Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
WEMELDINGEN
Tijd is ruimte in beweging
23-11-2014
FILM: Zware jongens (Robbe De Hert) (B, 1984)
ZWARE JONGENS (Robbe De Hert) (België, 1984)
(104)
Indertijd (jaren tachtig) schreven wij op onze fiche de volgende vernietigende woorden: Een nogal flauw en zouteloos geval dat nooit echt van de grond komt maar eerder een veredelde reclamespot lijkt voor Solo, Danone-yoghurt en andere boter- en automerken. Enkele sporadische leuke momenten kunnen niet verhullen dat dit een serieuze flop is. Het aardigste is nog de muziek van Toots Thielemans. Quotering: 1.
We hebben de film nu na al die tijd teruggezien, en het dient gezegd dat van het bovenstaande weinig of niets gelogen is (al is een 1 als quotering wel érg streng). Zware jongens was en is inderdaad een prul van jewelste, ondanks de aanwezigheid van het succesvolle komische duo Gaston Berghmans en Leo Martin. Hun volkse humor komt hier echter niet of nauwelijks uit de verf en De Hert toont zich een bijzonder middelmatig getalenteerd regisseur.
Gaston is een brandkastenkraker en Leo geeft valse cheques uit. Op een knullige manier worden ze betrapt waarna ze op een totaal onduidelijke manier in een psychiatrische inrichting belanden. Op een al even knullige manier ontsnappen ze daaruit, maar ze worden opnieuw gevangen genomen en komen nu in een echte gevangenis terecht. Ze worden bevrijd door een als jazzbandje verklede bende gangsters die Gaston nodig hebben voor een overval op de mailboot Oostende-Dover. Dankzij de hulp van Leos zoon (de van alle acteertalent gespeende Eric De Witte Clerckx) en diens vriendjes mislukt die (overigens ongelooflijk slaapverwekkend in beeld gebrachte) overval en Gaston en Leo kunnen met de in hun handen gevallen centjes gaan rentenieren aan de Middellandse Zee.
De grappige momenten zijn echt waar met een vergrootglas te zoeken, en dan nog blijkt het meestal te gaan om flauwe inside jokes, waarvan Robbe De Hert lijkt te denken dat ze hem als regisseur op een hoger plan tillen: in de gevangenis wordt omgeroepen dat die avond op TV De Leeuw van Vlaanderen van Hugo Claus (inderdaad ook uitgekomen in 1984) zal te zien zijn, op het toilet van de mailboot krijgt Gaston contact met de zoon van Leo doordat deze laatste het kenwijsje van De Heren van Zichem begint te fluiten (Clerckx speelde de hoofdrol in De Herts De Witte van Zichem) en van de leider van de gangsterbende (gespeeld door Chris Cauwenberghs) heet het dat hij nog voor de Vlaamse film heeft gewerkt en sindsdien op het verkeerde pad is terechtgekomen. In de psychiatrische inrichting wordt overigens een lesbische scène getoond uit Wat doen we met de liefde, een Antwerpse jaren vijftig-film van Edith Kiel: alweer leuk voor de inner circle, maar wie kent die Kiel nog (en heeft er dus wat aan)?
Nee werkelijk, deze film sucks en vooral het scenario van De Hert en Pierre Platteau is daar debet aan. In Film & Televisie [nr. 324/325, mei-juni 1984, p. 29] kreeg de film drie nulletjes en vijf keer één sterretje. Alleen Roel Van Bambost en Ronnie Pede gaven twee sterretjes (= goed). Het beste is inderdaad nog de muziek van Toots, en ook die heeft al eens meer inspiratie gehad.
Quotering: **
(2de visie: 23 december 2001 TV VTM) (3de visie: 23 november 2014 TV VTM)
MIDDELNEDERLANDS: Salomon ende Marcolphus (anoniem) 1501
Dat Dyalogus of Twisprake tusschen den wisen coninck
Salomon ende Marcolphus
(anoniem) 1501
[Kritische teksteditie: Willem de Vreese en Jan de Vries (eds.), Dat Dyalogus of Twisprake tusschen den wisen coninck Salomon ende Marcolphus, naar den Antwerpschen druk van Henrick Eckert van Homberch in het jaar 1501 uitgegeven. Nederlandsche Volksboeken opnieuw uitgegeven vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden deel VII, E.J. Brill, Leiden, 1941 = Salomon ende Marcolphus ed. 1941] [NK 0375 / Debaene 1977: 263-264]
Genre
Naar de vorm een gedrukt volksboek in proza, naar de inhoud een moraliserende grappenverzameling [Debaene 1977: 264].
Auteur
Anoniem.
Situering / datering
Deze postincunabel werd in 1501 te Antwerpen uitgegeven door Henrick Eckert van Homberch. Van deze druk bleven voor zover bekend twee exemplaren bewaard: het ene behoorde in 1941 toe aan de Hertog van Arenberg te Brussel, het andere bevond zich in de nalatenschap van Dr. Willem de Vreese [ed. 1941: 37-38].
Inhoud
De tekst bestaat uit twee onderdelen. In het eerste deel voeren de wijze koning Salomon en de boerse Marcolphus een gesprek dat bestaat uit een reeks spreuken die afwisselend door Salomon en Marcolphus ten berde gebracht worden. De spreuken van Salomon gaan daarbij terug op de Bijbel, de spreuken van Marcolphus zijn soms vulgair, soms raadselachtig en hebben de bedoeling de uitspraken van Salomon te parodiëren en te denigreren. Het tweede onderdeel bestaat uit een opeenvolging van dertien anekdotes waarin de sluwe Marcolphus zich telkens de meerdere toont van de wijze Salomon:
1 Anderhalve man en een paardenkop,
2 De vragen naar vader, moeder, broer en zuster,
3 Door het eten van een gierenhart verwerft men wijsheid,
4 De wedstrijd in het waken,
5 Men mag nooit vrouwen vertrouwen,
6 De kat met de kaars,
7 Honden afleiden door een haas te laten lopen,
8 Spuwen op een kaalkop,
9 Salomons oordeel,
10 De opstand der vrouwen,
11 De voetstappen van het wonderlijke dier,
12 Marcolphus in de oven,
13 Het zoeken naar de boom om gehangen te worden.
Thematiek
Salomon ende Marcolphus is typisch één van de teksten die door Herman Pleij worden geïnterpreteerd vanuit de burgerlijke drang naar zelfhandhaving en wijsheid (in de betekenis van slimheid, sluwheid, handigheid). In teksten als deze wordt voor de burgers gedemonstreerd hoe eenlingen de wereld naar hun hand weten te zetten door gebruik te maken van het gezonde verstand: wie niet sterk is, moet slim zijn [vergelijk Pleij 1988: 341-342]. In teksten als deze treft men dus een combinatie aan van lering en vermaak.
Receptie
Rond 1500 was dit volksboek erg populair. In 1486 verscheen te Antwerpen (waarschijnlijk bij Gerard Leeu) een Latijnse druk. In 1492 verscheen, eveneens te Antwerpen en bij diezelfde Gerard Leeu, een Engelse druk. Ook in Duitsland verschenen in deze periode verscheidene Latijnse en Duitse drukken van de tekst. Het boekje werd daarnaast ook nog in andere Europese talen vertaald. De Latijnse uitgaven dragen als titel ofwel Dyalogus Salomonis et Marcolphi ofwel Collationes [ed. 1941: 40].
Het Middelnederlandse volksboek wordt voorafgegaan door een ingewikkelde literaire traditie. Het is vertaald uit een Latijnse druk die zelf schatplichtig was aan oudere handschriften. Het oudste (bekende) van deze handschriften is een Berlijnse codex die in 1424 werd geschreven. De tekst zelf was beslist aanmerkelijk ouder [ed. 1941: 47]. Zie voor een overzicht van de Salomon en Marcolphus-traditie in de Middeleeuwen ed. 1941: 50-72 en Elisabeth Frenzel, Stoffe der Weltliteratur. Ein Lexikon dichtungsgeschichtlicher Längsschnitte, Stuttgart, 1988 (7), pp. 665-667.
De situering van de Antwerpse druk uit 1501 en de thematiek wijzen duidelijk in de richting van stadsliteratuur en burgermoraal. Een complicatie bij Pleijs interpretatie van de thematiek lijkt ons nochtans dat op de eerste bladzijden Marcolphus en zijn vrouw Policana gepresenteerd worden als afstotelijk ruwe en lelijke boeren, zodat daar eerder het principe van de negatieve zelfdefiniëring aan de orde lijkt te zijn. Hoe valt dit dan te rijmen met het feit dat deze zelfde Marcolphus even later het burgerlijke principe van de slimme zelfhandhaving moet demonstreren? Vergelijk echter ook Pleij 1988: 245 en Pleij 2007: 543-545.
Uit een aantekening in het exemplaar van de Hertog van Arenberg, die dateert van 1574, blijkt overigens dat het boekje in die tijd toebehoorde aan een vrouwenklooster te Roermond
Profaan / religieus?
Manifest profaan.
[explicit 26 maart 1993, aangevuld 23 november 2014]