Branche VIII : Le Pèlerinage de Renart (anoniem) ca. 1190
[Martin VIII Strubel IV Roques IX Fukumoto XXV]
Deze korte branche (slechts 468 verzen) wordt door Van Daele circa 1180 gedateerd, door Dufournet [II ed. 1985: 500] 1190, door Wenseleers [1993: 276] circa 1192-94?
Zie voor de Oudfranse tekst Dufournet II ed. 1985: 54-79.
Voor een (niet altijd betrouwbare) Nederlandse vertaling: Paul Van Keymeulen, De pelgrimage van Reynaert (branche IV), in: Tiecelijn, jg. 15 (2002), nr. 2, pp. 82-87.
Korte inhoud
Op een vrijdagochtend wil Renart zijn leven beteren en door een passerende boer wordt hij bij een kluizenaar in het bos gebracht. Deze neemt de vos de biecht af. Renart heeft het vooral over de dingen die hij Isengrin en diens vrouw Hersent heeft aangedaan. De kluizenaar zegt dat Renart op pelgrimstocht naar Rome moet gaan om daar alles aan de paus te biechten. De vos vertrekt en overreedt onderweg Belin de ram en Bernart de ezel om met hem mee te gaan. Na een dag lang stappen arriveren ze bij de woning van Isengrin en Hersent, die niet thuis zijn (want op jacht). De drie pelgrims doen zich tegoed aan eten en drinken, maar worden door de wolf en de wolvin betrapt. Op advies van Renart slaagt Bertrant er echter in de kop van de wolf in de deuropening vast te klemmen, zodat Belin hem met zijn horens kan doodstompen. Hersent roept honderd andere wolven ter hulp om de moord te wreken en de achtervolging wordt ingezet. Renart, Belin en Bertrant ontsnappen door in een boom te kruipen, maar als Belin en Bertrant uit de boom vallen en enkele wolven doodpletten, vluchten de andere wolven weg. De drie pelgrims besluiten daarna terug naar huis te gaan, want er zijn veel vromen die nooit in Rome geweest zijn en van hen die wel naar Rome gaan, komen er velen slechter en zondiger terug dan ze oorspronkelijk waren.
Aantekeningen
Waarom Rik Van Daele dit in Tiecelijn één van de kortste, maar ook fraaiste Renartbranches noemt, is ons een raadsel. Het is een weinig geïnspireerd verhaaltje dat vol onwaarschijnlijkheden zit (na een lange dagreis komen ze toch nog bij de woning van de wolven aan, de wolven die wegvluchten in plaats van de ram en de ezel aan te vallen
) en bovendien wordt de wolf de ene keer Isengrin en dan weer Primaut genoemd (een kopiistenfout?).
De thematiek draait blijkbaar rond kritiek op valse pelgrims. Opmerkelijk is dat Renart de wolvin Hersent in vers 123 ma seror (mijn zuster) noemt en dat Isengrin in deze branche vermoord wordt.
[29/01/06]
|