Quizzen is in. Overal te lande zijn er heden ten dage quizclubs. Niets
voor mij. De vragen gaan maar al te vaak over moderne muziek, recente films en
voetbal. Vroeger was het anders, althans in de quizzen die op school soms
werden gehouden. Er waren toen meer vragen over literatuur, geschiedenis,
aardrijkskunde en wetenschap, en de sportvragen gingen niet altijd over
voetbal. In die tijd quizde ik als de besten, altijd bij de eerste drie van de
klas. Ik herinner mij nog levendig een quiz waarin ik eerste ex aequo was
geëindigd, met evenveel punten als Roland Calcoen. Een schiftingsvraag moest
beslissen wie de eerste prijs zou krijgen. Een vraag over
klassieke muziek, het onderwerp dat mij het minst lag: ik kende amper twee
namen van componisten, Bach en Beethoven. En Calcoen volgde al drie of vier
jaar les aan de muziekschool
Ze lieten een stuk klassieke muziek horen en wij
moesten zeggen wie de componist was. Ik zei Bach en iedereen schoot in de
lach. En toch, t Wás Bach! Ze hadden een zeer atypisch stuk van Bach genomen,
om het moeilijk te maken. Mijn mooiste overwinning in een quiz ooit
t Is zestig jaar geleden en ik
wist toen véél en ik moest toen nooit lang nadenken vóór ik het antwoord gaf,
een fractie van een seconde. Nu is dat wel even anders. Vraag mij wat ik deze
middag gegeten heb: meestal zal ik het antwoord wel kennen, maar het zal tien
tot twintig seconden tijd vergen. Begrijpt u, waarde lezer, waarom ik enkel nog
te strikken ben voor een multiple choice quiz of voor een schriftelijke quiz,
waar een beetje bedenktijd is. Niet dat ik veel gevraagd word. In feite word ik nooit gevraagd. Behalve dan vorige week, vrijdagavond. Het feest ging door
in Gent, in het clublokaal van de jiu jitsu club Yawara, Nieuwe Vaart 118.
Er waren twaalf deelnemende ploegen van elk vier man. Mijn ploeg heette De
Kastaars en omdat één kastaar plots verstek had moeten laten gaan, hadden ze
mij binnengehaald om de ploeg te vervolledigen en in de hoop dat er, wie weet,
misschien een vraag zou gesteld worden over de Tour de France of de Olympische
Spelen uit de eerste twintig jaar na de tweede wereldoorlog, of over die
wereldoorlog zelf, of over de Griekse mythologie, mijn stokpaardje
De quiz leek allerminst bedoeld voor mensen van mijn generatie. Was ik
overigens niet de enige deelnemer van mijn generatie? Niets dus over de Tour,
over de Olympische Spelen of de Griekse mythologie. Wel tien vragen over Oosterse kruiden en evenveel
vragen over Oosterse gevechtstechnieken, waar zelfs de jongeren de grootste
moeite mee hadden. Of bent ú misschien vertrouwd met bujutsu, aikido,
iaido, naginata, kyudo, jodo
? Uiteindelijk waren er twee vragen waar ik,
wellicht als enige (!) het antwoord op wist:
1° welk muziekinstrument is dit ?(er werd een afbeelding getoond) en 2°
van welke plant is de Latijnse naam bellis perennis? Het antwoord op de
eerste vraag was: mondharp. Het antwoord op de tweede: madeliefje. Dat
madeliefje heb ik te danken aan de lessen plantkunde aan de universiteit, toen
ik in t eerste jaar geneeskunde zat (t is éénenzestig jaar geleden!). We
moesten zowat alles kennen over het madeliefje en over wel honderd andere
planten. Die onzin leren de toekomstige doktoors niet meer, dezer dagen. In
plaats daarvan leren ze nu patiënten reanimeren
Onze quizploeg eindigde als
zevende, net niet in de eerste helft. Zonder mijn twee juiste antwoorden waren
we slechts negende geweest
Mondharp
Madeliefje (bellis perennis)
Gisteren kwam mijn buurman Firmin op bezoek. Ik ken maar weinig mensen die zich, qua algemene kennis, kunnen meten met Firmin. Ik vroeg hem of hij wist wat een mondharp is. Hij dacht dat ik een grap maakte, hem in het ootje nam. Een harp, zei hij, is een snaarinstrument, heeft niets met de mond te maken, maar ik weet wél wat een trompetviool is. Nu was het aan mij om hem niet au sérieux te nemen. Ik heb het opgezocht: het bestaat!
Trompetviolen
|