Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
WEMELDINGEN
Tijd is ruimte in beweging
30-05-2017
BOEK: Het verraad (A.M. de Jong) 1925
Het verraad (A.M. de Jong) 1925
[Roman, in: A.M. de Jong, Merijntje Gijzens Jeugd en Jonge Jaren. Nederlandse Boekenclub, Den Haag-Antwerpen, z.j., pp. 7-142]
Volgens mijn dagboekaantekeningen heb ik deze eerste Merijntje Gijzen-roman in 1974 al eens gelezen. Herlezen eigenlijk, toen al. In 1973-74 was op de televisie een serie te zien naar de Merijntje Gijzen-romans van de in 1888 in Nieuw-Vossemeer (tegenwoordig deel van de gemeente Steenbergen, in westelijk Noord-Brabant) geboren en in 1943 door Nederlandse SS-ers vermoorde auteur A.M. de Jong. Die TV-serie had toen veel succes, ook in ons gezin. Mijn moeder had ergens in het begin van de jaren zeventig bij de NBC (Nederlandse Boekenclub) de dikke Merijntje Gijzen-omnibus gekocht. Na haar dood (in 1996) heb ik dat boek samen met andere boeken van haar verkocht aan Deslegte. Vorig jaar (2016) in augustus bezocht ik de rommelboekenmarkt in Lillo en wat lag daar te koop voor 2 euro? Diezelfde Merijntje Gijzen-omnibus. Waarschijnlijk wel niet het exemplaar dat wij toen hadden, dat zou helemaal magisch zijn.
Onlangs dus de tijd gevonden om de eerste roman uit deze reeks, Het verraad, nóg eens te herlezen op enkele avonden, en ja, dat was pure jeugdnostalgie. In Boekengids [jg. 43, nr. 4 (mei 1965), pp. 186-187] gaf een zekere W. de Geest de volgende samenvatting van dit boek, nadat hij gezegd had dat in elke roman van de reeks het jongetje Merijntje Gijzen iemand (een volwassene) ontmoet, mét gevolgen: De eerste grote ontmoeting is die van het tere, intelligente ventje, misschien een tikje te zwaarwichtig voor zijn leeftijd (10 j.), met de ruige, gevreesde stroper Kruik, een man uit een stuk, iemand die aan de rand van de maatschappij zijn eigenzinnig bestaan leidt. Tussen dit asociale wezen en het jonge, zo gemakkelijk te beïnvloeden kereltje ontstaat een echte vriendschap. Merijntje vergezelt Kruik op zijn tochten, leert over dieren en planten, en probeert vruchteloos als jeugdige theologant met zijn catechismuswijsheid de ongelovige natuurmens te bekeren. Kruik wordt gekweld door een niet beantwoorde liefde voor Jannekee. De lokale Carmen versmaadt zijn liefde voor die van een grenswachter. De stroper wordt door zijn ongecontroleerde drift tot een dubbele moord bewogen en zijn jonge vriendje fungeert als deus ex machina in het onderzoek. Hij identificeert het wapen van de misdaad als het bezit van de Kruik en verraadt zo zijn vriend. Resultaat van de eerste ontmoeting: een drukkend schuldgevoel en de onmogelijkheid dit voorval te verzoenen met het beginsel van Gods rechtvaardigheid.
Het verraad is duidelijk een exponent van de zogenaamde heimatliteratuur die in het midden van de twintigste eeuw ook in de Nederlandse literatuur hoogtij vierde (men denke onder meer aan Stijn Streuvels, Ernest Claes, Felix Timmermans ). En nee, grote wereldliteratuur zal dit wel niet zijn, daarvoor zijn het onderwerp en het milieu wat te naïef en eenvoudig, maar met welk een knappe dosis vakkennis en met welk een bewonderenswaardig inlevingsvermogen is dit boek geschreven! Ronkende ciceroniaanse periodes of opvallend fraaie formuleringen zal men tevergeefs zoeken, maar hoe functioneel werkt alles in deze roman vanaf het begin mee om uiteindelijk te culmineren in de verschrikkelijke afloop! Een afloop die aanvankelijk als een onschuldige wolk aan de horizon verschijnt maar gaandeweg aanzwelt en dreigender vormen aanneemt tot ze uiteindelijk openbarst met een donderslag. Willem Elsschot zou tevreden geweest zijn. En hoe schattig, natuurlijk en sympathiek is het gebruik van dat Noord-Brabants dialect, dat nooit moeilijk te begrijpen is (althans voor mij, ook een Brabander) en op perfecte wijze de couleur locale van het geheel extra in de verf zet.
Onvervalst, puur leesplezier was het, deze hernieuwde kennismaking met Merijntje Gijzen. De andere romans gaan we zeker ook nog eens (her)lezen en één van de dagen zullen we het A.M. de Jong-museum in Nieuw-Vossemeer eens gaan bezoeken. Nu we met pensioen zijn, hebben we toch tijd genoeg.