Branche V : Le jambon enlevé Renart et le grillon
(anoniem) ca. 1178
[Martin V Strubel Vb]
Deze korte branche (246 verzen) vormt in sommige handschriften één geheel met de branches IV en Va en wordt gedateerd rond 1178. Het zou dus één van de oudste Renart-teksten zijn. Wenseleers dateert echter wellicht na 1190 [Wenseleers 1993: 275].
Zie voor de Oudfranse tekst Dufournet I ed. 1985: 334-347.
Voor een (niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling, zie: Paul Van Keymeulen, De gestolen ham, gevolgd door Reynaert en de krekel (branche Vb), in: Tiecelijn, jg. 18, nr. 1 (maart 2005), pp. 59-64.
Korte inhoud
Als Renart Isengrin toevallig ontmoet, wordt hij door de wolf ongenadig afgerost, zodat hij voor dood blijft liggen. Als de wolf treurt over de dood van zijn raadsman, blijkt de vos echter toch nog te leven. Renart ziet een boer met een ham op zijn rug aankomen, en stelt voor de ham te stelen. De wolf zal twee derden krijgen, en de vos zelf één derde. Renart doet of hij gewond voortkruipt, de boer legt de ham neer en achtervolgt de vos, zodat Isengrin de ham kan stelen. Als de vos zijn deel komt opeisen, heeft Isengrin echter heel de ham reeds opgegeten zodat alleen het touwtje overblijft. Renart zegt dan dat hij op pelgrimstocht wil gaan naar Sint-Jacob, en ontsnapt zo aan de wolf.
Hij komt terecht bij de woning van een pastoor waar hij er bijna in slaagt een krekel (die voorgesteld wordt als een geleerde klerk) op te eten. Op het moment dat de krekel Renart de biecht gaat afnemen, komen er echter jagers en honden aan, zodat Renart moet vluchten. Tijdens de achtervolging stoten de honden op Isengrin, die door de honden erg wordt toegetakeld. Vanop een afstand spot Renart met de wolf, maar deze slaagt er toch nog in te ontsnappen aan de honden.
Aantekeningen
Deze branche is van magere kwaliteit, doordat er voortdurend van de hak op de tak wordt gesprongen (plots gaat Renart op pelgrimstocht, plots komen er jagers en honden aan, plots stoten die honden op Isengrin).
[09/12/06]
|