refrein 62, strofe c, vers 12). Amoureus rederijkersrefrein, liefdesklacht van man: Al heeft sij mij de blau huycke om ghehanghen.

    Duytsche Adagia ofte Spreecwoorden ed. 2003 (1550)
    - 248 (nr. 84.1). Spreekwoordenverzameling. Yemant de blauwe huyc om hangen. Dat is: yemande beuselinghen wijs maecken, tis de blauwe huyck, seytmen, dat is: een beuselmart.

    Eneas en Dido ed. 1982/83 (1552)
    - 212 (vers 1659). Rederijkersspel. Faeme van Eeren (sinneke) zegt: Quaelijck salmen connen die blauwe heuck omhangen haer.

    De katmaecker ed. 1932 (vóór 1578)
    - 68 (vers 198). Rederijkersklucht. Man tot vrouw: Meendij mij also die blauwe hoijck om te hangen?

    De Bruyne I ed. 1879 (1579-83)
    - 93 (refrein 21, strofe 1, verzen 4-5). Zot rederijkersrefrein over pantoffelhelden: & sy hem tcatoen wt den ooren spint, / de blau huycke hem omhangende naden wint.

    De Keyser 1939/40 (XVI)
    - 130 (strofe 3). Een zestiende-eeuws refrein. Gebreck is nu in alle staten / Oock bedroch spant nu de croon, / Procureurs en Advocaten / Ghevent elck al even schoon, / En gaghet Trecht een lutsken crom / Men hangt hem een blau huycken om.
    - 134. Het derde ‘punt’ van de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwe-ommegang van 1563. Den Tittel van het derde Punt / Out bedroch eclk met de blau Huycke soo verblint, / Soo dat hy hem selven soeckt en niet en vint. / Op den waghen sittende Outbedroch, gecroont met een haringhe Croone, eenen halsbant aene van Trompen ende Brillen, voor haer ligghende veel blau Huycken, de welcke Eyghen bate compt halen, met haer Maert Valsche practijcke, ende hanghe se om Ghemackelijcken Peer, ende Lichtghelaet hancse om Versuften Ouderdom, twee Creemers voor op den Waghen, deen met Brillen, ende dander met Trompen, den Waghen is al behanghen met Vanghers ende Cabassen, daer achter rijdende te peerde Personagien met blau Huycken om, ende onder al beroeyt, want de selcke selden bedijen. De twee titelverzen ook in De Bruyne I ed. 1879: 63 (nr. 15, verzen 10-11) [1579-83].

    4 De blauwe schuit

    Zie onze uitgebreide bespreking van de gravure De Blauwe Schuit (1559) elders.

    5 Blauw = negatieve toestand (van slachtoffer zijn, van slapheid, van zwakheid)

    Van den drie Blinde Danssen ed. 1955 (1482)
    - 72. Moraliserend-allegorisch droomvisioen. De Dood doet de mensen de moed verliezen: Die sin ende moet int leste verblauwe (= verslappen, worden krachteloos). De mens let dan niet meer op zijn zondigheid.

    Mars en Venus ed. 1991 (vóór 1517? / 1551)
    - 282 (verzen 816-817). Rederijkersspel. De sinnekes over de naakte Venus in bed bij Mars: Wat witter lijveken. / De temptacie soude mij al blaeu maecken.

    Die evangelien vanden spinrocke ed. 1910 (circa 1520)
    - A6r. Satirische tekst. Een slappe pantoffelheld heet Jan de Blau.

    Stijevoort I ed. 1929 (1524)
    - 15-16 (refrein 4, verzen 47/57). Zot-erotisch rederijkersrefrein (coïtus beschreven in termen van boogschieten). Meisje zegt tegen onhandige minnaar: Vertrect seydsi blou scutter ghi maect mi tonraste / Vertrect seydi blou scutter ic heb verstant.

    Stijevoort II ed. 1930 (1524)
    - 169 (refrein 216, vers 33). Zot rederijkersrefrein. Overspelige vrouw tot slappe echtgenoot: Mer ghy wandelt al ten blouwen brueren.

    Doesborch II ed. 1940 (1528/30)
    - 61 (refrein 26, verzen 4-9). Amoureus rederijkersrefrein. Een venusjanker zegt: al sagic elcken inden paradijse / en mi tussen leeuwen vol van afgrijse / om te verschueren ghelijc den blauwen scape, / meer wonders ic in mi seluen rape / dat si daer ic altoos na gape / mi dus begeeft.

    De Wellustige Mensch ed. 1950 (XVIb)
    - 97 (vers 26). Rederijkersspel. Een sinneke zegt over De Gratie Goods, die door Wellustige Mensch genegeerd wordt: Sij staet op hem en siet wel also blauwelijck. Volgens een aantekening betekent ‘blauwelijck’ hier ‘onthutst’. Tegelijk is het een grapje: De Gratie Goods is immers volgens de lijst van dramatis personae in het blauw gekleed.

    Eneas en Dido ed. 1982/83 (1552)
    - 186 (verzen 921-922). Rederijkersspel. Een sinneke over de verliefde Dido: Wa, sij siet te flauwelijck, van minnen blauwelijck, / Vol totten croppe.

    Bijns ed. 1875 (1567)
    - 361 (Boek III, refrein 41, strofe a, verzen 2-3). Vroed rederijkersrefrein. Door mijn valsch bedrijven so sie ic blauwelijck / Tgetal mijnder sonden; waer sal ic blijven?

    De Bruyne I ed. 1879 (1579-83)
    - 94 (refrein 21, strofe 2, vers 3). Zot rederijkersrefrein. Opsomming van allerlei Jannen (pantoffelhelden), onder meer: Jan coopt blau.

    De Minckijsers ed. 1992 (XVIB)
    - 116r (vers 1028). Rederijkersspel. Dat sijn al blau vijgen (= het helpt niets).
    - 119v (verzen 1432-1434). Rederijkersspel. Der Genaeden Moeder zegt tot Wraecke van Sonden: die hem selven en verdommen / daer en sal geen opordeel meer over gaen oft commen / sijn dat blau blommen, hoe smaeckt u dat zap? Betekent de uitdrukking ‘zijn dat blauwe bloemen’ zoiets als ‘is dat niet erg genoeg’? Onduidelijk.

    Amoreuse Liedekens ed. 1984 (circa 1600)
    - 152 (strofe 4). Amoureus liedje. De onsuccesvolle minnaar zal aan zijn been een blaeuwe scheen dragen ter ere van het meisje dat hem afwees.

    6 Andere connotaties van blauw

    Aragoenoysen ed. 1920 (1525)
    - 119 (regie-aanwijzing in vers 10). Allegorisch rederijkersspel. Het allegorische personage Den Hemel is in het blauw gekleed, naer de lucht (des) hemels. Blauw hier = blijdschap omwille van de overwinning van Karel V. Er wordt gespeeld met de idee ‘zich tussen hemel en aarde bevinden’ (men is namelijk ook droef om de nederlaag van Frans I). Het tegenpersonage, De Eerde = droefheid, is in het zwart gekleed.

    Hooghen Wynt ende Zoeten Reyn ed. 1920 (1525)
    - In dit allegorisch rederijkersspel wordt Karel V allegorisch voorgesteld door het personage Zoeten Reyn (Zoete Regen, tegenover Hooghen Wynt = onweer = de Franse koning). Zoeten Reyn gaat gekleed in het blauw of grijs, waterachtich scynende. Blauw is hier positief: duidt op water = brengt vruchtbaarheid in de droge zomer, na onweer.

    Mertens/Torfs VI 1976 (1561)
    - 510. Beschrijving van een Antwerpse Ommegang uit 1561. Het element water = een meisje in het blauw gekleed (met een schip in de hand en een haring of vis op het hoofd).
    - 514. Idem. Hoop = een vrouw in het blauw gekleed, met gouden sterren bezaaid.

    [explicit]

    14-10-2011 om 23:16 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIDDELNEDERLANDS: Den duytschen Cathoen (anoniem) ca. 1500

    Den duytschen Cathoen (anoniem) ca. 1500

    [Teksteditie: A.M.J. van Buuren i.s.m. O.S.H. Lie en A.P. Orbàn (eds.), Den duytschen Cathoen. Naar de Antwerpse druk van Henrick Eckert van Homberch. Met als bijlage de andere redacties van de vroegst bekende Middelnederlandse vertaling der Dicta Catonis. Middelnederlandse Tekstedities 5, Verloren, Hilversum, 1998 = Den duytschen Cathoen ed. 1998]

    Genre

    Naar de vorm een (post)incunabel, naar de inhoud een verzameling berijmde spreuken en kleine wijsheden.

    Auteur

    Anoniem.

    Situering / datering

    De Disticha Catonis (ook wel Dicta Catonis) is een Latijnse verzameling spreukachtige wijsheden die in de middeleeuwen toegeschreven werd aan de Romeinse politicus en auteur Marcus Porcius Cato (234-149 v. Chr.). Tegenwoordig is men het erover eens dat het een anonieme auteur, vermoedelijk uit de derde eeuw na Christus, betreft. De spreuken zijn geschreven in disticha (strofen van twee verzen) en hexameters. Gewoonlijk bedraagt het aantal spreuken 144, verdeeld over vier boeken, waarbij het wordt voorgesteld alsof Cato zich richt tot zijn zoon om hem allerlei wijsheden te leren.

    Van de Dicta Catonis bestaan verschillende Middelnederlandse redacties. Eén van deze redacties (de oudste) treffen we onder meer aan in een druk, Den duytschen Cathoen, die in 1500 of iets later verscheen te Antwerpen bij Henrick Eckert van Homberch (uniek exemplaar: KB Den Haag, 229 G 16). De tekst van deze druk wordt door Van Buuren drie maal uitgegeven: één maal diplomatisch, één maal kritisch met woordverklaringen en aantekeningen, en één maal kritisch met alleen woordverklaringen.

    De andere bekende versies van deze oudste Middelnederlandse redactie worden door Van Buuren diplomatisch uitgegeven. Het betreft hier de versie uit de zogenaamde Enaamse codex (ca. 1290), de versie uit het Comburgse handschrift (tussen 1380 en 1425), een veertiende-eeuws handschriftje uit de Bayerische Staatsbibliothek te München, een fragment op de schutbladen van een getijdenboek te Leiden (ca. 1400), een fragment in een handschrift van circa 1380, een handschrift van circa 1478, fragmenten in een laat-vijftiende-eeuws handschrift, een handschrift uit Middelburg (wellicht circa 1550) en dan nog vijf drukken: één uit het begin van de zestiende eeuw, één van circa 1540, één uit 1605 en twee uit de periode 1596-1617. [Zie voor al deze versies van de oudste redactie ed. 1998: 18-19 en Van Buuren 1994: 76-77. Zie voor de andere Middelnederlandse redacties Van Buuren 1994: 375-376 (noot 33)]

    Al deze versies van de oudste redactie vertonen onderling heel wat verschillen, niet alleen wat het aantal opgenomen dicta maar ook wat hun volgorde betreft. Ook de titels variëren: nu eens Boec van Catone, dan weer Den duytschen Cathoen.

    Inhoud

    In de versie van Henrick Eckert van Homberch telt de tekst 284 versregels: een proloog, een 57-tal spreuken en een epiloog. In de proloog deelt de anonieme auteur mee dat hij zich afgekeerd heeft van de wereldse liefde en zich nu meer op de wijsheid richt. Daarom heeft hij een schoolboekje vertaald over Catho, die zijn zoon allerlei wijsheden leerde. Waarna een 57-tal van zulke wijsheden volgen.

    Thematiek

    Den duytschen Cathoen omvat een rommelig allegaartje van los van elkaar staande spreukachtige wijsheden, grotendeels bestaande uit goede raad en praktische leefregels, met hier en daar verchristelijkte antiek-stichtelijke adviezen. Altijd God eren, niet te lang slapen, niet te veel praten, altijd consequent zijn, je aanpassen aan de omstandigheden, anderen niet bekritiseren of schaden, je vrouw niet te snel geloven, niet bekvechten, niet té goed zijn voor anderen (anders berokken je jezelf schade), niet roddelen, nooit iets beloven aan een ander dat men aan jou beloofd heeft, niet hoog oplopen met lof, goed doen als je jong bent, geen acht slaan op fluisteraars, matig zijn met je bezit, blij zijn met de gift van een arme, de dood niet vrezen, niet verlangen naar de dood van een ander, God niet verwijten dat je geen vrienden hebt, je kinderen een goed ambacht leren, niet te veel liefhebben of haten, tevreden zijn met wat God met je voorheeft, de tering naar de nering zetten, altijd mate houden, niemand te schande maken, zuinig zijn en sparen, niet dronken worden, op tijd nemen en geven, als je iets wil weten over landbouw, geneeskunde, oorlog of liefde: Virgilius, Macer, Lucanus en Ovidius lezen, ongelukken voorkomen, betrouwbare kameraden en dokters kiezen, kennis opdoen, je de woorden van slechterikken niet aantrekken, geen vrienden verraden, een erfenis niet verspillen, naar goede raad luisteren, niets doen wat je kracht te boven gaat, bij onrecht een rechter inschakelen, niet veel spreken tijdens het eten, hulp vragen aan vrienden, niet gierig zijn maar ook niet vrekkig, vader en moeder eren, matig eten en drinken, niet te veel aandacht schenken aan je vrouw als ze kwaad is, het goede voorbeeld van anderen volgen, je soms dwazer voordoen dan je bent, je niet laten misleiden door vleiers, je vrouw eerst goed leren kennen vóór je trouwt.

    In navolging van de middeleeuwse leermeesters die hun Latijnse commentaren bij de Dicta schreven, is in de Middelnederlandse redactie het heidens jasje hier en daar vervangen door een christelijk. In het overgrote deel van de gevallen gaat het echter om wijsheden die zonder meer heel goed bruikbaar waren in (christelijke) lekenkringen, omdat ze zo algemeen van aard zijn. In het Boec van Catone / Den duytschen Cathoen hebben we dan ook te maken met de nieuwe lekenmoraal die in de dertiende en veertiende eeuw in onze streken meer en meer op de voorgrond treedt [Van Buuren 1994: 84-85]. ‘Het gaat niet om de christelijke leer, maar om, wat men zou kunnen noemen, een maatschappelijke ethiek, in deze tijd uiteraard ingebed in het christendom’ [ed. 1998: 31].

    Receptie

    In de proloog van Den duytschen Cathoen (ca. 1500) zegt de auteur dat de tekst die hij vertaalde, Een boeck is dat die clercken lesen, / Als si eerst ter scolen gaen, / Die hem wijsheyt doet verstaen / Vele meer dan eenich doet [ed. 1998: 44 (verzen 23-27)]. Naar aanleiding van een bij Gerard Leempt op het einde van de vijftiende eeuw in ’s-Hertogenbosch verschenen drukje van de Disticha Catonis noteert M.A. Nauwelaerts [in: Latijnse school en onderwijs te ’s-Hertogenbosch tot 1629. Bijdragen tot de Geschiedenis van het Zuiden van Nederland XXX, Stichting Zuidelijk Historisch Contact, Tilburg, 1974, pp. 198-199] onder meer: ‘De “Cato” of “Cathoen” was het meest populaire van alle school- en volksboekjes. ( … ) Niet alleen in de volkstaal werd het boekje gretig gelezen, maar alle scholieren lazen het in de parochie-, klooster- of kapittelschool; het was het boek van de “clercken”. ( … ) Dat was het boek, waaruit de jonge scholier zijn eerste levenswijsheid opdeed. Men vindt het kleine boekje dan ook overal. ( … ) In de 15e eeuw was dat schoolboekje nog in ieders handen en de leer van de Disticha in ieders geheugen, want de leerlingen leerden het met vlijt van buiten’.

    Het staat inderdaad buiten kijf dat de Dicta Catonis in de middeleeuwen fungeerde als schoolboek en bij het onderwijs in het Latijn [vergelijk hierover onder meer Beets ed. 1885: 4-7]. De functie en het geïntendeerde publiek van de Middelnederlandse vertalingen van dit schoolboekje zijn echter een stuk minder duidelijk. Toch vermoedt Van Buuren dat we ook hier aan het onderwijs moeten denken: ‘Dat kon zowel huisonderwijs zijn als onderwijs op scholen waar het Latijn niet aan de orde kwam, schrijfscholen dus – ook wel “lage scholen”, “nederscolen” of “cleine scolen” geheten – en wat we “handelsscholen” zouden kunnen noemen, bestemd voor toekomstige kooplieden. Maar ook iedere geïnteresseerde volwassene kon het zijne opsteken uit het Boec van Catone, want het boek bevat levenswijsheid voor iedere geïnteresseerde leek’ [Van Buuren 1994: 84]. ‘Een werk als De boec van Catone kan ( … ) zowel in het privé- als in het klassikaal onderricht gebruikt zijn’ [ed. 1998: 23, zie ook p. 32].

    Het boekje was in elk geval een groot succes, en niet alleen in het Latijn en niet alleen in de Nederlanden: er zijn bewerkingen bekend in het Anglonormandisch, Frans, Spaans, Italiaans, Duits, Ijslands, Engels, Tsjechisch en Grieks, soms in meer dan één redactie [Van Buuren 1994: 71]. Er wordt uitgebreid uit geciteerd in Boendale’s Der leken spieghel, in de Dietsche doctrinale en in Lambertus Goetmans Spyeghel der ionghers (1488) en op talrijke andere plaatsen wordt ernaar verwezen. Met recht mag men hier spreken van een middeleeuwse bestseller, die zowel in het klooster bij de clerus, in de stad bij de burgerij als aan het hof bij de adel bekend was en op een gunstige ontvangst kon rekenen.

    Profaan / religieus?

    Profaan, met een bescheiden religieus ondertoontje.

    Persoonlijke aantekeningen

    De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de Disticha Catonis de moderne lezer, in welke redactie dan ook, noch qua literair-esthetisch plezier, noch qua levenswijsheid veel te bieden heeft. Beets merkte in 1885 al op: ‘Onwillekeurig vraagt men zich, en bij herhaalde lezing telkens meer, af, waarin wel die groote aantrekkingskracht dezer spreuken mag hebben gelegen; in bijzondere verhevenheid of uitnemende kernachtigheid toch wel niet, daar ze voor het meerendeel alledaagsche waarheden in weinig treffenden vorm bevatten, ja dikwijls niet meer dan goede raadgevingen zijn’ [Beets ed. 1885: 3]. In zijn recensie van de editie-1998 stelt Geert Claassens terecht: ‘Met Den duytschen Cathoen hebben Van Buuren, Lie en Orbàn nu niet meteen een groots literair monument onthuld’. Even terecht gaat hij echter verder: ‘Maar wel een deel van het Middelnederlandse literaire erfgoed dat een rol heeft gespeeld in de vorming van zowel de middeleeuwse auteurs als het contemporaine publiek’. De cultuurhistorische waarde van het boekje valt op die manier inderdaad niet te ontkennen en als Bosch in zijn thuisstad de Latijnse school heeft gevolgd, zoals in de Bosch-literatuur de laatste tijd meer en meer is komen vast te staan, dan was ook hij ongetwijfeld vertrouwd met het boekje. Veel relevante inzichten in verband met zijn oeuvre levert het nochtans niet op, al is die in een christelijk kader fungerende lekenethiek (vergelijk de Bosch-benadering van Paul Vandenbroeck) beslist een parallel. Wat ons onderzoek naar middeleeuwse topoi betreft, resulteert het lezen van dit werkje overigens in een quasi-nuloperatie: alleen in spreuk nr. 55 [ed. 1998: 106-107] is er even sprake van (bedrieglijke) vogelaars.

    Recensies van de editie-1998

    - An Faems, in: Spiegel der Letteren, jg. 40 (1998), nr. 4, pp. 327-328. Het grote voordeel van dit boek is dat het de oudste Middelnederlandse vertaling van de Dicta Catonis op betrouwbare wijze ontsluit en de verschillende redacties ervan samenbrengt en zo de ‘compilatie-editie’ van Adriaan Beets kan vervangen en aanvullen.

    - Piet Franssen, in: Literatuur, 1999, nr. 1, p. 63.

    - Paul Wackers, “In een boek zo volgeladen, mist men een, twee thema’s niet?”, in: Queeste, jg. 6 (1999), nr. 2, pp. 194-197.

    - Geert Claassens, in: Millennium, jg. 13 (1999), nr. 1, pp. 50-53.

    Geraadpleegde lectuur

    - Beets ed. 1885: A. Beets (ed.), De “Disticha Catonis” in het Middelnederlandsch. Bibliotheek van Middelnederlandsche Letterkunde – aflevering 37, J.B. Wolters, Groningen, 1885.

    - Van Buuren 1994: A.M.J. van Buuren, “’Der clerken boec moeten si lesen’. De ‘Disticha Catonis’ en het ‘Boec van Catone’”, in: J. Reynaert e.a., Wat is wijsheid? Lekenethiek in de Middelnederlandse letterkunde. Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen IX, Prometheus, Amsterdam, 1994, pp. 70-85.

    [explicit 10 oktober 2011]

    11-10-2011 om 00:38 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: CHARLOTTE GAINSBOURG

    Charlotte Gainsbourg: 5:55 (2006)

    Charlotte Gainsbourg, de dochter van Serge Gainsbourg en Jane Birkin, heeft voor deze full-cd een heleboel hulp gekregen van een heleboel derden, waarbij ongetwijfeld het dochter-zijn-van wel een aantal deuren zal geopend hebben: Nigel Godrich (producer van Radiohead), Nicolas Godin en Jean-Benoit Dunckel (van Air), arrangeur David Campbell (vader van Beck) en voor de teksten Jarvis Cocker en Neil Hannon (van The Divine Comedy). Het resultaat van al deze bijeengestoken koppen is anders maar navenant, hoor. De single, The songs that we sing [5], kan er nog mee door, maar de overige tien nummers variëren van zeer middelmatig tot downright boring. Zeker wanneer Charlotte haar moeder tracht te imiteren door met een omfloerste, ongetwijfeld erotisch bedoelde fluisterstem te lispelen, werkt ze eigenlijk alleen maar op de zenuwen, zelfs al bezingt ze in poëtische termen haar vagina zoals in Beauty Mark [6] (This hidden place / This private part / This secret door into my heart / I’ll keep it for you). In Humo’s eindejaarslijstjes voor 2006 zette één recensent (mk) deze cd op nummer één [Humo nr. 3459, 19 december 2006, p. 190]. Voor het overige was het plaatje nergens te bekennen. Raar toch hoe smaken kunnen verschillen.

    Quotering: ** (2 januari 2007)
    Klassiekers: The songs that we sing.

    Charlotte Gainsbourg: IRM (2009)

    Deze keer heeft Charlotte voor de dertien tracks op dit album héél veel hulp gekregen van Beck (wiens vader al aan het vorige album meewerkte), maar reden tot juichen is er nog steeds niet. De ene keer klinkt La Gainsbourg als Carla Bruni, dan weer als Suzanne Vega en een derde keer als godweetwie, maar ze klinkt nooit zo goed als. Pas ruim over de helft van de cd is er enige reden tot optimisme, onder meer met het forse Trick pony [9] en het bluesy Dandelion [11]. Misschien moet ze zich maar concentreren op haar acteercarrière, maar dan eens bij iemand anders dan Lars von Trier.

    Quotering: **½ (10 oktober 2011)
    Klassiekers: Trick pony, Dandelion.

    10-10-2011 om 21:24 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 23/11-29/11 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 28/10-03/11 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 14/08-20/08 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs