Curatio is
Latijn en het betekent genezing. Het betekent ook verzorging, hetgeen niet
helemaal hetzelfde is: het zal u niet onbekend zijn dat vele kwalen genezen
zonder verzorging, en dat anderzijds niet iedere verzorging leidt tot genezing.
Curatio is ook de naam van het trimestrieel tijdschrift van de provinciale raad
van West-Vlaanderen van de Orde der artsen, de vroegere Orde der geneesheren,
een naam die onhoudbaar was sedert de afstuderende vrouwen zwaar in de
meerderheid zijn tegenover hun mannelijke collegas. Een zeer toepasselijke
naam inderdaad. Het feit dat op het titelblad de naam Qratio prijkt dient wellicht slechts geïnterpreteerd te worden als
een spitsvondigheidje.
Sedert een
dag of tien ligt de Qratio van het
laatste trimester van t voorbije jaar op mijn schrijftafel. Iedere dag kijk ik
met het grootste welbehagen naar de foto op de voorpagina. Het is een foto van
de afgestudeerde artsen van de lichting 2018, de laatste lichting dus.
Dat de jongedames in de meerderheid zijn moge duidelijk wezen. En onder die jongedames, op de voorste rij, heb ik mijn muze gevonden en dat is nu net waarom ik het niet kan laten om iedere dag naar die foto te kijken. Ik heb haar Elena genoemd, naar Helena van Sparta, ook bekend als Helena van Troje, die de mooiste vrouw aller tijden genoemd werd
tot de komst van Brigitte Bardot. Zon zestig jaar geleden hing de foto van B.B. op mijn studentenkamer en was zij de muze die mij succesvol doorheen mijn jeugdjaren heeft geloodst.
De Brigitte Bardot uit mijn studentenjaren...
Moge de jonge Elena mij nu succesvol naar mijn einde loodsen. Is zij immers niet het evenbeeld van Brigitte, dezelfde adembenemende schoonheid, een reïncarnatie? Dé schoonheid zal altijd blijven bestaan, de schoonheid van Helena van Troje, van Brigitte, van Elena. De schoonheid wordt doorgegeven van de ene generatie naar de volgende. Géén god is er ooit in geslaagd iemand de eeuwige jeugd te schenken. De eens zo machtige Zeus verleende ooit de onsterfelijkheid aan een Trojaanse prins Tithonos, op verzoek van Eos, de godin van de dageraad, die smoorverliefd was op de mooie jonge prins. Maar de eeuwige jeugd? Neen, dat ging zelfs de macht van Zeus te boven. Toen zijn tijd gekomen was schrompelde Tithonos geleidelijk ineen tot hij eruit zag als een krekel
Het toont aan dat niemand gebaat is met het eeuwig leven als hij er niet bij krijgt, hetgeen enkel voorbehouden is aan goden en godinnen: de eeuwige jeugd. En toch kan ik mij nauwelijks voorstellen dat het met mijn Elena net zó zal vergaan.
Het doet mij terugdenken aan de foto van de lichting 1965. Valt het u op dat alle promovendi in smoking waren, behalve die ene, die een vrouw was, Claudine? Eén vrouw op de vierenvijftig. Wat waren wij toen verstoken van vrouwelijk schoon! Daar kwam nog bij dat de geleerdsten onder ons een cordon sanitaire rond Claudientje gesmeed hadden. Dat cordon werd slechts doorbroken op de dag van de plechtige eedaflegging, de dag waarop onze wegen voor de meesten definitief uit elkaar zijn gegaan. Bekijk die foto van toen: wie staat daar rechts van Claudine? Precies! En achter Claudine en mij? Mijn beste vriend Raymond Creus, die welhaast vijf jaar geleden is heengegaan
Hoe onbarmhertig snijdt toch de tijd!

In de Qratio wordt verder veel aandacht besteed aan de huldiging (de laudatio) van de jubilerende artsen van de Orde van West-Vlaanderen, t is te zeggen de artsen van de lichting 1968 (goud) en de lichting 1958 (diamant). Van de lichting 1948 blijkt er helaas niet één meer over te zijn. Vijf mannen van 58, achttien van 68. Geen vrouw. Alle drieëntwintig staan ze met hun foto in het blad, en met hun levensverhaal. Ze zijn allen blij dat ze het beroep van arts gekozen hebben en als ze het zouden overdoen deden ze het weer. Sommigen oefenen zelfs nú nog de geneeskunde uit. Omdat ze het zo graag doen, omdat ze het niet kunnen laten
Het wederwoord is van Marcel Toye. Een ernstig wederwoord. Drie jaar geleden viel mij de eer van het wederwoord te beurt. Mijn wederwoord was minder ernstig. Ludiek! Al de jubilarissen hebben er zich goed mee geamuseerd. De meesten schuddebuikten van het lachen. Sommigen hielden zelfs hun buik vast, vanwege dat schuddebuiken. Toen waren er wél een paar vrouwen. Eén onder hen: Claudine! Ik zag ze voor t eerst terug, na vijftig jaar. Ze was nog niets veranderd. Zij schuddebuikte niet, maar ze lachte fijntjes. Over zeven jaar zal ik bij de club van de diamanten jubilarissen horen. Wellicht zullen ze mij dan niet meer vragen voor het wederwoord. Niet in de laatste plaats omdat ik de enige ben sinds mensenheugenis die urbi et orbi verklaart dat hij nooit meer het artsenberoep zou kiezen als het te herdoen was. Maar wat zeg ik daar? Over zeven jaar! Hoe zere vallen zaf dichtte Guido Gezelle. Maar toch, ik denk dat ik het haal. Met de hulp van mijn muze, Elena. Ik blijf iedere dag die God mij schenkt uw foto bekijken, Elena, op de voorpagina van de Qratio. Das beloofd.
|