Gisteren werd
in Antwerpen, in de inkomhal van een flatgebouw, een pasgeboren jongetje
gevonden, in een papieren zak met een dekentje errond. Het kind was te
vondeling gelegd. Het te vondeling leggen van pasgeborenen is van alle tijden.
Reken maar!
Eén van de roemrijkste maar ook meest
dramatische helden uit de Griekse mythologie, Oidipous (van het
Oidipouscomplex!), was een vondeling, of toch zo goed als. Ziehier hoe de
vork in de steel zit. Koning Laios van Thebe wilde kinderloos blijven omdat het
orakel voorspeld had dat indien zijn vrouw een zoon zou baren, deze zijn vader
zou vermoorden. Toen zijn echtgenote Iokaste dan toch zwanger werd en het leven
schonk aan een zoon wilde Laios zich van het kind ontdoen. Hij gaf één van zijn
herders de opdracht het kind te knevelen en het in een bos te leggen, ten prooi
aan de wilde dieren. Maar de herder kon dit niet over zijn hart krijgen, hij
trok het bos in met het kind en overhandigde het daar aan een andere herder die
in dienst was van de koning van Korinthe. Deze laatste was kinderloos
en zo
kwam het dat Oidipous opgroeide aan het koninklijk hof van Korinthe. Over zijn
roemrijk en dramatisch leven kunt u verder lezen in mijn boek De Griekse
mythologie in 136 verhalen dat rond het eind van de maand klaar zal zijn en
dat in feite de vierde en licht herwerkte uitgave is van het boek Uit het
schuim van de zee dat het licht zag in 2011.
In het boek kunt u ook het verhaal vinden van een tweeling die te vondeling werd gelegd. Hun namen? Amphion en Zethos. Hun moeder was een Thebaanse prinses. Hun vader? Niemand minder dan de oppergod Zeus...
Ontroerend is
het verhaal van een andere vondeling, Ion (naar wie de Ionische zee is genoemd).
En
met een happy end. Hier volgt de onverkorte versie uit het boek:
Eén van de dochters van de Atheense koning Erechtheus was Kreousa. Ze
werd zwanger gemaakt door Apollo. Dit geschiedde in een grot, aan de
noordelijke flank van de Akropolisrots, niet ver van haar vaders paleis. In deze
gezegende toestand werd ze door Apollo aan haar lot overgelaten. Ze hield haar
zwangerschap voor iedereen verborgen en toen haar tijd gekomen was baarde zij
een zoon. Ze legde het kind in een mandje, in geborduurde luiers, samen met een
kostbare halsketting en een krans van olijven. Met pijn in het hart liet ze het
kind achter in genoemde grot: ze wilde te allen prijze vermijden dat haar misstap
de koning ter ore zou komen. Ze hoopte dat Apollo wel zorg zou dragen voor zijn
zoon. Hetgeen ook geschiedde: Apollo zond zijn halfbroer, de god Hermes, naar
de grot om het kind te halen en het naar zijn tempel in Delphi te brengen.
Hermes zette het kind in het mandje neer op de drempel vóór de tempel, waar de
tempelpriesteres het vond, het als een moeder verzorgde en inwijdde in de
tempelgeheimen. Alzo groeide het op tot een rijzige knaap, die Apollos
tempeldienaar werd in Delphi.
Kreousa was ondertussen gehuwd met Xouthos, een uit Thessalië verbannen
koning. Hun huwelijk bleef echter kinderloos. Om de oorzaak daarvan te kennen
gingen zij het orakel van Delphi raadplegen. Onderweg ging Xouthos eerst nog te
rade bij het orakel van Trophonios in Levadia. Het antwoord van dit orakel
luidde: gij zult niet zonder zoon huiswaarts keren! Deze uitspraak verheugde
Xouthos zeer. Kreousa echter voelde zich door angst bevangen, nu ze weldra vóór
het altaar van haar god zou komen te staan. Bij hun aankomst in Delphi werden
ze door de tempeldienaar verwelkomd. Toen deze de reden van hun komst vernam
was hij getroffen door de emotie en het verdriet van Kreousa en de jongeman
voelde plots behoefte om zelf zijn hart uit te storten. Evenzeer als u naar een
kind verlangt, zo sprak hij, verlang ik ernaar mijn ouders te kennen. Het kind
dat Apollo jaren geleden bij haar verwekt had, zou nu ongeveer even oud zijn
als deze knaap, dacht Kreousa. Niettemin vermoedde zij niet in het minst dat ze
oog in oog stond met haar bloedeigen zoon. Na al die jaren immers was ze ervan overtuigd
geraakt dat haar kind niet meer leefde, dat wilde dieren het wel zouden verslonden
hebben
Ondertussen had Xouthos het orakel geraadpleegd; hij kwam de tempel al
uit. De jonge tempeldienaar ging naar hem toe. Doch ziet: Xouthos strekte zijn
armen uit naar de jongeling, drukte hem krachtig tegen de borst en stamelde,
tot tranen toe bewogen: mijn zoon, mijn zoon. Niet begrijpend trachtte de knaap
zich uit de omarming los te maken. Ziehier, sprak Xouthos, wat het orakel mij
geopenbaard heeft: ga de tempel uit en de jongeman die u zal tegemoet komen is
uw zoon. En verder sprak Xouthos nog: laat je door mij omarmen mijn zoon, want
jij bent mij tegemoet gekomen en daarom noem ik jou Ion, dat is hij die komt.
Terwijl de jongeling zich nu gewillig liet omhelzen, keek Kreousa verbaasd en
achterdochtig toe. Niet zíj doch haar echtgenoot had een kind teruggevonden.
Hoe was dat te verklaren? Was deze Ion misschien de vrucht van Xouthos met een
andere vrouw? Hoe kon het anders? En haar echtgenoot had daar met haar nooit
met één woord over gerept! Valselijk had hij haar meegenomen naar Delphi om
alzo dit kind officieel tot zijn zoon en erfgenaam te kunnen maken
Xouthos wist met zijn vreugde geen blijf, nu hij een zoon gevonden had.
Terwijl hij voorbereidingen trof om die heuglijke gebeurtenis te vieren,
broedde Kreousa snode plannen: ze zou de knaap uit de weg ruimen! Xouthos liet
een grote feesttent oprichten en nodigde alle inwoners van Delphi uit op een
feest ter ere van Ion. Eén van de dienaars, die evenwel met Kreousa samenspande,
werd aangesteld om de wijn in de bekers te schenken. Niemand had gezien dat hij
in de beker die voor Ion bestemd was, een snel dodend gif had gedaan. Toen de
jongeling de beker aan de lippen bracht, klonk plotseling een vloek door de
zaal. Ion wist dat dit een slecht voorteken was. Daarom goot hij de beker, die
hij zopas had willen leegdrinken, uit op de grond, en hij nodigde de omstanders
uit te doen zoals hij. Een dozijn duiven kwamen de tent binnengevlogen en dronken
van de wijn op de grond. Tot ontsteltenis van allen die toekeken, ging de duif
die van Ions wijn had gedronken plots aan t wankelen en bleef weldra morsdood
liggen. Het was duidelijk dat iemand de gevierde had willen vergiftigen. De
wijnschenker werd erbij gehaald en deze verklaarde dat hij in opdracht van Kreousa
had gehandeld.
- Ter dood met haar, stenigt haar! Zo riep Ion en zo riep de verontwaardigde
menigte.
- Ja, doodt mij maar, maar doet het dan vóór het aanschijn van de god,
schreeuwde Kreousa, terwijl ze in de richting van Apollos tempel vluchtte. Stellig
hoopte zij dat de god, die haar eens had bemind, nu haar leven zou redden
Toen Kreousa, achtervolgd door Ion en de anderen, vóór de tempel kwam,
trad de tempelpriesteres naar buiten met in haar armen een mandje. Zij sprak:
- Ion, wat gij doen wilt is onrecht. Zie dit mandje! Zij die gij ter
dood wilt brengen is uw moeder. In dit mandje heeft zij u achtergelaten en zo
werd gij door de god Hermes bij mij gebracht. Ik heb u opgevoed en het mandje
zorgvuldig voor u verborgen gehouden.
- Hoe kan ik weten dat gij de waarheid spreekt? Voor het eerst durfde
Ion aan de woorden van de profetes te twijfelen.
Kreousa die het mandje herkende riep:
- Maak het mandje open en zie de dingen die ik er heb ingelegd: zelfgeborduurde
luiers met slangenmotieven en met de kop van Medusa, een kostbare halsketting,
een krans van olijven
Apollo is je vader!
Ion kon nu niet meer twijfelen: Kreousa was zijn moeder, Xouthos was
zijn stiefvader en Apollo zelf, de god die hij al die jaren trouw had gediend,
niemand minder dan Apollo, was zijn
échte vader!
Met zijn vrouw en zijn stiefzoon keerde Xouthos verzoend naar Athene
terug. De tocht naar het orakel van Delphi kende dus tóch een gelukkig einde. Wat
had de god dit alles goed beredderd!
|