Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
Wie denkt dat in de hedendaagse Nederlandstalige literatuur Herman Brusselmans de enige is die in staat is om een boek van honderden bladzijden vol te lullen met flauwekul, denkt verkeerd. De Nederlander P.F. Thomése (geboren in 1958 in Doetinchem, onvoltooide studies geschiedenis, werkzaam als journalist, lijkt een beetje op Art Garfunkel) is er ook zo eentje. In Het bamischandaal treedt de schrijver zelf op als hoofdfiguur en draait alles rond een zekere J. Kessels, een vrijgezel uit Tilburg-Noord die naar verluidt ook al opdraafde in eerder werk van Thomése (de verhalenbundel Greatest Hits uit 2000 en J. Kessels: The Novel uit 2009, twee boeken die we nog niet gelezen hebben).
J. Kessels, liefhebber van grote borsten en vooral van negerinnen met alles erop en eraan, is verliefd geworden op Mei Lan, het knappe en goed bedeelde nichtje van de plaatselijke afhaalchinees in Tilburg-Noord, en is haar achterna gereisd tot in Shanghai. Zijn twee vrienden, de auteur en Peerke Sonnemans, vliegen naar Shanghai om aldaar een speurtocht te ondernemen naar de verdwenen J. Kessels. Ze doen dat aanvankelijk met de hulp van Frans de Schel Schellekens, een man uit Breda die in Shanghai fietsen verhuurt en toeristische rondleidingen organiseert. Via hem komen ze in contact met de eigenares van de fietsen, Bernadette van Rooij: een lelijk Brabants wijf dat echter beschikt over een wereldkont en met wie de auteur een korte maar hevige seksuele relatie beleeft.
Na een tijdje blijkt dat J. Kessels hokt in hetzelfde hotel als waar de auteur en Detteke regelmatig de bloemetjes buiten zetten.
Blijkt dan dat J. Kessels van de familie van Mei Lan wel op bezoek mag komen, maar haar niet mag aanraken (als wij het goed begrepen hebben, omdat er iets mis is met de naam van J. Kessels als je die in het Chinees vertaalt). De eerste keer dat de auteur en zijn gevolg bij die Mei Lan binnenkomen, ontstaat er al meteen een triootje auteur-Mei Lan-Detteke, maar de auteur gaat niet all the way met Mei Lan, omdat de sfeer er niet naar is en hij plots zijn interesse in het knappe Chinese meisje verliest. Samen met de teleurgestelde J. Kessels en Peerke Sonnemans reist de auteur terug naar Nederland. Tussendoor is ook gesignaleerd geworden dat de bami in Tilburg lekkerder is dan die in China, en dat Chinezen misschien wel iets in de bami doen om ons westerlingen eraan verslaafd te maken (vandaar de titel).
Zoals men merkt, slaat heel deze plot als een tang op een varken, maar blijkbaar is de enige bedoeling de lezer te entertainen met grappige triviaalliteratuur. In het eerste deel van de roman (de reis naar Shanghai en het aldaar rondrijden per fiets) lukt dat slechts matig en pas wanneer de billen van Bernadette ten tonele verschijnen en vervolgens permanent de aandacht trekken, krijgt het verhaal wat bubbels. De tekst staat overigens van voor naar achter vol scabreuze en scatologische opmerkingen, en er wordt voortdurend machopraat (met een Noord-Brabants, meer bepaald Tilburgs accent) verkocht rond oude Duitse porno, homos en de naijver tussen Tilburg en Breda. Dat kan misschien wel eens een enkel keertje leuk overkomen, maar het niveau van cafétoogpraat of gescheld op de voetbaltribune wordt daarbij nooit overstegen.
Thomése doet weliswaar regelmatig zijn best om het (oppervlakkige) literaire kader van zijn boek te doorprikken door zich als auteur buiten het verhaal te begeven en de lezer relativerend toe te spreken. Dat gaat dan bijvoorbeeld zo: ( ) daarom zijn we hier, en de lezers ook, dus het moet wel allemaal ergens naartoe gaan. We fietsen hier niet voor de kat zijn kut achter een of andere kont aan. Zo zijn we niet getrouwd. Dit is literatuur, dit gààt ergens over. De vraag is alleen: waarover? Onder de goede inzenders wordt een reisje naar Shanghai verloot. Mogen ze daar zelf kijken hoe of het zit. Een auteur hoeft zijn lezers ook niet alles voor te kauwen. Een beetje inbreng van de lezerskant doet soms wonderen [p. 127].
Het bamischandaal vuilspuiterij, maar briljant opgechreven vuilspuiterij is zowel een ode aan als een démasqué van het verschijnsel man, schrijft Jeroen Maris veel te welwillend in zijn recensie van dit boek in Humo [nr. 3769, 27 november 2012, p. 131]. Dat Het bamischandaal verre van briljant is en zeker geen hoog literair niveau haalt, blijkt alleen al uit de talloze verwijzingen naar de kont van Bernadette van Rooij, die wel enigszins en grappig en sympathiek overkomen, maar nooit opvallend knap verwoord zijn. Als dan ook nog eens blijkt dat de humor, waarop dit boek zou moeten drijven, erg povertjes en al te gekunsteld uitvalt, blijft er inderdaad niet veel meer over dan een nep-Chinese pseudo-pornoroman [p. 237].
FILM: A perfect world (Clint Eastwood) (USA, 1993)
A PERFECT WORLD (Clint Eastwood) (USA, 1993)
(137)
Naar aanleiding van de eerste visie (in Metropolis-Antwerpen op 6 januari 1994) schreven wij het volgende. Zeer vakkundig gemaakte en boeiende prent over een ontsnapte gevangenisboef (een uitstekende Kevin Costner) die samen met een kompaan een jongetje ontvoert. Die kompaan wordt door Costner al snel uitgeschakeld en tussen jongetje en boef ontwikkelt zich een vader/zoon-relatie (zij hebben allebei een vader die hen in de steek heeft gelaten). Boodschap van de film is: de noodzaak van een beschermend gezin en ouderliefde. Bevat een aantal grappige én sterk emotionele momenten. Deze film sprak mij een stuk méér aan dan Eastwoods voorganger Unforgiven. Te herbekijken! Quotering: 4.
Enkele maanden later (op 22 september 1994) luidde het zo. Tweede visie, nu op video. Nog meer dan bij de eerste visie ben ik ervan overtuigd dat deze film een pleidooi inhoudt voor gezinsliefde en geborgenheid. Nochtans zit wat J.O. erin zag (niets is wat het lijkt) ook duidelijk in de thematiek. Twee bijkomende stukjes materiaal. De criminologe in de caravan tijdens de achtervolging: In a perfect world things like this wouldnt happen in the first place, would they? En Kevin Costner (Butch Haynes) tegen Phillip in de gestolen stationwagon: A housefather : the best thing a man can hope to be
Nu, na al die jaren, een derde visie en dan vallen toch een aantal zwakheden op. De film drijft grotendeels op de sympathieke interactie tussen de ontsnapte boef Butch en het jongetje Phillip (nota bene afkomstig uit een gezin van Getuigen van Jehovah), dat in Butch duidelijk de vaderfiguur herkent die hij node moet missen. Veel minder geslaagd en zelfs ietwat storend zijn de komische intermezzos rond de achtervolgende Texas Ranger Red Garnett (rol van Eastwood zelf) die in zijn luxe-caravan onder meer opgescheept zit met een onsympathieke FBI-agent en een door de gouverneur opgedrongen criminologe. Aan deze criminologe bekent Garnett naar het einde toe dat hij ooit aan een rechter een verkeerd advies heeft opgedrongen in verband met Butch Haynes, maar dit (nochtans blijkbaar belangrijke) onderdeel van de plot wordt heel onhandig en onduidelijk aangebracht.
De film kent een onverwachte en ook ongemakkelijke wending wanneer Butch en Phillip terechtkomen bij een zwart gezin, waarvan de vader (of is het de opa?) zijn zoon (kleinzoon?) ruw behandelt waardoor Butch door het lint gaat en op het punt staat die man te doden. Waarop Phillip zijn vaderfiguur neerschiet. De film krijgt zo plots een bittere sfeer en, zoals Karin Seberechts schreef in Film & Televisie [nr. 438, januari 1994, p. 11], vraag je je vertwijfeld af aan welke kant van Christus kruis deze moordenaar thuishoort. Het niets is wat het lijkt-motief zit inderdaad duidelijk in het begin en het einde van de film. In het begin zien we Butch vredig in het gras liggen, maar op het einde blijkt dat hij dus neergeschoten is door Phillip en achterhaald door de cops. Butch, die aan het onderhandelen is met een ongewapende Garnett en Phillip in feite wil vrijlaten, wordt dan per vergissing door een FBI-scherpschutter gedood (omdat men ten onrechte denkt dat Butch nog een wapen in zijn zak heeft). De woede en teleurstelling van Garnett en de criminologe die daar het gevolg van zijn, kunnen door de kijker maar half begrepen worden doordat het scenario, naar ons aanvoelen, een aantal steken laat vallen.
A perfect world is op die manier een film die lange tijd weet te boeien en zelfs te ontroeren, maar die op het einde door enkele rare plot twists alsnog de mist ingaat.
Quotering: *** (3de visie: 8 maart 2013 VRT/Een)