Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
WEMELDINGEN
Tijd is ruimte in beweging
08-05-2017
BOEK: Venusdelta (Anaïs Nin) 1977/2008
Venusdelta (Anaïs Nin) 1977 / 2008
[Reeks Stoute Vrouwen deel 1, Uitgeverij De Standaard, s.l., 2008, 270 blz. (met licentie van Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 1977) (origineel Engels: Delta of Venus Erotica, 1977)]
In 1988 lazen wij reeds: Anaïs Nin, Erotica Seksuele fantasieën van een vrijgevochten vrouw Alle verhalen uit Venusdelta en Lieve Vogeltjes, Bert Bakker, Amsterdam, 1987. Daarover schreven wij op 16 mei 1988 het volgende: Dit boek is dus een bundeling van twee eerder verschenen boekjes met erotische verhalen van Anaïs Nin (Venusdelta uit 1977 en Lieve Vogeltjes uit 1979). Erotica bevat op die manier 28 verhalen die heel wat seksuele varianten beschrijven maar die daarnaast met elkaar wedijveren in verveling en saaiheid. Niet omdat Nin een vrouw is en dus te veel poëzie in haar pornografie zou mengen, wel omwille van precies het tegendeel: haar stijl is dor, vlak, ongeïnspireerd, de verhaalkaders zijn slecht uitgewerkt, de verhalen breken ook vaak zomaar ineens af, en ergens tracht de schrijfster dat te verantwoorden doordat ze de verhalen in opdracht, tegen betaling heeft geschreven. Echte libertijnen en libertijnsen kijken natuurlijk dwars door zon flauwe smoes. De zaak ligt namelijk volgens ons heel wat eenvoudiger: Anaïs Nin is gewoon een slechte schrijfster. Quotering: 2.
Vorig jaar (2016) hebben wij in een Kringloopwinkel voor de som van anderhalve euro het boekje Venusdelta (uit een door de krant De Standaard in 2008 uitgegeven reeks met erotisch proza van vrouwen) aangeschaft, en dat hebben we nu dus nog eens herlezen. We zijn het na al die jaren nog voor 95% eens met ons oordeel uit 1988. Bij dertien van de hier gebundelde vijftien erotische verhalen noteerden we dingen als: onnozel, saai, snertverhaal, rommelig en onsamenhangend, vol narratieve breuken, van de hak op de tak springend, zonder clou, collage van losse scènes. Ook deze keer lag de verveling voortdurend op de loer. Wel moeten we toegeven dat we in 1988 iéts te streng waren in verband met de stijl van Nin. Af en toe (maar dus zeker niet al te vaak) laat ze zien dat ze wel degelijk enig schrijftalent bezit. Getuige daarvan de volgende voorbeeldjes
De rest van haar lichaam kronkelde in de lege ruimte, haar benen schopten in de lucht en haar geslacht krulde als een blad bij iedere liefkozing (p. 35). Dat als een blad krullende geslacht is goed gevonden.
Terwijl zij hem met haar mond liefkoosde, opende haar geslacht zich als een bloem en hij zocht naar de stamper (p. 90). Een vagina vergelijken met een bloem is natuurlijk weinig origineel, maar dat zoeken naar die stamper geeft een nieuw cachet aan het beeld.
Dan weer verminderde dat gevoel, ze werd zichzelf zee en zand en vocht, en geen omhelzing leek haar dan wild, ruw en beestachtig genoeg (p. 143). Dat zee, zand en vocht doen het hem.
s Nachts was haar vlees zo mals alsof het de hele dag langzaam op een zacht vuurtje had gesudderd (p. 173).
Passages als deze komen echter veel te weinig voor om goed te zijn, en het blijft een feit dat al deze verhalen gestructureerd zijn als los zand en dus een totaal gebrek aan spanningskracht vertonen. Slechts in twee van de vijftien verhalen komt een passage voor die een zekere literaire meerwaarde heeft, ook al blijft het verhaal in zijn geheel knudde. Het gaat daarbij meer bepaald om het verhaal Elena, waarin op een niet onaardige wijze een lesbisch trio wordt beschreven (pp. 150-153), en om het begin van het verhaal De Bask en Bijou, dat de ervaringen van een oudere hoer met de fallus weergeeft (pp. 169-170). We weten ondertussen wat Gerard Reve zou gezegd hebben: het is niet veel, maar het is nog altijd beter dan niets.
Om af te ronden: in het boekje Vieze oude mannen van Hans Derks (Soesterberg, 2002, p. 521) lazen wij ooit het volgende: Hadden we het al over Anaïs Nin? Ik houd niet van die troela, van wie nu ook vaststaat dat ze van haar vriendschap met Henry Miller een volkomen vervalst beeld heeft gegeven dat haarzelf in een interessanter daglicht stelde. Een kind kon dat trouwens doorzien, maar geen recensent was ertoe in staat. Het mens heeft echt geprofiteerd van de feministische mode, waarin men haar eigenlijk nog interessanter dan Henry Miller wilde gaan vinden. Het spijt mij dat ik haar woorden niet onbevooroordeeld kan lezen. Ik ga namelijk steigeren van dat mens, dat alles van anderen stal en zelf niets voorstelde. Alle goede passages in Venus Erotica zullen wel van Henry Miller zijn, als het hele boek al niet een bedrog is en door Anaïs achteraf zon beetje in elkaar geknutseld met zinnen die ze van Henry Miller hoorde of bij hem las. Ik vertrouw dat wijf voor geen haar. Vergeef me mijn agressiviteit.