Branche IV : Le puits (anoniem) ca. 1178
[Martin IV Strubel Va]
Deze korte branche (478 verzen) vormt in sommige handschriften één geheel met de branches V en Va en wordt gedateerd rond 1178 [ca. 1183-84 volgens Wenseleers 1993: 275]. Het is dus één van de oudste bewaard gebleven Renart-teksten.
Zie voor de Oudfranse tekst Dufournet I ed. 1985: 308-333.
Voor een (niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling, zie Paul Van Keymeulen, De bornput (branche Va), in: Tiecelijn, jg. 18, nr. 1 (maart 2005), pp. 53-59.
Korte inhoud
De hongerige Renart belandt in een kloosterschuur van witte paters en doodt daar drie kippen. Als hij dorst krijgt en wil drinken, valt hij echter in een waterput, omdat hij in zijn spiegelbeeld beneden zijn vrouw Hermeline meent te herkennen. Wat later komt Isengrin toevallig langs en die meent in zijn spiegelbeeld zijn vrouw Hersens te herkennen, samen met Renart. Renart maakt de wolf echter wijs dat hij (Renart) dood is en nu in de hemel vertoeft, in velden vol lekker wild. De hongerige wolf springt in één van de emmers van de waterput, waardoor deze naar beneden zakt. Renart, die in de andere emmer van het putsysteem zit, gaat zo naar boven en onderweg lacht hij Isengrin uit door te zeggen dat deze nu op weg is naar de hel.
Wanneer kloosterknechten de wolf in de put ontdekken, alarmeren zij de kloosterlingen die Isengrin flink komen aframmelen en voor dood laten liggen. De wolf wordt door één van zijn zonen ontdekt en naar huis gebracht. De wolven zweren zich op Renart te zullen wreken.
Aantekeningen
Deze korte branche is van middelmatige kwaliteit. Interessant is dat in de proloog een plezierig, ontspannend verhaaltje beloofd wordt, want de lezer houdt naar verluidt niet van preken of heiligenlevens. Nochtans wordt ook gesteld dat er uit de tekst iets te leren valt. Men vraagt zich af wat dan wel. Er zit wel een beetje satire in op de witte monniken, maar verder
Misschien is de les dat ook de sluwe bedrieger wel eens tegenslag kent. Renart wordt in elk geval duidelijk voorgesteld als een meester-bedrieger en als een negatief zelfbeeld naar de lezer toe (zie de verzen 20-29): Renars est molt de male escole (Renart komt uit een slechte school).
Opvallend ook een aardig beeld om Renarts honger aan te geven: de buik en de ingewanden van de vos vragen zich af wat zijn poten en zijn tanden uitrichten (vs. 52-54).
[02/12/06]
|