Inhoud blog
  • Test
  • BOEK: De Bourgondiërs (Bart Van Loo) 2019
  • BOEK: Sinuhe de Egyptenaar (Mika Waltari) 1945
  • BOEK: Dwaal zacht (Lore Mutsaers) 2019
  • BOSCH: Higgs Strickland 2016
    Zoeken in blog

    Over mijzelf
    Ik ben Eric De Bruyn
    Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
    Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
    Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
    WEMELDINGEN
    Tijd is ruimte in beweging
    01-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIDDELNEDERLANDS: Luerifers (anoniem) circa 1550

    Luerifers (anoniem) circa 1550

    [Tekstedite: Herman Meijling (ed.), Esbatementen van de Rode Lelije te Brouwershaven. Drukkerij De Waal, Groningen, 1946, pp. 172-178 = Luerifers ed. 1946] [Hummelen 1 J 8]

    Auteur

    Een anonieme rederijker.

    Genre

    Het opschrift luidt: ‘Een esbatement van ses personagijen’. Het betreft hier dus een esbatement of rederijkersklucht. De noodtitel Luerifers werd door Meijling geïntroduceerd.

    Situering / datering

    Deze klucht, waarvan slechts 112 verzen bewaard bleven, is één van de teksten die aangetroffen werden in een verzamelhandschrift met esbatementen op het stadhuis van Brouwershaven (Zeeland). Deze codex is afkomstig uit het archief van de plaatselijke rederijkerskamer De Rode Lelije en wordt thans bewaard in de Universiteitsbibliotheek te Utrecht (nr. 8.K.28). Er zijn geen aanwijzingen voor een nadere datering, maar net als de andere stukken uit deze codex zal Luerifers te plaatsen zijn in het midden van de zestiende eeuw.

    Inhoud

    Luerifers (Voddenvent, Snul), een boer, heeft horen zeggen dat zijn vrouw Trijn Lichterbils (nomen est omen) overspelig is. Zijn kompaan Ruijtet Uit (Uitbrenger, Verrader) komt zeggen dat hij maar eens in de backkeete (het bakhuis) moet gaan kijken. Als Luerifers dit doet, ziet hij in het bakhuis een wit ding, een geest die hem de stuipen op het lijf jaagt [men begrijpe: het is de minnaar van zijn vrouw die in zijn wit, bloot vel wegvlucht]. Even later komt Trijn vragen wat er aan de hand is en zij ontkent ten stelligste ontrouw te zijn. Daarna komt Ruijtet Uit vragen naar de afloop: Luerifers zegt dat zijn vrouw ten onrechte beschuldigd werd van ontrouw en Ruijtet Uit begrijpt dat de vink ontsnapt is. De rest van het spel ontbreekt helaas.

    Thematiek

    Hoewel de klucht zeer onvolledig bewaard werd, kan men toch vermoeden dat hier aan negatieve zelfdefiniëring gedaan wordt vanuit burgerlijk perspectief, met als negatieve zelfbeelden de ontrouwe vrouw en de goedgelovige dwaze echtgenoot.

    Receptie

    Thematiek en bewaarcontext (een rederijkerskamer in Brouwershaven) wijzen op stadsliteratuur en burgermoraal. Verband met Brouwershaven.

    Profaan / religieus?

    Deze klucht is blijkbaar zuiver profaan van aard.

    Aantekeningen

    Net als bij Schoorsteenvagher ende Schoelapper is het erg jammer dat deze klucht slechts zeer gedeeltelijk bewaard bleef. Hoogstwaarschijnlijk werd de tekst omwille van de pikante of triviale inhoud ooit op radicale wijze gecensureerd door enkele bladen uit het handschrift te verwijderen.

    [explicit 1 augustus 2015]

    01-08-2015 om 18:28 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: 25th Hour (Spike Lee) (USA, 2002)

    25th HOUR (Spike Lee) (USA, 2002)

    (134’)

    In 25th Hour vertelt Spike Lee het op een roman van David Benioff gebaseerde verhaal van Monty Brogan, een dertiger van Ierse origine in New York die veroordeeld is tot zeven jaar cel omwille van het dealen van drugs. De film toont de laatste 24 vrije uren van Monty, vrije uren die hij besteedt aan het afscheid nemen van zijn vriendin, zijn vader, zijn twee beste vrienden en zijn hond en aan het bezorgd zijn om wat er in de gevangenis met hem zal gebeuren (verkrachting). Op het einde rijdt pa Brogan zijn zoon naar de gevangenis en stelt hem voor om weg te vluchten naar een andere staat. Volgt dan in woorden en beelden een soort visioen (het 25ste uur) van hoe het verder zou kunnen gaan met Monty’s leven. Monty slaat het voorstel echter af.

    Op het einde van dat ‘visioen’ zegt pa dat de oudgeworden Monty en zijn vrouw tegen hun kinderen zouden kunnen zeggen: ‘This life came so close to never happening’ (het zijn tevens de laatste woorden van de film). Het gaat hierbij dus over dat gedroomde goede leven van Monty na een eventuele vlucht, maar het geldt ook voor het leven van Monty tot dan toe: alles had namelijk anders kunnen zijn, Monty had ook voor het goede kunnen kiezen. Dat Monty niet écht een slechterik is, wordt al duidelijk uit de sequens waarmee de film begint (nog vóor de begingeneriek): Monty, op weg om drugs te dealen, helpt namelijk een hond die na een aframmeling voor dood is achtergelaten (die aframmeling van de hond is – nota bene! – te horen nog vóór de eigenlijke film überhaupt begint, met andere woorden nog vóór het logo van de filmmaatschappij verschijnt en wanneer het scherm dus nog zwart is, en die aframmeling is – nota bene bis! – nogmaals te horen nadat de eindgeneriek helemaal afgelopen is). Monty’s (althans gedeeltelijke) goedheid blijkt ook nog uit de volgende feiten: hij geeft geld aan een bedelaar (helemaal in het begin, vlak na het gesprek met de verslaafde op een bank aan de stroom), hij verraadt zijn drugsbaas Nikolai niet aan de politie en hij doodt zijn maatje Kolya (dat hem nochtans verraden heeft) niet, ofschoon hij daar de kans toe krijgt.

    Dit alles brengt ons regelrecht naar de opvallende en aangrijpende scheldmonoloog halverwege de film, waarbij Monty op de spiegel in het toilet van het café van zijn vader fuck you! ziet staan en vervolgens uitbarst in een lange tirade tegen zowat alles en iedereen die in New York rondloopt, maar het eindigt ermee dat Monty tegen zijn spiegelbeeld (!) zegt: ‘No, fuck you, Monty Brogan!’ waarna hij tevergeefs het fuck you van de spiegel probeert weg te vegen. Knoop je de beginsequens, de laatste woorden van de film en deze scheldmonoloog aan elkaar, dan wordt duidelijk dat Monty de verkeerde keuze heeft gemaakt (uit gesprekken met zijn vader en de politie wordt verder duidelijk dat hij ook had kunnen verderstuderen en advocaat had kunnen worden) en daar zit dus schuld, zoals ook blijkt uit het gesprek tussen Frank en Jake (Monty’s boezemvrienden), waarbij Frank zegt: ‘He deserves it!’ (Monty dealde drugs aan minderjarigen). Voor die schuld moet nu geboet worden en Monty vlucht op het einde dus niet weg. Op dat moment heeft Monty zijn catharsis al ondergaan, want enkele uren daarvoor heeft hij zijn fraaie gezichtje door Frank in puin làten slaan, in de hoop zo althans in het begin gevrijwaard te blijven van verkrachting in de gevangenis. Zoals Edward Norton (die overigens een perfecte Monty Brogan neerzet!) in een interview met Erik Stockman in Humo [nr. 3266, 8 april 2003, pp. 42-44] zei: ‘Monty hoort eigenlijk in hetzelfde rijtje thuis als Oedipus en Macbeth. Allemaal personages die ten onder gaan aan hebzucht, die té laat beseffen dat ze een fout hebben gemaakt, en vervolgens de gevolgen van hun keuzes moeten dragen’.

    Spike Lee trekt die schuld en boete-kwestie echter op een geraffineerde manier breder open, onder meer door het gesprek Frank-Jake (zie hoger) te laten plaatsgrijpen in Franks appartement dat uitkijkt op Ground Zero (25th Hour was de eerste film waarin 9/11 functioneel verwerkt werd). Wordt hier gesuggereerd dat de VS óók schuld hebben en dat er nu moet geboet worden (zie de puin ruimende vrachtwagens op het einde van de sequens)? De schuldvraag is trouwens ook van toepassing op de andere personages in de film. Tijdens een gesprek in een snackbar leggen Frank en Jake bijvoorbeeld elkaars zwakheden bloot: Frank, de overgestresseerde en arrogante Wall Street-yup die net zo min als Jake of Monty’s Puertoricaanse vriendin Naturelle Monty heeft tegengehouden, en Jake, de uitgebluste en gefrustreerde leraar die in de discoclub last heeft om zijn leerlinge Mary met rust te laten. Maar ook Monty’s vader treft schuld (na de dood van ma Brogan is hij beginnen drinken en hij heeft geprofiteerd van Monty’s geld om zijn schulden te betalen) en puntengeile leerlinge Mary daagt Jake uit. En wat te denken van Naturelle herself, die er door Frank van beschuldigd wordt eveneens geprofiteerd te hebben van Monty’s geld (ofschoon uiteindelijk blijkt dat zij Monty niet verraden heeft).

    Al deze personages lijken evenzovele negatieve zelfbeelden te zijn voor de toeschouwer en om welke normen en waarden het hier precies gaat, wordt nogmaals verwoord door Ed Norton in het reeds geciteerde Humo-interview: ‘Net als Jack uit Fight Club heeft Monty zijn heil veel te lang gezocht in geld, kleren, mooie meubelen, en auto’s. Hij beseft nu wel dat hij een behoorlijk leeg leventje heeft geleid, maar voor berouw is het natuurlijk veel te laat – hij heeft zijn vader, zijn vrienden en zijn liefje intussen allemaal van zich afgedreven. In dat opzicht sluiten Fight Club en 25th Hour erg goed bij mekaar aan: allebei zeggen ze iets over de wanhoop van mijn generatie’. In de begingeneriek noemt Lee zijn film ‘a Spike Lee joint’, maar het is wel een moraliserende joint, ofschoon de moraal nergens opgedrongen wordt en nauwelijks grijpbaar verweven zit in de weemoedige, melancholische sfeer waarvan de hele film doordrenkt is (vandaar waarschijnlijk dat 25th Hour erg aansprak in de VS, zo kort na 9/11).

    25th Hour is niet alleen een moraliserende, maar ook een filmtechnisch redelijk geslaagde joint. Het janken van die hond vóór het begin van de film werd al vermeld en verder signaleren we slechts het ‘bevroren close-up’-procédé (twee maal toegepast in de discoclub, eenmaal met het gezicht van Mary, eenmaal met het gezicht van Jake, graag vernemen wij overigens de correcte benaming van deze trucage) en het psychologisch kikkerperspectief van die twee Russische maffiosi-koppen. Een leuk en functioneel detail voor fijnproevers is verder de grote poster van de film Cold Hand Luke die in Monty’s living hangt: het gaat hier om een film uit de jaren zestig waarin de hoofdpersoon verschrikkelijke dingen meemaakt in de gevangenis (zie Monty’s angst voor verkrachting). Het gebruik van Bruce Springsteens The Fuse in de eindgeneriek blijft dan weer wat in de lucht hangen: het nummer – dat weliswaar vaag verwijst naar 9/11 en afkomstig is uit het aan 9/11 ‘opgedragen’ album The Rising uit 2002 – is op zichzelf oké maar de tekst draagt niet echt bij tot een beter begrip van de eraan voorafgaande film.

    Of Lee’s thematiek ons schuldbewust aan het denken zet over onszelf, blijft twijfelachtig, maar men leeft mee met het weemoedige verdriet om verlies van de hoofdpersoon, en de audiovisuele vorm is knap en verzorgd, zonder dat er sprake moet zijn van een meesterwerk.

    Quotering: ***½ (1ste visie: 25 september 2004 – dvd) (2de visie: 28 september 2004 – Metropolis, filmforum) (3de visie: 31 juli 2015 – opgenomen van Proximus TV)

    01-08-2015 om 03:04 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Marieke, Marieke (Sophie Schoukens) (B-D, 2010)

    MARIEKE, MARIEKE (Sophie Schoukens) (België-Duitsland, 2010)

    (85’)

    De hoofdpersoon van Marieke, Marieke, het langspeelfilmdebuut van Sophie Schoukens, is Marieke (gespeeld door Hande Kodja), een meisje van 20-21 dat nog inwoont bij haar verbitterde moeder (Barbara Sarafian), overdag werkt in een chocoladefabriek en na haar uren slaapt met oude mannen, van wier door de tijd getekende lichamen ze detailfoto’s maakt. Dit Marieke lijkt te lijden aan een Elektracomplex van hier tot in Tokyo, op zoek naar haar overleden vader, die zelfmoord pleegde toen ze ongeveer acht jaar oud was. Jacobi (Jan Decleir), ook een oude man en de na jaren verblijf in het buitenland teruggekeerde vriend en uitgever van haar vader (want die vader heeft ooit een boek geschreven), probeert haar wat te steunen (zonder overigens in bed met haar te duiken) en het eindigt ermee dat Marieke op de fiets met de ogen dicht door een rood licht rijdt en op een auto botst. Tijdens het genezingsproces blijkt ze wat dichter naar haar moeder toegegroeid.

    Als debuutfilm is dit een zeker niet onaardige prestatie. Marieke, Marieke is een fijngevoelig, subtiel (en soms wat al te subtiel, zie verder) verhaal over een meisje dat last heeft om volwassen te worden waarin onder meer met het bekende nummer van Jacques Brel (Ai Marieke, Marieke) mooie en functionele dingen gedaan worden. Eén van de beklijvendste momenten in de film is wanneer Jacobi met Marieke in zijn armen zachtjes a capella een stuk van dat liedje zingt. In Filmmagie [nr. 611, januari 2011, pp. 38-40] publiceerde Freddy Sartor een recensie van de film en een interview met de regisseuse. Daarin zegt ze: ‘In het liedje zit iets heel zuiver: “Zonder liefde, warme liefde – tout est fini!” Daar gaat het in essentie over in Marieke, Marieke, het verhaal van een jonge vrouw, op zoek naar warmte, die ze thuis niet vindt, en (die) daar probeert mee om te gaan’.

    In datzelfde interview zegt Schoukens: ‘Ik heb geprobeerd in beelden een verhaal te vertellen. Ik ben opgevoed door een vrouw die doofstom was. Mijn taal bestaat dus meer uit beelden dan uit woorden’. Dat klinkt natuurlijk fraai maar volgens ons moet ze in het vervolg toch opletten dat ze haar kijkerspubliek niet overschat (de fout van wel meer beginnende filmmakers). Anders gezegd: haar filmtaal is soms àl te subtiel en dat leidt tot communicatiestoornissen met de kijker. We bedoelen dan niet in de eerste plaats de stadsbeelden van Brussel die nogal kwistig en louter sfeerscheppend over de film zijn uitgestrooid, maar bijvoorbeeld het feit dat Marieke in een chocoladefabriek werkt. Schoukens verheldert: ‘Chocolade heeft iets sensueels, vind ik. ’t Is ook heel Belgisch. Men had me gezegd: “Breng veel minder chocoladefabriek in je scenario!” Ik heb daar dan maar in gesneden. Dat heb ik me achteraf beklaagd. Ik was blij met de chocoladefabriek. Ik had graag willen laten zien hoe chocolade wordt gemaakt, op eenzelfde manier als Marieke met mannen vrijt. Die sensualiteit had ik willen uitwerken in close-ups. Maar dat kan niet in 25 opnamedagen’. Chocolade staat dus in de film voor warmte en sensualiteit. Wie had dat er zelf uitgehaald?

    Nog zoiets subtiels. De film begint met de moeder en de achtjarige Marieke in bad. Ze zitten tegenover elkaar, ver uit elkaar. Mariekes moeder werkt als ergotherapeute met bejaarden in een zwembad en ergens midden in de film staat Marieke daar om met haar moeder te zwemmen, maar die zegt: ik heb geen tijd, ga maar alleen zwemmen. Laatste beelden van de film: Marieke die in de armen van haar moeder in het zwembad drijft, tijdens de herstelperiode. Meer beelden dan woorden, inderdaad, maar een beetje meer uitleg af en toe kan toch geen kwaad? Of nog. Slechts héél even krijg je de titel van het boek dat die vader schreef, in beeld: Le Piège (De valstrik). Daar wordt verder niets mee gedaan. Heel de zelfmoord van die vader is trouwens een loshangende draad in de film.

    Merkwaardig overigens dat in het interview met Schoukens nergens de term Elektracomplex valt, maar wel twee maal gesproken wordt van ‘het oedipale’ en ‘oedipuscomplex’. Oedipuscomplexen zijn toch voorbehouden voor jongens en Elektracomplexen voor meisjes?

    Quotering: *** (30 juli 2015 – opgenomen van Proximus TV)

    30-07-2015 om 21:31 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIDDELNEDERLANDS: Bijstier (anoniem) voor 1562

    Bijstier (anoniem) vóór 1562

    [Teksteditie: Herman Meijling (ed.), Esbatementen van de Rode Lelije te Brouwershaven. Drukkerij De Waal, Groningen, 1946, pp. 146-171 = Bijstier ed. 1946] [Hummelen 1 J 7]

    Auteur

    Een anonieme rederijker.

    Genre

    Een esbatement of rederijkersklucht.

    Situering / datering

    Dit stuk (469 verzen) is één van de teksten die aangetroffen werden in een verzamelhandschrift met esbatementen op het stadhuis van Brouwershaven (Zeeland). Deze codex is afkomstig uit het archief van de plaatselijke rederijkerskamer De Rode Lelije en wordt thans bewaard in de Universiteitsbibliotheek te Utrecht (nr. 8.K.28). Volgens een aantekening op het einde van de tekst werd dit spel opgevoerd op 9 februari 1562, wat meteen de terminus ante quem voor het ontstaan ervan vormt. Volgens Meijling is het stuk ongetwijfeld van West-Vlaamse oorsprong omdat alles draait rond het West-Vlaamse woord bijstier [ed. 1946: XXII].

    Inhoud

    [Het begin ontbreekt. De noodtitel werd door Meijling in het leven geroepen.] De zuinige vrouw Spaerkijste is gehuwd met de dwaze man Quistegoed, die geen geld kan beheren. Nu heeft hij weer een slome hond gekocht waarvan hij beweert dat die veel hazen zal gaan vangen. De hond heet ‘Bijstier’ (Armoedig). Na wat geruzie met zijn vrouw ontmoet Quistegoed de kwakzalver Meester Quacsalver. Met het laatste geld dat hij van zijn vrouw gekregen heeft, koopt Quistegoed van deze bedrieger een aantal zalfjes en drankjes. Als Spaerkiste dit te weten komt, trekt zij met haar man naar de kwakzalver om deze de huid vol te schelden en zelfs af te rammelen. De baljuw komt erbij te pas. De kwakzalver mag zich heenspoeden, Quistegoed wordt echter veroordeeld om heel zijn leven met Bijstier te leven, en Spaerkijste zal heel haar leven Bijstier eten moeten geven. Op het einde richt Spaerkiste zich tot de vrouwen in het publiek met het advies goed uit te kijken alvorens te huwen, want alle mannen zijn even grote onnozelaars als haar eigen man.

    Thematiek

    Behalve entertainment wordt hier ook negatieve zelfdefiniëring gebracht vanuit burgerlijk perspectief. Negatieve zelfbeelden zijn de bedrieglijke kwakzalver en de dwaze, geldverkwistende echtgenoot.

    Receptie

    Thematiek en bewaarcontext (een rederijkerskamer in Brouwershaven) wijzen in de richting van stadsliteratuur. Verband met Brouwershaven.

    Profaan / religieus?

    Deze klucht is zuiver profaan van aard.

    Aantekeningen

    De tekstbezorger (Herman Meijling) oordeelde terecht erg negatief over deze klucht: ‘Het stuk is zeer onbelangrijk. De compositie is verward, de verhouding der verschillende tafrelen onverantwoord. De monoloog van de kwakzalver is te lang, evenals zijn dispuut met Quistegoed. De personen zijn weer onaannemelijk en weer de bekende typen: de vrouw bij de hand, de man een sul.’

    [explicit 11 januari 1999 / 30 juli 2015]

    30-07-2015 om 16:40 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE GEDACHTE VAN DE DAG: De kritiek als muurbloempje

    DE GEDACHTE VAN DE DAG : De kritiek als muurbloempje

    Gisteren op televisie Marieke, Marieke bekeken, de debuutfilm van de Belgische cineaste Sophie Schoukens uit 2010. Het is een vast niet onaardige, maar ook verre van volmaakte prent waarop het nodige valt te beknibbelen. In het Vlaamse filmtijdschrift Filmmagie [nr. 611, januari 2011, p. 41] werd deze film gerecenseerd door Freddy Sartor in drie kolommetjes, samen minder dan een halve pagina. Het valt op dat Sartors bespreking zeer welwillend en tevens nogal wollig is. De enige momenten waarop de recensent iets laat horen van een kritische evaluatie, is wanneer hij de woorden ‘boeiend langspeelfilmdebuut’ en ‘fijnbesnaard meisjesportret’ gebruikt. Duidelijk is in elk geval dat Sartor niet veel te beknibbelen heeft op Marieke, Marieke.

    In datzelfde nummer van Filmmagie verschijnt op de bladzijden 38-40 een uitgebreid interview met Sophie Schoukens, afgenomen op 13 augustus 2010 door diezelfde Freddy Sartor. Op het einde van dat interview komt de aap uit de mouw. Op Sartors vraag waar en wanneer Schoukens de filmmicrobe heeft opgeraapt, antwoordt zij: ‘Tijdens mijn humaniora in het Maria Boodschap Lyceum in Brussel hadden wij filmforum van Freddy Sartor (…), elk jaar drie films. Voor mij waren dat momenten van ongelooflijke emotie. En prachtige films waarmee ik heb kunnen kennismaken: Deutschland, Bleiche Mutter van Helma Sanders-Brahms, La Pelle van Liliana Cavani, Apocalypse Now van Coppola, Antonioni enz. Ik herinner me die films nog en ook de besprekingen in de klas achteraf. Ik was daardoor gefascineerd. Daar heb ik de passie opgedaan, ik zweer het!’ Einde interview.

    Maar hola! Die Sophie Schoukens is dus een oud-leerlinge van Freddy Sartor. Zou het wellicht daardoor komen dat zijn recensie van Marieke, Marieke (de enige recensie die in Filmmagie verscheen) zo welwillend-positief is uitgevallen? Filmmagie publiceerde indertijd ook elke maand een zogenaamde ‘Gewikt’-pagina, waarop alle Vlaamse filmrecensenten via een aantal opgestoken duimpjes hun mening over de nieuwe films van die maand te kennen geven. In het bewuste januarinummer en in het daaropvolgende februarinummer geeft Sartor aan Marieke, Marieke drie opgestoken duimpjes (het maximum is vier). Interessant is dat drie andere recensenten van Filmmagie (Julie Decabooter, Ivo De Kock en Jules Segers) dezelfde film slechts één opgestoken duimpje geven. Evelien van Vessem (van Cinemagie) geeft weliswaar ook drie duimpjes, maar Piet Goethals (van Talkies) en Roel Van Bambost (van AVS) geven twee duimpjes, Jan Temmerman (van De Morgen) geeft één duimpje en Erik Stockman (van Humo) geeft zelfs een naar beneden gedraaid duimpje.

    Men zou zich kunnen afvragen: is die recensie van Freddy Sartor dan eigenlijk niet een heel klein beetje volksverlakkerij & boerenbedrog? De kwestie die hier aangeraakt wordt, werd door Marcel Janssens in zijn boek De schaduwloper (1967) al een keer scherp en raak verwoord. Dat boek concentreert zich weliswaar op literaire kritiek, maar wat hij op de bladzijden 15-16 noteert, is ook perfect van toepassing op andere vormen van kritiek. Janssens schrijft: ‘Bovendien spelen hier wel eens psychologische en sociale mechanismen der literaire buurtschap die de kritiek geen goed doen. Om de vriendschap met de collega’s niet te bederven, schrijft men al te gewillig conventionele galanterieën die het grote voordeel bieden dat ze vriend bij vriend houden, maar ook het nadeel dat ze enkel de waarde hebben van een gezelschapsbabbel in een coterie. In zulk gezelschap heet de kritiek dan muurbloem’.

    Goed gezegd, toch? Als ik een recensie lees van een beroepscriticus (die dus verondersteld wordt zijn vak te kennen en van wanten te weten), dan wil ik horen welke sterke en zwakke punten hij of zij in het boek, de film enz. heeft ontdekt en of hij/zij vindt dat het boek, de film enz. de moeite waard is of niet. Waarna ik nog altijd zelf het boek kan lezen of de film kan bekijken, maar in conventionele galanterieën en gezelschapsbabbels ben ik op dat ogenblik in principe niet geïnteresseerd. Van de andere kant bekeken: als ik recensies schrijf in een krant of een tijdschrift en daarvoor (al dan niet redelijk) betaald word, en mijn vriend die ik reeds ken vanop de schoolbanken, publiceert een dichtbundel, dan is het toch op zijn minst bedenkelijk en eigenlijk ronduit verdacht, wanneer ik die dichtbundel ga bespreken en niets anders dan de loftrompet bovenhaal? In dat geval is mijn recensie toch louter een vriendendienst en in feite bedrieg ik de lezer van mijn recensie die recht heeft op een objectief-neutrale beoordeling van het besprokene. Als het slechts gaat om een signalement van een boek of film, dan is deze gang van zaken misschien nog enigszins goed te praten, maar betreft het een recensie, dan wordt het een spelletje van ons-kent-ons waar alleen de vriendschap, maar nooit de oprecht geïnteresseerde lezer wel bij vaart.

    [explicit 29 juli 2015]

    29-07-2015 om 23:47 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIDDELNEDERLANDS: Schoorsteenvagher ende Schoelapper (anoniem) circa 1550

    Schoorsteenvagher ende Schoelapper (anoniem) circa 1550

    [Teksteditie: Herman Meijling (ed.), Esbatementen van de Rode Lelije te Brouwershaven. Drukkerij De Waal, Groningen, 1946, pp. 140-145 = Schoorsteenvagher ende Schoelapper ed. 1946] [Hummelen 1 J 6]

    Auteur

    Een anonieme rederijker.

    Genre

    Het opschrift luidt: ‘Een esbatement van een schoorsteenvagher en een schoelapper’. Het betreft hier dus een esbatement of rederijkersklucht.

    Situering / datering

    Dit spel, waarvan alleen de eerste 95 verzen bewaard bleven, is één van de teksten die aangetroffen werden in een verzamelhandschrift met esbatementen op het stadhuis van Brouwershaven (Zeeland). De codex is afkomstig uit het archief van de plaatselijke rederijkerskamer De Rode Lelije en wordt thans bewaard in de Universiteitsbibliotheek te Utrecht (nr. 8.K.28). Aanwijzingen voor een datering ontbreken, maar net als de andere stukken uit deze codex moet Schoorsteenvagher ende Schoelapper waarschijnlijk geplaatst worden in het midden van de zestiende eeuw.

    Inhoud

    Een schoorsteenveger klaagt dat hij weinig werk heeft maar dan wordt hij door een waardin en een herbergmeid uitgenodigd om de schoorsteen van de herberg te vegen. Zij betalen hem met drank (bier). De schoorsteenveger is nog aan het verteren, als zijn vriend (een schoenlapper) langskomt en hij nodigt deze uit om mee te drinken. Beide mannen laten verstaan dat hun vrouw het niet zou appreciëren, moest ze weten dat zij in de herberg zitten. Dan breekt de tekst plots af.

    Thematiek

    Niet vast te stellen.

    Receptie

    De bewaarcontext (rederijkerskamer van Brouwershaven) wijst op stadsliteratuur. Verband met Brouwershaven.

    Profaan / religieus?

    Hoogstwaarschijnlijk zuiver profaan.

    Aantekeningen

    Na vers 95 zijn in het handschrift zeven bladen weggesneden. Tekstbezorger Meijling noteert: ‘Prof. De Vooijs wijst er (…) op, dat schoorsteenveger een erotische betekenis heeft gehad, en veronderstelt daarom, dat de rest, wegens de aanstotelijke inhoud, opzettelijk weggesneden en vernietigd is’. We kunnen hieraan toevoegen dat ook het beroep van schoenlapper in de zestiende eeuw in erotische contexten kon fungeren. Jammer dus dat het spel niet bewaard is gebleven, al vormt de vermoedelijke censuur wel een bijkomende aanwijzing voor de erotische dubbelzinnigheden die rond 1500 in verband met het vegen van schoorstenen en het lappen van schoenen gehanteerd werden.

    [explicit 29 juli 2015]

    29-07-2015 om 20:58 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIDDELNEDERLANDS: Alit en Lijsbith (anoniem) circa 1550

    Alit en Lijsbith (anoniem) circa 1550

    [Teksteditie: Herman Meijling (ed.), Esbatementen van de Rode Lelije te Brouwershaven. Drukkerij De Waal, Groningen, 1946, pp. 105-139 = Alit en Lijsbith ed. 1946] [Hummelen 1 J 5]

    Auteur

    Een anonieme rederijker.

    Genre

    Het opschrift luidt: ‘Een esbatement van vi personagien’. Het betreft hier dus een esbatement of rederijkersklucht.

    Situering / datering

    Dit spel (665 verzen) is één van de teksten die aangetroffen werden in een verzamelhandschrift met esbatementen op het stadhuis van Brouwershaven (Zeeland). Deze codex is afkomstig uit het archief van de plaatselijke rederijkerskamer De Rode Lelije en wordt thans bewaard in de Universiteitsbibliotheek te Utrecht (nr. 8.K.28). Meijling is van mening dat het stuk van West-Vlaamse oorsprong kan zijn [ed. 1946: XXII]. Er zijn geen duidelijke aanwijzingen voor een datering maar net als de andere stukken in deze codex zal Alit en Lijsbith waarschijnlijk te plaatsen zijn in het midden van de zestiende eeuw.

    Inhoud

    De luie wolkamsters Alit en Lijsbith gaan ’s maandags liever drinken in de herberg dan te werken. Zij zijn ook zeer begerig naar een man. De zwervers Duech Niet en Licht Herte komen meedrinken en lokken Goosen Buer naar de herberg om hem te doen huwen met Alit. Uiteindelijk verdwijnen Alit en Goosen Buer (na lang tegenstribbelen van de laatste) naar een slaapkamer in de herberg om het huwelijk te consumeren. Terwijl de waard een priestertoga gaat halen om Goosen Buer verder te bedriegen, sluiten de twee schavuiten Lijsbith op in de kelder en stelen zij de kleren van Goosen en enkele kannen van de waard. Waarna zij het hazenpad kiezen.

    Thematiek

    Behalve entertainment brengt deze klucht ook negatieve zelfdefiniëring vanuit burgerlijk perspectief. Negatieve zelfbeelden zijn hier luie en huwelijksgeile wolkamsters, domme en vrekkige vrijgezellen en bedrieglijke zwervers.

    Receptie

    De thematiek en de bewaarcontext (rederijkerskamer in Brouwershaven) wijzen in de richting van stadsliteratuur. Verband met Brouwershaven.

    Profaan / religieus?

    Deze klucht is zuiver profaan van aard.

    Aantekeningen

    Meijling, de tekstbezorger, noteerde: ‘Euphemistisch gesproken, een meesterwerk is dit spel allerminst. De toneeltjes zijn vrij mat, en te dikwijls moet het komische gezocht worden in platte aardigheden’.

    [explicit 10 september 1996 / 29 juli 2015]

    29-07-2015 om 18:14 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: 100 keer een borstel door je haar halen voor je gaat slapen (Melissa P.) 2003

    100 keer een borstel door je haar halen voor je gaat slapen (Melissa P.) 2003

    [Roman, Vassallucci, Amsterdam, 2004, 157 blz. Vertaald door Patricia Kersbergen. Origineel Italiaans: 100 colpi di spazzola prima di andare a dormire, 2003]

    In Italië anno 2003 zorgde dit erotische romannetje van de 18-jarige Siciliaanse Melissa P. (alias Melissa Panarello) voor een schandaaltje en het boek werd binnen de kortste keren een bestseller. Bij ons liep het allemaal wat minder vaart, ondanks het feit dat de jonge schrijfster met een lief, door lange bruine haren omgeven snoetje en via een listig voorovergebogen houding serieus inkijk gevend op haar prille decolleté in kleur op de achterflap poseert. Zeer voorspelbaar signaleert diezelfde achterflap overigens dat dit boek ‘een gepassioneerd, erotisch verhaal à la Catherine Millet’ is. Een heel wat minder slimme zet van de uitgeverij is dan weer de teleurstellend saaie cover, waarop niets anders te zien is dan de rug van een in een wit hemd gekleed meisje dat met beide handen haar lange paardenstaart vasthoudt.

    100 keer enzovoort… registreert de persoonlijke dagboekontboezemingen van een Siciliaans schoolmeisje tussen 2000 en 2002, van haar veertiende tot haar zestiende jaar. Zoals Jeroen De Preter noteerde: ‘Honderd keer een borstel door je haar halen voor je gaat slapen zou je een zoveelste variant van het Lolita-verhaal kunnen noemen. Met dat verschil dat voor één keer niet de oude bok, wel het groene blaadje spreekt. Een groen blaadje dat zich bovendien niet beperkt tot het eenvoudige werk. Ze martelt en laat zich martelen, ze doet het met vrouwen en ze doet het in grotere gezelschappen. En ze heeft het naar eigen zeggen ook allemaal echt meegemaakt. Tussen haar veertiende en zestiende. Op Sicilië, een eiland waar men nog altijd geen kerk passeert zonder een haastig kruisteken te slaan’.

    Melissa is op zoek naar de ware liefde maar heeft aanvankelijk moeite om die te vinden. Op haar vijftiende wordt ze ontmaagd door een schoolvriendje, Daniele, en dat is geen leuke ervaring. Dan leert ze de iets oudere Roberto kennen die al een relatie heeft en Melissa ertoe overhaalt deel te nemen aan enkele gangbangs met zijn vrienden. Vervolgens ontmoet ze de travestiet Ernesto die ervoor zorgt dat ze tegen betaling twee fornicerende homo’s kan observeren, en via het internet komt ze in contact met de lesbische Letizia en met de getrouwde S&M-liefhebber Fabrizio. Dan gaat ze bijles wiskunde volgen en duikt ze regelmatig in bed met haar knappe jonge bijlesleraar Valerio. Al deze seksuele ervaringen worden door onze Melissa vrijmoedig, maar ook erg koud en afstandelijk beschreven, bovendien in dagboekvorm met heel veel, vaak ook grote ellipsen, zodat oppervlakkigheid troef is en je als lezer nooit echt geïnteresseerd raakt in de wereld van dit Italiaanse delletje, die beheerst wordt door een (de postmoderne jeugd typerend?) gevoel van leegheid en verveling: ‘Maar niets boeit me, alles is leeg en sleets, ijdel, zonder inhoud en smaak’ [p. 80].

    Komt daar nog eens bij dat Melissa van al die seks weinig lijkt te genieten, integendeel, ze voelt zich voortdurend vies en misbruikt: ‘We gaven elkaar een laatste kus. Terwijl ik op de scooter naar huis reed, voelde ik me voor de zoveelste keer door iemand en door mijn slechte instincten gebruikt’ [p. 129]. Dat alles resulteert in een hoop voorspelbaarheid, clichétaal en kunstmatigheid, met passages als: ‘Waar ben je gebleven, Narcissa, die zo veel van zichzelf hield en lachte, en zo veel wilde geven en net zo veel wilde ontvangen? Waar ben je gebleven met je dromen, je hoop, je dwaasheden, je levensvreugde, je doodsvreugde? Waar ben je gebleven, spiegelbeeld, waar kan ik je zoeken, waar kan ik je vinden, hoe kan ik je vasthouden?’ [p. 125].

    Die kunstmatigheid en voorspelbaarheid worden helemaal ten top gedreven wanneer Melissa op het einde dan toch de ware liefde vindt bij ene Claudio en we compleet om de oren geslagen worden met frasen uit stationsromannetjes à la: ‘Ik ging open. Ik liet een straaltje licht gloren door die dichte mist rond mijn ziel’ [p. 142]. Het sprookje dat haar moeder haar vertelt over een koning die meloenen krijgt, ze weggooit en uiteindelijk ontdekt dat ze diamanten bevatten [pp. 130-131], en de brief aan Valerio over haar slipje (de twee strikjes zijn Sensualiteit en Liefde en het kruis van haar slipje is haar Ziel) [pp. 132-134] zijn zó herkenbaar als niet van alle talent gespeende maar tegelijk bijzonder onrijpe brokjes schoolopstel. Om van de doorzichtige, er vingerdik opliggende moraal nog maar te zwijgen: ‘Mijn moeder weet niet dat de meloenen van de koning voor mij de wrede bestialiteiten zijn geweest van onbeschofte mannen die niet in staat zijn om van iemand te houden’ [p. 131].

    In het De Morgen-interview met Jeroen De Preter klaagt Melissa P.: ‘Als mijn boek in de media ter sprake kwam, ging het altijd over het schandaal. Niemand heeft de moeite genomen of de durf gehad om het over de literaire waarde van mijn boek te hebben’. De durf gehad! Wat een eigenwijsje! De literaire waarde van Melissa’s boekje beperkt zich namelijk tot het zinnetje ‘mijn geslacht was gezwollen als nooit tevoren en de Lethe stroomde volop door mijn Geheim’ [p. 87], dat in variantvorm op bladzijde 25 ook al eens voorkwam (‘naar mijn Geheim, naar de plek waar de Lethe al was begonnen te stromen’) en dat overigens veeleer onnozel overkomt dan opwindend of literair. Kortom: we hebben hier te maken met de zoveelste matige epigoon van de op zichzelf al matige Catherine Millet en de vertaalster Patricia Kersbergen is al even matig. Even wat willekeurige foutjes op een rijtje…

    - ‘En bijna altijd bevredig me ik daarbij’ [p. 16]. Hoezo, me ik?

    - ‘Hij kwam me tegemoet lopen en drukte een vlugge, maar prettige kus op mijn mond, die me eraan deed herinneren dat hij naar aardbeien smaakte’ [p. 23]. Die me eraan deed denken, of die me eraan herinnerde moet het zijn (een schoolvoorbeeld van een contaminatie).

    - ‘Hij omhelsde me zachtjes en ik hield mijn armen op zijn plaats’ [p. 141]. Mijn armen op ZIJN plaats!

    En met zulke enormiteiten verdient deze dame dus nog geld ook.

    Geraadpleegde lectuur

    - Jeroen De Preter, “Pornografie heeft ook een poëtische kant”, in: De Morgen/Boeken, 26 mei 2004, pp. 2-5.

    Quotering: ** [explicit 3 oktober 2004]

    28-07-2015 om 21:56 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: War of the Worlds (Steven Spielberg) (USA, 2005)

    WAR OF THE WORLDS (Steven Spielberg) (USA, 2005)

    (116’)

    Deze film is een bewerking van het bekende SF-boek van Herbert George Wells dat wij ooit lazen in de 1ste of 2de kandidatuur Germaanse en waarvan wij ons nog herinneren dat het redelijk langdradig was. Spielberg heeft het verhaal echter aangepast aan de 21ste eeuw en uit een interview van Robin Lynch met Tim Robbins [in Humo, nr. 3383, 5 juli 2005, pp. 140-141] leren we dat Spielberg het beschouwde als een ‘aardig tussendoortje’, omdat hijzelf en Tom Cruise in 2004 toevallig een half jaartje vrij hadden. Op de Index-pagina van Film/tv/dvd [nr. 555, september 2005, pp. 63] wordt Spielbergs prestatie heel correct geëvalueerd in één zinnetje: ‘Spielbergs verbluffend in beeld gezette, af en toe bijzonder angstaanjagende maar toch niet overtuigende H.G. Wellsverfilming over de vijandige bezetting van de aarde’.

    Het is inderdaad ongelooflijk wat ze met die digitale trucages allemaal weten aan te vangen tegenwoordig: die levensechte door de straten stappende driepoten die dan ook nog eens weerspiegeld worden in een autoruit, die aliens die in een kelder over kapotte meubelen kruipen, zinkende boten, een neergestorte boeing, weidse landschappen die kleven van het bloed en bijvoorbeeld ook (ongetwijfeld het meest spookachtige fragment van de film) een compleet in brand staande sneltrein die denderend en sissend een spoorwegovergang passeert. En toch weet de film niet echt te overtuigen. Debet daaraan: het zwakke scenario.

    In het begin leren we de hoofdpersoon (Tom Cruise) kennen als een havenarbeider die met zijn hefkraan zware containers tot op de centimeter nauwkeurig op een truck weet te plaatsen en even later blijkt hij heel veel af te weten van motoren. Je denkt dan: ha, die gaat later in een moeilijk te besturen ruimtetuig tegen aliens moeten vechten en door zijn technische kennis gaat hij de ruimtetuigen van die aliens weten te saboteren. Maar nee, ofschoon zijn chef hem nog smeekt om diezelfde dag nog terug te komen werken en Ray Ferrier (zo heet de rol van Cruise) dit weigert met de vakbondregels als argument, blijkt dat vakkundig omgaan met het plaatsen van containers nergens in de film een functie te hebben en Rays kennis van motoren dient enkel om hem met zijn kinderen in een auto te laten vluchten (alle auto’s zijn namelijk stilgevallen als de driepoten uit de grond komen). Dat soort film dus: spannend, redelijk oppervlakkig en gericht op een kijksessie in gezinsverband.

    Want Ray Ferrier blijkt een nonchalante, nogal egocentrische gescheiden vader te zijn die een weekendje op zijn puberende zoon en kleine dochtertje mag (moet) passen, natuurlijk net wanneer all hell breaks loose, wat hem in staat stelt om met die kinderen een queeste naar Boston te ondernemen (zijn vrouw en haar nieuwe man zitten daar bij haar ouders) en te tonen dat hij toch een goede huisvader kan zijn als het erop aankomt. Het is een beetje een tweeslachtige rol voor Tom Cruise die nooit werkelijk uit de verf komt, net zomin trouwens als het rolletje van Tim Robbins die in het midden van de film een in een kelder gevluchte en uiteindelijk doorslaande verpleger moet uitbeelden. Verder ontpopt dat dochtertje, dat in het begin nog een bijzonder intelligente en vroegrijpe indruk maakte, zich gaandeweg tot een irritant krijsend en hyperventilerend wicht, terwijl die zoon, ook ergens in het midden van de film, om God Weet Welke Reden beslist om er alleen vandoor te gaan, want ‘hij moét het absoluut zien’ als het leger de aliens aanvalt.

    Er zitten trouwens nog meer non sequiturs in het verhaal die de film geen goed doen. Die driepoten werden miljoenen jaren geleden door aliens in de grond verstopt op aarde en nu komen die aliens hen via bliksemstralen bemannen. Hoe wisten die aliens miljoenen jaren geleden dat er ooit mensen op aarde zouden rondlopen? En waarom heeft men (bijvoorbeeld tijdens het graven van metrotunnels) nooit zo’n driepoot ontdekt? Uiteindelijk gaan de aliens tenonder aan een aardse bacterie waar de mens immuun voor is (geworden), maar hoe komt het dan dat op het einde die driepoten beginnen te wankelen als beschonken matrozen terwijl het toch alleen de aliens in die driepoten zijn die aangetast werden? Oké als ze dan zo’n driepoot niet meer weten te besturen en tegen een gebouw laten lopen, maar die driepoten vallen vanzelf omver! Enfin, zoals gezegd: het verhaaltje op zich is nogal flodderig (zoals zo vaak in SF-verhalen, het zijn niet allemaal 2001 A Space Odyssey’s) maar de trucages zijn knap en een aantal sequensen zijn best wel spannend.

    In het interview met Tim Robbins wordt gevraagd of de film een politieke parabel is en of het gaat over de angst voor het onbekende na 9/11. Antwoord van Robbins: ‘Misschien wel. Iedere generatie trekt zijn eigen lessen uit het verhaal en leest er zijn eigen angsten in, denk ik. Toen Wells het boek schreef, was het een waarschuwing tegen de industrialisering en de modernisering. Toen Orson Welles er een hoorspel van maakte in de jaren ’30, haakte het in op de angst voor het fascisme in Europa. En toen het in de jaren vijftig verfilmd werd, zag iedereen er een waarschuwing in voor het Rode Gevaar. Vandaag zijn we weer van wat anders bang. Elk tijdperk kan het boek herinterpreteren: vandaar ook dat het een echte klassieker is’.

    Quotering: *** (27 juli 2015 – opgenomen van Proximus TV)

    Na een tweede visie. In zijn recensie in Film/tv/dvd [nr. 555, september 2005, p. 34] noteerde Michel Sabbe in verband met het verblijf in de kelder: ‘Bovendien recycleert Spielberg hier een beroemde sequentie uit z’n eigen Jurassic Park’. Sabbe doelt hier op de alien-tentakel die voorzichtig de kelder onderzoekt waarin Ray en zijn dochter en de verpleger verborgen zitten, een scène die inderdaad zeer sterk doet denken aan de sequens in Jurassic Park wanneer die twee kleine dinosauriërs in het laboratorium op zoek zijn naar verborgen mensen. Maar Sabbe ziet dat als iets negatiefs, als een soort zelfplagiaat. Ten onrechte! Spielberg verstopte nog andere gelijksoortige knipoogjes, dat wil zeggen: verwijzingen naar zijn vroegere films, in War of the Worlds. Het tweetonige bromgeluid dat de tripods uitstoten, doet heel sterk denken aan de geluiden waarmee de aliens communiceren op het einde van Close Encounters of the Third Kind. En wanneer in een bos de kledingstukken van door laserstralen gedode mensen neerdwarrelen als sneeuw, dan is dit een echo van de asse van verbrande Joden die neerdwarrelt als sneeuw in Schindler’s List. Spielberg heeft deze dingen dus met opzet in zijn film gestopt. Het zijn inside jokes voor de kenners van Spielberg-films. Eigenlijk zou onze waardering hierom met een halfje naar omhoog moeten gaan.

    28-07-2015 om 03:03 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIDDELNEDERLANDS: Meer Gheluck ende Heer Profijt (anoniem) circa 1550

    Meer Gheluck ende Heer Profijt (anoniem) circa 1550

    [Teksteditie: Herman Meijling (ed.), Esbatementen van de Rode Lelije te Brouwershaven. Drukkerij De Waal, Groningen, 1946, pp. 76-104 = Meer Gheluck ende Heer Profijt ed. 1946] [Hummelen 1 J 4]

    Auteur

    Een anonieme rederijker.

    Genre

    Een esbatement of rederijkersklucht.

    Situering / datering

    Meer Gheluck ende Heer Profijt (489 verzen) is één van de teksten die aangetroffen werden in een verzamelhandschrift met esbatementen op het stadhuis van Brouwershaven (Zeeland). De codex, afkomstig uit het archief van de plaatselijke rederijkerskamer De Rode Lelije, wordt thans bewaard in de Universiteitsbibliotheek van Utrecht (nr. 8.K.28). Meijling is van mening dat het stuk een West-Vlaamse oorsprong heeft [ed. 1946: XXII]. Aanwijzingen voor een datering zijn er niet, maar net als de andere stukken uit de codex zal deze klucht hoogstwaarschijnlijk dateren uit het midden van de zestiende eeuw.

    Inhoud

    Meer Gheluck en Heer Profijt zijn twee rondzwervende boeven. Omdat ze geen geld meer hebben, trekken ze naar het gasthuis, waar ze doen of ze een vreemde ziekte hebben. Door deze ziekte moeten ze zogenaamd altijd eten en drinken. De gasthuismeester trapt aanvankelijk in hun list en voorziet hen van spijs en drank. Dan begint hij echter wantrouwig te worden en hij haalt er een dokter bij. Deze gebruikt een trucje (hij zegt dat hij de meest zieke van de twee zal verbranden om met de asse de minst zieke te helpen) zodat Meer Gheluck en Heer Profijt door de mand vallen en hun biezen pakken. Zij willen zich echter wreken. Heer Profijt gaat de dokter melden dat de gasthuismeester overvallen werd en zwaar gewond is. Samen haasten zij zich naar het gasthuis en om sneller te kunnen lopen, geeft de dokter zijn pantoffels en zijn tabbaard in bewaring aan Heer Profijt. Deze moet de kledingstukken dan maar achterna brengen (want hij doet ook nog of hij valt), maar in plaats daarvan gaat hij ze samen met Meer Gheluck verlappen. De medicijnmeester schakelt de baljuw in die de boeven al gauw vangt en op de pijnbank legt. De twee worden door de baljuw handig tegen elkaar uitgespeeld (hij laat hen elkander geselen) zodat ze vlot schuld bekennen. Ten slotte worden ze door de baljuw uit de streek verbannen.

    Thematiek

    Vanuit burgerlijk perspectief wordt hier aan negatieve zelfdefiniëring gedaan. Het negatieve zelfbeeld is heel duidelijk de onbetrouwbare landloper.

    Receptie

    De thematiek en de oorsprong van de tekst (een rederijkerskamer in Brouwershaven) wijzen in de richting van stadsliteratuur. Verband met Brouwershaven.

    Profaan / religieus?

    Deze klucht is zuiver profaan van aard.

    Aantekeningen

    Enige levendigheid valt dit toneelwerkje niet te ontzeggen, al is er hoegenaamd geen sprake van een meesterlijke tekst. Meijling (de tekstbezorger) noteerde: ‘De intrige is aardig gevonden, de uitwerking is vlot en boeiend. Een snelle afwisseling van tonelen en een vlotte dialoog zijn eveneens niet te onderschatten deugden. We vinden hier zowaar iets van karaktertekening. (…) Psychologisch verantwoord is het optreden der twee boeven tegenover elkaar als ze in het nauw zitten en tegelijkertijd hun poging om elkaar bij de geseling wat te sparen, al gunnen ze elkaar wel iets. Neen, zouteloos is dit esbatement zeer zeker niet, en het strenge oordeel van Dr. Meertens mag m.i. vooral voor dit stuk niet geheel gelden. (…) Dit esbatement is zonder twijfel het beste van de verzameling’ [ed. 1946: VI].

    [explicit 20 december 1992 / 26 juli 2015]

    27-07-2015 om 02:47 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 23/11-29/11 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 28/10-03/11 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 14/08-20/08 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs