Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
WEMELDINGEN
Tijd is ruimte in beweging
22-06-2014
CD: LED ZEPPELIN (deel 2)
Led Zeppelin: Coda (1982)
De Ben E. King-cover Were gonna groove [A1] is een beetje te kort en te hitserig om veel indruk te maken. De Page/Plant-compositie Poor Tom [A2] werd opgenomen in 1970 en is een afdankertje van Led Zeppelin III. Zo klinkt het ook. I cant quit you baby [A3] is een degelijk maar weinig opvallend bluesnummer van Willie Dixon dat ook al figureerde op Led Zeppelin I. Waarom het hier perse heropgevist moest worden, blijft onduidelijk. Walters walk [A4], een afdankertje uit de Houses of the Holy-periode, bonkt er stevig op los, maar veel meer dan een lawaaierig onding is het niet.
Ozone Baby [B1], Darlene [B2] en Wearing and tearing [B4] zijn overschotjes van het In Through The Out Door-album. Dat album was op zichzelf al overbodig, dus kan je nagaan wat deze drie winkeldochters waard zijn. Bonzos Montreux [B3] ten slotte is een drumsolo van John Bonham waar je hoegenaamd niet speciaal voor thuis hoeft te blijven. En deze Coda in zijn geheel is een rommelig samenraapseltje van rommel die op de onderste lade is blijven liggen. De bedoeling was blijkbaar om kort na het ter ziele gaan van Led Zeppelin nog snel wat extra cash te scoren.
Quotering: * (21 juni 2014)
Klassiekers: geen.
Led Zeppelin: Remasters (1990)
In 1990 verschijnt de dubbel-cd Remasters, een soort Best of met geremasterde, digitale versies van oude nummers. Interessant om even te bekijken of wat men gekozen heeft uit de back catalogue overeenkomt met onze klassiekers. Uit Led Zeppelin I haalt men natuurlijk de a- en de b-kant van het singletje: Communication breakdown [A1] en Good times bad times [A3]. Ook Dazed and confused [A4] meldt zich terecht present maar You shook me is helaas afwezig, waarschijnlijk omdat het niet geschreven werd door Led Zeppelin zelf. Baby Im gonna leave you [A2] had voor ons achterwege mogen blijven. Terechte keuzes uit Led Zeppelin II zijn de onsterfelijke single Whole lotta love [A5] en het geweldige Heartbreaker [A6] dat naar ons gevoelen niet mag gedraaid worden zonder er Living loving maid onmiddellijk achteraan te gooien. Het is dan ook moeilijk te begrijpen dat dit nummer hier ontbreekt en vervangen wordt door het middelmatige Ramble on [A7]. Uit de zwakke lp Led Zeppelin III komen toch nog drie tracks: uiteraard de single Immigrant song [A8] en ook nog Celebration day [A9] en Since Ive been loving you [A10]. Voor ons niet gelaten. Led Zeppelin IV wint het pleit in deze eerste ronde met niet minder dan vijf uitverkoren nummers en zo gaan sommige mensen toch nog gelijk krijgen die beweren dat dit Runes album de beste is van de vier eerste Led Zep-lps. Logische keuzes zijn de single Black dog [A11] en het onvermijdelijke Stairway to heaven [A15], maar ook Rock and roll [A12], het nog altijd even vals gezongen The battle of Evermore [A13] en Misty mountain hop [A14] werden opnieuw afgestoft. Te veel eer volgens ons, maar wij zijn dan ook geen doorwinterde Zeppelin-fans.
Op de tweede cd komt eerst Houses of the Holy aan de beurt, natuurlijk met de single Dyer maker [B3] en de terechte keuze No quarter [4], maar ook met de sukkelnummers The song remains the same [B1] en The rain song [B2]. Raar dat de andere single, Over the hills and far away, niet mag meedoen. Van de dubbel-lp Physical Graffiti overleven slechts drie songs: voor de hand liggende keuzes zijn Trampled underfoot [B7] (de single) en Kashmir [B6]. Waarom het toch middelmatige Houses of the holy [B5] wel mag meedoen, is ons een raadsel. De zwakkere laatste twee lps zijn toch telkens vertegenwoordigd met twee nummers, maar Nobodys fault but mine [B8] en Achilles last stand [B9] uit Presence, en All my love [B10] en In the evening [B11] uit In Through The Out Door zijn niet eens zulke gekke keuzes. In zijn geheel biedt deze dubbelcd een goed overzicht van tien jaar Led Zeppelin-songs, maar tegelijk toont hij nog eens aan dat Led Zeppelin niet echt tot de absolute toppen van de rockmuziek hoeft gerekend te worden.
Quotering: *** (17 december 2013)
Klassiekers: vergelijk hierboven.
Led Zeppelin: BBC Sessions (1997)
In 1997 ziet de dubbel-cd BBC Sessions het licht, met oude opnamen van optredens voor allerhande BBC-programmas uit de jaren 1969 en 1971, waarvan de meeste ook effectief werden uitgezonden op de radio. De eerste cd vangt aan met een wat te trage versie van het Willie Dixon-nummer You shook me [A1] en datzelfde You shook me [A13] krijgen we nog eens te horen in een dubbel zo lange versie. De song is hier duidelijk nog aan het groeien en de twee versies bereiken dan ook niet de kwaliteit die het nummer heeft in de studioversie op Led Zeppelin I. Hetzelfde geldt voor Communication breakdown [A3, A7, A11] dat we te horen krijgen in niet minder dan drie verschillende versies, en Dazed and confused [A4], allebei tracks die eveneens op het debuutalbum terugkeren. I cant quit you baby is net als A1/A13 een bluesnummer van Willie Dixon en de fans bekend als één van de acht songs op de Coda-lp. Het is echter manifest minder goed dan het ongegeneerd-geile You shook me. Cd 1 bevat verder nog ruwe versies van drie ook op de eerste twee albums voorkomende tracks: What is and what should never be [A6] is echter weinig opvallend, Whole lotta love [A9] klinkt hier een beetje kaal en How many more times [A14] duurt wat te lang (bijna twaalf minuten). Ten slotte krijgen we ook drie onbekende nummers cadeau, maar een overrompelende indruk maken The girl I love she got long black wavy hair [A5], Travelling riverside blues [A8] en de korte rocker Somethin else [A10] niet.
In zijn geheel is de eerste cd interessant maar hij bevat niets dat onmisbaar is.
De tweede cd, met tien nummers die door de BBC werden opgenomen tijdens een concert in het Londense Paris Theatre op 1 april 1971, is interessanter en ook beter. De sfeer zit er meteen in met gedreven versies van Immigrant song [B1] (opzwepender dan de studioversie op Led Zeppelin III) en Heartbreaker [B2]. Beide nummers hebben ook een toffe gitaarsolo van Page in de aanbieding. Met de heavy blues Since Ive been loving you [B3] wordt het even wat rustiger, maar wat hier opvalt is hoe geweldig goed Robert Plant bij stem is, zeker in vergelijking met latere opnames van live-concerten. Daarna komt een hitsige versie van Black dog [B4], zo hitsig zelfs dat we deze song uit Led Zeppelin IV meteen veel hoger gaan inschatten. De meer dan achttien minuten durende versie van Dazed and confused bevat een paar mindere momenten (onder meer rond de negende minuut valt het een beetje stil), maar in zijn geheel is dit toch prima, hoor, met een ambiance om duimen en vingers bij af te likken. We krijgen dan nog twee nummers uit Led Zeppelin IV, dat toen dit concert werd opgenomen nog net niet verschenen was: Stairway to heaven [B6] en Going to California [B7], geen van beide favorieten van ons maar ze vervullen hier een verdienstelijke rol als rustbrengers, net als het uit Led Zeppelin III afkomstige Thats the way [B8], en bereiden zo de weg voor een rauwe maar zeer te smaken versie van Whole lotta love [B9], dat dankzij een rocknroll- en blues-medley in het midden bijna veertien minuten duurt. Het uit Led Zeppelin II afkomstige Thank you [B10] sluit de tweede cd af, maar het maakt minder indruk dan de rest en klinkt, in tegenstelling tot de studioversie, wat lawaaierig (het werd indertijd dan ook niet uitgezonden door de BBC).
In zijn geheel geeft deze tweede cd ons een heel goede auditieve indruk van wat Led Zeppelin in 1971 op een podium waard was, en dat was niet niks! In feite bevestigt dit concert wat wij al langer vermoedden: de beste Led Zeppelin was de vroege Led Zeppelin, uit de periode rond 1970 en in de jaren daarna hebben ze nooit meer hetzelfde niveau bereikt. In 1976 hadden ze déze cd als live-album moeten uitbrengen, in plaats van het magere The Song Remains The Same.
Quotering: ***½ (27 december 2013)
Klassiekers: de hele tweede cd (maar vooral B1, B2, B3, B4, B5, B6 en B9).
Led Zeppelin: How The West Was Won (2003)
Zes jaar later, in 2003, verschijnt alweer een album met oude live-muziek van Led Zeppelin. Deze keer is het maar liefst een driedubbele cd met opnames van Amerikaanse concerten in het LA Forum (25 juni 1972) en de Long Beach Arena (27 juni 1972).
Na het verwaarloosbare, slechts veertien seconden durende LA Drone [A1] barst de groep los in een rommelige versie van Immigrant song [A2], onmiddellijk gevolgd door een nogal zwakke versie van Heartbreaker [A3], waarin Plant vocaal compleet door de mand valt en de gitaarsolo van Page in het midden (in de studioversie een parel) wat te lang en te mat uitvalt. Black dog [A4] komt beter uit de verf, maar klinkt hier toch minder goed dan op BBC Sessions. Over the hills and far away [A5], Since Ive been loving you [A6] en Stairway to heaven [A7] maken een degelijke indruk, maar overrompelen niet echt. Ook de akoestische nummers Going to California [A8], Thats the way [A9] en Bron-Yr-Aur Stomp [A10] zijn niet sterk genoeg om werkelijk te overtuigen, al brengen ze tijdens de live-act wel enkele rustiger momenten en gaat A10 duidelijk in de goede richting van geslaagde sfeerschepping. De totaalindruk die deze eerste cd maakt, is: degelijk maar niet denderend. De groep is nog niet helemaal warmgespeeld, zullen we maar denken.
Over het algemeen komen de tracks die in het LA Forum werden opgenomen, ook sterker over dan die van de Long Beach Arena. Blijkbaar was Led Zeppelin op de LA Forum-avond iets beter in vorm.
Die betere vorm blijkt manifest ook uit de prima, bijna een half uur durende (en in LA opgenomen) versie van Dazed and confused [B1]. Zelfs de lange tussenstukken, met daarin onder meer een medley rond Walters Walk en The Crunge, vervelen geen moment (wel keihard afspelen!). Opmerkelijk hier ook de bekende duetten tussen Plant en het gitaarspel van Page. What is and what should never be [B2] (nochtans opgenomen in Long Beach) continueert op geslaagde wijze de hitsige sfeer die in B1 werd opgebouwd maar wisselt dit af met korte, kalmere passages en staat hier dus perfect op zijn plaats. Het als nieuw nummer aangekondigde Dancing days [B3] zou kunnen profiteren van de nu heersende good vibrations maar klinkt helaas wat vals en overtuigt dus niet helemaal. Het blijft overigens eerder klinken als een David Bowie- dan als een Led Zep-song. En het bijna twintig minuten durende Moby Dick [B4], met daarin een zeventien minuten lange, vervelende drumsolo van John Bonham, hoefde voor ons ook niet echt, al waren toegegeven zulke drumsolos in 1972 ten zeerste in de mode tijdens live-optredens.
Het beste heeft Jimmy Page (die in 2003 deze live-compilatie samenstelde) duidelijk voor de derde cd bewaard. Dit plaatje hebben we op oudejaarsavond tussen middernacht en één uur gedraaid met open ramen en de volumeknop op negen, ja, en dan gaat er iets door je heen, dan begrijp je waarom Led Zeppelin in 1972 met concerten als deze Amerika veroverde, dan geef je Charlie Poel gelijk wanneer die in Humo [nr. 3273, 27 mei 2003, p. 185] over dit album schrijft: Eén tip: vooral ZEER LUID afspelen! Wedden dat oudere huisgenoten en/of buren een zeldzame keer niet zullen protesteren? Het net iets meer dan 23 minuten durende Whole lotta love [C1], met in het midden een medley rond de rocknroll-nummers Boogie Chillun, Lets have a party, Hello Marylou en het bluesnummer Going down slow, fungeert als onverbiddelijke sfeerschepper en de korte versies van Rock and roll [C2] en The Ocean [C3] drijven onweerstaanbaar mee op deze tsunami van swingende decibels. En hetzelfde geldt voor het bijna tien minuten durende Bring it on home [C4] dat dit driedubbele album waardig afsluit.
Uit deze How The West Was Won blijken (nogmaals) twee dingen: Led Zeppelin was in de eerste plaats een live-groep (nummers die op de studioalbums middelmatig klinken, krijgen live een manifeste meerwaarde), en de beste Led Zeppelin was de vroege Led Zeppelin. Wij begrijpen dan ook niet goed dat Robert Plant en Jimmy Page, wanneer hen in 2003 gevraagd wordt [zie Humo, nr. 3273, 27 mei 2003, p. 187] welk album van Led Zep ze het beste vinden, beiden Physical Graffiti uitkiezen. John Paul Jones antwoordt op dezelfde vraag echter: De eerste plaat. Daar heb je alles, vanaf de eerste noot. Wij persoonlijk zouden het aandurven om dit How The West Was Won samen met Led Zeppelin II en BBC Sessions te nomineren voor de titel van Beste Koop. In Humos Top-50 van de beste cds van 2003 (samengesteld door de bezoekers van Humos website) eindigde How The West Was Won overigens op de dertigste plaats.
Quotering: ***½ (12 januari 2014)
Klassiekers: Dazed and confused, de derde cd in zijn geheel.
Led Zeppelin: Mothership (2007)
In 2007 wordt er een eenmalig reünieconcert van Led Zeppelin aangekondigd in Londen en van de aanloop naar dat concert wordt geprofiteerd (kassa!) om opnieuw een soort geremasterde Best Of-dubbelcd uit te brengen die in weinig verschilt van de gelijkaardige dubbelcd Remasters uit 1990. Led Zeppelin I is weer vertegenwoordigd met de vier zelfde nummers, maar de volgorde is gewijzigd: Good times bad times [A1] is nu de opener, en dan krijgen we Communication breakdown [A2], Dazed and confused [A3] en Babe Im gonna leave you now [A4]. Voor Led Zeppelin II eveneens een lichtjes veranderde nummering: Whole lotta love [A5] gaat vooraf aan Ramble on [A6] en Heartbreaker [A7]. Living loving maid blijft om een of andere ondoorgrondelijke reden ontbreken. Led Zeppelin III heeft één van de drie tracks (Celebration day) moeten inleveren. Blijven nog over: Immigrant song [A8] en Since Ive been loving you [A9]. Van Led Zeppelin IV zijn er (opmerkelijk!) twee songs gesneuveld maar er is er één bijgekomen. Rock and roll [A10], Black dog [A11] en Stairway to heaven [A13] zijn gebleven en When the levee breaks [A12], toch evenmin een hoogvlieger, is nieuw. In vergelijking met de eerste cd van Remasters zijn er dus drie nummers in ongenade gevallen en is er één bijgekomen.
Op de tweede cd blijft Houses of the Holy vier tracks leveren, alleen werd The rain song nu vervangen door Over the hills and far away [B2], deze keer heel terecht volgens ons. Zijn gebleven: The song remains the same [B1], Dyer Maker [B3] en No quarter [B4]. De dubbelaar Physical Graffiti levert nog altijd slechts drie songs, maar in een andere volgorde: Trampled under foot [B5], Houses of the holy [B6] en Kashmir [B7]. En dan nog, net als in 1990, telkens twee nummers van de laatste twee lps: Nobodys fault but mine [B8] en Achilles last stand [B9] uit Presence, en van In Through The Out Door zijn In the evening [B10] en All my love [B11] van plaats verwisseld. De tweede cd in vergelijking met die van Remasters dus: één nummer weg en één nummer erbij. Het is duidelijk dat de belangrijkste functie van Mothership in 2007 het goedkoop opkloppen van een Led Zep-hype was.
Quotering: *** (20 december 2013)
Klassiekers: vergelijk hierboven.
Led Zeppelin: Celebration Day (2012)
Een dubbel-cd, live opgenomen op 10 december 2007 in de Londense O2 Arena (het voormalige Millennium Dome). Met als vervanger voor de overleden drummer John Bonham diens zoon, Jason Bonham. Jason, ofschoon in het begin wat nerveus, kwijt zich degelijk van zijn taak maar kan het niveau van zijn papa niet evenaren. Het concert was opgedragen aan de op 14 december 2006 overleden Ahmet Ertegun, de grote baas van Atlantic Records, Led Zeps platenmaatschappij.
De eerste cd bevat acht tracks. Het begint met het openingsnummer van Led Zeppelin I, Good times bad times [1-1] en vervolgt met een track uit Led Zeppelin II, Ramble on [1-2], dat stukjes bevat van What is and what should never be. Geen al te vanzelfsprekende keuzes, lijkt ons (waarom bijvoorbeeld niet begonnen met Communication breakdown, toch ook een vroeg nummer?), en het is tevens nog wat zoeken naar de juiste toonzetting en klankkleur, maar het 18.000-koppige publiek is vanaf seconde 1 enthousiast, dus dat is geen probleem. We krijgen dan een degelijke versie van Black dog [1-3] (uit Led Zeppelin IV), helaas toch evenmin één van de absolute hoogtepunten uit Led Zeps back catalogue, maar de crowd zingt de aah-aahs dapper mee.
We zijn nu opgewarmd en worden vergast op een elf minuten lange versie van In my time of dying [1-4] uit Physical Graffiti. We horen degelijke hardrock, maar zijn absoluut niet onder de indruk. Hetzelfde geldt voor For your life [1-5] uit Presence, Trampled under foot [1-6] uit Physical Graffiti en Nobodys fault but mine [1-7] uit Presence. Met het tragere nummer No quarter [1-8] uit Houses Of The Holy krijgen we na al dat decibelgeweld even wat ademruimte. Het gitaarspel van Jimmy Page doet ons hier soms denken aan dat van George Kooymans van Golden Earring (al zal de stijlinvloed in werkelijkheid wel omgekeerd verlopen zijn, vermoeden we). Al bij al heeft deze eerste live-cd ons niet echt wild-enthousiast gemaakt, en we moeten toegeven af en toe zelfs wat verveeld geweest te zijn.
Op de tweede cd staan eveneens acht tracks. Since Ive been loving you [2-1] vonden wij op Led Zeppelin III al een zwak nummer. Opvallend en leerzaam trouwens dat dit de enige song uit Led Zeppelin III is die gebracht wordt. Dazed and confused [2-2] was voor ons één van de hoogtepunten van Led Zeppelin I, maar deze live-versie voegt niet echt iets essentieels toe aan de nog altijd onovertroffen studioversie uit 1969, al mag Jimmy Pages gitaarsolo er absoluut zijn. Stairway to heaven [2-3] komt uit Runes en is om redenen die wij nog steeds niet kunnen vatten (zie supra) voor velen uitgegroeid tot een all-time classic: wijzelf horen tot op de dag van vandaag niets anders dan een degelijk nummer dat nergens briljant aandoet, ofschoon het publiek in de O2 dapper de hermetische lyrics meezingt.
The song remains the same [2-4] (uit Houses Of The Holy) en het dartel huppelende Misty mountain hop [2-5] (uit Runes) slagen er al evenmin in ons te bekoren. Blijven dan nog de twee bisnummers over: Whole lotta love [2-6] dat in de originele versie een meesterwerkje van de heavy rock is maar hier een brave, weinig explosieve behandeling meekrijgt (Willie Dixon wordt dit keer wel vermeld als mede-auteur, zie supra), en uit RunesRock and roll [2-7], dat we indertijd al te hitserig vonden en hier is het dat nog veel meer.
Alles op een rijtje gezet: enkele nummers uit de eerste twee albums niet te na gesproken, is Led Zeppelin nooit één van onze favoriete groepen geweest, en we zien niet in waarom we plots enthousiast zouden moeten doen, nu ze als het ware even uit het graf zijn opgestaan. Onbegrijpelijk overigens dat de nummers Heartbreaker en Living loving maid, twee kanjers uit Led Zeppelin II, niet waardig werden geacht om mee te vieren op deze Celebration Day.
Quotering: **½ (16 november 2013)
Klassiekers: geen.
Vanaf juni 2014 wordt de hele Led Zeppelin-catalogus nog eens geremastered uitgebracht, telkens in verschillende uitvoeringen (gewoon en deluxe) en met één disc vol onuitgegeven extras. Naar verluidt heeft Jimmy Page bij de remastering rekening gehouden met het feit dat velen de songs zullen beluisteren in mp3-formaat.
Omdat we onlangs het boek van F. Scott Fitzgerald herlazen en de recente filmadaptatie van Baz Luhrmann bekeken, was het boeiend om ook eens poolshoogte te nemen van de filmadaptatie van Jack Clayton uit 1974. Ondertussen waren we al lang vergeten dat we die verfilming ooit al eens gezien hadden (dus toch een zich langzaam aankondigende seniliteit?), maar gelukkig konden we terugvallen op onze oude filmsteekkaart in kwestie. Scripta manent! Die oude steekkaart (ongetwijfeld daterend van ergens midden de jaren zeventig) vertelt: De derde filmversie van de beroemde roman van Scott Fitzgerald, door de Brit Clayton naar een scenario van Francis Ford Coppola (de eerste versie was een stomme film uit 1926 met Lois Wilson en Warner Baxter, de tweede van Eliott Nugent dateert uit 1949). Claytons versie is erg esthetiserend, erg mooi, vakkundig gefilmd maar ook wat saai en vaak te lang gerekt. Er zitten natuurlijk ook erg goeie dingen in, vooral thematisch (de klassenstrijd op de achtergrond en tussen de regels, de sfeer van laissez faire uit de roaring twenties, het opkomende fascisme) maar die lijken eerder toe te schrijven aan het materiaal van Fitzgerald dan aan wat Clayton en Coppola ermee gedaan hebben. Een goed gemaakte, maar ietwat droge verfilming dus, die commercieel een totale flop werd. Quotering: 2,5.
Nog volledig mee eens na al die jaren. Jack Clayton (die we ons nog wél herinneren van de veel interessantere griezelfilm The Innocents) en Coppola volgen het boek vrij plichtsbewust (met links en rechts weliswaar enkele kleine ingrepen), maar laten zich regelmatig betrappen op onhandigheden bij het vertellen van het verhaal en het is pas wanneer je deze film vergelijkt met de versie van Baz Luhrmann uit 2013, dat je beseft dat er meer en minder geslaagde vormen van esthetisering bestaan. Terwijl Luhrmanns exuberante vormgeving de plot een schwung geeft die het oorspronkelijke boek niet bezit, overstijgen Clayton en Coppola de ingebakken meligheid van het verhaaltje niet, ondanks het feit dat zij in hun versie de sociale kritiek scherper doen uitkomen dan bij Luhrmann en zelfs bij Fitzgerald het geval was.
Robert Redford, Bruce Dern, Sam Waterston, Karen Black en Lois Chiles spelen respectievelijk Gatsby, Tom Buchanan, Nick Carraway, Myrtle Wilson en Jordan, maar deze film bood ons vooral nog eens de gelegenheid om vast te stellen wat een verschrikkelijk matige actrice die Mia Farrow (als Daisy) wel was. Al zet ze hier anderzijds wel eenzelfde soort truttig typetje neer als indertijd in Peyton Place, en dat past weliswaar heel goed bij het onnozele gansje Daisy (nogmaals dienden wij ons af te vragen: wat heeft die Gatsby er toch in gezien?), maar telkens ze in close-up wordt genomen of meer dan één zin moet debiteren, valt ze als actrice onverbiddelijk door de mand (wat zou Woody Allen er ooit in gezien hebben?). In ieder geval is het duidelijk dat deze versie van Clayton nog niet tot aan de knieën reikt van de Luhrmann-prent uit 2013.