Inhoud blog
  • Test
  • BOEK: De Bourgondiërs (Bart Van Loo) 2019
  • BOEK: Sinuhe de Egyptenaar (Mika Waltari) 1945
  • BOEK: Dwaal zacht (Lore Mutsaers) 2019
  • BOSCH: Higgs Strickland 2016
    Zoeken in blog

    Over mijzelf
    Ik ben Eric De Bruyn
    Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
    Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
    Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
    WEMELDINGEN
    Tijd is ruimte in beweging
    04-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Villa des Roses (Willem Elsschot) 1913

    VILLA DES ROSES (Willem Elsschot) 1913

    [Roman, Salamander-pocket, Em. Querido’s Uitgeverij B.V., Amsterdam, 1989 (17de druk)]

    Villa des Roses is het prozadebuut van de Antwerpse auteur Alfons De Ridder, alias Willem Elsschot. In 1910 schreef Elsschot de herinneringen neer aan zijn tweejarig verblijf (1906-1907) in een Parijs familiepension, toen hij werkte als secretaris van een (ietwat louche) Argentijnse zakenman. In 1913 werd de kleine roman gepubliceerd.

    Vanuit een auctoriaal vertelstandpunt worden in de eerste hoofdstukken de bewoners van het pension één voor één aan ons voorgesteld. De kleinburgerlijke pensionhoudster Madame Brulot met haar aapje Chico en haar pantoffelheldachtige man (ex-notaris), de 92-jarige ietwat seniele en kleptomane Madame Gendron, de vroegere diplomatenvrouw Madame Dumoulin, de Noor Aasgaard (een advocaat die in Parijs Frans komt leren maar daar weinig van terechtbrengt), mijnheer Martin (zakenman zonder zaken, met zijn Poolse vrouw en diens moeder), drie knappe Hongaarse meisjes waarvan niemand weet wat ze eigenlijk doen voor de kost (de lezer begrijpt tussen de regels: hoertjes), juffrouw de Kerros (een wat ziekelijke, weinig geliefde jongedame), de Hollander Knidelius, de jonge Duitser Grünewald, en de meiden Aline en Louise. Verder nog twee heren die in het pension het middagmaal mee komen gebruiken, de grappenmaker Colbert en de zwaarmoedige architect Brizard.

    In het begin maakt deze overvloed aan dramatis personae een wat verwarrende indruk, maar die verdwijnt al heel snel van zodra we in de volgende hoofdstukken nader kennismaken met het dagelijkse reilen en zeilen in het pension. Nadat Brizard in de tuin van het pension zelfmoord heeft gepleegd (hij wordt eerst in de kamer van madame Gendron gelegd, maar voor de nacht stelt Grünewald zijn kamer ter beschikking, hij en Louise waken afwisselend bij het lijk) komt het verhaal pas goed op gang en gaan we ons meer en meer vertrouwd voelen met de pensionbewoners. De belangrijkste verhaallijn wordt gevormd door de vrijage tussen Grünewald en Louise (deze laatste een jonge weduwe met een zoontje dat elders is ondergebracht). Bij Louise is het grote liefde maar voor de Duitser gaat het slechts om een oppervlakkige flirt. Als Louise zwanger raakt, durft ze niets tegen Grünewald zeggen en pleegt zij een abortus (via een ‘engeltjesmaakster’). Wanneer in het pension op een goede dag een knappe Engelse dame verschijnt, mrs. Wimhurst, heeft Louise er voor de Duitser gelegen: onder het mom terug naar Duitsland te keren, verhuist hij naar een andere kamer in de stad. Alle pogingen van Louise om terug contact op te nemen (via brieven, een geplande reis naar Duitsland blijkt te moeilijk en te duur) lopen op niets uit.

    Een andere belangrijke rol in het verhaal wordt gespeeld door madame Gendron, die tijdens een feestje ter ere van madame Dumoulin door monsieur Brulot in het openbaar belachelijk wordt gemaakt (hij ‘betrapt’ haar op het wegnemen van sinaasappelen en verklaart dat de volgende dag als straf het fortuin van madame Gendron onder de gasten zal verdeeld worden). Een tijd later neemt madame Gendron hiervoor wraak door het aapje Chico koudweg in het open haardvuur te keilen. Op het einde van het boek zal het pension door de erfgenamen van de eigenaar (de Brulots huurden) verkocht worden en dat betekent het verdwijnen van de Villa des Roses.

    De abstracte thematiek die via dit alles naar voren komt, is manifest de kleinburgerlijkheid en de kleinmenselijkheid van de pensionbewoners, die blijkbaar behoren tot een maatschappelijke stand die zijn heil zoekt in schijnmoraal, bedrog en eigenbelang. Affectie, begrip en medemenselijkheid krijgen in dit verhaal inderdaad weinig kansen. De kleine kantjes van de pensionbewoners worden door Elsschot op onbarmhartige wijze blootgelegd via zijn kalme, zakelijke, nuchtere stijl, die meer dan eens bijzonder cynisch overkomt. Een mooi voorbeeld van dit laatste is het volgende zinnetje (in verband met madame Gendron): Men wist dan ook niet eens dat zij Anne Marguerite Rose de Gendron heette en niemand bedacht dat men haar onder de kin gestreeld en ‘Meg’ genoemd had, in een tijd toen het herengeslacht dat nu begraven was en opgegeten, nog in zwarte rokken zat [p. 74]. Of nog (na de ‘ontmaskering’ en ‘veroordeling’ van madame Gendron): In zulk een talrijk gezelschap zijn voor een christelijk gevoel allicht een paar aanhangers te vinden en madame Brulot vreesde dan ook dat de pret in ruzie ging verkeren [p. 94]. Op onnavolgbare wijze weet Elsschot met aandacht voor het detail dat het geheel oproept, met enkele karakteriserende trekken, een rake opmerking, een typisch woord, zijn personages te schilderen zonder langdradige psychologische ontledingen. Luister hoe hij in twee zinnen op perfecte wijze de relatie Louise-Grünewald neerzet: Om de andere avond gingen zij samen wandelen. Louise had gaarne iedere avond gegaan, maar Grünewald moest drie keer in de week naar de Duitse club om bier te drinken en te kegelen [p. 109].

    Villa des Roses is werkelijk een alleraardigst boekje dat ik met veel plezier heb herlezen. Voor een debuut kan dit tellen, vind ik, en de roman werd bij zijn verschijnen in 1913 door verscheidene recensenten dan ook gunstig besproken. Voor de rest bleef de belangstelling (vooral ook van het leespubliek) achterwege, wellicht omwille van verschillende factoren: het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, het nieuwe van Elsschots stijl en het feit dat de (Vlaamse, katholieke) lezers nog niet rijp waren voor zijn maatschappelijke kritiek. Villa des Roses is in elk geval een goed voorbeeld van realisme (psycho-realisme – term van André de Ridder uit 1912 – zo men wil): de kunst om menselijke handelingen en ervaringen te verhevigen en te verdiepen, zodat zij een bovenmenselijke betekenis krijgen zonder daarbij iets van hun gelijkenis met de nuchtere werkelijkheid in te boeten.

    Quotering: 3,5 (19 april 2000)

    Geraadpleegde lectuur

    - Lut Missinne, “Willem Elsschot”, in: Kritisch Literair Lexicon, november 1994.

    - Guido Goedmé, “Willem Elsschot: Villa des Roses”, in: Lexicon van Literaire Werken, juni 1989.

    In zijn biografie Elsschot. Leven en werken van Alfons De Ridder (2011) noteerde Vic van de Reijt: In ‘Villa des Roses’ beschreef hij vrijmoedig en met groot gevoel voor ironie de bewoners van het pension in de rue d’Armaillé waar hij in 1906 en 1907 vertoefd had. Het huisnummer veranderde hij van 17 in 71 en ook de namen van de kostgangers heeft hij aangepast, waarbij hij zichzelf de rol toebedeelde van de ongemanierde Duitser Richard Grünewald, die het arme kamermeisje Louise Créteur verovert, zwanger maakt en, na een abortus, in de steek laat. ( … ) ‘Villa des Roses’ is de roman van het bedrog, en ongetwijfeld hebben De Ridders ervaringen met de Argentijnse charlatan Bustos hem de nodige inspiratie opgeleverd. [pp. 67-68]

    [explicit]

    04-06-2011 om 23:53 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Elsschot. Leven en werken van Alfons De Ridder (Vic van de Reijt) 2011

    ELSSCHOT. Leven en werken van Alfons De Ridder

    (Vic van de Reijt) 2011

    [Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2011, 414 blz.]

    Ha, dit jaar was ze er dan eindelijk, de langverwachte Elsschot-biografie van Vic van de Reijt en ja hoor, ze is knap geschreven: héél low profile, nergens tafelspringerig of anderszins opdringerig, met veel kennis van feiten, op de juiste manier gedoseerd en heel vaak tongue in cheek, helemaal in de stijl van Elsschot zelf. Op enkele avonden hebben we dit boek met heel veel leesplezier (vaak moeten lachen ook, want die Elsschot was me er eentje!) van kaft tot kaft doorgenomen. En toch hebben we niet écht veel nieuwe dingen bijgeleerd, ondanks het feit dat Van de Reijt het zakelijk archief van Alfons De Ridder als eerste heeft kunnen doorploegen, tijdens een jaar (2003-2004) onbetaald verlof en met een werkbeurs van het Nederlands en Vlaams Fonds voor de Letteren. Dat zakelijk archief zat sinds de dood van Elsschot te beschimmelen in de kelder van het huis van oudste zoon Walter, maar eind jaren negentig kon het dankzij kleinzoon Walter De Ridder jr. gered worden en in september 2009 werd de hele zaak aangekocht door de stad Antwerpen voor het AMVC-Letterenhuis. Dit studiemateriaal heeft Van de Reijt in staat gesteld om de zakelijke persoonlijkheid van Elsschot beter uit de verf te doen komen, maar tot een nieuwe bottom line heeft dit niet geleid. Wel is nu meer dan ooit komen vast te staan dat er sprake is geweest van een dubbele persoonlijkheid: enerzijds de keiharde zakenman Alfons De Ridder, de man van de venijnige contracten en slimme reclametrucjes, anderzijds de gevoelige romanticus Willem Elsschot, die dweept met kleinzoontje Tsjip en in tranen uitbarst als hij uit eigen werk voorleest.

    We raden iedereen die gecharmeerd is van het literaire werk van Elsschot, aan deze biografie ook te lezen en beperken ons hier verder tot enkele dingen die ons tijdens de lectuur zijn opgevallen.

    - Alfons De Ridder had het typoscript van zijn eerste roman Villa des Roses opgestuurd naar Johan de Meester, de recensent van de NRC. Maanden later heeft De Ridder nog altijd niets vernomen, en hij zoekt de man thuis op. Blijkt dat hij niet alleen de tekst niet gelezen had, maar ook nog kwijtgeraakt was! Gelukkig bezat De Ridder nog een doorslag. [p. 71]

    - In 1921 werkte zoon Walter als werver van publiciteit voor het bedrijf van zijn vader in Parijs. Af en toe kwam De Ridder over naar Parijs en nam zijn zoon dan mee naar de bordelen. [p. 141]

    - Voor het groot gedenkboek naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van België in 1930 droeg De Ridder de tekst aan voor de betaalde hoofdstukken over Belgische bedrijven en ondernemers. Hij maakte daarvoor gebruik van de holle frases uit Lijmen, waarmee hij zes jaar eerder de ijdele wereld van de publiciteit te kijk had gezet! [p. 165]

    - Elsschot heeft Kaas op veertien dagen tijd geschreven (brief uit 1933). [p. 216]

    - Gerard Walschap wilde niet dat Tsjip in Forum zou gepubliceerd worden, omdat er sprake was van een grove fout in verband met Maria’s Onbevlekte Ontvangenis. Dit trok natuurlijk mijn aandacht omdat ikzelf in 2000 op dezelfde fout ‘gepakt’ werd door de Nederlander Ludo Jongen. De Onbevlekte Ontvangenis van Maria betekent inderdaad niet dat zij als maagd zwanger werd, maar wel dat zij zonder erfzonde geboren is. Jongen en Walschap hadden gelijk! Bedank hem in mijn naam voor zijn terechtwijzing, was het droge commentaar van De Ridder aan Marnix Gijsen, die in de zaak bemiddelde. [p. 232]

    - Het Been is het enige boek van Elsschot dat volledig aan zijn fantasie ontsproten is, wat mede een verklaring vormt voor de gemengde reacties die het opriep: de ziel van de auteur werd erin gemist. [p. 261]

    - In 1952 werd Elsschot 70. Op de viering ontmoette hij nog één keer zijn minnares Liane Bruylants (een totaal onbelangrijk maar ook niet onknap dichteresje), die hem een tijd daarvoor gedumpt had. Toch leende Elsschot haar in juli ’52 nog 8000 frank, waarna zij radiostilte bewaarde. Elsschot liet het er niet bij zitten: hij stuurde een advocaat op haar af en Liane heeft het bedrag in termijnen tot op de laatste frank afbetaald. [p. 330]

    - Na zijn dood moest Elsschot naar eigen wens gecremeerd worden. Dat kon toen alleen in Ukkel en enkel mannen mochten daarbij aanwezig zijn. Op zaterdag 4 juni reed een beperkt mannelijk gezelschap dus naar Ukkel, waar men na de verbranding in een café wachtte op de overdracht van de urne, wat de stemming ten goede kwam, noteert Van de Reijt droog. Vervolgens reed men snel weer naar Antwerpen om de urne samen met kist van Elsschots vrouw te begraven op het Schoonselhof. Het kistje met de as was echter zo heet dat het niet mogelijk was dit op de bodembekleding van de taxi te zetten. Een van de mannen achterin moest het in zijn handen nemen, om het al snel over te geven aan een ander. Dit wordt verteld in de laatste alinea van het boek: het tekent meteen de sfeer die de hele tekst uitademt (goede feitenkennis, geslaagde afwisseling van belangrijke informatie en tekenende anekdotes, veel onderhuidse humor). [p. 341]

    Het zou ons niet verwonderen indien Vic van de Reijt voor deze heerlijke, subtiele biografie binnenkort met een of andere prijs bekroond werd.

    Quotering: 5 (gelezen in mei 2011, besproken 4 juni 2011)

    [explicit]

    04-06-2011 om 22:55 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Boerenpsalm (Felix Timmermans) 1935

    BOERENPSALM (Felix Timmermans) 1935

    [Roman, D.A.P. Reinaert Uitgaven, Brussel, 1967 (13de druk), 208 blz.]

    Een ikverteller, de bejaarde boer Wortel, blikt terug op zijn leven, tien hoofdstukken lang. In dat leven is hij niet van tegenslagen gespaard gebleven. Zijn vrouw Fien heeft heel haar leven last gehad van hoofdpijn, een aantal kinderen sterven, ééntje wordt blind geboren, hij heeft een zeer kortstondig avontuurtje met de losbollige meid van een naburige boer (maar tijdens de daad breekt er een stier los, later wordt de meid – zwanger, maar niet van Wortel – krankzinnig), hij moet acht maanden in de gevangenis voor het stropen van een haas, zijn zoon Fons kent een ongelukkige relatie met een bohemerachtig meisje, Frisine, en hangt zich uiteindelijk op in de gevangenis, er is droogte in het land, Fien sterft, Frisine komt met haar kind (van Fons) inwonen bij Wortel, Wortel en de veel jongere Frisine trouwen maar dan waart de ‘kwade hand’ door het land en Frisine sterft (in het water gevallen op een nacht, op zoek naar Wortel die laat was weggebleven, opgehouden door een zogenaamd spook in het bos), de pastoor regelt dan een huwelijk tussen Wortel en Angelik, een rijke oude vrijster, maar op het laatste moment weigert Wortel ermee te trouwen, de pastoor (een goede vriend van Wortel tot die zaak met Angelik) sterft en de oud geworden Wortel blijft alleen achter met zijn blind Amélieken. Tussendoor krijgen we voortdurend beelden van het boerenleven eind negentiende, begin twintigste eeuw met lofzangen op het veld en zijn vruchten en geklaag over de pimpelmuis van het kasteel, aan wie Wortel huur moet betalen. Het boek eindigt met een lange psalmachtige dankzegging aan God: En laat Uwen Wortel als tegendank nog vele jaren op Uw veld (dat spijtig, ook van ’t kasteel is) in het zweet zijns aanschijns mogen werken! Dank op voorhand! (laatste zin).

    Een regelrechte anti-Pallieter is deze boer Wortel. Terwijl in Pallieter een slechte oogst of een miskraam ondenkbaar waren, komt deze boer Wortel van de ene miserie in de andere terecht, en al twijfelt hij wel eens aan de goede bedoelingen van God, gelovig-onderdanig blijft hij steeds zijn lastpak dragen, wegvluchtend in de arbeid op het veld (dat laatste voorgesteld als een reuzin die bij gelegenheid flinke loeten kan vertonen) en af en toe eens in de drank. Vitalisme heet dat, volgens Marcel Janssens. Alles wordt chronologisch-rechtlijnig verteld in een simpele, sterk dialectisch gekleurde stijl en op een nogal vlakke toon, waardoor er bij de lezer niet echt sprake kan zijn van veel medeleven of ontroering (noch bij de brave erotische passages, noch bij de tragische voorvallen). Algemeen wordt de roman gewaardeerd als een hoogtepunt in Timmermans’ oeuvre, zoveel menselijker en waarachtiger dan Pallieter, schrijft Janssens. Maar het komt anno nu allemaal toch een beetje naïef en gedateerd over, deze vooroorlogse Vlaamse heimatliteratuur. In zijn genre is het niet slecht, maar het genre zelf is te beperkt om hoge epische ogen te gooien. In 1989 werd Boerenpsalm verfilmd door, ja, door wie anders dan Roland Verhavert.

    Quotering: 3 (gelezen in mei 2011, bespreking: 4 juni 2011)

    Geraadpleegde lectuur

    - Marcel Janssens, “Felix Timmermans: Boerenpsalm”, in: Lexicon van Literaire Werken, november 2004, pp. 1-9.

    [explicit]

    04-06-2011 om 22:53 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Vrijdag (Hugo Claus) (België-Nederland, 1980)

    VRIJDAG (Hugo Claus) (België-Nederland, 1980)

    (90’)

    De oude fiche (uit de jaren tachtig) spreekt: Claus verfilmde zijn eigen toneelstuk maar legde veel minder nadruk op de incestproblematiek. Georges is een man die een tijd heeft moeten brommen wegens het plegen van ontucht met zijn snollige dochter. Als hij weer vrijkomt, loopt zijn vrouw met een andere (jongere) man, van wie zij zelfs een kind heeft. De film behandelt nu de driehoeksverhouding Georges-vrouw-minnaar, waarbij de mosselachtige Georges zijn vrouw een laatste keer met Erik (zo heet de minnaar) laat slapen, en dan moet het uit zijn met die onzin. De film heeft een verzorgde, vakkundig gemaakte vorm, zonder opvallende of vernieuwende dingen (zoals je misschien van Claus zou verwachten). Het verhaal op zichzelf is okay, maar breekt evenmin veel potten. Claus kan blijkbaar wel een film maken, maar een meester is hij niet in dit vak. Quotering: 2,5.

    Toch wel een klein beetje te streng, die 2,5 op 5, want dankzij de Frans-Argentijnse DOP Ricardo Aronovich oogt de film presentabel genoeg, maar inderdaad zonder veel potten te breken. Bovendien is Frank Aendenboom als Georges echt wel meer dan middelmatig goed. Verder zien we hier ex-Claus-liefje Kitty Courbois, die als Jeanne met een verschrikkelijke half Hollandse-half Vlaamse tongval spreekt en even stram acteert als altijd, een piepjonge Herbert Flack als Erik, en in de rol van Christiane een nog veel piepjongere Hilde Van Mieghem, weggeplukt uit Studio Herman Teirlinck en blijkbaar vooral goed om met haar (overigens nogal schriele) blootje in een enkele naaktscène het brede publiek naar de cinema te lokken. De artificiële spreektaal die in deze film voortdurend gehanteerd wordt, is trouwens akelig en ten-hemel-schreiend (ha, Georges, ’t is gij … ).

    Het verhaal speelt zich af op een vrijdag en een zaterdagmorgen. Vrijdag is de dag van de boete (zie Georges die geen filet américain wil eten, maar wel vis), en Claus legt dan ook vooral nadruk op schuld en boete: Georges en Jeanne hebben allebei iets verkeerds gedaan (hij incest, zij overspel), ze staan dus quitte en na wat boetedoening (Georges die Erik nog een laatste keer met Jeanne laat slapen, Jeanne die Erik moet opgeven), kan het leven verder. Veel meer lijkt Claus niet te vertellen te hebben, al zegt hij zelf [in een interview met Ronnie Pede in Film & Televisie, nr. 284, januari 1981, p. 19]: Het hoofdtema is hoe mensen voor een wirwar van problemen staan en hoe ze met die situatie in het reine komen door de beperkte middelen waarover ze beschikken aan te wenden. Komt niet over, hoor, die thematiek, maar dat Claus een door velen overschatte schrijver is die in wezen weinig essentieels mee te delen heeft, wisten we al langer.

    Dat overschatte is volgens mij ook af te lezen aan bepaalde details. Wanneer Jeanne het in de rechtbank heeft over haar sletterige dochter Christiane, zegt ze bijvoorbeeld: Heel Kortrijk heeft erop gezeten, behalve de tram (waarop enkele jonge advocaatjes – waaronder een alweer piepjonge Marcel Vanthilt – het uitproesten). Maar die zin slaat toch als een tang op een varken! Van een man kan je eventueel zeggen dat hij op alles en iedereen heeft gezeten, behalve op de tram (en dan nog is het een bijzonder flauwe grap), maar van een vrouw kan je toch niet zeggen dat iedereen erop heeft gezeten, behalve de tram? En dat is dan onze kandidaat-Nobelprijswinnaar geweest! Ook: op een bepaald moment wordt er in de film gezegd dat Christiane geboren is in 1942, en een half uur later horen we dat ze geboren is in 1943. Ook een roman als Omtrent Deedee zit vol met dit soort storende slordigheden.

    Toch zitten er ook een paar goede narratologische dingetjes in het verhaal. Eén voorbeeldje. Vóór Georges de gevangenis mag verlaten, moet hij nog even langs de directeur (een kostelijke figuur, overigens). Die zit naar klassieke muziek te luisteren en dat duurt een tijdje, zo lang zelfs dat je je afvraagt wat hier de bedoeling van is. Maar dan komt de aap uit de mouw: de directeur vraagt aan Georges of hij weet welk stuk klassieke muziek dit is. Blijkt dat het om een klaviertrio van Tsjaikovski gaat. Een klaviertrio, snapt u? Ook in de rest van de film zal het gaan om een trio, om een driehoeksverhouding.

    Ten slotte nog even vermelden dat de naam van de hoofdpersoon, Georges Vermeersch, een inside joke is, meer bepaald een knipoogje naar George Wildemeersch, de man die indertijd een boek over Claus schreef en samen met ons de licenties Germaanse Filologie heeft doorlopen aan de UIA van 1975 tot 1977.

    Quotering: 3

    (02/06/11) (dvd – De Morgen: Hugo Claus-collectie)

    [explicit]

    04-06-2011 om 17:49 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Vrijdag (Hugo Claus) 1969

    VRIJDAG (Hugo Claus) 1969

    [Toneel, De Bezige Bij, Amsterdam, 1977 (6de druk)]

    Georges Vermeersch keert terug uit de gevangenis, na een veroordeling wegens ontucht met zijn minderjarige dochter Christiane, en ontdekt dat zijn vrouw Jeanne intussen een kind heeft gekregen van een jongeman uit de buurt, Erik. Dat leidt niet tot moord en doodslag, maar wel tot spitse conversaties waarin wrevel, haat, liefde en verzoening elkaar op merkwaardige wijze afwisselen. Uiteindelijk vertrekt Erik naar Frankrijk en blijft Georges met zijn vrouw en bastaardkindje achter in Marke, West-Vlaanderen.

    Incest, overspel, geperverteerd katholicisme en kleinburgerlijkheid zijn de thema’s waar alles rond draait. Maar wat wil Claus nu eigenlijk zeggen? Of is het allemaal gewoon naturalistische beschrijving (naturalisme = nadruk leggen op het lelijke van de realiteit)? Ik heb nooit goed begrepen waarom alleman nu perse zo enthousiast moet doen over dit toneelstuk van Claus, niet na het zien van de gelijknamige Claus-film, en ook niet nu ik uiteindelijk het stuk zelf gelezen heb. Ik vind het allemaal maar magertjes, eerlijk gezegd. En de taal waarin dit stuk geschreven is, is het typisch clausiaans Vlaams/Hollands-mengseltje waarin soms toch wel serieus gegoocheld wordt (zo bijvoorbeeld met je en gij) en dat ‘men’ bij andere auteurs zo sterk afkeurt. Mij stoort het niet, maar ik vraag me wel af waarom Claus het dan wel mag, en anderen niet …

    Quotering: 3 (15 mei 1991)

    [explicit]

    04-06-2011 om 17:47 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Broken (Soulsavers) 2009

    Soulsavers: Broken (2009)

    Soulsavers, dat zijn de Britse producers, remixers en soundtrackleveranciers Rich Machin en Ian Glover die voor hun platen gebruik maken van een groot aantal gastzangers en –muzikanten, hier vooral de Amerikaanse Mark Lanegan. Eigen nummers en covers worden aan elkaar geregen en dat leidt tot dertien bijzonder saaie klanktapijten met links en rechts het nodige jatwerk (zo leunt Some misunderstanding [5] nauw aan bij de stijl van Pink Floyd, maar het reikt nog niet tot aan de enkels van deze groep). Wat dit schijfje op nummer 12 van Humo’s Top-20 van beste internationale cd’s van 2009 staat te doen, is mij een raadsel. Onbelangrijk.

    Quotering: 2 (4 juni 2011)

    Klassiekers: geen.

    04-06-2011 om 17:46 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: De natura animalium (Claudius Aelianus) ca. 200

    De natura animalium [Over de aard der dieren]

    (Claudius Aelianus) ca. 200

    [Teksteditie: A.F. Scholfield (ed./vert.), Aelian. On the Characteristics of Animals, with an English translation, in three volumes. Deel I (Books I-V) / Deel II (Books VI-XI) / Deel III, The Loeb Classical Library – nr. 446/448/449, William Heinemann-Harvard University Press, Londen-Cambridge (Mass.), 1971/1971/1972, 359 blz./413 blz./445 blz. = De natura animalium I/II/III ed. 1971/1971/1972]

    Auteur

    De Romeinse auteur Claudius Aelianus (Griekse naam: Ailianos) werd geboren te Praeneste (Italië) rond 170 na Christus. Hij bekleedde het ambt van hogepriester (waarschijnlijk in Praeneste), maar verbleef het grootste deel van zijn leven in Rome, waar hij de bibliotheken kon raadplegen en de bescherming genoot van keizerin Julia Domna. Naar eigen zeggen is hij nooit buiten Italië geweest. Aelianus was zeer beslagen in het Grieks en schreef ook in het Grieks. Hij stierf na zijn zestigste, ongehuwd.

    Behalve De natura animalium bleven nog twee andere werken van hem bewaard: een verzameling brieven en Varia historia, een collectie van voornamelijk historische en biografische anekdotes. Van nog twee andere werken (Voorzienigheid en Goddelijke manifestaties) bleven fragmenten bewaard.

    Genre

    Een in Grieks proza geschreven traktaat over dieren. De originele Griekse titel is overigens Peri Zooioon Idiotitos, maar omwille van het gemak refereert men aan dit werk meestal met de Latijnse titel.

    Situering / datering

    We weten niet wanneer De natura animalium precies geschreven werd. De benaderende datering circa 200 is echter ongetwijfeld correct. Voor een lijst van de bewaarde handschriften, zie ed. I 1971: XXV-XXVI. De oudste handschriften dateren uit de dertiende eeuw. De meeste behoren tot de vijftiende en zestiende eeuw.

    Inhoud/thematiek

    De natura animalium omvat zeventien boeken die bestaan uit een rommelige mengelmoes van echte of veronderstelde dierkundige feiten, bijeengeschraapt uit eigentijdse en oudere Griekse auteurs (Latijnse auteurs worden nergens vermeld), sporadisch aangevuld met eigen observaties. In de zeventien boeken zit geen enkele structuur: alles hangt met haken en ogen aan elkaar en springt van de os op de ezel (letterlijk en figuurlijk!). Correcte wetenschappelijke feiten, mythologische referenties, volks bijgeloof en matrozenverhaaltjes wisselen elkaar af. Aelianus was een aanhanger van het stoïcisme maar alles blijft bij hem oppervlakkig: zijn eerste doel was manifest om entertainende lectuur te brengen.

    Af en toe laat hij zich verleiden tot een moraal: sommige dieren hebben weliswaar hun gebreken, maar meestal wordt de dwaasheid en de zelfzucht van de mens afgezet tegen de natuurlijke deugden van de dierenwereld. In de proloog luidt het dan ook: Dat stomme dieren van nature bepaalde goede eigenschappen hebben en samen met de mens een aantal wonderlijke menselijke deugden vertonen, is inderdaad een opmerkelijk feit [ed. I 1971: 8-9].

    Receptie

    Volgens zijn tijdgenoot Philostratus werden de teksten van Aelianus danig bewonderd. We mogen dan ook veronderstellen dat De natura animalium de Romeinse gecultiveerde kringen meer aansprak dan de vaak droge en volumineuze werken van de ‘grammatici’. In de (late) middeleeuwen was Aelianus weliswaar nog bekend, maar hij had blijkbaar toch veel minder invloed dan bijvoorbeeld een Aristoteles of een Plinius. In de middeleeuwse bestiaria zijn er wel echo’s van zijn werk te ontwaren, maar de eerste druk van De natura animalium komt er pas in 1556 (Zürich, C. Gesner).

    Profaan/religieus?

    Manifest profaan.

    Persoonlijk oordeel

    Tekstbezorger A.F. Scholfield is niet mals voor onze Claudius: It must be confessed that Aelian often tries our patience: we are irritated by his lack of any kind of system, by his repetitions, his inconsistencies, his servile credulity, his failure to verify statements where the facts were within reach, his style ‘mit dem öden Schlamm der sophistischen Diction übergossen’. He is at times a careless copyist, and his claims as set forth in the Epilogue to have contributed original discoveries to the subject are questionable. Enough has been said to show that he was for the most part a retailer of other men’s wares. Yet he has shown judgment in choosing his authorities … [ed. I 1971: XXIV]. Deze kritiek is grotendeels terecht, want het is me een krabbenmand, deze zeventien voortdurend van het ene op het andere onderwerp springende boeken.

    Claudius Aelianus moet echter een serieus ijdeltuitje geweest zijn, want in de Proloog vertelt hij over zichzelf: Ik ben mij goed bewust van het werk dat anderen geleverd hebben op dit terrein, maar ik heb al het materiaal verzameld dat ik kon vinden. Ik heb alles weergegeven in niet-technische taal en ik ben ervan overtuigd dat mijn prestatie een niet te verwaarlozen schat is. ( … ) Ofschoon een legertje geleerden mij vooraf is gegaan, mag het toeval van de tijd mij niet het recht op lof ontzeggen, als ook ik een geleerd werk heb geschreven dat ernstige aandacht verdient door de uitgebreide research en de taalkeuze [ed. I 1971: 8-11]. En in de Epiloog doet hij er nog een schepje bovenop. Nadat hij eerst gesteld heeft dat sommigen hem verwijten dat hij zijn vrije tijd ‘verspild’ heeft aan deze studie maar dat geld, eer en ambitie hem niet interesseren (eigenlijk wel zo sympathiek), pareert hij vervolgens de kritiek op de structuurloosheid van zijn tekst: Ik ben mij er ook van bewust dat sommigen hun misnoegen zullen uiten omdat ik in mijn betoog niet elk dier apart heb behandeld. ( … ) Omdat het mijn bedoeling was mijn tekst aantrekkelijk te maken door afwisseling aan te brengen in de behandelde stof, en omdat ik een hekel heb aan verveling die uit eentonigheid voortkomt, was ik van mening dat ik mijn verhaal zo moest ineenweven dat het lijkt op een weide of een krans die mooi is door de vele kleuren, waarbij de verschillende dieren als het ware de bloemen leveren. De laatste regels van de Epiloog luiden ten slotte: Critici die mij met welwillendheid behandelen, zullen de waarde van mijn werk beseffen, de moeite die het gekost heeft, de waardigheid van de stijl en de compositie, en de geschiktheid van de gebruikte woorden en zinnen [ed. I 1971: 386-387 / 390-391]. Nou nou, ho, ho, ho: een serieùs ijdeltuitje, that’s for sure!

    De waarheid is dat die brokkelige compositie en de vaak droge materie niet echt leiden tot een vlot leesbare tekst, al valt er hier en daar voor de cultuurhistoricus best wel wat te rapen en al staan er af en toe merkwaardige en koddige zaken in deze zeventien boeken opgetekend: een dolfijn die verliefd werd op een knap jongetje [ed. II: 26-27], een slang die verliefd werd op een meisje [ed. II 1971: 30-31], een geitenhoedertje dat regelmatig seks had met de knapste van zijn geiten [ed. II 1971: 58-59], de bekende Griekse schrijver Aeschylus die naar verluidt stierf doordat een arend een schildpad op zijn kaalkop liet vallen, denkende dat die kale kop een rots was [ed. II 1971: 124-125] en de observatie dat honden hun wonden genezen door eraan te likken [ed. II 1971: 188-189]. Het zijn maar enkele willekeurige voorbeeldjes. Koddig is Aelianus ook vaak wanneer hij de dierenwereld gebruikt om kritiek te geven op mensen. Naar aanleiding van beren die na hun winterslaap last hebben van winderigheid en dat genezen door een bepaalde plant te eten, krijgen zijn medemensen (w anqrwpoi = oh mensen toch) ervan langs omdat zij te vaak terugvallen op dokters en medicijnen [ed. II 1971: 16-17]. Naar aanleiding van de Perzische Cyrus die verliefd werd op zijn moeder, luidt het: Terwijl dieren gematigd zijn in hun lusten, verlangen mensen alles en zij laten zich door niets weerhouden [ed. II 1971: 54-55]. Naar aanleiding van vogels die elkaar verzorgen als ze ouder worden, krijgen vrouwen die achter jongemannen aanzitten en mannen die meer oog hebben voor meisjes dan voor hun ouder wordende echtgenote, een veeg uit de pan [ed. II 1971: 124-127]. En als het gaat over hongerige wolven die elkaar verscheuren en opeten, lezen we: Net zo gaat het met slechte mensen voor wie niets belangrijker is dan geld [ed. II 1971: 128-129].

    Samen met de cultuurhistorische weetjes vormen deze aardigheidjes echter toch maar een beperkt aantal lichtpunten aan de donkergrijze hemel die deze (blijkbaar opzettelijk) wanordelijke tekst in wezen is.

    [explicit 1 juni 2011]

    02-06-2011 om 00:27 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 23/11-29/11 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 28/10-03/11 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 14/08-20/08 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs